site teller
gran-canaria-actueel.jouwweb.nl

aaaaLOGOMETBANNERGranCanariaActueel-138.jpg

d-118.jpg


Cueva Pintada neemt verlichting in gebruik

Na een investering van €360.000,=
verhoogt de museumsite het spectaculaire van zijn fondsen
    

GÁLDAR - dinsdag 19 februari 2019 - Het Archeologisch Park en het Cueva Pintada Museum openen op dinsdag 19 februari 2019  een nieuw efficiënt verlichtingssysteem dat de plaats spectaculairder maakt na een investering van het Cabildo (Eilandbestuur) van Gran Canaria van €310.000,= met als doel dat het publiek geniet van een nieuwe ervaring die het dichter bij de erfgoedwaarde brengt van de enclave.

Deze nieuwe verlichting zal op dinsdag 19 februari 2019 worden ingewijd door de president van het Cabildo (Eilandbestuur), Antonio Morales, om 19.30 uur, samen met de wethouder voor Cultuur van het Cabildo, Carlos Ruiz, de algemeen directeur van het cultureel erfgoed van de Canarische Regering, Miguel Ángel Clavijo, de algemeen directeur van het vervoer , Elektrische Distributie en Installaties van Acciona Spanje, Miguel Ángel Acosta, de burgemeester  van Gáldar, Teodoro Sosa, de directeur van het centrum, Carmen Gloria Rodríguez, evenals tal van persoonlijkheden uit de culturele sector van het eiland. Het dansgezelschap van de choreograaf Natalia Medina voert een show op ter gelegenheid van het evenement.
cueva-1.jpg              Afbeelding van het interieur vande Cueva Pintada met de nieuwe verlichting.
Opdat het publiek kan genieten van de nieuwe verlichting die door het bovengenoemde Museum en Archeologisch Park is vrijgegeven, heeft het Cabildo (Eilandbestuur) een reeks geleide nachtelijke bezoeken georganiseerd die zullen plaatsvinden op 15 en 29 maart, 12 en 26 april, 10 en 18 mei (Internationale Museum dag en Europese Nacht van Musea) en 21 juni 2019 die het erfgoed zullen combineren met andere artistieke evenementen zoals muziek, theater, en dans.

Het nieuwe en dynamische verlichtingsontwerp van de archeologische locatie beheerd door de Raad van Cultuur van het Cabildo (Eilandbestuur) van Gran Canaria in de gemeente Gáldar, is geïmplementeerd in alle openbare ruimtes (ontvangsthal van bezoekers en beurshallen) en in het archeologische park zelf in al zijn uitbreiding (stad, polychrome camera, loopbruggen die door het erfgoedterrein lopen, en textielomheining aan de omtrek).
000logo-kopie-kopie-24.jpg

 


De kindertijd op Tenerife van Bernardo de Gálvez

De familie-sage was degene die de eerste nederzettingen van Canarias in Noord-Amerika vestigde

NOORD AMERIKA - woensdag 13 februari 2019 - Bernardo de Galvez y Gallardo was een militair die erg geliefd en gewaardeerd werd door George Washington. Een deel van zijn jeugd werd doorgebracht op Tenerife. Zijn hulp was beslissend in de veldtochten tegen de Britten tijdens de Onafhankelijkheidsoorlog, tussen 1776 en 1783. In 1785 was hij onderkoning van Nieuw-Spanje, nu Mexico.

Datzelfde jaar kenden de Canarios het blijde nieuws van de benoeming en aarzelden niet om hen te laten weten. Vanuit Mexico schreef Bernardo de Gálvez op 26 december 1785 naar Tenerife om zijn goede vriend en naamgenoot, Bernardo Cólogan Valois, te bedanken voor zijn steun en vriendschap.

islas-canarias-bernardogalvez-kRPC--540x285abc-3.jpgIn de brief bevestigt De Gálvez, “ dat hij in alle opzichten altijd zal vinden dat ik bereid ben hem net zo goed te behagen als het van mijn vermogens afhangt. Natuurlijk, voor zover ze me toestaan, zal ik niet nalaten om alle eilandbewoners te bezoeken,” en voegt eraan toe: "Ik ben zeer tevreden dat ik algemeen op dat eiland (Tenerife) beroepsmatig ben, en dus twijfel ik niet dat de Contertullians van je aanbidding zich  onderscheidt in vreugde van het kennen van de laatste genade die ik verschuldigd was aan de genade van de Koning, en jouw aanbidding zal je veel geven in mijn naam. "

De relatie van Bernardo de Gálvez met de eilanden dateert vele jaren voordat zijn vader, Matías de Gálvez, in 1757 met zijn vrouw Josefa Gallardo, naar Tenerife verhuisde. De jonge Bernardo arriveerde met hen op het eiland slechts elf jaar oud en hier bleef hij tot 1762, toen hij werd opgeëist door zijn oom José de Gálvez en zijn briljante militaire leven begon.

In de paar jaar van zijn jeugd vestigde hij een aantal vriendschappen die hem de rest van zijn leven vergezelden en die de eilandbewoners enorm gebruikten. Zijn vrienden uit Tenerife werden ook versterkt door zijn vader, die tot 1778 op het eiland bleef op zeer relevante posities.

In 1778 was de jongere broer van Matías, José de Gálvez, minister van Indië en de persoon van het vertrouwen van Carlos III voor zijn Amerikaanse imperium. En zo ging het lot van Matías door Midden-Amerika, waar hij vocht en de Britten verdreef.

Maar het belangrijkste was de overdracht van talrijke Canarische soldaten om de Spaanse bataljons in Louisiana en de nederzetting uit te rusten in opdracht van José de Gálvez. Dus het was de Gálvez die de eerste nederzettingen van Canarios in Noord-Amerika vestigde.

Na de oorlog, in 1783, werd Matías benoemd tot onderkoning van Nieuw-Spanje tot zijn vroegtijdige dood een jaar later. Ondertussen werd zijn zoon in Spanje ontvangen met de erkenning en waardering van Carlos III. Als graaf van Galveston kende hij de ernstige ziekte van zijn vader. Bij zijn terugkeer, zoals hij altijd deed, keerde hij terug naar Tenerife en ontving de erkenning van het volk en van de Económica de Amigos del País de Tenerife.

In die dagen had Bernardo de tijd om zijn vrienden te begroeten en mee te gaan met het kostbaarste van het eiland; zijn wijnen. Hij kreeg vier vaten wijn. Bij zijn aankomst in Havana hoorde hij het nieuws van de dood van zijn vader en werd in 1785 de nieuwe onderkoning van Nieuw-Spanje. Bernardo's glorie overschaduwde die van zijn vader en die van zijn oom.
puerto-tenerife-historia-kgSE--620x349abc-1.jpg
                                         
De historische haven van Tenerife.
Hij was het die deel ging uitmaken van de grote geschiedenis van Spanje. Dat was zijn grote bijdrage aan de Amerikaanse onafhankelijkheid, dat de grondleggers zelf opdracht gaf om zijn schilderij als eerbetoon aan de muren van het Capitool te hangen.

Dat feit gebeurde niet, want voor meerdere gebeurtenissen was het twee eeuwen lang vergeten totdat de Malagueño-onderzoeker Manuel Olmedo Checa in 2008 een document herontdekte dat aantoonde dat het Continentale Congres op 8 mei 1783 had beloofd om een portret van Bernardo de Gálvez op te hangen in hun hoofdkwartier als dank voor zijn logistieke en militaire hulp bij onafhankelijkheid. Teresa Valcarce Graciani culmineerde in een ongeïnteresseerde en beslist epische manier waarop het Amerikaanse Congres zijn vergeten belofte nakwam.
000logo-kopie-229.jpg


La Heredad van Arucas
verandert haar gebouw in een museum,
voor het toerisme

De met water verbonden entiteit
opent zijn deuren om 500 jaar geschiedenis te tonen

ARUCAS - Oudejaarsdag,  maandag 31 december 2018 - De Heredad de Aguas van Arucas en Firgas betreedt een nieuw tijdperk. De honderdjarige entiteit met bijna 700 leden zal haar honderdjarige gebouw nu veranderen in een museum dat openstaat voor het toerisme.
De nieuwe voorzitter, Yeray Hernández, verwacht in het eerste kwartaal van het nieuwe jaar 2019  de dagelijkse bezoeken aan het pand te regulariseren, waardoor de bestanden van zijn dossier aantrekkelijker worden (zoals de oudste akte van 1684), die zijn historische tegenwicht klok toont die werd gebracht van de Duitse stad Leipzig in november 1913 en die nog elke week moet worden geliquideerd, en de vele herinneringen die zich in 500 jaar hebben verzameld.

La Heredad is al eeuwenlang een hoofdrolspeler van de bouw van een netwerk van dammen, sloten, en hoeken, van de waterdistributie in het gebied, en het sociale en politieke leven in de regio. En nu is het van plan zijn deuren en ramen te openen om dat verleden met de samenleving te delen. De voorzitter, Yeray Hernández, wil dat het gebouw een centrum van toeristenbelangen wordt en de route van de geleide bezoeken van de Gemeente binnengaat.
6336n0w5mw4y.jpg
De opening van het centrum is in afwachting van wat onderhoudswerk, voordat enkele van de meest waardevolle juwelen worden tentoongesteld. Dit initiatief wordt uitgevoerd na het digitaliseren van zijn waardevolle historische archief, gemaakt door de Universiteit van Las Palmas de Gran Canaria, voor zijn betere studie en behoud. Sommige van deze juwelen zullen worden blootgesteld om het verblijf aantrekkelijker te maken.

La Heredad streeft ernaar om de route in te gaan van de toeristen die in  reizen, gratis, of door de hand van touroperators , en die de kerk, het VVV-kantoor, het stadspark, en de Calle Francisco Gourié passeren, voordat ze bij de fabriek aankomen van de Arehucas-rum. Maar het wil ook een verplichte plaats zijn voor veel schoolkinderen en mensen die een van de hoofdrolspelers van de geschiedenis van Gran Canaria willen ontdekken.

Yeray Hernández wil dat de entiteit het nieuwe zenuwcentrum wordt van het sociale leven van Arucas. Daarvoor bevordert het,  dat de 1.677 vierkante meter aan kamers op drie verdiepingen van het gebouw ook open staan voor de viering van allerlei activiteiten, die op hun beurt hen in staat stellen hun natuurbehoud te financieren. Onder hen, de belangrijkste zaal met een capaciteit van 200 personen, die de locatie is geweest in recente tijden van prijsuitreikingen in sport, sociale, en culturele activiteiten.

Het museum wordt gecentraliseerd op de tweede verdieping, met het historische archief, en met toegang tot evenementen en vele interessante stukken. En het zal in die innerlijke wandeling de beklimming omvatten tot de klokkentoren van jaar 1913, en het gezichtspunt, dat het mogelijk zal maken om vanuit de hoogte,  de oude helm van de stad en haar omgeving waar te nemen.

De instelling heeft momenteel ongeveer 700 leden, waarvan de helft actief is.
000logo-kopie-111.jpg


El Faro (de Vuurtoren) van Maspalomas
opent in februari 2019
na meer dan 20 jaar mislukte projecten

De faciliteit zal een
toeristeninformatiepunt en een handwerkwinkel huisvesten

SAN BARTOLOMÉ DE TIRAJANA – donderdag 6 december 2018 –  De emblematische Faro (vuurtoren) van Maspalomas, gelegen in de omgeving van Meloneras, in San Bartolomé de Tirajana, gaat op 1 februari 20198  weer open, na meer dan 20 jaar afdrijven en verschillende mislukte projecten. Het gebouw, dat sinds november 2017 een intensieve revalidatie heeft ondergaan voor zijn herstel, zal operationeel zijn vanaf het begin van 2019, nadat het Cabildo (Eilandbestuur) de verbouwingswerken, die zich in hun laatste fase bevinden, afsluit;  zoals op woensdag 5 december 2018 is uitgelegd door de president van het eiland, Antonio Morales, tijdens een bezoek aan de faciliteiten.

De herstelwerken van de ruimte, waarin de Corporation 1,4 miljoen euro heeft geïnvesteerd, hebben geïntervenieerd in de reparatie van de bestrating, het timmerwerk, de afhankelijkheden die ooit dienst deden als huisvesting voor de vuurtorenwachter en zijn familie, en in de kamers, waar de oude machinerie van de vuurtoren nog steeds bewaard is gebleven.
De accommodatie heeft nu een toeristisch informatiepunt, een tentoonstellingshal, een ambachtswinkel, en een etnografisch museum waar talrijke stukken tentoongesteld zullen worden die inwoners en toeristen zullen uitleggen hoe de Grancanarische geschiedenis evolueert en dat de Fundación para la Etnografía y el Desarrollo de la Artesanía Canaria (Fedac)(Stichting voor de Etnografie en de Ontwikkeling van Canarische Ambachten) uiteenzet.

2018-maspalomas-san-17554192-42_g.jpg 2018-maspalomas-san-17554176-26_g.jpg
De faciliteiten van de Faro (Vuurtoren) van Maspalomas, ontworpen door Juan León y Castillo en operationeel sinds 1890, zullen een museumcomplex herbergen, dat later zal worden opgezet, waar bezoekers een overzicht krijgen van de geschiedenis van het eiland gedurende de laatste vijf eeuwen. Zo zullen het inheemse verleden en de Spaanse tijd van Gran Canaria de hand schudden in deze nieuwe ruimte.
2018-maspalomas-san-17554178-28_g.jpg 2018-maspalomas-san-17554164-15_g.jpg

2018-maspalomas-san-17554162-13_g.jpg 2018-maspalomas-san-17554193-43_g.jpg

2018-maspalomas-san-17554184-34_g.jpg 2018-maspalomas-san-17554180-30_g.jpg

2018-maspalomas-san-17554190-40_g.jpg 2018-maspalomas-san-17554194-44_g.jpg

2018-maspalomas-san-17554188-38_g.jpg 2018-maspalomas-san-17554187-37_g.jpg
2018-maspalomas-san-17554185-35_g.jpg 2018-maspalomas-san-17554189-39_g.jpg
"We hebben de teksten teruggevonden van al die reizigers die door de eeuwen heen naar Gran Canaria zijn gekomen en alle visies die zijn gegeven over hoe mensen hier leefden," legde Francisco Miguélez, een technicus bij Fedac, uit "om ze in het museum op te nemen, en daarnaast zullen we profiteren van meer dan 6.000 stuks handwerkmateriaal om kleine huiselijke ruimtes na te bootsen die we hebben gedocumenteerd vanaf het einde van de 18de, 19de en 20ste Eeuw."

De deskundige heeft uitgelegd uit dat de museumgroep niet zal afzien van het blootstellen van de verbindingen tussen de inheemse cultuur en de Spaanse wereld, "niet in technieken, maar in materialen zoals plantaardige vezels, leer, en aardewerk. We maken gebruik van de doorvoer van de ene wereld naar de andere om uit te leggen hoe het was om op Gran Canaria de kolonisten te zien, en te vertellen welke elementen van belang waren, zoals smeden en timmeren, en hoe het was gefuseerd met de inheemse bevolking," voegde de specialist eraan toe. Het etnografische centrum biedt reproducties van de inheemse verzameling van assemblage, evenals de recreatie van een begraafplaats en een aboriginal mummie.

Na een rondleiding door het toekomstige museum kan de bezoeker genieten van het beeldmateriaal van de Fedac, waar men een volledig historisch beeld krijgt van de omgeving van de vuurtoren van Maspalomas, de vijver, de stranden, en de gewassen van tomatenboeren. "Het is een knipoog naar het toerisme, dat we nooit opgeven", voegde Miguélez eraan toe. Terwijl het museum in ontwikkeling is, zal het gebouw sinds zijn inhuldiging drie tentoonstellingen huisvesten:
- een over ambachten gerelateerd aan de traditionele huisvesting van Gran Canaria, de grotwoningen;
- een met afbeeldingen van ambachtslieden en hun producten
- een van de huidige ambachtelijke objecten.

Termieten
De Faro (Vuurtoren) van Maspalomas gaat weer open voor het publiek na meer dan 20 jaar mislukte en niet overtuigende projecten. De Gemeenteraad van San Bartolomé de Tirajana won halverwege de jaren negentig een wedstrijd georganiseerd door de toenmalige president van de havenautoriteit van Las Palmas, Luis Hernández, waarvoor hij een jaarlijkse vergoeding van 25 miljoen peseta voor het gebruik van de Faro zou betalen, waarin hij ook nog eens 100 miljoen investeerde voor zijn verbouwing tot een museum.
Geconfronteerd met zijn onhaalbaarheid, bracht de Gemeenteraad het terug naar de Autoriteit. In 2009 ondertekenden het Cabildo (Eilandbestuur) en de Gemeenteraad een overeenkomst voor de oprichting van het museum, en in 2011 gaf de president van de autoriteit, Javier Sánchez Simón, het aan het Cabildo (Eilandbestuut) voor herstel.
 In 2014 kende Bravo de Laguna het werk toe, maar de aanblik van termieten in het gebouw verlamde het werk omdat de concessiehouder niet de eliminatie van het insect veronderstelde, waardoor het werk gedurende twee en een half jaar werd verlamd, terwijl het opnieuw werd toegekend.
Het was eind 2017 toen het Cabildo (Eilandbestuur) het herstelwerk van de Faro (Vuurtoren) her startte, dat binnenkort zal worden afgesloten en het in februari 2019 voor het publiek zal openen.
2018-maspalomas-san-17554168-19_g.jpg 2018-maspalomas-san-17554153-4_g.jpg 2018-maspalomas-san-17554151-2_g.jpg

2018-maspalomas-san-17554165-16_g.jpg 2018-maspalomas-san-17554154-5_g.jpg

2018-maspalomas-san-17554166-17_g.jpg 2018-maspalomas-san-17554167-18_g.jpg

2018-maspalomas-san-17554150-1_g.jpg 2018-maspalomas-san-17554172-22_g.jpg"De Faro (Vuurtoren) van Maspalomas is een locatie die, naast het geven van een visie op de traditionele elementen van de stad, een ruimte kan worden die bezoekers en schoolkinderen bij elkaar brengt, en in een ruimte voor de realisatie van verschillende activiteiten," verklaarde Antonio Morales. In die zin wil het een aantrekkingspunt zijn voor toeristen naar andere culturele centra verspreid over de geografie van Gran Canaria.

In principe is het bezoek gratis, hoewel de toepassing van een toeristenbelasting niet is uitgesloten. Het Cabildo (Eilandbestuur) heropent de kamers van de vuurtoren, maar niet het torentje, waar bezoekers geen toegang toe hebben, aangezien deze ruimte eigendom is van de Autoridad Portuaria (het Havenbedrijf) van Las Palmas.
000logo-1079.jpg


De hyper spectrale beeldentechniek
verbetert het behoud van de Cueva Pintada in Gáldar

De technologie helpt bij het bepalen van aspecten
zoals het pigmentmengsel, de chemische samenstelling,
en de oorsprong van de gebruikte grondstoffen

GÁLDAR - woensdag 5 december 2018 - Het Museo y Parque Arqueológico Cueva Pintada de Gáldar blijft zich aanpassen aan de meest geavanceerde technologie om het onderzoek van de picturale technieken die door de oude bevolking van Gran Canaria worden gebruikt, verder te verdiepen. Het laatste onderdeel bestond uit het verkrijgen van een hyper spectraal beeld in de polychrome camera, een geavanceerde techniek die helpt bij het bepalen van het pigmentmengsel, de chemische samenstelling, en de aanwezigheid van omringende materialen.

Het werk maakt deel uit van de samenwerkingsovereenkomst tussen het Cabildo (Eilandbestuur) van Gran Canaria, via het Ministerie van Cultuur gecoördineerd door Carlos Ruiz, en de Universiteit van Castilla-La Mancha (UCLM), voor de implementatie van SIDAP, een archeologisch resultaat van de Cueva Pintada van Gáldar.
detalle-del-equipo-utilizado-durante-el-proceso.jpg
                           
Onderzoek in  de Cueva Pintada (Beschilderde Grot)  in Gáldar.
Het initiatief omvatte het uitvoeren van het scannen van de hele bewoning, evenals een specifiek werk in de versierde kamer door middel van scannen met hoge resolutie en multi spectrale fotografie van de versierde camera die ook de implementatie van het integrale archeologische documentatiesysteem en patrimonium.

De directeur van de taken aan de voet van het veld, José González Piqueras, directeur van het Departamento de Física Aplicada la de Escuela Técnica Superior de Ingenieros la UCLM (de Afdeling Technische Natuurkunde van de Ingenieurs van de Hogere Technische School voor Land- en Bosbouw), benadrukt, “ dat heteen innovatieve techniek is, met belangrijke technische wetenschappers ‘en dat’ opent de deur naar zijn ontwikkeling op andere gebieden.” 

González Piqueras legt uit, dat "deze afbeeldingen bedoeld zijn om de schilderijen te karakteriseren op een ruimtelijke resolutie die een kwantitatieve analyse van hetzelfde mogelijk maakt om elementen met fotosynthetische activiteit te detecteren en, het mengsel van de verschillende pigmenten, enz. Bovendien een  database bepalen. die toekomstige onderzoekers in staat zal stellen hieraan te werken.”

De resultaten maken het mogelijk om het deel gerelateerd aan de kleur van de schilderijen en hoe ze op licht reageren te bestuderen met behulp van niet invasieve technieken. In dit geval werd in een eerste fase een nauwkeurige prospectie uitgevoerd met een radiometer met een zeer hoge resolutie om de zogeheten 'spectrale signatuur' van de schilderijen te karakteriseren. Deze sterkte bepaalt de fractie van het licht die de verf reflecteert voor elke golflengte en  'kleur', en is specifiek voor elk oppervlak. 

In de laatste fase van het project, ontwikkeld tussen 15 en 19 oktober 2018, is men van de punctuele gegevens naar het beeld verplaatst om een voldoende dicht ruimtelijk register te verkrijgen, "deze spectrale handtekening om gecombineerde analyse van  te krijgen  van een andere handtekening met de context,” zei González Piqueras," als een foto uit drie banden bestaat (blauw, groen en rood), zijn deze beelden samengesteld uit 200 banden in het bereik van zichtbaar en nabij infrarood, en daarom  worden ze hyper spectraal genoemd."

Om deze beelden te bereiken, is het noodzakelijk om de verdeling van het licht dat op het oppervlak valt te regelen en daarom zijn lichtbundelsystemen ontworpen, aangezien de meeste camera's van dit type worden gescand, of scanners worden genoemd.
000logo-1066.jpg


De Gemeente zal Casa Montull
en het koloniale huis van Macía del Toro kopen

De  Gemeenteraad is van plan
deze toe te wijzen aan de toeristische en economische projectie
van Fataga en Tunte

 SAN BARTOLOMÉ DE TIRAJANA – woensdag 28 novemeber 2018 - De Gemeenteraad van San Bartolomé de Tirajana heeft besloten om €531.000,=  te investeren in de aankoop van twee belangrijke landelijke eigendommen in het hart van de historische centra van Fataga en Tunte, die moeten worden gebruikt voor de bevordering van culturele, toeristische, en economische arbeid, van beide steden. Het gaat over het Canarische huis dat de Gran Canarisch -beeldhouwer en indigenistische schilder Luis Aleman Montull (Las Palmas de Gran Canaria, 1934) kwalificeerde als een artistieke werkplaats en museum in La Montañeta de Fataga, en van het gebouw met drie verdiepingen en koloniale stijl van de familie Macías del Toro, in de Calle El Rosario in het historische centrum van Tunte, naast de kerk

Om de economische afhandeling van de overheid  van deze aankooptransactie te bespoedigen, keurde de plenaire zitting van het  Gemeentebestuur  op maandag 26 november 2018 een begrotingswijziging goedgekeurd  die bedoeld is om het noodzakelijke onderdeel vrij te maken voor de twee overnames, die afzonderlijk worden geformaliseerd. Het voorstel ontving de gunstige stemmen van de gemeentelijke overheid PP-AV en de raadsleden van NC, de onthouding van drie raadsleden van de PSOE, en de stemming tegen de twee componenten van SBT-Can (Podemos).
casa-montull-fataga5-1.jpg                                          Het huis van Luis Montull in Fataga.
Burgemeester Marco Aurelio Perez Sánchez argumenteerde het aankoopvoorstel, “ in het grote voordeel en publieke belang dat de twee gebouwen zullen bijdragen aan het gemeentelijk erfgoed als middelen die uitdrukkelijk zijn bestemd voor toeristische ontwikkeling en die economische activiteit en werkgelegenheid in de Fataga en Tunte kernen genereren.” De gemeenteraad is van mening, dat de ingebruikname ervan zal bijdragen aan het genereren van nieuwe verwachtingen voor de toekomst en het leven van de burgers.

Met betrekking tot de aankoop van het Luis Montull Huis/Museum in Fataga wil de stad een proces voltooien dat al jarenlang werkt. Door de aankoop van het pand voor de verandering  naar een museum en het permanente toeristeninformatiepunt kan deze gemeente het artistieke erfgoed van deze gerenommeerde maker -die talloze voorbeelden van zijn sculpturale talent heeft op vele pleinen, rotondes, en straten van de Canarische Eilanden - behouden voor het nageslacht. In deze gemeente worden twee stukken steen van Tindaya erkend, van elk 3,5 meter, precies gelegen in Tunte en Fataga, als eerbetoon aan respectievelijk de 'Mujer de Tirajana' (1997) en de  'Mujer de Artesana' de (1998).

Met de aankoop van het Montull museumhuis en zijn collectie, voor ongeveer €400.000,= wil de Gemeenteraad de stad Fataga omvormen tot een referentiepunt voor de kennis en verspreiding van de Canarische binnenlandse kunst, en de etnografische en landschappelijke waarde die omsluiten, de oude steegjes verrijken van het stedelijke raamwerk van La Montañeta. Als geheel probeert men het gevarieerde commerciële aanbod te stimuleren en  te versterken dat de hele stad Fataga kan bieden aan het toerisme dat middelmatigheden bezoekt.

Aanvulling van het landelijke hotel
De aankoop van het woningbezit dat tot voor kort de gebruikelijke verblijfplaats was van de familie Macias del Toro, naast de kerk van Santiago de Tunte, wordt geschat op €113.000,=. Het emblematische koloniale huis van drie verdiepingen, gebouwd door Antonio Macias Álvarez rond de jaren 1897-1899, was tot het midden van de jaren ’60 van de vorige eeuw een van de meest karakteristieke architectonische elementen van Tunte. De aankoop is gedaan, met als doel het toekomstige gebruik en de diensten van het landelijke hotel La Hacienda del Molino - dat zich ook in de historische omgeving van het plein en de kerk bevindt - te vergroten en aan te vullen, onlangs door de Gemeenteraad voor €280.000,= verworven voor het behoud ervan en patrimoniale bescherming.
000logo-965.jpg


Museums van La Gomera, geschiedenis tussen muren

Het Isla Colombina
draagt voor het vijfde opeenvolgende jaar bij, aan de viering
van de Internationale Dag van deze culturele geschiedenis

LA GOMERA - dinsdag 6 november 2018 - La Gomera heeft een museumaanbod dat waardig genoeg is om de Internationale Dag van deze culturele locaties te vieren onder de naam: ‘V Foro de Los Museos’. In totaal heeft het eiland het Museo Arqueológico de San Sebastián de La Gomera (Archeologisch Museum van San Sebastián van La Gomera), en het Museo Etnográfico de Hermigua (Etnografisch Museum van Hermigua), waabijr de interpretatiecentra van de Miel de Palma en Alojera (Honing van Palma in Alojera); Las Loceras, in El Cercado, en dat van Juego de Bolas (Balspelen), in Agulo. Elk jaar trekken alleen de twee musea ongeveer tienduizend mensen aan en vertegenwoordigen een cultureel aanbod dat erop gericht is het eiland en zijn inwoners bekendheid te geven.

Casimiro Curbelo Curbelo, presidente van het Cabildo (Eilandbestuurt), de instelling die deze ruimtes beschermt, is van mening,  “dat de verspreidingsactiviteit van het museum een hoge waarde toevoegt aan het eiland, zowel voor degenen die la Gomera bezoeken als voor de bewoners, omdat ze een beter zicht bieden van de geschiedenis en tradities van de Gomeros ". Daarom nodigt het publiek uit, “om deze authentieke culturele centra te bezoeken om dieper in te gaan op hun voorouders en bij te dragen aan het promoten van het culturele, etnografische en archeologische erfgoed van La Gomera."

1541410115004k.jpgHer eerste daarvan, bekend als het Museo Arqueológico de La Gomera (MAG) (Archeologisch Museum van La Gomera), beslaat een deel van Casa Echeverría in de hoofdstad van La Gomera. In deze ruimte wordt geprobeerd alles te weerspiegelen dat verwijst naar de wereld van de inheemsen die op het eiland leefden vóór de komst van de Europeanen. In de zalen kan men verschillende elementen van die cultuur zien die tot op de dag van vandaag bewaard zijn gebleven. De MAG zoekt precies dat, om de bezoeker kennis te laten maken met het leven van de oude gomeros, en hiervoor wordt uitgelegd hoe de eerste kolonisten zich vestigden op het eiland, hun manier van leven, en hoe ze natuurlijke hulpbronnen en hun relatie met de omgeving gebruikten. Ook kan men meer te weten komen over hun nederzettingen, sociale organisatie, politiek, cultuur, en overtuigingen.

Het Museo Etnográfico (Etnografisch Museum) van Hermigua is gevestigd in een gebouw met twee verdiepingen in de buurt van Las Hoyetas. De ruimte is voorgesteld als een instrument waarin de bezoeker de gebruiken van het eiland opnieuw beleeft en het gedrag van zijn inwoners, zodat ze reflecteren op de sociale werkelijkheid. Het doel is om te weten hoe de eilandbewoners zich hebben weten aan te passen en te overleven in een zeer ingewikkelde fysieke omgeving en de strategieën die de maatschappij heeft ontwikkeld om vooruitgang te boeken.

"Dit is geen museum waar alleen objecten tentoongesteld worden, andere aspecten worden hier van belang, die samen de cultuur van het eiland vormen, en bovendien wordt uitgelegd dat de dialectische relatie van de mens met de omgeving de belangrijkste oorzaak is van de constructie van het landschap dat La Palma tegenwoordig zo veel identificeert," zeggen ze. In de omsloten ruimte kan men de voorouderlijke tradities van La Gomera zien, waaronder het gomero-fluitje, het bijzondere aardewerk, of de aanleg van terrassen op de kliffen om ze te wijden aan de landbouw.

In deze editie wordt de organisatie van de Día Internacional del Museo (Internationale Museum Dag) gecoördineerd door de archeoloog Juan Carlos Hernández, die erop wijst dat het de bedoeling is om vóór de buren de activiteiten voor te stellen die deze centra het hele jaar door ontwikkelen.

De acties zijn vooral gericht op onderwijs, conservatie en onderzoek, en daarnaast is het Forum gebruikt om de fototentoonstelling van de Canarische expeditie in Egypte te houden. Hij voegt eraan toe, “dat in werkelijkheid, wat ze proberen te doen is,mensen op het spoor zetten van wat er in onze musea gebeurt."

Het definieert het museum dat het regisseert als, "een ruimte van waaruit cultuur wordt geproduceerd door onderzoek- en educatieve projecten, een plek waar kennis wordt bereikt door archeologie, en de geschiedenis van het eiland wordt bevorderd". Hij is zich ervan bewust dat het een nederig aanbod is dat een cultuur als de inheemse weerspiegelt, 'waarbij het belangrijkste niet zozeer de objecten zijn, als wel de geschiedenis die zich achter hen verschuilt'.

In het geval van de antieke inwoners van La Gomera zijn de tentoongestelde stukken een weerspiegeling van een manier van leven waarin alles dat werd geproduceerd, bestemd was voor consumptie. Er was geen plaats voor luxe. Dit is een gevolg van het feit dat de inheemsen, toen ze op het eiland aankwamen, hun Noord-Afrikaanse manier van leven niet volledig konden ontwikkelen, waar ze bijvoorbeeld metalen gebruikten. "Ze lijden aan een ontwikkeling en komen op een plek waar het meest, en eigenlijk bijna het enige belangrijke, het land is," benadrukt hij.

Het graf TT 209
Een van de mensen die verantwoordelijk is voor het aanbieden van de lezingen die ter gelegenheid van de Museum Dag worden georganiseerd, is Miguel Ángel Molinero Polo. Sinds enkele jaren is de docent als directeur deel aan de expeditie van de Universiteit van La Laguna (ULL), die opgravingen uitvoert in Egypte.
Concreet werkt hij in het zogenoemde TT 209-graf in Luxor, wat overeenkomt met een hoge ambtenaar van die tijd, praktisch een predikant.
Tijdens de conferentie, die de titel heeft: De Nubische opzichter, zijn moeder en degenen die het graf zijn binnengekomen, zal hij uitleggen wat het werk is dat ze hebben ontwikkeld in de zes campagnes, evenals de ontdekkingen en historische bijdragen. In principe de persoon die identificeren die op deze plek is begraven, is al een prestatie op zich.
Het ploeg was in staat om zijn buitenlandse afkomst en, meer specifiek, Nubian; zijn deelname aan de regering van de stad, dan de religieuze hoofdstad van Egypte, en de ceremoniën waarvan het werd onderworpen in zijn begrafenis te bepalen, die plaatsvond rond 730 voor Christus.
000logo-787.jpg


Het Museo Canario kan het salaris
van de medewerkers niet betalen

Een boekhoudkundige discrepantie blokkeert de €500.000,=  
die het Cabildo (Eilandbestuur) bijdraagt

LAS PALMAS DE GRAN  CANARIA – zondag 28 oktober 2018 -  De voorzitter van het Museo Canario, Diego López, heeft de leden van de culturele instelling een brief gestuurd om hen te informeren over alle economische problemen die de entiteit doormaakt. In de brief zegt Lopez, “dat het financiële tekort waarin we ons momenteel bevinden catastrofaal is, omdat we niet langer te maken hebben met salarissen, belastingen, en andere verplichte betalingen.”

Het probleem is dat het Museo Canario de subsidie van 2018 van het Cabildo (Eilandbestuur) van Gran Canaria niet heeft ontvangen vanwege een boekhoudkundige discrepantie met de verantwoording van de hulp van 2017, gepresenteerd in maart. En dit komt omdat, aangezien het Museo Canario voordelen behaalde - €93.149 ,=  en het Cabildo (Eilandbestuur) de terugkeer van dit geld eist om volgens de  subsidienorm van 2018 te kunnen vrijmaken, wat een half miljoen euro is.
3200-fill-670-0_4163700_20181025084606-1.jpg
De minister van Financiën, Pedro Justo, heeft uitgelegd,  dat het Museo Canario voorgesteld was om de subsidie te deblokkeren tot €407.000,= om vervolgens het lot van de resterende €93.000,= te bespreken; maar een claim van het Cabildo (Eilandbestuur)  - die begrijpt dat het overschot van het fiscale jaar 2017 geen voordelen zijn  - en blokkeerde het proces van vrijgave van fondsen, dat gepland was voor het begin van deze week.

In principe had het Museo Canario een verlenging van vijftien dagen gevraagd, om de verwerking van het proces te behouden; maar het Cabildo (Eilandbestuur) van Gran Canaria is er voorstander van, om dit verzoek te weigeren en de betaling van fondsen te bespoedigen, die momenteel het bezwaar van interventie zijn.

Een deel van de voordelen heeft hun oorsprong in een extra bijdrage van het Cabildo (Eilandbestuur) om eerdere niet-betaling te compenseren.
000logo-720.jpg


De 3D-techniek bereikt
de pre-Spaanse mummies met ongelooflijke details

Ze bevinden zich in het Museo Canario
in de hoofdstad van Gran Canaria

CANARISCHE EILANDEN – vrijdag 19 oktober 2018 - De mummies op de Canarische Eilanden hebben veel te vertellen. Het Museo Canario, het Canarische referentie-instituut op het gebied van documentatie over de verovering van de Canarische Eilanden en opgericht in 1879, heeft een nieuwe schat: momas en 3D die een ongelooflijke manier genereren om het verleden van de eilanden te begrijpen.
momias-canarias-lpa4-keW--510x287abc.jpeg
Modellering
Als  men de tijd doorbrengt, kan men  het Museo Canario bezoeken om een speciale gezinsbenadering van de geschiedenis van de Canarische Eilanden te genereren. Het is een instelling die erg wordt bewonderd door het Cabildo  (Eilandbestuur) van Gran  Canaria en  gesteund wordt door het private bedrijfsleven.
momias-canarias-lpa2-keW--510x287abc.jpegIngewanden
In dit proces hebben archeologen Ibán Suárez, verantwoordelijk voor het modelleren in Tibicna, evenals Verónica Alberto en Marco Moreno, deelgenomen. Ook de archeoloog en professor van de ULPGC Javier Velasco.
momias-canarias-lpa3-keW--620x349abc-1.jpeg
Voor de Fundación Hergar (Veeleisende Stichting), “hebben de micro-omgevingsomstandigheden het behoud tot nu toe van diverse organische materialen bevorderd, waardoor de processen van verslechtering worden beperkt. Naast de graanschuren die overvloedig gedroogd plantenvoedsel hebben bewaard, zijn huid- en rietproducten in uitstekende staat teruggevonden in de grotten van de opslagruimte. In deze context zijn de mummies slechts één voorbeeld van de conserverende eigenschappen van de grotten.
momias-canarias-lpa1-keW--510x287abc.jpegDetails

Het is het resultaat van een werk met Canarische inheemse mummie van een analyse herhaling die toestaat om te spreken van een standaardisatie in zijn confectie. En het is in al het  bio antropologische. Het nieuwe systeem maakt het mogelijk om details over het leven en de dood van deze mensen te verkrijgen. In het rapport van de Fundación Hergar, wordt benadrukt,  “ dat bij de uitwerking van de lederen omhulsels die de drie mummies bewaren, een reeks gevallen wordt waargenomen, de doeken worden verkregen uit de brokstukken leer , meestal rechthoekig of vierhoekig, samen met fijne naden gemaakt met gedraaide pezen. Verschillende elementen suggereren dat deze huidfragmenten werden hergebruikt, zoals het bestaan van oogjes met sporen van slijtage, die nutteloos zijn in de lijkwade, of het gebruik van pleisters die schade of slijtage corrigeren.”

000logo-637.jpg


Casa de Carta:
30 jaar museum in Valle de Guerra

TENERIFE - woensdag 12 september 2018 -Degene die het museum bezoekt, zal verrast zijn door de collectie en de inhoud. Dit deel van het land dat de verdeling is na de verovering die aan de familie Guerra is verleend, verzet dit museum zich met de visuele bewijzen van tijd en andere omstandigheden.

Vanwege onzeker auteurschap dankt het pand zijn naam aan een van de meest invloedrijke families in het sociale en culturele leven van Tenerife in de 18e Eeuw: de Carta familie. Aan Lope Fernández de la Guerra verworven in 1726 door Captain Matías Rodríguez Carta, het werd bijna volledig herbouwd en gerestaureerd. Het presenteerde illustere persoonlijkheden, zelfs om enkele van de beroemde Tertulias van Nava te vieren. Het werd ook bewoond door vele families in de Valle de Guerra, die zich met nostalgie herinneren aan hun ervaringen uit hun jeugd binnen de muren. Casa de Carta.

1536729354535kgroot-1.jpg

Casa de Carta: 30 jaar  museum in Valle de Guerra.
Verworven door het Cabildo (Eilandbestuur) van Tenerife in 1976, is het huis omgeven door een dikke muur met kantelen. Het is toegankelijk via een rode vulkanische tufsteenboog waardoor men via de stenen trap de belangrijkste binnenplaats bereikt. Vanaf daar is het huis verdeeld in twee goed gedefinieerde ruimtes: De nobele zone die naar het Noorden kijkt en waar de kamers, de gangen, en het gezichtspunt zijn gerangschikt; en het verzorgingsgebied, waarvan het terras - voorzien van een ondergrondse cisterne met put en stoeprand -, de keuken, de kamers voor de bedienden, en de toegang tot de tuinen en boomgaarden, ondersteunt.

casa-de-carta--1024x680.jpgHet werd ingewijd als het etnografische hoofdkwartier van het Museo Arqueológico in januari 1987, om de verzamelingen van volkskunst en gebruiken te beschermen die waren gesmeed in de nasleep van de groeiende belangstelling voor de constructie van een nationale identiteit in verschillende gebieden van Europa, waar Spanje niet over beschikte. Het was vreemd, hoewel het laat was. In deze context beginnen ambachtelijke en pre-industriële objecten steeds meer in onbruik te raken, waaruit het assortiment van tradities, gedeeld tussen de bewoners van een plaats, kan worden gearticuleerd.

e2cffbd0107c2915d1e7069716b9a3a3.jpg
In die jaren ‘80 van de vorige Eeuw, heeft het museum slaapkamers, keukens, en gereedschapskamers gereconstrueerd, compleet met hulpmeubels waar modellen van handwerk, etalagepoppen met traditionele kostuums, en complementaire grafische en tekstuele informatie tentoongesteld worden. Met die tentoonstelling werd het eiland op de rangorde geplaatst van het type museologie dat meer gebruikelijk is voor musea van deze discipline.

alzadodibujo.jpg

Aan het einde van de jaren ‘90 leidde een verandering van oriëntatie van het museum, dat toen onafhankelijk was van het Museo Arqueológico om Museo de Antropología van Tenerife te worden genoemd, tot de uitvoering van twee tentoonstellingen met een museografisch ontwerp van efemere lijn, waar de objecten alleen zouden verschijnen om een deel van het verklarende discours te versterken. Het verleden in het heden, en Voedsel en Cultuur, duurde twee jaar, en hielp om deze kleine enclave van Tenerife in de voorhoede te plaatsen van nieuwe museumgrafische benaderingen die meer gericht waren op het analyseren van de sociaal-culturele dimensies van hedendaagse problemen.

Na deze fase waardeert het Cabildo (Eilandbestuur)het gemak van terugkeren om opnieuw te exposeren in een meer conventionele lijn op basis van de tentoonstelling van de fondsen van het museum, van een veel neutralere museum-methode, die niet bedoeld was om een negentiende-eeuwse huiselijke ruimte te recreëren, maar die als eenvoudige meubelsteun om een aantal stukken te ondersteunen. In die tijd werd Casa de Carta uitgeroepen tot een bezit van cultureel belang in de categorie Monument, op 27 januari 2006. En in 2008 fuseert het met Casa Lercaro, gelegen in het historische centrum van de stad San Cristóbal de La Laguna, het configureren van het Museum van geschiedenis en antropologie.

event--9b2bf836f7.jpgVan toen tot nu nodigt het museum uit voor een bezoek aan de tentoonstelling La Casa de Carta y las Traditiones, met een selectie van stukken uit de meest unieke verzamelingen die worden bewaard: huismeubilair, mandenmakerij, aardewerk, populaire en traditionele kostuums, muziekinstrumenten, en molens; De recente verzameling begon in de jaren ‘70 van de 20ste Eeuw door Luis Diego Cuscoy.

MHAT-Casa-de-Carta-3-600.jpg
De fotografie verschijnt ook in een ruimte die is gewijd aan het fotoarchief van Vicente Pérez Melián, dat bestaat uit meer dan 200.000 duizend afbeeldingen die deze autodidactische fotograaf tussen de jaren veertig en zeventig maakte in het hele Noordoosten van de regio, als gevolg van de enorme sociaal-economische veranderingen van de omgeving die het dichtst bij de Valle de Guerra ligt.

Een verrijkend bezoek
Door de keuken-bakkerij, het gebied dat zijn oorspronkelijke staat het best behoudt, betreedt de bezoeker de buitenkant van het huis. Daar kan men elementen aanschouwen die verband houden met de landelijke cultuur van Tenerife, zoals de waterweger, de Canarische serre, of de traditionele wijnmakerij, en lommerrijke tuinen met soorten van hoge botanische waarde, evenals boomgaarden met historische gewassen, zoals katoen of suikerriet.

In dit verband kan, gezien de huidige permanente tentoonstelling van bijna 15 jaar en ter ere van hun eigen museumcollectie van de laatste 30 jaar, is het niet onredelijk om te denken dat een tentoonstelling snel verandert dat misschien overblijfsel van Casa de Carta dat zal leiden tot culturele circuits om te gebruiken.
Ondertussen is het eigendom nog steeds op de weg, is het nergens. Maar alternatieve circuits hebben altijd al bestaan, men moet ze gewoon zoeken. De waarheid is dat de toerist die de tentoonstelling bezoekt, niet onverschillig laat.
En lokaal, de naaste omgeving of niet - ze weten dat zelfs kenners van deze huidige tentoonstelling in een paar jaar hun meerderheid zou vervullen - hebben in het museum een ​​ontmoetingsplaats, waar het wordt verhandeld, wordt blootgesteld, beëindigd of gefeest, want sinds de fusie in 2008 met het Museo de Historia, is het Casa de Carta opgevat als een museum, geopend voor de gemeenschap waarmee ze zijn geschikt voor gedeelde herinneringen, herinneringen aan het verleden, maar ook de ambities voor de toekomst.
000logo-275.jpg


Hoeveel musea zijn er op Gran Canaria?

GRAN CANARIA – donderdag 23 augustus 2018 -De hoofdstad van Gran Canaria en La Aldea concentreren het grootste aantal centra, maar  zijn verspreid over de geografie van het eiland. Etnografie en geschiedenis zijn de meest voorkomende thema's.
1_-27_20180822071932-1.jpg

Casa Museo Pérez Galdós

Casa de Colón

Museo Elder de las Ciencia y la Tecnología

Museo Diocesano

Museo Naval

Museo Poeta Domingo Rivero

El Museo Canario

Museo Néstor

Fundación Chirino

Castillo de Mata Museo de la Ciudad y el Mar

Museo del carnaval

CAAM y San Antonio Abad

San Martín Centro de Cultura Contemporánea

La Regenta

Museo de la Rama

Museo Etnográfico y Jardín Exótico Casa Romántica

Museo Poeta Javier de la Rosa

Museo de la Zafra

Museo del Gofio

Museo de Historia de Agüimes

Museo de Guayadeque

Museo Canario de Meteoritos

Museo del Gofio y el Ganadero

Instituto Museo del Agua

Casa Museo de los Patronos de la Virgen

Museo Pino Falcón

Museo del Camarín de la Virgen

Casa Museo Tomás Morales

Museo Bético de la Villa de Moya

Museo del Labrante

Museo Municipal de Arucas

Museo del Ron

Casa Museo León y Castillo

Finca Los Olivos (centro etnográfico)

Casa Museo Antonio Padrón

Cueva Pintada

Museo Episcopal

Casa del capitán Quesada

Museo Néstor Álamo

Museo Etnográfico de Valleseco

Museo de Historia y Tradición de Tejeda

Museo de las Plantas Medicinales

Museo Abraham Cárdenes

Museo de las Tres Cruces

Museo del vino y casa del agricultor

Museo de Piedras y Artesanía canaria

Centro de Interpretación Casa del Fraile

Museo Etnográfico La Cantonera

Museo del Molino de Gofio Las Rapaduras

Museo de Medicina Rural

Museo de la Carpintería

Museo de la Escuela Carmita Afonso

Museo de la Gañanía

Museo del Agua

Museo de la Herrería

Museo de la Vestimenta Tradicional

Museo de la Zapatería

Museo de la Barbería

Museo de Alfarería

Museo de la Carnicería

Museo de la Tienda de Aceite y Vinagre

Museo del Empaquetado de Tomate

Museo de la Música

Casa Museo de Los Yánez

Casa Natal de Francisco Guerra Navarro.

Molino del Henchidero

Museo Etnográfico Casa Cueva

Centro de interpretación de Valsequillo
000logo-128.jpg


Zuid-Korea bouwt een  pueblo canario (Canarisch dorp) met ruim 100 huizen in het Aziatische land

De bouw zal twee jaar in beslag nemen,
zal een perceel van meer dan 100.000 m² beslaan
en zal twee musea hebben - een gewijd aan wijn en het andere aan Koreaanse vissers - evenals een klein gemeentehuis

ZUID KOREA - vrijdag 1 juni 2018 -  Zuid-Korea bouwt een Canarisch dorp met meer dan 100 huizen met typische architectuur van de eilanden als eerbetoon aan de Koreaanse gemeenschap op Gran Canaria, wiens aanwezigheid teruggaat tot de komst van de eerste vissers in de jaren ‘70 van de vorige eeuw.

Zo is op  vrijdag 1 juni 2018 duidelijk geworden  tijdens de ondertekening van een overeenkomst tussen de president van het Cabildo (Eilandbestuur) van de Gran Canaria, Antonio Morales, met vertegenwoordigers van de Koreaanse gemeenschap en het bedrijf in Seoul dat de stad in het Aziatische land zal bouwen.
2862082232864de4a8826k.jpg
Dat dorp, waarvan de bouw twee jaar in beslag zal nemen, zal een terrein van 100.000 m² beslaan en zal twee musea hebben - een gewijd aan wijn en de andere aan Koreaanse vissers - evenals het kleine gemeentehuis. Momenteel is men op zoek naar de ideale plek voor de bouw van het dorp, een locatie die zich zou kunnen bevinden in een stad van het Koreaanse schiereiland, of op een van de Koreaanse eilanden.

"52 jaar geleden is hier de eerste Koreaanse gemeenschap opgericht nadat de vissers zich op het eiland vestigden die in de wateren van de Atlantische Oceaan en in onze wateren werkten, wat in belangrijke mate heeft bijgedragen aan de ontwikkeling van Zuid-Korea en, uiteraard, van Gran Canaria," heeft Morales gezegd.

Hij herinnerde eraan dat er aanvankelijk, in 1974, een kolonie van 1.000 Koreanen op het eiland was, en dat in 1977 het eerste consulaat van het land op de Archipel werd opgericht; terwijl beide gebieden op verschillende terreinen een nauwe relatie onderhouden, zoals bijvoorbeeld in de ontwikkeling van de economía azul (blauwe economie).

Morales heeft gezegd,  dat in oktober 2019  een delegatie uit Gran Canaria naar het Aziatische land gaat om gemeenschappelijke projecten van onderzoek, ontwikkeling, en landbouw aan te pakken. In die zin zal het Cabildo (Eilandbestuur) van Gran Canaria, op de terreinen van Cultuur, Economische Ontwikkeling, en Toerisme, contact hebben met de Koreaanse autoriteiten en hen afbeeldingen van de typische architectuur van het eiland sturen, zodat men die in dit nieuwe dorp kan reproduceren.
00000slas-canariaslogo-694.jpg


100 jaar zijn verstreken
sinds de dood van Fernando León y Castillo

TELDE - vrijdag 9 maart 2018 - Het Museum-Woonhuis León y Castillo, centrum van het Cabildo (Eilandbestuur) van Gran Canaria in Telde, herdenkt het honderdjarig bestaan van de dood van Fernando León y Castillo  op maandag 12 maart, dezelfde datum waarop men in 1918 afscheid nam van de politicus

Op 12 maart 1918 overleed een sleutelfiguur in de geschiedenis van de Canarische Eilanden, de meest internationale van Gran Canaria, en de invloedrijkste politicus, Fernando León y Castillo, in de Baskische stad Biarritz. Als nagedachtenis  houdt het Casa-Museo Leon y Castillo in Telde een charla coloquio (groepsgesprek) waarin verschillende aspecten aan bod komen die hem tot een idealistische figuur voor de Archipel en met name voor Gran Canaria hebben gemaakt.
img_45153.jpg
                                                      
Fernando León y Castillo.
Het evenement vindt plaats op maandag 12 maart om 19.00 uur in het Casa-Museo Leon y Castillo, het centrum van het Cabildo (Eilandbestuur) van Gran Canaria, en  zal worden bijgewoond door de officiële kroniekschrijver van de gemeente Telde, Antonio María González Padrón en voormalig directeur valnet Museum-Woonhuis León y Castillo; en José Miguel Pérez García, hoogleraar Hedendaagse Geschiedenis aan de universiteit van Las Palmas de Gran Canaria.
img_45157.jpg
Beide deskundigen zullen spreken over de rol van de politicus uit Telde op het vlak van de lokale politiek, door zijn naam te geven aan het Herstelregime op de Oostelijke eilanden (het Leonisme). Zijn gewicht in de Spaanse politiek gedurende bijna drie decennia in de beslissingscentra van de stad en het gerecht van Madrid, en de opmerkelijke rol die het Spaanse buitenlandse beleid gedurende een kwarteeuw speelt, zullen de onderwerpen  zijn waarop het debat zal worden gehouden, dat openstaat voor aan alle aanwezigen.

Geboren op 30 november 1842 in de stad Telde, bekleedde hij verschillende politieke en diplomatieke functies, waaronder die van de civiele gouverneur van Valencia en Granada, minister van Overzeese Zaken en Regering, Gedeputeerde, Senator voor het leven, en Ambassadeur van Spanje in Frankrijk tijdens bijna drie decennia.

Op het niveau van private ondernemingen leidde hij het prestigieuze tijdschrift ‘España’('Spanje') van 1868 tot 1878, en was hij tevens voorzitter van prestigieuze bedrijven op het gebied van financiën en verzekeringen, zoals het geval is bij La Union en Fénix Español, die hem als volgt aanduiden: auteur van de meest uitgebreide en winstgevende periode van genoemd bedrijf.

Hij is verantwoordelijk voor het bereiken van vele successen in infrastructuren voor de ontwikkeling van de Archipel, zoals de haven van toevlucht van La Luz, in Las Palmas de Gran Canaria. Maar zijn intellectuele status en diplomatieke vaardigheden blijken uit de onderhandelingen waarmee Spanje de controle over de Westelijke Sahara en Equatoriaal-Guinea overneemt. Zijn erfgenamen schonken, via Don Luis Doreste Silva, aan het eiland  alles wat tegenwoordig zijn Museum-Woonhuis bevat in de voormalige Koninklijke Straat van de stad Telde.

González Padrón is de auteur van een twintigtal monografieën, aanwezig op conferenties en bij vergaderingen, productief schrijver, docent over verschillende onderwerpen, met name lokale geschiedenis, museo logies en biografieën met betrekking tot de gebroeders León y Castillo.

Op zijn beurt is José Miguel Pérez García een deskundige in sociale geschiedenis en hedendaagse politiek, evenals in de geschiedenis van de Canarische Eilanden. Hij regisseerde de negen edities van de Cursos de Historia Política Contemporánea de España  (Geschiedenislessen van de Eigentijdse Politiek van Spanje) die werden gehouden in het Casa Museo León y Castillo, en is lid van de Comités Científicos de los Coloquios de Historia Canario-Americanos (Wetenschappelijke Comités van de Canarisch-Amerikaanse Geschiedenis) en van de Congresos Galdosianos (Galdós Congressen) die zijn georganiseerd in het Casa de Colón en het Casa-Museo Pérez Galdós; centra, die ook worden beheerd door het Ministerie van Cultuur van het Cabildo (Eilandbestuur), met eilandminister Carlos Ruiz.
00000slas-canariaslogo-102.jpg


Herstel van het
Museo de Arte Sacro
(
Museum voor Heilige Kunst),
in Gáldar

Gáldar - vrijdag 19 januari 2018 - Een Convenant met het Bisdom maakt het mogelijk om in Gáldar het Museo de Arte Sacro (Museum voor Heilige Kunst) van de Iglesia de Santiago (Sint Jacobus-kerk) te herstellen.

De tentoonstelling van een van de meest waardevolle bezittingen van de Canarische eilanden, ingehuldigd in 1969, is al 14 jaar gesloten voor het publiek.
E210D6A8-A09A-4522-8E0E-2091DA1F1E92.jpeg

Vanaf maart 2018 weer open
Het Museum van Heilige Kunst van de Santiago-kerk draagt ​​bij aan het museum-aanbod van Gáldar, in de Santiago (Jacobus)-parochie van het Bisdom van de Canarische Eilanden;  het gaat om  een overeenkomst die het mogelijk maakt om vanaf maart 2018 weer open te zijn voor het publiek; het Museum van Heilige Kunst in de kerk van Santiago is sinds 14
jaar gesloten.

B0AE359A-CB89-44EE-960A-1A90206AE018.jpegDe vicaris van het Bisdom Canarias, Hipólito Cabrera; de burgemeester van de stad, Teodoro Sosa Monzón; Wethouder Erfgoed, Julio Mateo; en de pastoor van het Godshuis, Manuel Reyes; hebben op donderdag 18 januari 2018 in Gáldar het document ondertekend waarmee deze ruimte zal toetreden tot het museum-aanbod in het historische centrum van Gáldar en een tentoonstelling biedt om te leren over het culturele en religieuze erfgoed, met een kunstcollectie en stukken die vertellen over de periode van de conquista (verovering), of het voortbestaan ​​van afgeleide tradities van deze historische gebeurtenis .

28C73B75-A8F7-4916-9C85-55ED6C0A4978.jpeg

De burgemeester van Gáldar heeft uitgelegd, dat de mensen opnieuw het museum kunnen bezoeken en genieten van de grote verscheidenheid aan onderdelen, zoals: een keur aan kazuifels, een aantal zeer oude uit de 16de Eeuw; religieuze beelden, schilderijen in verschillende stijlen, en een serie over de apostelen.

Ook bewaart het Museum van Heilige Kunst het ‘Niño de los Reyes’ (‘Kind van de Koningen’), een geschenk van  de Katholieke Koningen bij de doop van laatste Guanarteme (Koning) van Gáldar:  Fernando Guanarteme werd zijn ‘christelijke’ naam.

Het Museo de Arte Sacro in Gáldar biedt een brede selectie aan artistiek en religieus erfgoed, waar men de Pilar Verde (doopvont: de Groene Pilaar) kan bewonderen, een historisch juweel dat volgens het volksgeloof een geschenk was van de Reyes Católicos (het Katholieke Koningspaar).  Het is een stuk waarin een groot deel van de antieke Canario’s de doopwateren ontving.

                                                      mujeres_1-1.jpg                                

Ook kan men de Portapaz de la Princesa zien, die de lokale traditie verbindt met Arminda, die - na te zijn gedoopt - Doña Catalina de Guzmán werd genoemd.
Daarnaast is er de buitengewone Chalice Mejicano , de Mexicaanse kelk die de commerciële contacten met de landen van Latijns-Amerika aantoont.
image_content_1743361_20170524090922.jpg
Burgemeester Sosa laat weten,  dat dit museum is geopend in 1969 met twee kleine kamers en werd heropend in de huidige omvang tijdens de viering van het Heilige Jacobus-jaar  in1999, met de medewerking van de gemeente Gáldar. De toegang is vanaf dan gelegen aan de  Calle  Fernando Guanarteme.
image_content_1743360_20170524090922.jpg
Na een aantal periodes van sluiting, gedwongen door de economische onmogelijkheid van het openhouden, daar het Museum slechts de deuren had geopend op bepaalde datums met rondleidingen op bepaalde momenten, heeft het Kerkbestuur de opening altijd in samenwerking met de Gemeente gepland.
Het Gemeentebestuur van Gáldar beschouwt het, nu de economische situatie van de gemeentelijke schatkast het toelaat, als belangrijke stap in de inspanningen van deze stad om het Museum van Heilige Kunst open te stellen voor de bewoners en bezoekers, als een extra stimulans om meer te leren
over het belang en het historische verleden van Gáldar," heeft de burgemeester gezegd.

Op zijn beurt heeft Julio Mateo uitleg gegeven over de inhoud van deze overeenkomst met het Bisdom en de Parochie, die hij bedankt voor hun beschikbaarheid en samenwerking voor heropening en de waarde van dit museum. Mateo heeft uitgelegd uit dat de Gemeente Gáldar,  via de Fundación Canaria Ciudad de Gáldar (Canarische Stichting Stad van Gáldar verantwoording over het onderhoud en de beveiliging zal nemen,  met  het installeren van alarmen in  deze ruimte, en  dat men een persoon zal inhuren om rondleidingen te geven en het historische belang en het liturgisch gebruik van de stukken aan de bezoekers uit te leggen.

Met een looptijd van vijf jaar, verlengbaar, is in overeenkomst bepaald, dat de entree voor de bewoners van Gáldar gratis is; voor Canarische residenten €3,= zal zijn, en voor andere bezoekers €5,= zal kosten.

Pastoor Manuel Reyes heeft uitgelegd,  dat men als inwoner van Gáldar  niet gelukkiger kan zijn om dit museum opnieuw te hebben en alle  inhoud kan delen  met degenen die het willen  te bezoeken.

Voor de vicaris van het Bisdom Canarias, Hipólito Cabrera, geldt: "Vandaag is een historische dag, omdat men erin slaagt om de culturele erfenis van de Kerk te benadrukken en te delen met alle garanties en aandacht van de goede samenwerking die bereikt is met het Gemeentebesuur van Gáldar, en met het Cabildo (Eilandbestuur), om initiatieven uit te voeren om het belang van de geschiedenis van de Canarische Eilanden, en in dit geval van Gran Canaria, ook door de kerk te laten uitdragen

De oude stad telt onder haar culturele aanbod het Museo del Parque Arqueológico Cueva Pintada, het Woonhuis/Museum van de kunstschilder  Antonio Padrón; en nu met het ondertekenen van het convenant met het Museo Sacro, en binnenkort het Museo de Historia de la Ciudad (Historisch Museum van de Stad) , aan welk project men aan het werken is, zodat het geopend kan worden in het Casa del Capitán Quesada.
sacro1-1.jpg

Museo de Arte Sacro
Plaza de Santiago, 4
GÁLDAR
Telefoon: 928 88 07 21
Openingstijden:
- ma t/m vrij van 10:00 tot 16:00 uur,
- za en zo van 10:00 tot 13:00 uur.


Dominik Josef Wölfel, de aparte kijk op Canarias

LAS PALMAS DE GRAN CANARIA -  woensdag 17 januari 2018 - De geschiedenis van Canarias trok de aandacht van de Oostenrijkse antropoloog Dominik Josef Wölfel (Wenen, 1888-1963), nadat hij in 1928 een conferentie bijwoonde van Eugen Fischer, die de antieke  Canario’s op Tenerife had onderzocht. De nieuwsgierigheid van de geleerde, leidde hem tot een pelgrimage naar archieven in Italië, Portugal, Frankrijk, en Spanje; om de reis van die eilandbewoners te ontdekken.

Wölfel stelde een ambitieus ‘plan’ op voor onderzoek, variërend van etnografie en antropologie, tot geschiedenis en archeologie. Alleen als geheel, dacht hij, kon de waarheid worden onthuld, en op deze weg was het onmisbaar om de taal te kunnen vertalen die de oude Canario’s gebruikten.
image_content_2867859_20180112185629-1.jpg

             V.l.n.r.: Manuel Morales Ramos, D.J. Wölfel,  en  Matías Vega Guerra,
                                                    in 1953.  (El Museo Canario ).
Gewapend met een Leica camera fotografeerde Wölfel een hoeveelheid documenten die hij interessant vond voor zijn onderzoek. Een dossier, dat tot eind 2017 het Institutum Canarium in Wenen bewaakte, opgericht door zijn medewerkers na de dood van de etnograaf, en dat zich nu in het  Museo Canario bevindt.

Licht en schaduw glijdt over het leven van Wölfel. Er wordt gespeculeerd op zijn mogelijke sympathie voor het Nazi regime na de Duitse bezetting van Oostenrijk, zoals vermeld in een van zijn geschriften aan de professor van de Universiteit van La Laguna, Carmen Díaz Alayón.
Maar andere bronnen wijzen op het tegendeel, dat het onder het gezichtspunt  van de Duitsers lag, juist omdat zijn vrouw van Joodse afkomst was.

Het onderzoek van Wölfel zou zelfs kunnen worden aangetast, toen zijn dossier door het Derde Rijk werd opgeëist en omdat hij uit zijn positie in het Museo Etnográfico werd verwijderd.
Zijn documenten, samen met wat Wölfel zelf Archivium Canarium noemde, belandden in het Kaiser Wilhelm Institut in Berlijn, en het werd na de oprichting in 1969 van het Institutum Canarium in Wenen vanaf toen door deze instelling geconserveerd.

Wölfel reisde eind 1932 naar de Canarische Eilanden en verscheen in El Museo Canario. De onderzoeker wilde ook de archieven van deze instelling raadplegen, en een lijn van dialoog openen met andere centra op de eilanden.

Volgens het Museo Canario was de relatie met de wetenschapper in de loop der jaren nauw en langdurig. In feite werd hij in 1941 benoemd tot erelid, en in 1946 werd hij benoemd tot vertegenwoordiger van de museummaatschappij op het Internationale Congres van Volkenkunde dat in dat jaar in Praag werd gehouden .

Fernando Betancor, archivaris van El Museo Canario, zegt dat voor de wetenschappelijke samenleving de documenten van Wölfel belangrijk zijn vanwege het verband dat de Oostenrijkse antropoloog had met het Museo Canario.

"Het kwam hier in 1932, toen het museum net verhuisd was naar dit pand - het gebouw aan de  Calle Doctor Verneau dat Chil heeft gedoneerd,” legt Betancor uit. “In die tijd werd een studie van de collecties gemaakt, deze werden gereorganiseerd en geïnventariseerd, en Wölfel kreeg precies een van de inventarissen, de keramiek. En hoewel hij zijn werk niet afmaakte, liet hij een paar tekeningen achter die getuigen dat hij hier was, en die documenten voor het museum zijn belangrijk voor de eigen geschiedenis van de instelling.”

“Anderzijds, “ gaat Betancor verder, “is het ontvangen van deze documenten van Wölfel ook belangrijk als van een persoon die de Canarische Eilanden van die tijd wil bestuderen, en die zijn hier te vinden ."

Op korte termijn is het doel  om de negatieven te onthullen van foto's en films van het Wölfel archief, waaronder het manuscript van Leonardo Torriani: ‘Beschrijving en Geschiedenis van het Koninkrijk van de Canarische Eilanden (1588)’; een werk, dat de eilanden, hun belangrijkste steden, en hun geschiedenis beschrijft  naast het verstrekken van gegevens en plannen voor hun vestingwerken.

Van deze tekst, die al bekend was bij sommige Canarische onderzoekers, stond een kopie in het archief van de Bibliotheek van de Universiteit van Coimbra, en het was de verdienste van Wölfel om het voor de eerste keer te publiceren (in het Italiaans en met een vertaling in het Duits)
Hij geloofde echter dat hij de ontdekker was, aldus Alejandro Cioranesco, vertaler en publicist van de versie die in 1959 in het Spaans door Ediciones Goya, in Santa Cruz de Tenerife werd gepubliceerd, en dat hij een kopie gebruikte die Simón Pérez Padilla van het origineel had gemaakt en gedeponeerd in het Museo Canario.
image_content_2867877_20180112185630.jpg
                                               
Een deel van de documenten van Wölfel.
“Het ongeluk zorgde er echter voor dat het samenviel met de Oorlog, en dat de verspreiding ervan ‘extreem tekort’ schoot," vertelt Cioranesco. Al met al, was het werk van Wölfel bekend en gewaardeerd op de eilanden. Dat blijkt uit de vele recensies in de kranten van die tijd en beide provincies.
Het Instituto de Estudios Canarios (Instituut voor Canarische Studies) maakte zelfs gebruik van het bezoek van Wölfel aan Tenerife, om de openingsceremonie op 23 december 1932 in La Laguna te vieren. Daarbij was de "Miss María Rosa Alonso" -merkt de krant ‘Hoy’ op - die de motivatie voor de oprichting ervan moest uitleggen; en op aanraden van de heer Peraza de Ayala, "wordt Dr. Wölfel bij acclamatie genoemd als erelid." Bovendien stemde het Instituut ermee in om werken te publiceren, “waaronder de niet-gepubliceerde manuscripten aangeboden door Dr. Wölfel."

Er is ook bewijs voor het verband tussen de Oostenrijkse onderzoeker en El Museo Canario in de vorm van een fotografisch portret. In de archieven van de wetenschappelijke maatschappij bevindt zich  een afbeelding  van de etnograaf met Manuel Morales Ramos en Matías Vega Guerra.

Aan het begin van de jaren vijftig maakte hij  een reis naar Marokko. Wölfel keerde terug naar de Canarische Eilanden. In die tijd had hij de formulering van zijn Monumentae Linguae Canariae - die uiteindelijk in 1965 aan het licht kwam - opnieuw overgenomen, "een gigantische poging om de filologische en semantische kenmerken van de taal die door de inboorlingen van het eiland wordt gesproken, op te lossen.

Na een lange ziekte overlijdt Wölfel in 1963, en het tijdschrift van El Museo Canario hij wijdt een overlijdensadvertentie aan hem,  waarin men zijn werk looft en laat zien hoe professioneel en persoonlijk was.

"Dr. Wölfel bevond zich in zijn menselijke aspect, ver van de gebruikelijke nadruk op de professor; vriendelijk, hartelijk en glimlachend. Hij vertelde ons eens,  dat de Oostenrijkers de Andalusiërs zijn van het Germaanse ras en, trouw aan dit vitale concept, werd zijn persoonlijk en nauw contact altijd verlicht door een vrijgevigheid van gebaar en houding; een welkome en een nobele openhartigheid die hem genegenheid en waardering opleverde  van degenen die hem kenden,” zegt de tekst die zonder handtekening verschijnt.

Volgens Marcos Sarmiento, voorzitter en vertegenwoordiger van het Institutum Canarium, lag Wölfels grootste interesse in de taal van het antieke Canarische volk en hun connecties met het Berber. De wetenschapper kent de taal, "men kan in het verleden graven."  In feite leerde Wölfel Berber en Hasa, om mogelijke verbanden te leggen.

Maar, volgens Marcos Sarmiento, valt bovendien de vertaler van het meesterwerk van Wölfel op; in tegenstelling tot Wenen, en Clavijo, of Chil, was het werk van Wölfel belangrijk,  omdat hij zijn toevlucht nam tot bronnen die tot dan toe niet waren gebruikt. "De Canario’s hadden van hieruit onderzocht , en hij deed het van buitenaf," voegt hij eraan toe. Daarom ging hij  naar de archieven van verschillende landen en verzamelde de documenten en recensies van verschillende auteurs.

In september 2018 reist de manager van het Institutum in Wenen naar de Canarische Eilanden voor een ‘formele’ levering van het Archivium Canarium aan El Museo Canario.
0000Islas-canariaslogo-kopie-kopie-132.jpg


De in Funchal op Madeira geboren Engelsman, verliefd op Gran  Canaria

Zijn enorme bijdrage aan de vooruitgang van de Noordelijke agglomeratie verlangt een monument en een landbouwmuseum, met de ruggensteun van de meest bevoordeelde gemeenten

Iemand is niet waar hij geboren is, maar waar men zijn levensdoom vervult en waar men wil sterven,
beweren bepaalde geleerden

GRAN CANARIA-  maandag 13 november 2017 - Het oordeel is van toepassing op  de persoonlijke reis van David J. Leacock, de Engelsman geboren in Funchal op Madeira die voor altijd verliefd zou worden op Gran Canaria, waar hij is gestorven na het creëren van een landbouwimperium dat zich verspreidde over vier gemeenten in de noordelijke regio. In het licht van zijn carrière is het waarschijnlijk dat hij, zonder ooit zijn afkomst te verloochenen,  zich echter meer Canario voelde dan dat hij Engels was.

Onderscheiden met de Álvaro Mutis, de Premio Cervantes en de Premio Príncipe de Asturias, zijn meer dan eens reden dan de plaats waar zijn moeder hem ter wereld bracht.
"Iemand is echt de plaats van de wereld waar plotseling deze dialoog wordt gecreëerd: De plaats en alle dingen die vertellen: Jij bent ons, wij zijn jou", bevestigt de Colombiaanse auteur als resultaat van zijn wording; hij had eerst een geweldige jeugd in België en ging later verder op de boerderij  die zijn grootvader had op een paradijselijke plek in zijn land dat hij associeerde met Arcadië,
het utopische land vol bloemen, fruit en bossen, helder water, vogelzang en een eeuwige zomer.               
ingles-nacido-1.jpg

1971: Amado Moreno (rechts) tijdens een interview in  Gáldar voor ‘Diario de Las Palmas’ met de  filmproducent en regisseur Philip Leacock (links), in aanwezigheid van zijn  vader, David J. Leacock.
Het is niet moeilijk om te concluderen dat David J. Leacock dezelfde sensatie ervaart op Gran Canaria. Hier vestigde hij zijn woonplaats na het overlijden  op Madeira van zijn vader, John Milberne Leacock, de eerste bananenexporteur van het Portugese eiland.
Op Gran Canaria heeft David J. Leacock zich niet beperkt tot het transformeren van productieve zaden in fruit- en groenteplantages, en scheidde zich af van de die weerstand die e dorheid van het land bood. Hij onthulde zichzelf ook als een pionier ondernemer in sociale gevoeligheid, en definieerde arbeidsverhoudingen die de rechten van zijn werknemers veilig stelden.

Tegelijkertijd was hijk doordrongen van de Canarische cultuur en tradities, en documenteerde hij zijn geschiedenis om zich beter af te stemmen op zijn mensen., Het waren de  sobere en gezonde eetgewoonten. Groentesoep  met gofio vaak tijdens de lunch, en voor het diner salades, die begeleid  werden met een kom geitenmelk met gofio, en het hoofdvoedsel waren van de Canarische gezinnen met economische ontberingen in die jaren, voordat ze naar het bed gingen.

Het opschrift op het eenvoudige graf van David J. Leacock op de begraafplaats Guantánamo van La Atalaya, twijfelt niet aan zijn eeuwige genegenheid voor het land waar hij veel van zijn wensen vervulde en uiteindelijk wilde eindigen: "Hij Ruste in vrede op de Eiland waar hij van hield ", toont zijn grafsteen in het Spaans, gevolgd door andere regels in het Engels, verwijzend naar de genegenheid van zijn kinderen en kleinkinderen.

David J. Leacock heeft alle eilanden bezocht voordat hij koos voor Gran Canaria, na het beëindigen van zijn ingenieursstudie in Cambridge. Hij is overleden in de leeftijd van 90 jaar iu zij huis in Becerril in Guía, op de grens met Gáldar. Zijn woning werd gebouwd op een perceel dat van de illustere Gregorio Chil y Naranjo was geweest. Vlakbij was een oude suikermolen, ‘La Máquina’, met een ranke schoorsteen, waarvan de sloop, ondernomen is tijdens  zijn gedwongen afwezigheid van het eiland voor tientallen jaren,watr  droefheid en grote afkeer veroorzaakte. Zijn woning was onafhankelijk van nog een spectaculaider huis, in een kleurrijke koloniale stijl gebouwd door zijn vader in de buurt, dat overschaduwd werd door een laurel de indias (laurierboom) en een ficus.

De overblijfselen van David J. Leacock liggen tegenwoordig vreemd genoeg naast de crypte en het mausoleum van José Samsó Henríquez. Deze leger-generaal  van de monarchale ideologie en gepassioneerd door de landbouw, was in de loop der jaren zijn vriend en de beslissende bemiddelaar geweest bij de Spaanse autoriteiten van toen, zodat D.J. Leacock naar Gran Canaria terugkeerde in december 1963, na 27 jaar van 'ballingschap' waarmee het Franco-regime hem in 1936 strafte voor zijn links politieke ideeën. De burgeroorlog was met zijn 41 jaar, uitgebarsten  in de volheid van zijn leven.
                                     4e790def25c8db0c2357b75d454c42f338973bda-1.jpg
                                        José Samsó (links met hoed) samen met zijn neefje Eulogio Samsó
                                                               
(Archief van de   de familie Samsó)
228e81cb4976e7184144b0b89662718bf3b60f76.jpg 9788494445422.jpg
Met emotie en tranen omhelsden José Samsó en David J. Leacock elkaar toen ze elkaar met Kerstmis dat jaar weer ontmoetten in Bocabarranco in Gáldar, waar ze aangrenzende boerderijen bezaten. De advocaat uit Guía, Miguel García Lorenzo, was een van de bevoorrechte getuigen van dat moment. Dankzij hem en andere aanwezigen en  met een maximaal zelfvertrouwen van beide personages, overstegen de belangrijkste en meest betekenisvolle zinnen die aanvankelijk gewisseld werden, in de volgende bewoordingen:

"José Samsó: - Waarom kwam u niet eerder, meneer Leacock? Zoveel keren dat ik het probeerde, bereikten mijn boodschappen u niet?

David J. Leacock: - Het is alleen dat het niet kon, Don José. Ik was toegewijd aan mijn Regering. De strijd met Hitler was verschrikkelijk.

José Samsó: - Ja, natuurlijk. Ik weet het maar we misten je deze jaren. Jouw initiatieven waren zeer noodzakelijk voor onze landbouw, voor onze export, voor onze economie. "

Niet tevergeefs, waren de twee figuren architecten van het eerste Sindicato Agrícola in het noorden van Gran Canaria en van een gecoördineerde actie om de sector te moderniseren, inclusief distributie, naast het proberen van export naar Europa met een zekere mate van onafhankelijkheid die grotere voordelen oplevert voor de oogsters. Londense consumenten en verkopers lieten altijd weten  dat de Canarische platános (bananen) de beste waren: "They are the best."
richard-leacock-1.jpg leacock-5x7.png Richard-Leacock.jpg
                                                             Richard Leacock.
Richard, de zoon van David J. Leacock, die uiteindelijk een vaste filmmaker achter de filmcamera zou worden, net zoals zijn broer Philip, durfde al op jonge leeftijd in 1935  een tien minuten durende film op te nemen, getiteld : ‘Canary Bananas’. Hij verzamelde daarin het hele proces van het telen van bananen in het Noorden van het eiland, verpakt en vervolgens verscheept naar de Europese markt. Hij probeerde met deze korte informatie om zijn stagiaires in Londen te informeren en te imponeren met beelden, "waar hij vandaan kwam en hoe het leven was in zijn Hof van Eden", waar hij leefde tot hij acht jaar oud was. Nog een demonstratie in deze letterlijke erkenning dat de magie van Gran Canaria niet alleen de patriarch van dit Engelse gezin, maar ook zijn  kinderen, heeft betoverd, en hun kindertijd markeerde.

Vanwege zijn spreekwoordelijke discretie niet vrijgesteld van elegantie, typisch voor een klassieke Brit, pocht David J. Leacock nooit publiekelijk over het talent van zijn nageslacht, hoewel hij in wezen diep trots was zijn op al zijn familieleden. Richard, die aan de Universiteit van Harvard afgestudeerd was in Natuurkunde, koos voor de film na drie jaar confrontatie  tussen China en Birma, wat hij opnam voor het Oorlogsdepartement van de Verenigde Staten.

Het zou de bekendheid bereiken van de geschiedenis van de zevende kunst met Robert Drew die de zogenoemde Cinéma Vérité verlichtte, na zijn documentaire ‘Primary’ (1960) over de verkiezingen van Wisconsin, waarin J.F. Kennedy door de Democratische Partij werd opgedrongen aan H. Humphrey als kandidaat voor het presidentschap van de VS. Volgens beide kandidaten filmden ze al hun bewegingen tijdens de campagne, inclusief familierelaties.

7264592.jpg index-39.jpg                               Philip Leacock.
Anderzijds filmde Philip, de andere zoon van David J. Leacock, een uitgebreide filmcolleectie als regisseur en regisseur, en stierf in 1990 in Londen, op 73-jarige leeftijd, nadat hij zich in 1987 met een succesvolle televisieserie terugtrok die geïnterpreteerd werd door Vanessa Redgrave, over de Salem-heksenjacht.

Aan het begin van de jaren 60 had hij een Golden Globe gewonnen met ‘La Cruz y la Estrella’, een film die internationaal begrip bepleit door dialoog en verdraagzaamheid. Van een ander karakter was ‘De liefhebber van de dood’, eveneens door hem geregisseerd, en met deelname van acteurs zoals o.a.  Steve McQueen en Robert Wagner.

Het voorafgaande verslag moedigt ten slotte aan, om te vragen of de onderscheidingen waarmee de Gemeenteraden van Gáldar en Guía David J. Leacock hebben erkend voldoende zijn voor de immense bijdrage aan de sociaaleconomische vooruitgang van beide gemeenten, in het bijzonder, van de  Noordelijke Agglomeratie, in het algemeen. De Gemeenteraad van Gáldar  maakte van hem een hijo adoptivo (ereburger), en die van Guía noemde een straat naar hem.

Een monument gewijd aan zijn nagedachtenis met de gezamenlijke handtekening van deze gemeentebesturen zou een onbetwist initiatief zijn. Het zou de eeuwige herinnering zijn van een voorbeeldige man als een ondernemer voor de nieuwe generaties die hem niet kennen. Het voorstel, dat al in lokale omgevingen heeft plaatsgevonden zonder te vergeten dat de Spaanse Regering hem een postuum karakter heeft toegekend met de  Medaille voor Landbouwkundige Verdienste, is verenigbaar met het idee dat door relevante personen wordt gekoesterd voor een toekomstig landbouwmuseum. Ze zijn het ideale hoofdkwartier voor de oude boekhoudkantoren van Leacock in Becerril in Guía, onder de paraplu van een stichting met zijn naam.

Sommige kenmerken van filantropie in zijn bedrijfspresentatie worden tegenwoordig toegeschreven aan de eigenaar van dat oude decadente gebouw, dat van de Britse landbouwer in Guiá was, nodigen vertrouwen uit. De vrijgevigheid geaccrediteerd door de nieuwe eigenaar zal van essentieel belang zijn om deze droom levensvatbaar te maken van die verdedigers van de morele en materiële nalatenschap van Mr. Leacock in het Noorden van Gran Canaria.

Lees ook het artikel in de rubriek, 'Wie is...'':
http://gran-canaria-actueel.jouwweb.nl/wie-is/david-john-leacock
0000Islas-canariaslogo-kopie-656.jpg


Suiker, het witte goud van Canarias

De documentaire ‘La fábrica del azúcar’ (‘De suikerfabriek’) kijkt terug op een van de meest opmerkelijke periodes
uit de geschiedenis van Canarias

LAS PALMAS DE GRAN CANARIA - Canarias beleefde tijdens de 15de en de 16 Eeuw een geschiedenis van pracht rond de suiker, die als meest opvallende verschijnsel een ongekende culturele ontwikkeling tot gevolg had zonder precedenten  dankzij het mecenaat van de grote heren die met hun winsten besloten, enkele van de meest waardevolle stukken aan te schaffen die momenteel deel blijven uitmaken van het Canarisch artistiek historisch  erfgoed.

Daaronder figureren, bijvoorbeeld,  de Vlaamse drieluiken die het Casa de Colón bewaart van  Maestro del Papagayo en Gumart de Amberes, en onder andere dat van Agaete toegeschreven aan Joos Van Cleve  door de Genovese koopman Antón Cerezo en zijn echtgenote  Sancha Díaz de Zorita in de eerste helft van de 16 de Eeuw; en de houtsnijwerken uit het tijdperk, eind 15de , begin 16 de Eeuw, van Mota in Valsequillo ( zie:
https://twitter.com/casadecolon/status/878938625567850496)

1888e7af19b319913c695ad951c62ca4_400x400.jpegindex-23.jpg

image_content_2429669_20171014145251.jpgEen documentaire getiteld ‘La fábrica del azúcar’ (‘ De suikerfabriek`’), geproduceerd door Gran Canaria Espacio Digital met draaiboek en regie van de schrijver Carlos Álvarez, wordt op dinsdag 17 oktober 2017 om 20.00 uur gepresenteerd in het Casa de Colón, en gaat over  het kostbare product dat de economie van de eilanden activeerde en in het bijzonder Gran Canaria, dat al een prominente plaats op de maritieme routes bezat die Afrika en Europa verenigden met Amerika en dat in feite veel te doen had in de sprong van dit gewas naar de Nieuwe Wereld.

tallas-flamencas-oratorio-de-era-de-mota-1.jpg

DDKd-jrW0AAPSUhjpglarge.jpg

DDKd_f3WsAA6Jyyjpglarge.jpg

DDKeAadXcAEj91Mjpglarge.jpgDe documentaire begint in 2013, wanneer het Cabildo (Eilandbestuur) van  Gran Canaria groot doorsnede  project coördineert rond het historische verkeer van suiker in de 15de en 16d Eeuw dat samenvalt met de publicatie van diverse boeken, de restauratie van diverse artistieke werken die verband houden met de periode van de flamenco-kunst, dagen van studie en archeologische enquêtes in de gemeente Agaete die blootstellen wat bekend staat als de eerste suikerfabriek die op het eiland wordt geïmplanteerd.

DDKyzM-W0AAAILE.jpg
Het werk van 22 minuten omvat interventies door prestigieuze historici zoals Manuel Lobo, Ana Viña, Mariano Gambín, Sergio Tadeo, Cristóbal Corrales, Dolores Corbella, Matías Díaz Padrón, en José de la Fuente.

Geproduceerd door Fany García-Campero, met wetenschappelijk advies van Manuel Lobo, met fotografie van Teresa Ruano en Cris Noda is  fotografisch vastgelegd dat suiker een van de belangrijkste culturele verschijnselen in de westerse wereld was; de montage is van Javier Ponce, het  geluid is verzorgd door Juan Manuel Marrero,  en de artistieke richting door Elena Gonca.
De suikerfabriek beoordeelt één van de meest opmerkelijke historische gebeurtenissen op de Canarische Eilanden, zonder het gezicht te verliezen.
gran-canaria-espacio-digital.jpg
Gran Canaria Espacio Digital
Calle Cádiz, 34
35012 Las Palmas de Gran Canaria
Telefoon: (+34) 928 25 05 87
Internet: 
http://www.grancanariadigital.com

Openingstijden:

Ma t/m vrij: van 09:00 tot 14:00 uur, en van 17:00 tot 21:00 uur

Za en zo: gesloten

.0000Islas-canariaslogo-kopie-435.jpg


El Jacinto’, de mummie de na 250 jaar verwacht terug te keren naar Canarias

CANARISCHE EILANDEN - zaterdag 7 oktober 2017 - Tenerife heeft Madrid verzocht  tot de tijdelijke overdracht van het beroemdste enzym voor tentoonstelling op het internationale congres ‘Athanatos: La inmortalidad de la muerte’ (‘Thanatos: de onsterfelijkheid van de dood’)  (zie de internetpagina:
http://athanatos.museosdetenerife.org
)

De hoofdstad van Tenerife verandert vanaf 1 december 2017-  en gedurende zes maanden - in het episch centrum  van de kennis van mummificatie en begrafenis-riten, 25 jaar nadat het eiland dit soort onderzoek bevorderde via het ‘proyecto Cronos’.
1200px-Column_temple_Artemis_Ephesos_BM_Sc1206_n3.jpg hqdefault-75.jpg 
Thanatos is in de Griekse mythologie de zoon van de nachtgodin Nyx, de broer van Hypnos , de slaap, en de personificatie van de dood. Wanneer iemands tijd gekomen was, sneed Thanatos met zijn zwaard een haarlok af ten teken dat hij/zij naar de onderwereld moest afreizen.

hqdefaultaaaa-3.jpg
Proyecto-Athanatos-05.jpg                                                   
Presentatie van het Athanos project.
DEYFH2PW0AAAMr-.jpg

Het doel van dit nieuwe evenement is om de bevolking meer informatie te geven over de dood en de verschillende processen die de dood omringen en die in vroegere beschavingen zijn uitgevoerd.

De organisatie verwacht tussen 75.000 en 100.000 mensen in het Museo de la Naturaleza y el Hombre te ontvangen. Om dat te bereiken , zijn er in de vitrines 300 verschillende stukken te  zien, waaronder menselijke overblijfselen, mummies van verschillende beschavingen en begrafenisinstrumenten. Niet bekend is of men de meest populaire 'xaxo' zal zien die tentoongesteld is in het Museo Arqueológico Nacional in Madrid  (‘xaxo’ is de naam die de Guanches gaven aan hun gebalsemde overledenen) .

foto-1-1.jpg

momias-canarias-islascanarias-U10108049103AnD--620x349abc.jpg                                                                     El Jacinto’
Kwetsbaarheid en kannibalisme
Tot nu toe hebben de lokale autoriteiten gevraagd om hun best bewaarde voorvader te retourneren, zelfs met goedkeuring van de Senaat, maar Madrid heeft altijd geweigerd met het argument dat de Guanche-mummie een staatsbezit is, verbonden aan de collectie van het museum voor wat essentieel is in het tentoonstellingsbeleid, bovendien vanwege de grote breekbaarheid. Bij deze gelegenheid gaat het  echter om een eenmalige toekenning, waarbij men  de houding van  de Spaanse Staat kan zien met de Canarische Eilanden ..

De museumbezoekers  kunnen zich niet allen verdiepen in de Egyptische en Guanche mummificatie, maar ook in andere rituelen zoals kannibalisme, begrafenissen met kalk, natuurlijke mummificatie, en crematie. De afsluiting van de tentoonstelling valt samen met de viering van 21 tot 25 mei van het Congreso Mundial Extraordinario de Momias (Buitengewone Wereldcongres van Mummies), waaraan 300 wetenschappers uit 30 landen zullen deelnemen.

momias-tenerife-canarias-kNLH--450x253abc.jpg
                                                          Canarische mummies.

Cueva de las 1.000 momias (Grot van de 1.000 mummies)

El Jacinto’ is de liefdevolle bijnaam die de medewerkers van het Museo Antropológico Nacional (Nationaal Antropologisch Museum), zijn voorlaatste verblijf, hem gaven, tot aan zijn  huidige verblijfplaats het Museo Arqueológico Nacional.

Dit individu tussen de 35 en 40 jaar oud, geboren tussen de 11e en 12e eeuw, is het archetype van de begrafeniscultuur van de Archipel, en werd ontdekt in 1763 in het klooster van Herques, in de mythische grot van de 1.000 mummies in het Zuidoosten van Tenerife.

Zijn perfecte staat bracht hem een jaar later naar Madrid als een cadeau voor koning Carlos III en is daarmee staatseigendom geworden. Van hetzelfde spectaculaire graf kwamen andere mummies, waaronder die welke in het bezit is van de Universiteit van Cambridge, het tweede best bewaard gebleven exemplaar, zoveel  geluk hadden ze nog niet.

De Cueva de las 1.000 momias (Grot van de 1.00 mummies), ligt in een moeilijk bereikbare rotswand in de omgeving van Güimar, voor de ontdekking ervan heeft men 200 grote fakkels moeten gebruiken, en is onsterfelijk gemaakt door Charles Nicholas Cochin met een gravure over het fascinerende avontuur dat in de 18e en 19e eeuw talrijke specialisten en natuurliefhebbers naar Tenerife en Gran Canaria trok. De Canarische Eilanden werden een laboratorium van Europese antiquarische verzameling.

Pantheon van guanches
Net als in grote legendes verdween dit pantheon van de Guanches. Historici wijzen op de mogelijke ineenstorting, of dat door zijn enorme onteigening, sommige Canario’s het verborgen, of zelfs dat zij hun xaxos ter bescherming verplaatsen naar een andere grot  

Feitelijk geven de geschriften van de tijdperk aan, dat terwijl een deel van de lokale bevolking, arm en ongeletterd, de grotten geplunderd heeft om materialen zoals hout, of de houtkorrels als mest, te gebruiken; een ander deel van de Canario’s in de fascinatie verviel het graf met eerbiedig respect te groeten en zich vrij voelden om met hun voorouders te praten.

Enzurronados (dingen in lederen zakken)
Studies op Canarische mummies hebben aangetoond dat de technieken val het  zogenoemde ‘mirlado’ (balsemen van de Guanches) vergelijkbaar waren maar niet identiek. De enzurronados (dingen in lederen zakken) van Gran Canaria verrasten door hun uiterlijk, zoals de begrafenisbundel van een van de mummies in Canarisch Museum, van twaalf lagen leder die is omwikkeld met leren riemen.

Bovendien konden deze rekenen op een lapje plantaardige weefsels zoals palm en riet. Aan de andere kant zou een xaxo guanche niet opvallen door zijn uiterlijk aanzien, maar door het behoud van de weefsels van het lichaam. Ontwikkeld in de derde Eeuw tot aan  vijftiende Eeuw met de komst van de Spanjaarden, heeft deze techniek van mummificatie de pre-Spaanse cultuur vereeuwigd.

De balsemers brachten door de mond van de overledene elke dag een mengsel van gesmolten boter, grof steenpoeder, dennenappels, en andere kruiden aan, dat ze gedurende 15 dagen in de zon aan een zijde lieten  drogen. Er wordt ook gezegd dat de lichamen gerookt zijn. vervolgens  verpakten ze de mummie  in leder.

Voor de Mencey (Guanche-koning) omvatte deze praktijk en een betere behandeling. ‘El Jacinto’ is begin 2017 onderworpen aan een computerscan die bevestigt dat deze al zijn organen handhaaft dankzij een zorgvuldig proces van mummificatie.

Madrid?
Het onderzoek bevestigt de theorie dat in de enzurronados (in de lederen zakken)  de ingewanden  niet werden onttrokken zoals het met de mummies van Egypte gebeurt, naast het behoud van een perfecte gebit, waaruit blijkt dat hun dieet laag in suikers is, op basis van vlees van schapen, geiten en vogels. Deze controle heeft de goede conditie van de handen en nagels aangetoond, wat aangeeft dat hij geen dwangarbeid heeft uitgevoerd, en waarmee men zijn hoge sociale positie afleidt.

Vooralsnog is er geen antwoord ontvangen van Madrid, maar op Tenerife zijn ze klaar voor de terugkeer van hun beroemdste voorvader. "Zowel zijn overdracht als zijn onderhoud zijn gegarandeerd, omdat we af en toe stukken van ver weg hebben gekregen die nooit beschadigd zijn geweest,zegt Conrado Rodríguez, directeur van het Museo de la Naturaleza y el Hombre.

islasmomia-canarias-autopsia-kNLH--450x253abc.jpg
                             Een wetenschapper analyseert een Canarische mummie.
Arqueologico-Barranco-prehispanicas-EFEEmilio-Naranjo_EDIIMA20151214_0497_21.jpg
4545.jpg

 20151214-635857008467136531_20151214144446-061-kSw-992x558LaVanguardia-Web.jpg image_content_2314996_20170918145448.jpgDe arts die een oude Canario interviewde
Spaanse geschiedkundigen ondervonden veel problemen bij het verkrijgen van informatie over de pre-Spaanse begrafeniscultuur, omdat hun afstammelingen onwillig waren om over deze kwestie te praten, waardoor veel van de onderzoekers nerveus waren.

Een normale houding, en anderzijds door de grote religieuze verschillen tussen beide werelden. In de tweede helft van de 19de Eeuw had de oprichter van het Canarische Museum, Gregorio Chill y Naranjo, de vaardigheid om van een oude man van Guayadeque een schokkend verhaal  te vernemen over de herkomst en de indeling van de enzurronados (lederen zakken)

Gregorio Chill y Naranjo bevestigt: "Hij vertelde me dat hij voordien geen ander gebruik  in zijn huis had  dan de potten en pannen die hij uit de grotten haalde […] dat de bekleding  van zijn schoenen, zoals veel van zijn buren, van de vellen van de zurrones (lederen zakken)waren  en tenslotte, dat de buidels en zadels gemaakt werden met de lakens waarin de mummies waren gekleed. "

athanatos-momias-en-tenerife.jpg

Hij voegde ook toe,"dat in de grotten waar men ze aantrof, de mummies op twee manieren waren:  Rechtopstaand dicht bij de muur, met hun stokken en hun potten bij hun voeten,  en anderen, die het mooiste waren, omdat ze bedekt waren met veel vellen in alle kleuren en genaaid zoals de voorkant van een shirt, gelegen op dennenhouten plank, met zeer gepolijste potten en stokken aan hun hoofd geplaatst; dat sommigen leken alsof ze net waren gestorven, met hun haar en baard perfect bewaard: dat de vrouwen hun haar hadden gevlochten in vlechten die gebonden waren met gekleurd riet. "

Barranco de Guayadeque
Tenslotte wees hij op de aanwezigheid van: "afgeronde gepolijste stenen, sommige lijkend op scherpe messen, potten en pannen van verschillende maten, kleipotten, sommige druk beschilderd, zurrones (lederen zakken) vol met verschillende voorwerpen voor huishoudelijke doeleinden. Grote vazen vol boter en andere van hout”
“Dat maakte me begrijpelijk,” zegt Dr. Chill, “dat iedereen die naar de Guayadeque kloof was gegaan tot 1840, een geheel museum zou hebben kunnen vullen met wat de oude bewoners toebehoorde, maar sinds die tijd namen ze aarde van de grotten, dat als mest werd gebruikt en er nu niet meer is, want de onwetendheid van deze landbouwers alles heeft vernietigd en meer nog de verlatenheid van de bedrijven en geïllustreerde mensen die met zulke minachting naar deze rijke monumenten van de oudheid hebben gekeken. Ik kwam laat, en ik voelde toen hoe ik het altijd zal voelen.”
0000Islas-canariaslogo-kopie-339.jpg


Het Museo Canario restaureert drie werken

LAS PALMAS DE GRAN CANARIA - Werelddierendag,  woensdag 4 oktober 2017 - Het conserveringsprogramma van het Museo Canario, in Las Palmas de Gran Canaria, heeft drie schilderijen gerestaureerd in haar collectie van de auteurs Juan Baixas, Manolo Millares, en Santiago Santana, zo heeft de Culturele instantie laten weten in een persbericht.

Zo is het herstelde werk van Juan Baixas een olieverfportret van Juan de Padilla, een van de oprichters van El Museo Canario. Baixas heeft dit schilderij uitgevoerd als model naar een fotografisch beeld van het portret, van de in 1891 overledene, en het was de kunstenaar zelf die het in 1952 aan de wetenschappelijke samenleving schonk.

Het linnen doek vertoonde, naast oppervlakkig vuil, een traan in het gezicht van de persoon. De restaurateur Amparo Caballero Cassasa heeft het olieverfschilderij aan de juiste technische behandelingen onderworpen; zodanig, dat het portret zijn integriteit en zijn oorspronkelijke kleuren heeft hersteld
image_content_2385981_20171003182958.jpg
                                                                 Museo Canario.

museo-canario-restaura-obras-millares-juan-1_g.jpg                                              Olieverfportret van Juan de Padilla,
Op hun beurt hebben de restaurateurs Francisco Díaz Guerra, Pilar Verdejo Córdoba, en Cinta Guimerans Ferradás, van het Guiverdi atelier deelgenomen aan het herstel van de andere twee werken: De aquarel  'Playa de las Canteras', door Manolo Millares, en de tekening ‘Cardón del parque municipal de Santa Catalina’, door Santiago Santana.
playa-de-las-canteras-millares.jpg                             
De aquarel  'Playa de las Canteras', door Manolo Millares.
museo-canario-restaura-obras-millares-juan-2_g.jpg         De 
tekening ‘Cardón del parque municipal de Santa Catalina’, door Santiago Santana.
In dat geval, vertoont de aquarel van Millares - in 1948  getekend op papier, en in datzelfde jaar geschonken aan het museum - kleine  gaatjes en scheurtjes die de integriteit van het kunstwerk in gevaar brengen, waardoor het gerestaureerd is met papierpulp na een mechanische, niet waterige, oppervlakte schoonmaak, volgens  de aanbevolen procedure voor dit soort kunstwerken.

Terwijl het laatstgenoemde gerestaureerde kunstwerk, de 'Cardón del parque municipal de Santa Catalina', van  Santiago Santana, een werk is dat met potlood, was en pastel  is uitgevoerd op papier. Door El Museo Canario aangekocht in 1932, en dat een flinke beschadiging vertoonde met sporen van vocht, scheurtjes, vuil, vervormingen, en aantasting van het papier door vlekken.

Met het doel deze defecten te corrigeren heeft men de schoonmaak van het kunstwerk verricht, oppervlakkig nat en droog - met de toevoeging van papierpulp en methyl-cellulose, en een de chromatische aanbrenging  in de vochtige delen  met behulp van de regattino-techniek.
0000Islas-canariaslogo-kopie-288.jpg


MUSEO DE LA CIUDAD Y EL MAR
CASTILLO DE MATA

LAS PALMAS DE GRAN CANARIA - 19 augustus 2017 - Het Castillo de Mata (Kazemat-Kasteel), ofwel de Kazerne van Alonso Alvarado, is het resultaat en het restant van de diverse gebouwen die gedurende ruim vier eeuwen zijn gebouwd als de oorspronkelijke stadsverdediging (stadsmuur en kazematten) welke tot in het laatste derde deel van de zestiende eeuw heeft plaatsgevonden.

 Momenteel is in het Kasteel het ‘Museo de la Ciudad y el Mar’ gevestigd, een project van de professor Kunstgeschiedenis, Ángeles Alemán, gebaseerd op twee onderwerpen: de geschiedenis van het Kasteel, en de geschiedenis van de Stad en de verbinding ervan met de Zee.
1200px-Murallas__Cuartel_de_Alonso_Alvarado_1893_-_Las_Palmas_Gran_Canaria.jpg
                                         De Kazerne van Alonso Alvarado.

2017-07-02010CastillodeMata-2.jpg
                                                         Castillo de Mata.

1986483.jpg

Copia-de-Castillo-de-Mata.jpg                                                            Castillo de Mata
Het eerste ontwerp van de fortificatie is uitgewerkt door de ingenieur Juan Alonso Rubián en de bouw ervan is voltooid in 1577, toen Diego de Melgarejo gouverneur was.  
59.jpg
Na geleden te hebben onder de eerste aanval , door de troepen onder commando van Pieter van der Does, in 1599, is het verdedigingswerk hersteld en nadien is het ontwikkeld om zich aan te passen aan de diverse historische monumenten. Met deze verbouwing en restauratie is het militaire gebruik beëindigd in 1997.
7437d0094fd03fd5d5656b0fd5084d64--mata.jpg                             De  cubelo van (en tegenwoordig in) het Castillo de Mata.
De ontdekking van de originele cubelo (ronde toren), tijdens de archeologische ingreep die in 2002 is opgedragen door de Gemeente  Las Palmas de Gran Canaria, veronderstelt een historisch oriëntatiepunt voor de stad te zijn. Castillo de Mata is onderworpen aan een grondige ingreep, welke in 2013 door architect Ricardo Montesdeoca is afgerond.

Met de oprichting van het Museo de la Ciudad y el Mar (Museum van de Stad en de Zee) in het Castillo de Mata (Kazemat-Kasteel), faciliteert en vergemakkelijkt men het gebruik van dit zo kenmerkende gebouw, dat in 1949 verklaard is tot Artistiek Historisch Monument.

Mata_Exterior-550.jpg 
Museo de la Ciudad y el Mar
Calle Domingo Guerra del Río, s/n 
35002 LAS PALMAS DE GRAN CANARIA
Telefoon: 828 90 45 11
E-Mail: info@castillodemata.es
Internetpagina: www.facebook.com/museocastillodemata

2017-07-02016eeeeCastillodeMata.jpg 6-MONUMENTO-A-ALONSO-DE-ALVARADO.jpg
De ingang van het museum bevindt zich in de Calle Domingo Guerra del Río, behalve voor groepsbezoek, dan heeft men toegang via de passage welke vanuit de Carretera de Mata - achter het roodstenen monument van Alonso Alvarado - leidt naar de achteringang van het Castillo de Mata (35017 LAS PALMAS DE GRAN CANARIA)

Voor groepsbezoek met een gids van het museum:
Telefoon 828 904 511, of reserveren via E-mail: info@castillodemata.es

Openingstijden:
- Dinsdag en woensdag: van 10:00 tot 13:00 uur,

- Donderdag: van 10:00 tot 13:00 uur en van  17:00 tot 20:00 uur,
- Vrijdag: van 10:00 tot 13:00 uur,
- Zaterdagen en eerste zondag van de maand: van 11:00 tot 14:00 uur.
- De gehele maand augustus gesloten.

Entree: Gratis voor residenten
                    Niet residenten €4,=
n4XRorQNCS_L25NOgz-.png
CastilLodemATAMAPA.png

0000Islas-canariaslogo-kopie-38.jpg


Het museo submarino  (onderwatermuseum)
van Lanzarote is met 300 standbeelden compleet

LANZAROTE -  woensdag 11 januari 2017 - De Britse kunstenaar Jason deCaires Taylor  , en de president van het Cabildo (Eilandbestuur), Pedro San Ginés, hebben op dinsdag 10 januari 2017 in de Las Coloradas-baai de opening verricht van het  Museo Atlántico van Lanzarote, nu in volle omvang het eerste en enige in zijn soort in Europa.

De Ministerie van Kunst, Cultuur en Toerisme (CACT) van het Cabildo (Eilandbestuur) van Lanzarote, heeft deze ruimte mogelijk gemaakt, met door Jason deCaires Taylor 300 stuks geplaatste sculpturen,  verdeeld over een tiental beeldengroepen, op een oppervlakte van 2.500 vierkante meter.
unnamed2-1.jpg
                                                                  VIDEO::
                                       https://youtu.be/7PqGqEDqexM
museoatlantico11-28_g.jpg
museo-submarino-lanzarote-inaugura-120_g.jpg museo-submarino-lanzarote-inaugura-118_g.jpg
museo-submarino-lanzarote-inaugura-10_g.jpg
In de afgelopen maand heeft men in de tweede en laatste fase van de aanleg van deze  toeristen- en watersportattractie 230 sculpturen afgezonken. Bijna een jaar geleden heeft men de eerste 70 kunstwerken aangebracht met een ingreep die toen wereldwijd aandacht heeft getrokken, aandacht, die niet nalaat te groeien.
museo-submarino-lanzarote-inaugura-102_g.jpg museo-submarino-lanzarote-inaugura-103_g.jpg
museo-submarino-lanzarote-inaugura-101_g.jpgFeit is, dat de minister van Toerisme, Cultuur en Sport,  Mariate Lorenzo, van de Canarische Regering, deze dinsdag 10 januari 2017 heeft benadrukt, dat men het  Museo Atlántico,”  heeft veranderd in een toeristische ingreep van de eerste orde en met de grootse internationale uitwerking die een  door de Canarische Regering ondernomen actie nooit eerder heeft gehad. Lorenzo heeft aangegeven, “dat 931 miljoen mensen op de gehele Planeet afbeeldingen hebben gezien van het onderwatermuseum , dat 65 miljoen euro heeft gekost, en dat men daarom rekent op de publiciteit campagne om dat bekend te maken .”

De Canarische Regering en het Cabildo (Eilandbestuur) van Lanzarote hebben dit publiciteits-initiatief gefinancierd, dat 700.00 euro heeft gekost
museo-submarino-lanzarote-inaugura-114_g.jpg museo-submarino-lanzarote-inaugura-115_g-1.jpg museo-submarino-lanzarote-inaugura-113_g.jpg
museo-submarino-lanzarote-inaugura-109_g.jpg
museo-submarino-lanzarote-inaugura-3_g.jpg museo-submarino-lanzarote-inaugura-86_g.jpg
museoatlantico19-36_g.jpg museo-submarino-lanzarote-inaugura-77_g-1.jpg
Op zijn beurt heeft Lorenzo gezegd, “dat dit een relevante dag is voor het toerisme op Canarias omdat het museum op de kaart van de Canarische Eilanden staat en ook duidelijk een exponent is van het samengaan tussen toerisme, cultuur en sport.
Hij gaf aan: “Toerisme, omdat het een, toeristische attractie is; cultuur, omdat het van de hand is van de kunstenaar Jason deCaires dat men de sculpturen  vervaardigd heeft; en van belang voor de sport, omdat dit het nautisch-toerisme zal versterken.”

DeCaires Taylor is de auteur van alle onderdelen, die hij in de afgelopen twee jaar heeft gecreëerd. De beeldhouwer toon zich ‘tevreden over het resultaat van de installatie omdat,” men die goed kan zien in zee,” en definieert zijn  creatie," als een  poort die het de mensen van het Eiland en de mensen die ons bezoeken, mogelijk zal maken de zo prachtige zee te kennen die we hebben.”

DeCaires Taylor heeft erkend, dat hij veel verwachting heeft van de aantrekkingskracht die het museum genereert, en hij heeft laten weten dat hij zijn tijd  nu hoopt te wijden aan uitrusten.

Het Museo Atlántico heeft in de eerste tien maanden van haar bestaan, tussen 2 mei en 31 december 2016,  4.500 bezoeken gehad van sportduikers.

Het afzinken, uitgesteld inde afgelopen maand om de werkzaamheden aan het Museo Atlántico te kunnen voltooien, zijn op dinsdag 10 januari 2017 hervat.
 museo-submarino-lanzarote-inaugura-78_g.jpg museo-submarino-lanzarote-inaugura-77_g.jpg  museoatlantico2-37_g.jpg museoatlantico14-31_g.jpg
museo-submarino-lanzarote-inaugura-117_g.jpg museo-submarino-lanzarote-inaugura-106_g.jpg museo-submarino-lanzarote-inaugura-108_g.jpg
Net als bij elke opening door de  overheid, is in het Museo Atlántico een lint doorgeknipt, maar met de bijzonderheid dat men dit symbolische gebaar onderwater heeft verricht.
museo-submarino-lanzarote-inaugura-116_g.jpg  museo-submarino-lanzarote-inaugura-104_g.jpg museo-submarino-lanzarote-inaugura-105_g.jpgDeCaires en San Ginés waren daartoe de aangewezenen en spraken vanuit de diepte van de zee de wens uit, “dat het  Museo Atlántico een poort vertegenwoordigd als toegang tot een andere wereld en een beter begrip kweekt voor onze prachtige, maritieme omgeving; en hoeveel we daarvan afhankelijk zijn.” Woorden, die rechtstreeks werden de gevolgd op het schip dat de genodigden  naar de openingsplechtigheid  heeft vervoerd (autoriteiten, sportduikers, en journalisten).

San Ginés heeft zijn tevredenheid uitgedrukt, “voor het voltooid hebben van een project van dergelijke omvang, dat zelfs al voor de opening een waardevolle manier is geweest om Lanzarote internationaal te promoten, wat men aanzienlijk heeft waargenomen in de toeristenindustrie van het eiland.”

De minister van Toerisme, Echedey Eugenio  van het Cabildo (Eilandbestuur) van Lanzarote, heeft verzekerd, “dat met de voltooiing van het Museo Atlántico, Lanzarote een ander kenmerk  heeft om zich te onderscheiden van andere, concurrerende bestemmingen.  Het Museo Atlántico zal, ongetwijfeld, veranderen in een attractie en een manier om de onschatbare waarde van een bestemming te promoten die zich onderscheid door haar uitstekende  kwaliteit.”
Hij vertrouwt erop dat "deze nieuwe ruimte  een katalysator is voor een bestemming die een koopkrachtige toerist wil aantrekken in relatie tot  de nautische sporten en een waarde wil toevoegen aan onze maritieme diepten.”
                                                                VIDEO:
http://videos-cdn.laprovincia.es/multimedia/videos/2017/01/11/113649/museo-atlantico-lanzarote-1_p.mp4
museo-submarino-lanzarote-inaugura-121_g.jpg museo-submarino-lanzarote-inaugura-75_g.jpg museo-submarino-lanzarote-inaugura-11_g.jpg museo-submarino-lanzarote-inaugura-12_g.jpg
museo-submarino-lanzarote-inaugura-2_g.jpg museo-submarino-lanzarote-inaugura-5_g.jpg museo-submarino-lanzarote-inaugura-6_g.jpg museo-submarino-lanzarote-inaugura-4_g.jpg

DeCaires heeft onderwatersculpturen gerealiseerd in Cancún, Grenada, en op de Bahama’s, maar zijn ingreep in het Museo Atlántico omvat de grootste architectonische sculpturen die hij gecreëerd heeft.
museoatlantico15-32_g-1.jpg museo-submarino-lanzarote-inaugura-82_g.jpgHet gaat om een 30 meter lange en 100 ton zware muur, de sculptuur van een botanische tuin die verwijst van de plaatselijke flora en fauna,  en een samenstel van 200 levensgrote, menselijke figuren die een menselijke wervelwind vormen,  En het is juist deze laatste draai, die een bijzondere relevantie voor zijn auteur heeft, net zoals hij heeft uitgelegd.

 museoatlantico16-33_g.jpg museo-submarino-lanzarote-inaugura-20_g.jpg museo-submarino-lanzarote-inaugura-23_g.jpg
museo-submarino-lanzarote-inaugura-21_g.jpg museo-submarino-lanzarote-inaugura-25_g.jpg
museo-submarino-lanzarote-inaugura-14_g.jpg  museo-submarino-lanzarote-inaugura-1_g.jpg museo-submarino-lanzarote-inaugura-119_g.jpg
museo-submarino-lanzarote-inaugura-6_g-1.jpg museo-submarino-lanzarote-inaugura-19_g.jpg museo-submarino-lanzarote-inaugura-13_g.jpg
museo-submarino-lanzarote-inaugura-87_g.jpg museo-submarino-lanzarote-inaugura-96_g.jpg
museo-submarino-lanzarote-inaugura-24_g.jpg museo-submarino-lanzarote-inaugura-17_g.jpg
museo-submarino-lanzarote-inaugura-92_g.jpg museo-submarino-lanzarote-inaugura-99_g.jpg
museo-submarino-lanzarote-inaugura-98_g.jpg museo-submarino-lanzarote-inaugura-97_g.jpg
"Het is een waarschuwing voor de crisis die men meemaakt in de zee. We verkeren in een heel belangrijk tijdperk en er zijn veel problemen in de Oceanen van de wereld, en dit samenstel van  sculpturen is een oproep om wakker te worden.” Deze stukken en de andere worden gerangschikt in een reeks van twaalf groepen, verdeeld over 2.500 m², die zijn gebouwd met PH neutraal beton en dat heeft het mogelijk gemaakt, een groot kunstmatig arrecife (rif) te creëren.
4475cb44e368ae0d56e22fedbfb06203.jpg                               Mo(nu)menten van onze tijd, 'selfies' en bootvluchtelingen.
63ed850186270a028e61a7469b0e6851.jpg  9c170d32c2d99b45866ca8ee28d7ad61.jpg

Het museum is gevestigd op een diepte van 12 tot 14 meter op de Oceaanbodem voor de kust van Las Coloradas en, om de kosten van de hele onderneming  terug te verdienen, is de onderwatertentoonstelling tegen betaling door sportduikers te bezoeken en door snorkellaars te bekijken.  
De entree bedraagt voor een bezoek van één uur €12,= voor sportduikers; en €8,= voor snorkellaars, en het enige echte  onderwatermuseum in  Europa is vooralsnog te bezoeken van maandag t/m vrijdag tussen 10:00 en 17:00 uur.

Maximaal één uur
Geïnteresseerden moeten er wel rekening mee houden dat men nogal wat tijd nodig heef,t want er staan ruim 300 beelden op een oppervlakte van 2.500 vierkante meter opgesteld, en dat alles op diepten van  tussen de 12 en 14 meter. Bezoekers mogen
maximaal 1 uur onder water de beelden bekijken, meer tijd wordt niet toegestaan om zo andere duikers en snorkelaars ook de kans te geven de beelden te bekijken.
zzzislas-canariaslogo-628.jpg


Casa de Colón:
65 jaar een culturele
referentie van Canarias

LAS PALMAS DE GRAN CANARIA .- zaterdag 16 juli 2016 - Het Casa de Colón viert op maandag 16 juli 2016 de 65ste verjaardag als een van de culturele centra van de Archipel, bij voortduring gebaseerd op de nauwe banden tussen Canarias en Amerika.

Zoals het Cabildo (Eilandbestuur) laat weten in een persbericht, opende in 1951 de deuren van een instantie de is geïnspireerd door de aankomst van Christoffel Columbus op het eiland in 1492.
casaColn.jpgDe instelling begon vervolgens aan een reis die het gemaakt heeft tot een referentie op het vlak van onderzoek en promotie met de verspreiding van de kunst in alle vormen.

De huidige directeur van het Casa de Colón (Columbus-huis), Elena Acosta, heeft benadrukt. “dat de geschiedenis van de cultuur van Gran Canaria en ook die van Canaria vooral in de jaren ’50, ‘60 en ook in 70er jaren dit centrum raakt.”

Op haar beurt benadrukt ze, dat het centrum momenteel zijn centrale rol behoudt op het culturele gebied van de eilanden en op het geheel van de Archipel, “terwijl het vanaf de jaren negentig is, dat de instelling het idee hervatte van historisch museum en onderzoekscentrum”

Op museaal-niveau, gaat het om de ruimte die  jaarlijks de meeste bezoekers omtvangt, samen met de Fundación César Manrique (Lanzarote), wat zorgt dat het Casa de Colón een ‘ware long’ is voor de ontstaans wijk Vegueta.

In die zin, hebben in 2015 maar liefst 147.000 personen het Casa de Colón bezocht voor het ontdekken van een rijk artistiek bezit dat de pre Columbus archeologie beslaat, de Vlaams-Europese schilderkunst, het Amerikaanse barok en de Canarische vorming in de loop van de 19de Eeuw.

De betekenis van het Casa de Colón als cultuurzaaier en voor het onderzoek van de Canarische en de Atlantische Geschiedenis is gekristalliseerd in cruciale initiatieven voor de banden tussen de Archipel met Amerika, maar ook met Europa en Afrika.

Al met al zijn de: - Anuario de Estudios Atlánticos, - Coloquios de Historia Canario-Americana, - de publicaties, - Premios Viera y Clavijo, - de studiebeurzen. - Fondo Bibliográfico y Documental. en de voortdurende activiteit van promotie en onderwijs de duidelijkste uitdrukking van deze roeping.

Op haar beurt markeert de opening in1951 van het Casa de Colon een voor en na op Gran Canaria , een katalysator en bevorderaar van de cultuur in hoofdletters.

"Vanaf het  begin wilde het niet alleen een plek zijn om de toeristen te laten zien, maar is het de spil van een cultureel project," zegt Acosta.

"De eerste tentoonstellingen van veel kunstenaars die we tegenwoordig kennen op Canarias – zo concludeert zij -- zijn hier gemaakt en in de late jaren zestig was men gastheer van de eerste tentoonstelling in Spanje van Picasso, wat op dat moment een daad van durf en moed was,."
ZZZZislas-canariaslogo-kopie-63.jpg


Het Museum Finca Condal,
nieuw cultureel aanbod in Maspalomas

SAN BARTOLOMÉ DE TIRAJANA - maandag 20 juni 2016 -  Het Museo Finca Condal (Museum Grafelijk Landgoed) gelegen op een karakteristieke locatie in Juan Grande, maakt het mogelijk 500 jaar terug in de tijd te reizen van de geschiedenis van Gran Canaria en de ontwikkeling van Maspalomas, de economische cycli en de relatie met het Condado de la Vega Grande (Graafschap van de Grote Vruchtbare Vlakte). Het nieuwe culturele aanbod is te bezoeken vanaf woensdag 22 juni 2016.

Het toeristisch culturele product dat het Museo Finca Condal omvat, is niet alleen geschiedenis. “Het geeft waarde aan alle architectonische elementen van dit prachtige bouwwerk, de schoonheid en de gevarieerde flora, de wijncultuur, en vooral de belangrijke en beslissende invloed van de initiatieven van de grafelijke familie op de economie van Gran Canaria gedurende de afgelopen vijf eeuwen,” merkt Rosa Frey op, de Public Relations- en Marketingmanager van het complex
dddd.jpg

                De hoofdingang van het Museum Finca Condal (Grafelijk Landgoed).

Logo_Finca_Condal-1.jpg
Frey - vergezeld door Óscar Naranjo, beheerder van de Finca Condal - legt uit, dat het proces van het creëren van dit nieuwe toeristische aanbod - voor de gemeente San Bartolomé de Tirajana en voor het gehele Eiland - aangeeft, dat het doel is alle publieksgroepen op een rigoureuze en onderhoudende wijze te bereiken, op verschillende niveaus van verdieping, zoals de bezoeker wenst, en in diverse talen.
                            img_portada_libroLOBO1_644x800-2.jpg
"De inhoud is streng en gedocumenteerd beoordeeld door professoren Geschiedenis en door het Ministerie van Cultureel Erfgoed, van het Cabildo (Eilandbestuur)", zo merkt men op; waaruit blijkt dat te allen tijde gewerkt is aan de historische studie die is verricht door Manuel Lobo Cabrera en Fernando Bruquetas de Castro in het boek ‘Historia del Condado de la Vega Grande de Guadalupe’(‘Geschiedenis van het Graafschap van de Grote Vruchtbare Vlakte van Guadeloupe) (zie ook: https://nl.wikipedia.org/wiki/Guadeloupe), dat helpt een gezamenlijk inzicht te krijgen en in het perspectief van de rijke etnografie, cultureel, architectonisch en historisch, evenals op de inheemse flora, binnen het bereik van de toeristen, want Juan Grande is dichtbij, op slechts 10 minuten afstand van Maspalomas,” zo merkt men op.
vinos-vega-grande-de-guadalupe.jpgHet museum bezoeken
Het museum is ook gedacht voor de passagiers van kruisvaarten die het kunnen bezoeken als ze terugkeren van hun gebruikelijke bezoek aan de stranden. “Het is een feit - gegeven dat de grafelijke familie deelneemt in het kamelenbedrijf - dat we een excursie hebben ontworpen die een rit per kameel door de duinen maakt, naar het strand van Maspalomas gaat met een bezoek aan de Finca Condal», zo laat Frey weten, die daarmee het aanbod toelicht dat dit is opengesteld voor individuelen, groepen, onderwijsinstellingen en buurtverenigingen.

dddd.jpg
Museo Finca Condal
Zie internetpagina:
http://www.fincacondal.com/en
zzzzzzzislas-canariaslogo-617.jpg


“Het is zeker,
dat ik veel geld heb verloren door
te zijn wie ik ben”

SAN BARTOLOMÉ DE TIRAJANA - dinsdag 24 mei 2016 - De journalist Francisco Suárez Álamo heeft voor het dagblad ‘Canarias7’ het onderstaande interview gemaakt met Alejandro del Castillo y Bravo de Laguna, de negende graaf van la Vega Grande de Guadalupe (*):
tuviera-anos.jpg
Alejandro del Castillo y Bravo de Laguna, op woensdag 18 mei 2016 in zijn woning, in de wijk Vegueta, midden in het historische centrum van de hoofdstad van Gran Canaria.
- VRAAG:Begin juni 2016 is de ingebruikname van een nieuw museaal aanbod in de Finca Condal. Wat gaat de bezoeker er aantreffen?”

- ANTWOORD: “Op de eerste plaats is het juist erop te wijzen dat ik daar niet de auteur van ben, maar mijn zoon Fernando. De Finca Condal is op zich al mooi... Ik herinner me de dag dat César Manrique er was en die bleef onophoudelijk zeggen: “Verzorg dit, het is een juweeltje.”
                                                      10-15.jpg
                                           Fernando del Castillo y Benítez de Lugo.
fincacondal.jpg
Het pand is uit de 18de Eeuw en de kerk is gebouwd door een van onze voorouders, die bezitter was van het landgoed Juan Grande, en hij bouwde de kerk omdat de dichtstbijzijnde zich bevinden in San Bartolomé de Tirajana en de andere in Agüimes, waarbij het zeker is dat in dit gebied veel mensen woonden en werkten.
AJD.jpg

Logo_Finca_Condal.jpgLater bouwde men het huis en de laatste die daar woonde was mijn overgrootvader, die zich met de paardenkoets verplaatste en er lang over deed om er te komen, omdat er paarden gewisseld moesten worden in Agüímes.
bg_home_2.jpg
finca-condal-vega-grande4.jpgWe hebben zowel de kerk als het huis gerestaureerd, wat geschikt gemaakt is voor het houden van evenementen.
gal18129-11grooit.jpg
Van wat men nu in gebruik neemt, denk ik niet dat het een museum is in de zin van een gebouw waar oude voorwerpen worden getoond, maar dat het iets anders is.
vista-general-anocheciendo-finca-condal-vega-grande-e1303328248522.jpgDe bezoeker kan de de kerk bekijken, in de sacristie tonen we antieke kazuifels: men kan de bodega (wijnkelder) bezoeken met wijnen van het huis, en vervolgens tonen we in elke kamer en deel van de geschiedenis van Canarias wat te maken heeft met een van onze voorouders.”

- V:En als men bij negende graaf aankomt, die u bent,  wat vertelt men over dit nieuwe deel van het Casa Condal?”
-A:
[glimlachend] „De geschiedenis die u moet kennen...“ [glimlach].

- V.: “... ik veronderstel dat het de geschiedenis is van het toerisme op Gran Canaria...
- A:
Precies. Wat het Casa Condal gaat bieden, is iets didactisch, het is leerzaam zowel voor de toerist als voor de Canario zelf, voor scholen, enz.”

- V:  Zal dit gaan dienen voor het duiden van de  rol die uw familie, en concreet u, heeft gespeeld  in het toerisme?”
-A.:
“Ik denk het wel.”

-V.:Komt er in die zin erkenning van de Grancanarische samenleving van de verbondenheid met uw familie?
-A: “Wel… ik denk dat men die al heeft erkend en uiteraard aan mij persoonlijk, want men heeft mij alle erkenning gegeven… veel meer dan ik ooi heb kunnen denken: van ereburger van Las Palmas de Gran Canaria, ereburger van San Bartolomé de Tirajana, ereburger van Gran Canaria... Ik zeg u:;  het bezorgt me bijna een schaamtegevoel. Zeker is,  dat ik heel dankbaar ben. De realiteit is dat datgeen van het toerisme ook niet helemaal van mij is: het was van mijn familie. Het was aan mij om het idee uit te voeren: deed ik het goed of slecht? Ik weet het niet. Veel zaken geven me tegenwoordig te denken, maar zeker is, dat men een aanzienlijke welvaart heeft gecreëerd voor het gehele eiland.”

-V.: Maar kwam men in die jaren -  een halve eeuw geleden - er toe, te denken dat er toerisme zou kunnen komen in het Zuiden van Gran Canaria?”
- A.: “Nooit, In de eerste plaats omdat men het deed in een gebied waar geen elektriciteit was en geen waterleiding, er was niets. We begonnen in San Agustín omdat de weg tot daar kwam en dat het eerste was dat men zag. Ik herinner me dat ik destijds naar Unelco ging om te praten met de voorzitter voor elektriciteit en ik zei twee weken geleden 60 miljoen pesetas (omgerekend plm. €1.3601.340,=) te hebben betaald en hem vertelde dat hij ons daarvoor elektriciteit moest leveren: ik herinner me dat we een generator kochten voor het eerste wat we deden, dat waren de bungalows ‘Los Caracoles’ en ‘La Rotonda’.

Daarna kwamen de successen met wat men Nueve Suecia (Nieuw Zweden) noemde… zo begonnen we, maar ik zeg u dat we nooit gedacht hebben zover te komen. We verkochten dat in San Agustín en dachten: ”Waarheen gaan we nu”

En we gingen naar Oasis, daar ontstond het hotel. Later gingen we naar Playa del Inglés en ik dacht dat het onmogelijk was daar iets te verkopen, zeker is dat we enkel bungalowtjes bouwden en voordat die voltooid waren, verkochten we alles vanwege de vraag die er heerste.”

-V:Met alles wat men deed, begon het toerisme, wat herinnert u zich met de meeste trots, waar bent u het meest tevreden over?”
- A.: “Voor mij was dat Hotel ‘Oasis’, Ik zal u wat zeggen: het spijt me dat men het sloopt. Het lijkt erop alsof de mensen willen, dat men niets ziet van wat wij gedaan hebben, en daarvan heeft de Gemeente de schuld.
La Rotonda’, bijvoorbeeld, was een gebouw dat men had kunnen behouden omdat het kenmerkend was en men daar feest heeft gehouden voor de opening van Maspalomas als toeristengebied, en van de ene dag op de andere heeft men het gesloopt.
Hetzelfde gebeurde met restaurant ‘El Abanico’, gebouwd door Manolo de la Peña; en met de kerk in de wijk San Fernando de Maspalomas, en de bevolking die schattig was. De burgemeester van toen, mijnheer Araña del Toro, gaf toestemming voor elke zaak, men bouwde panden die op favelas leken. Toen de heer Araña del Toro aantrad, heeft hij niet met ons samengewerkt zoals zou moeten.”

-V.: Hotel ‘Oasis’, als de beslissing over de toekomst van u zou afhangen, wat zou er gebeuren?”
- A.: “Ik zou de gehele gevel in takt laten en het gehele interieur veranderen. Dat is bovendien het meest gemakkelijke, want het is een metalen constructie. In eerste instantie heb ik gezegd, dat het me speet, maar men negeerde me gewoon en nu zeg ik  niets.”
alejandrodelcastillo_port.png img_12000.jpg
- V.: “Denkt u dat men u in deze en andere zaken meer aandacht gegeven zou hebben als u niet de graaf van la Vega Grande was? Heeft de titel tegen uw belangen en die van uw familie gespeeld?”
- A.: “Ik denk het wel, ja.”

- V.: “Is dit een weinige edele samenleving. Ik wil zeggen: "Is de adel slecht gezien op Canarias?”
 -A:
  “Die wordt slecht gezien door enkelen maar het is zeker dat ik geboren ben waar ik geboren ben en ook is het zeker, dat ik veel geld heb verloren door te zijn wie ik ben.
In de eerste plaats omdat ik niet ambitieus geweest ben en het eerste wat we hebben geprobeerd, is de mensen te helpen, en veel mensen zijn welvarend geworden door ons.  Dat mag duidelijk zijn.  
Ik heb voldoende gesteund, ik heb veel gefaciliteerd aan mensen die een perceel kwamen kopen en wat dies meer zij. Mijn grootste voldoening is, dat ik mensen geholpen heb te leven, mensen die pachters waren, die van ons een perceel kochten om te leven…”

We hadden 5.000 werknemers,  horecabedrijven, bouwbedrijven en Cementos Especiales... En toen veel van die bedrijven in surseance van betaling verkeerden, kan ik zeggen, dat we alles met de banken regelden opdat niemand onbetaald bleef, en dat hebben we gedaan.

Mijn tevredenheid is, dat ik op straat medewerkers tegenkom, die me zeggen: "Don Alejandro kent u me nog? Want ik weet nog dat ik bij u gewerkt heb", dat is een grote voldoening.

-V.: “Deze hulp zorgt ervoor dat men ‘s nachts rustig kan slapen.”
-A.: “Precies, geld is niet het belangrijkste in  het leven. Er zijn zaken die veel belangrijker zijn.”
imagen-6.jpg-V.: Met alles wat u in uw leven gedaan heeft, welke projecten zijn er nog te realiseren?”
- A: “Nee. Nu rest mij niets meer om te doen. Ik ben klaar voor de dood. Kijk eens: als men mij zegt dat ik morgen dood ga, dan interesseer me dat niet.

-V.: “Maar aan die zaken denkt men niet.”
-A. :
“Maar ik denk er wel aan.”

-V.: “Dan heb ik de eenvoudige vraag, hoe wenst u dat men zich u herinnert?”
-A.:
“Als een goede mens , Ik zou willen dat men zegt: "Wat een goede persoon was Alejandro, niets meer.”

* Noot van de redactie: Als aanvulling  op het bovenstaande interview, geven wij u separaat -in het onderstaande artikel - een overzicht van de erfopvolging van het Graafschap la Vega Grande de Guadalupe.
zzzzzzzislas-canariaslogo-521.jpg


Het Museo Canario  zal een filiaal openen
in het Casa Condal in Maspalomas

SAN BARTOLOMÉ DE TIRAJANA- vrijdag 15 april 2016 - Het Museo Canario zal in het laatste kwartaal van 2016  een filiaal openen in het Casa Condal in Maspalomas met de naam: “El Museo Canario. Maspalomas”, dat gewijd zal zijn aan de geschiedenis van Gran Canaria, vanaf het geologische ontstaan tot op heden.

Het museumbezoek al opgedeeld zijn in negen afdelingen  die overeenkomen met evenzoveel historische tijdvakken; zodanig, dat de bezoeker een chronologische kijk op het eiland krijgt.
img_33974.jpg                  Het Casa Condal in de wijk San Fernando de Maspalomas,
                                    in de gemeente San Bartolomé de Tirajana.
img_8086.jpg
Casa-Condal-de-Maspalomas-4.jpg
007-2.jpgIn die zin, zal men voorbeelden laten zien van de menselijke kolonisatie; van de oorspronkelijke bevolking; van de levenswijzen na de conquista castellana (Spaanse verovering) en van de diverse socio-economische veranderingen met de komst van het model van de huidige  toeristische exploitatie.
985df164b6079158d6a1d6937c61d0e8.jpg download-45.jpg

CASACONDAL.jpg
                                                          Casa Condal.
capitanes-laguna-casa--510x287.jpg
Deze onderwerpen worden behandeld en gematerialiseerd door middel van diverse museale hulpmiddelen,  zoals teksten, videobeelden, documentatiemateriaal, archeologisch- en  paleontologisch materiaal.
zzzzzzzislas-canariaslogo-406.jpg


Gratis toegang:
CAAM,
CAAM-San Antonio Abad,
en
San Martín,
vanaf eind april 2016

LAS PALMAS DE GRAN CANARIA - dinsdag 12 april 2016 - De toegang tot de tentoonstellingscentra voor eigentijdse kunst: het CAAM, het CAAM-San Antonio Abad en het San Martín Centro de Cultura Contemporánea zijn met ingang van mei 2016 gratis toegankelijk, zo is unaniem besloten in de Raadsvergadering van het Cabildo (Eilandbestuur ) van Gran Canaria.

Deze maatregel wil een betere toenadering verstrekken tussen het publiek en deze drie tentoonstellingscentra voor eigentijdse kunst - die ressorteren onder het Cabildo (Eilandbestuur) van Gran Canaria - zo heeft het Cabildo laten weten in een communiqué.

caam.jpg
                                        Centro Atlántico de Arte Moderno (CAAM).SALASDEEXPOSICINDELCAAM.jpg
Men heeft ook besloten een groot deel van de culturele activiteiten gratis te houden welke onderdeel uitmaken van de CAAM programmering, behalve voor bepaalde specifieke activiteiten die wel een toegangstarief zullen hebben.
SALASANANTONIOABAD.jpg                                                               CAAM-San Antonio Abad.sanmartin.jpg
                                     San Martín Centro de Cultura Contemporánea .
De concerten die vanaf 30 april 2016 plaatsvinden in het San Martín Centro de Cultura Contemporánea, hebben over het algemeen een toegangsprijs van €5,= met een korting van 50% voor werklozen, 65-plussers, studenten, houders van het carné joven, Amigos del CAAM, en mindervalide personen.
zzzzzzzislas-canariaslogo-396.jpg


Het Museo de la Ciudad,  stagneert

LAS PALMAS DE GRAN CANARIA - zondag 20 maart 2016 - De fortificatie heeft na de opening als Museo de la Ciudad y el Mar op vrijdag 4 maart 2016 haar eerste verjaardag gevierd als:  Museum van de Stad en de Zee. De periode van een jaar  heeft gediend om de tekortkomingen en de benodigdheden te kunnen vaststellen voor het aantrekkelijker maken van het aanbod en de verspreiding van kennis, in een ruimte die een rol wil vervullen als museum.

Het bekend maken van de geschiedenis van de stad vanaf de Middeleeuwen tot de 21ste Eeuw. Dat was het doel wat men nastreefde toen men  - na 13 jaar restauratie en verbouwen - op 18 maart 2015 is overgegaan tot de opening van het Castillo de Mata als:  Museum van de Stad en de Zee. Maar slechts 12 maanden later, is het project - dat is ontworpen door professor in de Kunstgeschiedenis, Ángeles Alemán - gericht op de geschiedenis van het fort en zijn archeologie, de historie van de stad en de relatie tot de zee, stagnerend.
MATA.jpg                 Dit is het meest interessante deel voor de bezoekers die de fortificatie ontvangt.
Sinds juni 2015 heeft het Gemeentebestuur ervoor gekozen de ruimte zelf te beheren met eigen personeel; samenvallend met de wisseling van de Gemeenteraad en met het verstrijken van de geldigheidsduur van de private concessie die dit museum heeft gehad sinds de opening. Zo zijn er negen maanden verstreken waarin het museum, na de  aanvankelijke stormloop aan bezoekers die de nieuwigheid van opening met zich meebracht, het bezoekersaantal heeft zien teruglopen.

Momenteel heeft de fortificatie - die men kan bezoeken van maandag t/m vrijdag van 10:00 tot 13:00 uur, en op zaterdag van 11:00 tot 14.00 uur, voornamelijk  schoolklassen en  beroepskrachten uit het toerisme als bezoekers.  Het overige bezoek bestaat uit plaatselijk publiek en rugzaktoeristen die zonder vooropgesteld plan het kasteel tegenkomen.

Het gebrek aan aantrekkelijkheden en de meer dan teleurstellende bekendheid is een fatale combinatie voor een ruimte,  waarbij de afwezigheid van een duidelijke promotie door de plaatselijke autoriteiten, voor wat betreft het richten van het vizier op het tentoonstellingsvoorstel.

Dat is de mening van José Aguiar, geschiedkundige en algemeen coördinator van de kastelen van Mata en La Luz. Hij merkt bovendien op, dat in tegenstelling tot het Museo Canario en het Casa de Colón, met zulke sterke werving als respectievelijk de oorspronkelijke bewoners en de figuur van Christoffel Columbus, “wij niet zulk een sterk merk hebben,” vandaar, “dat de bezoeker die de tentoonstelling eenmaal heeft gezien, niet meer terugkomt.”

José Aguiar voegt toe, “dat het grootste probleem wat men momenteel heeft, het aantrekkelijker te maken is; opdat, als men eenmaal gekomen is, men wil terugkomen.” Bovendien is Aguiar zich ervan bewust, dat - zeg maar - “er weinig origineel materiaal is waarover men  beschikt,”  daarom denkt hij, “dat men als museum nodig heeft leven te geven  met evenementen, of aan de restauratie.”

Het bekend maken van de ruimte is een ander aspect om te verbeteren. Aguiar is verantwoordelijk voor de rondleidingen en weet dat het nodig is, om de openingstijden op werkdagen uit te breiden met middagopenstelling. Hij pleit ook voor het versterken van de informatievoorziening aan passagiers van kruisvaartschepen en aanwezigheid op de netwerken, "met een internetpagina en daarop dan alle kastelen van de stad."


Jerez, Vázquez de Parga, Beristáin en
Njami besluiten over de toekomst
van het  CAAM

LAS PALMAS DE GRAN CANARIA - zondag 17 januari 2016 - Drie vrouwen en twee mannen zullen besluiten over de toekomst van het Centro Atlántico de Arte Moderno (CAAM) (Atlantisch Centrum  voor Moderne Kunst). De Raad van Bestuur van het museum heeft op vrijdag 15 januari 2016 unaniem gekozen voor de samenstelling van het beoordelingscomité dat zich zal bezig houden met de artistieke leiding van het centrum voor eigentijdse kunst.

Dit beoordelingscomité, dat wordt voorgezeten door de directeur-generaal van Cultuur, Oswaldo Guerra, van het Cabildo (Eilandbestuur) van Gran Canaria, bestaat uit de leden:
- Concha Jerez,
- Ana Beristáin,
- Ana Vázquez de Parga
- Simon Njami,
convocatorias.jpg
logo-13.png
museo_centro_atlantico_de_arte_moderno_las_palmas_t3500065jpg_1306973099.jpg caam06.jpg
“naast de voorzitter, vier gerenommeerde persoonlijkheden op het gebied van creëren en het beheer van centra van eigentijdse kunst, die deelnemen in de hoedanigheid van stemhebbend lid,” zo heeft het CAAM  laten weten in een persbericht dat is uitgegeven op vrijdag 15 januari 2016. Na afronding van de verkiezingsprocedure, zal het opgerichte comité haar voorstel doen aan de Raad van Bestuur
concha-jerez.jpg 8069_I_CAAM.jpg

Concha Jerez (Las Palmas de Gran Canaria) is een Spaanse kunstenares met een internationale carrière. Ze is onlangs onderscheiden met de:
Premio Nacional de Artes Plásticas 2015
   (Nationale Prijs voor Beeldende Kunst 2015,
en, verder met de:
- Medalla de Oro al Mérito a las Bellas Artes 2011
   (Gouden Medaille voor Verdiensten in de Schone Kunsten 2011,
 en de :
- Premio MAV (Mujeres en las Artes Visuales) 2012
  (MAV Prijs) (Vrouwen in de Visuele Kunsten) 2012.
Ze heeft deelgenomen aan diverse exposities, relatieve evenementen  en festivals, en kan vanuit haar afkomst bogen op een brede kennis van de Canarische artistieke realiteit en van het CAAM.

Op haar beurt, is Ana Beristáin (Spanje, Madrid), deskundige in eigentijdse kunst met een nationale en internationale carrière en een uitgebreide kennis van het CAAM vanuit haar beheer en oorsprong. Ze is conservator geweest van het Museo Nacional de Arte Contemporáneo Reina Sofía de Madrid (Nationale Museum ‘Reins Sofia’ voor Eigentijdse Kunst, in Madrid) en van het Museo Español de Arte Contemporáneo de Madrid (MEAC) (Spaanse Museum voor Eigentijdse Kunst, in Madrid).

Ana Vázquez de Parga (España, Madrid) is deskundige in het avant-gardisme van de 20ste Eeuw met een brede ervaring op nationaal en internationaal niveau op het terrein van de kunst. Ze is kenner van het CAAM vanuit haar oorsprong van waaruit ze diverse projecten ontwikkelde. Ze is gespecialiseerd in Óscar Domínguez en heeft en brede kennis van de historische avant-gardisten op Canarias.

Tenslotte, is Simon Njami (Zwitserland - Kameroen, wonend in Parijs) een van de intellectuelen en grootste specialisten in het onderzoek en bevordering van de eigentijdse Afrikaanse kunst en van de Caraïben. Hij is schrijver, commissaris, onderwijzer, kunstcriticus en essayist.
zzzzzzzislas-canariaslogo-58.jpg


Het
Museo y Parque Arqueológico Cueva Pintada
in Gáldar
onderscheiden door de CICOP

GÁLDAR - woensdag 13 januari 2016 - De Fundación Centro Internacional para la Conservación del Patrimonio (CICOP) (Internationale Stichting voor Conservering van Erfgoed) heeft voor de 12de  keer haar onderscheidingen uitgereikt.

Onder de gedecoreerden, aan wie de prijzen - in aanwezigheid van de vertegenwoordigers van de Raad van Toezicht van het Internationale Netwerk van Centra voor de Conservering van Architectonisch Erfgoed  (zie: http://www.cicop.net/joomla) - in maart 2016 worden uitgereikt in de Paranimfo (Aula) van de Universiteit van Alicante, is de archeologische vindplaats: Cueva Pintada in Gáldar.
logocicop1.jpg 180px-Fachada_MPACP.jpg
                                                                     De hoofdingang van het Museum in Gáldar.
20060723120706-1976b.jpg

         Het Museo y Parque Arqueológico Cueva Pintada in Gáldar (Gran Canaria).
logocueva.png
217476-1g.jpg
                                                Museumwinkel Cueva Pintada.
Een internationale jury kent deze onderscheidingen toe, de eerste keer is dat gedaan in 2004. De internationale voorzitters van de CICOP van Latijns Amerika, México en de Caraïben, Europa en Afrika, hebben voor de onderscheidingen een keuze gemaakt uit de aangemelde kandidaten.
cuevapintada-grancanaria0.jpg

cueva_pintada_galdar.jpgVolgens de instelling “duiden deze onderscheidingen op een herkenbare aanpak van de huidige realiteit  van het internationale, culturele erfgoed. Ze worden jaarlijks toegekend aan instellingen of personen van wie,  het intellectuele, creatieve, technische of humanistische werk op voorbeeldige wijze bijdraagt aan de verspreiding, communicatie, onderhoud, conservering, restauratie of herstel van het erfgoed."
zzzzzzzislas-canariaslogo-39.jpg


Reina Sofía’-Museum heeft
´Amor hasta los huesos´
van Juan Ismael aangekocht

De Spaanse Staat  verwerft een surrealistisch schilderij
van de Canario, geschilderd in 1935

MADRID - woensdag 30 december 2015. Het werk ‘Amor hasta los huesos’ (`Liefde tot op het bot`) van de Canarische kunstschilder  Juan Ismael, is aan de collectie van het Museo Nacional Centro de Arte Reina Sofía (Mncars) (Nationale Museum Kunstcentrum Koningin Sofia) toegevoegd.

De Spaanse Staat, waartoe het museum behoort, heeft - na uitoefening van het recht van eerste weigering (voorkeursrecht bij de overdracht van culturele goederen) - het kunstwerk  tijdens een recente veiling verworven voor een bedrag van €16.000,= aldus een woordvoerder van Veilinghuis Segre in Madrid. Het schilderij uit 1935 is op de veiling gekomen met een startprijs van €4.000,=
reina-sofia-1.jpg
                                                            ‘Amor hasta los huesos’

Het werk - van de artiest die in 1907 in La Oliva (Fuerteventura) is geboren en overleden in  Las Palmas de Gran Canaria en 1981- is het tweede van de kunstschilder (voorafgegaan door Composición surrealista, uit 1939) dat is opgenomen in de collectie van het Reina Sofía- Museum.
juan-ismael.jpg juan-ismael1.jpg 002-3.jpg juan_ismael2.jpg
 200801211358060TripticoJuanIsmaelWEB.jpg

‘Amor hasta los huesos’ is afkomstig van de Galería Multitud, waar het in Madrid -gedurende een periode van vier jaar - is verbleven; de galerij staat bekend om haar activiteit in het herstel van de avant-gardistische Spaanse kunst in de context van de eerste overgang naar de democratie. In dat tijdperk trad Juan Ismael in 1975 toe tot het collectief van Surrealismo en España.

Voordat het is ingelijfd in de collectie van de Staat, was het schilderij eigendom van de erven van een kunstverzamelaar uit Alicante. Het Veilinghuis Segre heeft nog een schilderij vam de artiest, Árboles y escaleras (Bomen en ladders, uit 1947), dat met zal gaan veilen.

fondocentroartejuanismael.jpg Juan-Ismael-big.jpg
lookfuerteventura-juan-ismael-poeta-en-la-isla.jpg Casa_Salazar-exposicion-pintor-canario-Juan_Ismael_EDIIMA20140903_0179_14.jpgHet artistieke werk van Juan Ismael krijgt zijn eerste erkenning van het surrealisme, een beweging die Spanje laat bereikt. Op Fuerteventura is een kunstcentrum dat zijn naam draagt.

Ismael  woonde in Madrid, Barcelona, ​​Bilbao en Salamanca. Hij is, na een anonieme klacht, tot twee jaar gevangenis veroordeeld  op beschuldiging van vrijmetselarij en communistische ideeën; de straf werd omgezet in ballingschap naar de Canarische Eilanden. Hij is in Venezuela in ballingschap gegaan (zie: https://en.wikipedia.org/wiki/Juan_Ismael).
00000AAAAAAAAAslas-canariaslogo-129.jpg 


De best bewaarde Guanche-mummie
verhuist in Madrid

MADRID - De Guanche-mummie uit de Barranco de Herques  is sinds maandag 14 december 2015 de trekpleister in de  ruimte welke gewijd is aan de Canarische prehistorie, in het Museo Arqueológico Nacional (MAN) (Nationaal Archeologisch Museum) in Madrid.

Ruim honderd jaar is de best bewaarde Guanche-mummie die er bestaat, verbleven  in het (Antropologisch Museum) van waaruit de oude Guanche verhuisd is op maandag 14 december 2015 naar het MAN, waar de  eeuwenoude, taaie, gelooide maar uiterst kwetsbare oerbewoner van Canarias de ster zal zijn in de nieuwe tentoonstellingsruimte die gewijd is aan de Canarische prehistorie.
2-16.jpg
4-13.jpgMet een Guanche-gedicht heeft men in het Museo Nacional de Antropología in Madrid afscheid genomen van de mummie die in 1776 in de Barranco de Herques op Tenerife is aangetroffen en die nu – met een strikt in acht genomen protocol, om beschadiging te voorkomen - is overgeplaatst naar het Archeologisch Museum.
museo-arqueologico-nacional_2199301.jpgHet Archeologisch Museum is sinds 14 december 2015 de gastheer voor de Guanche-mummie uit de Herques Barranco, het beste voorbeeld van pre-Spaanse, gemummificeerde Canarische resten en pre-Spaanse culturen waarmee het museum de nieuwe tentoonstellingsruimte opent over de pre-Spaanse bevolkingsgroepen.
5-13.jpgNa de overbrenging hebben bij de aankomst in het MAN, zes medewerkers van een bedrijf dat gespecialiseerd is in het vervoer van kunstwerken - in witte bescherm-overalls en maskers - de kwetsbare mummie uit de kist gehaald waarin deze is vervoerd naar de vitrine die speciaal is ontworpen om de Guanche onder de meest ideale omstandigheden te conserveren.
6-72.jpgEnkele maanden daarvoor heeft men al een proefverhuizing en plaatsing van de mummie uitgevoerd; zo heeft de chef conservator van het Museum, Teresa Gómez Espinosa, uitgelegd; die vertelt hoe complex het proces is geweest, omdat de mummie heel kwetsbaar is.

1-23.jpg

7-12.jpg
8-13.jpg

9-9.jpg
3-14.jpg
De vitrine waarin deze voortaan verblijft, is speciaal ontworpen om de Guanche-mummie onder de meest ideale omstandigheden te conserveren, en bevat complexe voorzieningen voor het analyseren en meten van  zijn binnenste, met de bedoeling het risico te vermijden van besmetting met vluchtige, organische verbindingen en biotische afbraak te voorkomen.

De momenten waarop men de mummie uit de vitrine heeft gehaald en geïnstalleerd heeft in de nieuwe omgeving, zijn de meest kritieke geweest, zo heeft de chef conservator aangegeven die, de operatie succesvol noemt, waarbij men een exact protocol heeft gevolgd vanwege de kwetsbaarheid van de mummie, die heel gevoelig is voor verstoringen.

Een uiterst geavanceerde verpakking,- vervaardigd  met een speciale mal speciaal voor de verhuizing - heeft de mummie beschermd tijdens het proces beschermd tegen gevaarlijk omgevingslicht en verandering van omgeving.
VelasquezPicasso.jpg‘Las Meninas’ van  Diego Velàzquez 1657 (in het Prado-Museum in Madrid) en... van Pablo Picasso 1957 (in het Picasso Museum in Barcelona).
download-2.jpg                                                                        ' El Guernica'.
“Het is een uniek exemplaar,” zo heeft de directeur van het MAN, Andrés Carretero, laten weten, die heeft uitgelegd dat de operatie welke op14 december 2015 is uitgevoerd, net zoiets is , “als het verplaatsen van Las Meninas en El Guernica, waarbij geen enkele fout gemaakt mag worden want dat zou het voorwerp onherstelbaar beschadigen.”

“Daarom,” zo heeft Andrés Carretero opgemerkt “heeft men dat met alle garanties en technisch personeel gedaan, na de analyses die zijn uitgevoerd door personeel van het Instituto de Patrimonio Cultural (Instituut voor Cultureel Erfgoed) en een generale repetitie van het gehele proces.”
000000-1.jpgCarretero is er van overtuigd, dat de mummie een trekpleister voor het gehele publiek zal zijn. In het bijzonder voor kinderen, maar hij heeft gewezen op het  belang van het museum in het als zodanig  complementen van  het bewijs van de culturele ontwikkeling van het huidige Spanje en dat Canarias de enige Deelstaat is, die niet vertegenwoordigd was.

Ruth Maicas, van de Afdeling Prehistorie van het MAN, heeft aangegeven dat het heel moeilijk is, het tijdperk aan te geven waaruit de mummie dateert en is van mening, dat er nog veel te onderzoeken is in de Canarische antropologie en geschiedenis.

Deze mummie  van een volwassen man die, na ontdekt te zijn, naar Koning Carlos III is gestuurd voor het Real Gabinete de Historia Natural (Koninklijk Kabinet voor Natuurhistorie) vanwege de uitzonderlijke staat van conservering - is getuige van een van de opvallendste kenmerken van de Spaanse cultuur op de eilanden Tenerife, Gran Canaria en La Palma, die vooraanstaande leden van de maatschappij mummificeerden, die werden begraven in gemeenschappelijke tombes in moeilijk toegankelijke grotten, zo laat Maicas weten.

Het lichaam werd bedekt met geiten- en schapenhuiden; en op Gran Canaria gebruikte men ook matten van gevlochten rotanpalm.

De wijze van mummificeren die werd beoefend op de Canarische Eilanden, was anders dan die in andere culturen en laat meer delen van de overledene zichtbaar.

De nieuwe tentoonstellingsruimte die gewijd is aan de Canarische archeologie wordt gecompleteerd met voorwerpen van keramiek, textiel, idolen, hout en andere materialen, afbeeldingen, landkaarten en een video, die de Pre-Spaanse eilandcultuur dichter bij de museumbezoekers brengen.
00000AAAAAAAAAslas-canariaslogo-60.jpg 


De familie Kraus vertrouwt erop, in 2016
het museum voor de tenor te kunnen openen

LAS PALMAS DE GRAN CANARIA - dinsdag 24 november 2015 - De familie van Alfredo Kraus vertrouwt erop in 2016 hun al lang bestaande droom te kunnen verwezenlijken, de gehele artistieke  nalatenschap van de tenor te verhuizen naar Las Palmas de Gran Canaria, en in zijn geboorteplaats een museum te zijner ere in te richten, zo heeft Rosa Kraus laten weten op 24 november 2015.

De dochter van de zanger is op dinsdag 24 november 2015 naar Las Palmas de Gran Canaria gekomen, om deel te nemen aan de traditionele bloemenhulde die voorafgaat aan het herdenkingsconcert op de geboortedag van Alfredo Kraus (24 november), waarbij in 2015 een hoofdrol is weggelegd voor de tenor Aquiles Machado.
RosaKraus.png                     Rosa Kraus, op 24 november 2015 bij de buste van haar vader
                   in het Alfredo Kraus Auditorium in Las Palmas de Gran Canaria.
Auditorio_alfredo_kraus_las_palmas_de_gran_canaria-2.jpg
Rosa Kraus heeft laten weten, dat er al een akkoord bestaat met het Cabildo (Eilandbestuur) van Gran Canaria om de stichting nieuw leven in te blazen die de naam van de tenor draagt en, om zijn nalatenschap naar het eiland over te brengen: ruim 5.000 foto’s, de kostuums die hij op het toneel van de grootste theaters gedragen heeft, zijn partituren, zijn grammofoonplaten, en de programma’s van al zijn concerten.

“Voor de familie is het ‘heel emotioneel’, de opening van het zo gewenst Museo Alfredo Kraus naderbij te zien komen,” zo heeft Rosa Kraus laten weten.

Hoewel men nog steeds niet heeft beslist in welk pand men het museum zal onderbrengen,  zullen het Cabildo (Eilandbestuur) en de familie in de komende weken een ontmoeting hebben, om de details af te ronden en om een bedrijf te vinden dat het museumproject moet gaan realiseren.
krausa.pngRosa Kraus heeft ook uitgelegd, dat ze - in een tweede fase - ook weer voor het museum een ander project ter hand wil nemen waar haar vader bij betrokken was, een bel canto-school, waar oud-leerlingen van de tenor met hun grote stemmen van de opera-scene aan gaan bijdragen

De wethouder van Cultuur van Las Palmas de Gran Canaria, Encarnación Galván, heeft de bijeenkomst aangegrepen om de bereidheid van de stad tot volledige medewerking over te brengen die nodig zal zijn om het museum te realiseren dat de naam van de tenor zal gaan dragen.
ZZZZZZAislas-canarias-84-99-kopie-223.jpg 


Het Cabildo van Gran Canaria  zal
de nalatenschap van Alfredo Kraus
naar het eiland brengen

LAS PALMAS DE GRAN CANARIA - woensdag 14 oktober 2015 - Het Cabildo (Eilandbestuur) van Gran Canaria zal de nalatenschap van Alfredo Kraus naar het eiland brengen en dit herbergen in de vestiging van zijn Stichting, zo is besloten in de vergadering van woensdag 14 oktober 2015 die de president van het Cabildo (Eilandbestuur), Antonio Morales, en  de eilandminister van Financiën en Algemene zaken, Pedro Justo Brito;  en van  Cultuur, Carlos Ruiz, hebben gehad met de dochter van de artiest, Rosa Kraus.

Dit is een van de onderwerpen die gepland stonden voor de ontmoeting en waarvan Morales heeft uitgelegd, dat men zal kunnen rekenen op een bedrijf voor het verrichten van een eerste inventarisatie en catalogisering, wat - naar verwachting - plaats zal vinden in het Algemene Archief van het Eilandbestuur.
AKraus.jpgDe eilandpresident heeft aan zijn verklaringen voor de persmedia toegevoegd, dat het Cabildo (Eilandbestuur) het documentaire legaat van Alfredo Kraus, dat zich in Madrid bevindt, wil herstellen, “en alles wil bekijken wat onderdeel uit zou kunnen maken van het Museum en van de Stichting.”

Wat betreft de vestiging van de Stichting, heeft Morales opgemerkt, ”dat deze op Gran Canaria moet zijn, dat de Canario’s respect moeten betonen als eerbewijs en herinnering aan een universele Canario, met wie,” zo heeft Morales gezegd, “ Gran Canaria in  alle hoeken van de gehele wereld op bezoek blijft   met de naam van Alfredo Kraus.”

Wat dat betreft heeft Morales laten weten, dat men een gespecialiseerd bedrijf zal opdragen het project van de Stichting voor de toekomst opnieuw te actualiseren.  “Het is het fundament waarop men dit museum heeft gebouwd en deze Stichting heeft gevestigd,” aldus de Eilandpresident.

In die zin, en gevraagd naar wat er zal gebeuren met het pand in de Calle Buenos Aires in Las Palmas de Gran Canaria, dat men destijds geschikt zou maken voor het vestigen van deze Stichting - en waarvan men  momenteel voorziet, dat dit niet het geval zal zijn - heeft Morales opgemerkt, dat het zal gaan dienen voor een soortgelijk centrum, waarbij hij van mening is dat belastinggeld wat in dit soort werken wordt gestoken, “geen weggegooid geld is...”

Zoektocht naar sponsoren
Anderzijds heeft Morales laten weten, dat het Cabildo (Eilandbestuur) van Gran Canaria, “bereid is een  deel van de Fundación Alfredo Kraus te financieren,” evenals het te stimuleren; maar hij heeft hier aan toegevoegd, dat men ook private sponsoren zoekt, instituten in Spanje en wereldwijd, “omdat hij zich overtuigd weet, dat er velen zijn die willen deelnemen aan dit eerbetoon,” aan de artiest.

Bovendien heeft de eilandpresident benadrukt, “dat de Alfredo Kraus-Stichting een ‘aantrekkelijke economie ‘ kan genereren, in toerisme voor het eiland.”

Op haar beurt heeft de dochter van de artiest, Rosa Kraus, het Regeringskabinet van Morales bedankt voor het hervatten van dit project. Ze heeft eraan herinnerd, dat men in de jaren ’90 de Stichting van haar vader al heeft gestimuleerd, nog voordat hij is overleden  en, dat onder de doelstellingen een operaschool en een zangconcours overwogen zijn.

“De intentie die wij -  zijn kinderen - altijd hebben gehad is deze - zijn Stichting -  over te brengen naar Canarias, omdat hier zijn Auditorium is, zijn overblijfselen, en omdat zijn leven zich hier heeft afgespeeld en het ons heel  interessant lijkt dat hier diverse instanties belangstelling hebben getoond dat de Stichting hier is, evenals voor de wondermooie stemmen die er zijn  op Canarias. Wij zijn van mening, dat men aan de wereld kan tonen wat de jonge operazangers van hier zijn, en niet alleen van hier; omdat er een  school is waar ze van buiten naar toe kunnen komen, om hier te studeren,” zo heeft Rosa Kraus gezegd.

Rosa Kraus  heeft aangegeven, “dat het gaat om opnieuw beginnen, met een nieuw team en met gezamenlijke ideeën waarbij het erop lijkt, dat men het over praktisch alles eens is,” hoewel ze heeft toegevoegd,” dat het eerste is, het legaat naar Gran Canaria te brengen en dat de Stichting hier haar vestiging krijgt.”

In dit verband, heeft ze daar aan toegevoegd, “dat het noodzakelijk is, dit snel naar hier te brengen en te beginnen met het ondertekenen van overeenkomsten. Rosa Kraus heeft gezegd, “dat de erfenis ‘absoluut alles’ omvat; want naast het familie-erfgoed,” zo heeft ze gezegd, “zijn er andere verzamelaars in de wereld die willen doneren aan het museum.”

Het legaat van Alfredo Kraus bestaat o.a. uit 200 dozen met 5.000 foto’s, 15 opera-kostuums, 2.000 onderscheidingen en alle programma’s van zijn optredens.
ZZZZZZAislas-canarias-84-99-kopie-18.jpg


Het Museo de la Ciudad y el Mar-Castillo de Mata
is sinds 20 maart 2015
geopend voor het publiek

LAS PALMAS DE GRAN CANARIA - woensdag 1 april 2015 - Het Museo de la Ciudad y el Mar-Castillo de Mata - dat ressorteert onder het Departement Cultuur vam de Gemeente Las Palmas de Gran Canaria- is sinds de opening op 20 maart 2015 bezocht door 1.830 personen.

Deze bezoekers hebben met hun bezoek aan deze historische locatie - het Castillo de Mata (Kasteel van Mata) - de gelegenheid te baat genomen de geschiedenis van de hoofdstad van Gran Canaria te leren kennen en de verbinding van de stad met de zee; zo heeft het hoofdstedelijke Gemeentebestuur laten weten.
untitled-103.png        Het Museo de la Ciudad y el Mar - Castillo de Mata  in Las Palmas de Gran Canaria.
Na een ingrijpend herstel van het historische fort en het inrichten van het Museo de la Ciudad y el Mar, herbergt de fortificatie bovendien de restanten van de cubelo (verdedigingstoren) die - na het Castillo de La Luz - het op een na oudste bouwwerk van de stad is en behoort tot het verdediging syteem van Las Palmas de Gran Canaria aan het eind van de 16de Eeuw en  bevindt zich in het uiterste westen van de noordelijke stadsmuur van de hoofdstad.

Men kan het museum individueel bezoeken en begeleide groepsbezoeken worden georganiseerd door het bedrijf Dinámica, gestores y consultores, S.L.

Openingstijden
Vanwege de grote belangstelling - direct na de opening in maart 2015- heeft men de openingstijden uitgebreid en het museum kan nu ook tijdens de maanden april en mei 2015 eveneens op maandag bezocht worden, en zijn  de openingstijden als volgt:

  • van maandag t/m vrijdag van 10:00 tot 13:00 en van 18:00 tot 20:00 uur,
  • op zaterdag en zon- en feestdagen van 11:00 tot 14.00 uur;
  • geleide bezoeken organiseert men volgens afspraak wat telefonisch geregeld kan worden:
    - 608 202 147 of:  via E-mail: info@castillodemata.es
  • De entree is gratis.
    islas-canarias-36.jpg

De Martín Chirino-Stichting opent  op 28 maart 2015 haar deuren met
25 tentoongestelde kunstwerken

LAS PALMAS DE GRAN CANARIA - dinsdag 3 maart 2015 - Het Castillo de La Luz verkrijgt als vestigingszetel een nieuwe museum-dimensie met een volledig geïntegreerd cultureel project als ontmoetingspunt voor debat en studie, het tentoonstellen, documenteren, en verspreiden van de nalatenschap van Chirino

De veteraan kunstenaar Martín Chirino, een van de meest universele Spaanse kunstenaars, heeft op dinsdag 3 maart 2015 met zijn 90 jaar, aangemoedigd, “te dromen” en, “grenzen te doorbreken” vanuit de wereld van cultuur en wetenschap met het presenteren van de nieuwe stichting die een analyse van zijn werk voorstaat; hij heeft dut gedaan tijdens een openingsceremonie waarin hij de boodschap heeft willen lanceren: “onmogelijkheid bestaat niet.”
martinc.jpg                                                                    Martín Chirino.
Een uitgangspunt, om het nieuwe doel wat de kunstenaar voor heeft, in gang te zetten met de naam: Fundación de Arte y Pensamiento Martín Chirino (Kunststichting en gedachten van Martín Chirino); de stichting zonder winstoogmerk, zal op 28 maart 2015 haar deuren openen in zijn woonplaats Las Palmas de Gran Canaria met een aanvankelijke tentoonstelling van 25 sculpturen die vervaardigd zijn tussen 1965 en 2014, maar met de intentie tot het zijn van een centrum voor het genereren van kunst en gedachtengoed.

En het is , dat de beeldhouwer - die in1980 onderscheiden is met de Premio Nacional de Artes Plásticas (Nationale Onderscheiding voor Beeldende Kunst) en in 1985 met de Medalla de Oro de Bellas Artes (Gouden Medaille voor de Schone Kunsten) - dit benadrukt als het realiseren van ‘een droom’, waarvan hij geloofde die waar te kunnen maken. Dit dankzij een overeenkomst met de Gemeente Las Palmas de Gran Canaria en het Cabildo (Eilandbestuur) van Gran Canaria, wat het mogelijk maakt dit te subsidiëren met een jaarlijkse begrotingsbijdrage van beide instanties van €600.000,= ten behoeve van de financiering van de Stichting,” aldus de burgemeester van de hoofdstad van Gran Canaria, Juan José Cardona.

Tijdens de presentatie van het initiatief heeft de burgemeester gewezen op de geschiedenis van Castillo de Luz in zijn stad, dat - als een van de oudste en meest kenmerkende gebouwen op de Archipel - gekozen is tot zetel van de Fundación Chirino (Chirino-Stichting), waarbij hij heeft aangegeven, dat het Cabildo (Eilandbestuur) €130.000.= zal gaan financieren van deze €600,000,= en in eerste instantie de Gemeente de rest van dit bedrag; hoewel men eraan denkt, om meer inkomstenbronnen te gaan zoeken.

Wat dat betreft heeft de burgemeester laten weten, dat de eerste maanden na de opening het publiek gratis toegang heeft, maar dat men daarna een ‘redelijke’ entreeprijs zal vaststellen, om het project uiteindelijk duurzaam te laten zijn, waarbij men niet ontkent private sponsors te zoeken en mogelijk betaalde evenementen te organiseren.

Activiteiten, waarvan de directeur van de pasgeboren stichting Jesús Maria Castaño, laat weten, dat er workshops, cursussen en conferenties zullen plaatsvinden. Dit alles, zo benadrukt hij, vanuit het voorstel, dat de entiteit gevestigd zal zijn als een platform voor debat.

In die lijn heeft Chirino opgemerkt, dat dit pretendeert de getuigenis te heroveren van de zogenoemde “ kunstcursussen en -gedachten,” die enige tijd geleden ook al georganiseerd zijn door het eveneens Grancanarische Centro Atlántico de Arte Moderno (CAAM) Atlantische Centrum voor Moderne Kunst toen hij die daar heeft voorgezeten.

Martín Chirino was lid van de groep ‘El Paso’ waarvan ook de Grancanario Manolo Millares lid was.

De maker van zulke symbolische kunstwerken zoals ‘Lady Harimaguada’, ‘El Pensador’ (‘De Denker’), of de ‘Espiral del Viento’ (‘Windspiraal’) die men kan bewonderen in de hoofdstad van Gran Canaria, is regelmatig uitgenodigd geweest voor tentoonstellingen in de meest vooraanstaande musea wereldwijd, zoals het Metreopolitan Museum of Art en het Guggenheim in New York en in andere culturele hoofdsteden .

Martín Chirino heeft twee van zijn grootste vertrouwenspersonen aangewezen aan het hoofd van zijn Stichting, de o.a. hoogleraar Kunstgeschiedenis en Antropologie aan de Universiteit van Madrid zijnde Jesús Maria Castaño; en de journalist/schrijver, o.a. hoogleraar Maatschappijleer en Wetenschap aan de Universidad Complutense van Madrid Antonio Puente.
islas-canarias-36.jpg


De stad ontdekt haar geschiedenis  
Heropening van Castillo de Mata

LAS PALMAS DE GRAN CANARIA - zondag 22 februari 2015 - Het Castillo de Mata opent haar poorten op 18 maart 2015, na 13 jaar gesloten geweest te zijn wegens bouwwerkzaamheden en een investering van ruim vijf miljoen euro.

Het Museo de la Ciudad y el Mar (Museum van de Stad en de Zee) heeft tot doel de bezoeker achter de schermen van de stad te laten kijken en kennis te laten opdoen.
"Het heeft de stad ontbroken aan een ruimte om te praten over zichzelf," zo heeft de burgemeester laten weten tijdens de presentatie op zaterdag 21 februari 2015.
matacastillo.pngDe cubelo en de kazemat van het kasteel - het oudste gedeelte van de fortificatie; wat de Hollandse vlootvoogd viceadmiraal Pieter van der Does in  juni/juli 1599 met zijn 'bezoek' aan de stad heeft vereerd: (zie: http://gran-canaria-actueel.jouwweb.nl/geschiedenis/vice-admiraal-pieter-van-der-doess).

Op 18 maart 2015 opent het Castillo de Mata de poorten van het project ‘Museo de la Ciudad y el Mar’ (‘Museum van de Stad en de Zee’) dat geleid is door dr. in de Kunstgeschiedenis en professor aan de Universiteit van Las Palmas de Gran Canaria (ULPGC), Ángeles Alemán, als uitbreiding van het culturele en toeristische aanbod van de hoofdstad van Gran Canaria, dat op zaterdag 21 februari 2015 is gepresenteerd door burgemeester Juan José Cardona, samen met de wethouder van Cultuur, María Isabel García Bolta; en de minister van Overheidssamenwerking van het Cabildo (Eilandbestuur) van Gran Canaria, Antonio

Hernández Lobo.
imagesA4FCR8VR.jpg imagesXWR56RBN.jpg
images-34.jpg imagesC1TT5SZ0.jpgNa 13 jaar van verbouwen en ruim 5 miljoen euro investering, wil het kasteel de bezoekers de geschiedenis laten ontdekken van een stad die is verbonden met de zee, “en men doet dit in chronologische volgorde, in acht tentoonstellingszalen,” zo heeft Alemán uitgelegd.

 imagesEX60IDSO.jpgZo heeft zij uitgelegd, dat het bezoek aan het museum begint in de zaal: ‘La mirada de los navegantes. El nacimiento de la ciudad, dedicada a los siglos XV y XVI’ (‘De kijk van de zeevaarders. De geboorte van de stad, gewijd aan de 15de en 16 de Eeuw’), om door te gaan naar de zalen van het ‘Romantisme’ en de ‘Ilustración’ (‘Fotografie’). Er is ook een zaal die zich richt op de aanleg van de Haven en de figuur van León de Castillo, en een andere zaal is gewijd aan de 20ste Eeuw en de stedelijke ontwikkeling. Tevens is er een tentoonstellingszaal die de cubelo en de kazemat van het kasteel - het oudste gedeelte van de fortificatie - omvat.

imagesVDG9SC5I.jpg imagesRRVZBC4C.jpg
images724UYOBB.jpg                                      Castillo de Mata, vooraanzicht.
 images4SFLFLXQ.jpg                                            Castillo de Mata, zij- en achteraanzicht.
2014-07-02125ElBatnActoMilitar-LaMatayPalacioMilitar.jpg 2014-07-02127ElBatnActoMilitar-LaMatayPalacioMilitar.jpg
Alemán heeft verduidelijkt, dat men het museum opent, “met niet alle stukken de we graag zouden willen hebben, maar wel waardig.” En ze heeft de samenwerking benadrukt met de betreffende deskundigen, zoals Alfredo Herrera Piqué, Víctor Montelongo, Juan José Laforet, Francisco Quintana Navarro, Josefina Domínguez Múgica, Clara Muñoz, María de los Reyes Hernández en Joaquín Casariego.

Maritiem museum Burgemeester Cardona heeft gezegd, dat deze ruimte een gemis in Las Palmas de Gran Canaria opvult; “een stad, die veel culturele voorzieningen heeft, maar een gebrek had aan ruimte om te praten over zichzelf, haar geschiedenis, haar geboorte, de groei.” Bovendien heeft hij opgemerkt, dat dit project voorziet in een andere, al lang bestaande wens: “het hebben van een maritiem museum.”
islas-canarias-36.jpg


Castillo de La Luz wordt eind maart 2015
voor het publiek geopend

De Gemeente studeert op wijziging van de omheining,
voor een beter aanzien

LAS PALMAS DE GRAN CANARIA - donderdag 29 januari 2015 - Het Gemeenbestuur van Las Palmas de Gran Canaria bestudeert de diverse voorstellen voor wijziging van de omheining die het Castillo de la Luz omgeeft - de eerste fortificatie, die op de eilanden is gebouwd tijdens de Conquista (Spaanse verovering) - voor het verkrijgen van een beter aanzicht, zo heeft burgemeester Juan José Cardona laten weten op woensdag 28 januari 2015.

Tijdens de Gemeenteraadsvergadering heeft Cardona tevens laten weten, dat op donderdag 26 maart 2015 de opening voor het publiek gepland staat van deze historische fortificatie uit de 15de Eeuw, die beheerd zal gaan worden door de Fundación Auditorio Teatro (Stichting Auditorium Theater).
073.JPGHet Gemeentebestuur heeft in de afgelopen weken ontmoetingen gehad met de maatschappelijke groeperingen van de stadswijk La Isleta, met de bedoeling hun voorstellen in ontvangst te nemen, deze te bestuderen en uiteindelijk tot een definitieve oplossing te komen.
082.JPGDe omheining die het architectonische geheel van de fortificatie omgeeft, was een van de elementen die in januari 2014 ontworpen zijn bij herinrichting van het Castillo de La Luz om - na een periode van 13 jaar verbouwen - de heropening ervan mogelijk te maken.

Het toenmalige Kroonprinselijke paar, Felipe en Letizia, heeft de officiële opening verricht van het verbouwde fort wat in het tweede kwartaal van 2015 onderdak zal gaan bieden aan de Fundación Martín Chirino ( Martin Chirino-Stichting).

Het Gemeentebestuur herinnert eraan, dat met het doel de kunstwerken van de Grancanarische beeldhouwer in ontvangst te nemen, de in het Castillo La Luz ondernomen acties, uiteindelijk veel meer waren dan zo maar een simpel herstel van het fort.

Daartoe heeft men looproutes gewijzigd, om deze aan te passen op het gebruik als museum, ook  heeft men lichte loopbruggen aangebracht, een nieuw trappenhuis - met lift - gebouwd en nieuwe ruimten gecreëerd.
islas-canarias-36.jpg


San Martín  profileert zich als
Museum voor Schone Kunsten

LAS PALMAS DE GRAN CANARIA - vrijdag 28 november 2014 - Het Cabildo (Eilandbestuur) van Gran Canaria heeft een eerste stap gezet opdat de hoofdstad van het eiland eindelijk over een Museo de Bellas Artes (Museum voor de Schone Kunsten) kan beschikken.

Daartoe heeft men een ontwerp-ideeënwedstrijd uitgeschreven (voorzien van €50.000,=), opdat deze aloude vraag van de culturele sector grotendeels beantwoord zal worden en, in de komende jaren, het licht zal zien in het gehele gebouw van het voormalige Hospita de San Martín.
2008-12-27_IMG_2008-12-20_00-11-59_lp2.jpg

san-martin-1.jpg
Een gedeelte van de gevel van het antieke Hospital de San Martín, dat in ere is hersteld als
Centrum voor Eigentijdse Cultuur en wat 25% van het gebouw in beslag neemt

Het Casa de Colón (Columbus huis) in de hoofdstad geeft al decennia lang te kennen, dat er een vacante plaats is voor een tot nu toe op Gran Canaria niet bestaand Museo de Bellas Artes (Museum voor Schone Kunsten).
SanMartinLogoJPPEG.jpg

“Men heeft het goed gedaan, maar het is niet de rol van het Cabildo (Eilandbestuur). Men heeft installaties en enkele meters ruimte meer nodig,” zo heeft de algemene Coördinator van Cultuur, Historisch Erfgoed en Musea, Larry Álvarez, van het Cabildo (Eilandbestuur) laten weten.
Het Cabildo heeft daarom dan ook een openbare aanbesteding uitgeschreven, opdat het gehele antieke Hospital de San Martín de Vegueta - zowel het al herstelde gedeelte, evenals dat gedeelte wat nog hersteld moet worden - de vestiging zal worden van dit nieuwe museum-project.

Op maandag 1 december 2014 publiceert men de voorwaarden voor de ontwerpwedstrijd, met €50.000,= voor de winnaar; men doet dit op de internetpagina van het Centro Atlántico de Arte Moderno (CAAM) (Atlantische centrum voor Moderne Kunst; het organisme, dat nu al het beheer heeft over het San Martín Centro de la Cultura Contemporánea.

Vanaf genoemde datum beschikken de wedstrijddeelnemers over 120 kalenderdagen voor het presenteren van hun voorstellen. Die ideeën zullen moeten voldoen aan een aantal richtlijnen welke worden aangegeven op de internetpagina, zie: http://www.caam.net.
islas-canarias-36.jpg


Celso,  de vader van de Cueva Pintada

GÁLDAR - woensdag 5 november 2014 - Op 4 november 2014 heeft men de 20ste sterfdag herdacht van de grote promotor van de archeologische opgravingen van de Cueva Pintada (Beschilderde Grot) van Gáldar, Celso Martín de Guzmán (1946-1994).

De dood kwam eerder, dan dat hij zijn droom kon waarmaken: het zien van de Cueva Pintada getransformeerd tot een groot onderzoekscentrum over de inheemse Grancanarische bevolking en het creëren van een museum. Maar de huidige conservators van dit archeologische museum- park in Gáldar zijn de erfgenamen van dat werk.
 
                                             Celso Martín de Guzmán
Celso Martín de Guzmán was in 1946 geboren in Gáldar, op een paar honderd meter van een van de belangrijkste pre-Spaanse samenstelsters van Canarias, toen het destijds nog een nagenoeg verborgen locatie was onder boerderijen.

De kroniekschrijver van Gáldar, Juan Sebastián López, zegt dat de dr. in Archeologie en hoogleraar aan de universiteit, “een droom had, die - hoewel hij die nooit heeft kunnen aanschouwen - tegenwoordig een tastbare realiteit is.”

De opgravingen die de naam geven aan de vindplaats hebben het mogelijk gemaakt, iets meer te weten te komen over de geometrische schilderingen in de kleuren rood en wit. Ze hebben gediend om, stapje voor stapje, de geheimen te onthullen van de Canarische pre-Spaanse bevolking en hun levenswijze.

Celso Martín had zich vastgeklampt aan de idee van het herstellen van deze ruimte. Maar in bredere zin ook, aan het openbaren van de archeologie aan geheel Canarias.

Hij studeerde Filosofie aan de Universiteit van La Laguna (Tenerife) en specialiseerde zich in geschiedenis. Hij zette zijn opleiding voort aan het Instituto Español de Prehistoria del Consejo Superior de Investigaciones Científicas (Spaanse Instituut voor Prehistorie, van de Hoge Raad voor Wetenschappelijk Onderzoek) en behaalde zijn doctorstitel aan de Complutense-Universiteit van Madrid, waar hij werkte als leraar. (Voor de betekenis van ‘complutense’ (van Alcala), zie: http://global.britannica.com/EBchecked/topic/356121/Complutense-University-of-Madrid).

Arqueología en politiek
Celso Martín de Guzmán onderhield een grote vriendschap met de beeldhouwer Juan Borges Linares, eveneens afkomstig uit Gáldar, met wie hij naar Amerika reisde, en die nu tien jaar geleden is overleden. De onderzoeker breidde zijn kennis uit tijdens dit verblijf in Amerika, waar hij gedurende vier jaar samenwerkte bij enkele opgravingen in het Patagonische Andesgebergte
- dat gelegen is ten zuiden van de rivier de Colorado (41ste breedtegraad) tot aan de Straat Magellaan (zie: http://nl.wikipedia.org/wiki/Patagoni%C3%AB), en werkzaam was als leraar aan universiteiten.

Hij was de eerste algemene directeur van Erfgoed, onder destijds de president van de Canarische Regering, Jerónimo Saavedra, en vanuit die positie zette hij zijn strijd voor het conserveren van het culturele erfgoed van de gemeente en van de rest van de Archipel voort

Sinds 1967 trachtte hij de omvang van de Cueva Pintada te onthullen, die een eeuw lag onderworpen was aan het verstrijken van de tijd, de vochtigheid en de bijwerkingen van de landbouw, na de toevallige ontdekking ervan in de tweede helft van de 19de Eeuw.

Hij overtuigde de overheden van het enorme potentieel van het pre-Spaanse geheel, waarbij de Cueva bijna een obsessie werd, die hij bevorderde vanuit zijn verantwoordelijke positie in de Canarische Regering.

In 1987 begint men met de opgravingswerkzaamheden onder leiding van Celso Martín de Guzman en van Jorge Onrubia. In 1989 ontwerpt men het project voor het Archeologische Park en in 1991 het Plan Ruimtelijke Ordening Cueva Pintada.

Begin jaren ’90  is men erin geslaagd, dat het Ministerie van Onderwijs en Cultuur, van de Canarische Regering,  jaarlijks € 60.000,= investeerde, om de werkzaamheden te kunnen ondernemen. En, om de bescherming ervan te bereiken en om het verdwijnen van de schilderingen te voorkomen, bevorderde men de sluiting van de locatie, tegelijkertijd begon men met het integrale programma van conservering, onderzoek en wijdlopigheid.

Naar zijn oordeel heeft men in Gáldar een niveau van beschaving aangetroffen waarvan men schat, “dat deze de meest briljante is van de prehistorische cultuur van de Eilanden.” Niet alleen op deze locatie, maar in het antieke Agáldar in het pre-Spaanse tijdperk.

Het Museo y Parque Arqueológico is op 26 juli 2006 heropend, 24 jaar na de abrupte sluiting in 1982, toen het nog een opgegraven grot was tussen boerderijen en bananenplantages. Maar nu als een de meest vooraanstaande, historische musea van Spanje, met een hoge beschermingsgraad en een breed veld wat nog steeds blootgelegd moet worden.

Celso Martín de Guzmán is in de leeftijd van 48 jaar in zijn geboortestad overleden op 4 november 1994, aan de gevolgen van lymfeklier-kanker.

Bij zijn overlijden is hij benoemd tot Hijo Predilecto (Ereburger) van Gáldar en zijn er twee dagen van officiële rouw afgekondigd. Het Cabildo (Eilandbestuur) heeft in een raadsvergadering goedkeuring gehecht aan het in het Archeologische Park, wat hij zo promootte, aanbrengen van een herinneringsplaquette aan de professor, maar waarvan hij nooit de huidige omvang heeft kunnen zien.

Op zijn 20ste sterfdag heeft de Gemeente Gáldar de herinnering symbolisch aan hem levend gehouden met het brengen van een bloemenhulde in zijn geboortehuis in de Calle Larga, bovendien heeft de voormalige directeur van het museum - José Ignacio Sáenz, die leerling van hem is geweest in Madrid en die hij stimuleerde voor dit onderzoek zijn studie voort te zetten op Gran Canaria - een conferentie georganiseerd.
islas-canarias-36.jpg


De Nazi codeermachine 'Enigma' 
in het  Elder
-museum

Het tentoongestelde model heeft vier codeer-rollen,
en gaat daarmee vooraf aan
 
het meer gesofistikeerde apparaat met zes rollen,
dat men gebruikte in de Tweede Wereldoorlog

LAS PALMAS DE GRAN CANARIA - donderdag 9 oktober 2014 - Het Elder-Museum voor Wetenschap stelt vanaf woensdag 9 oktober 2014 in Las Palmas de Gran Canaria de ontwikkeling ten toon welke de schrijfmachine heeft doorgemaakt sinds die twee Eeuwen geleden is uitgevonden, in een expositie die een exemplaar bevat als een van de meest begeerde objecten van de Tweede Wereldoorlog: de ‘Enigma’-machine.

De tentoonstelling maakt het mogelijk, om in werkelijkheid een van de acht machines voor gecodeerde berichten te bekijken die de Nazi’s beschikbaar hadden gesteld aan de zijde van Franco tijdens de Spaanse Burgeroorlog (1936-1939); een ‘Enigma’ met vier rollen, gefabriceerd in 1934 en die momenteel onderdeel uitmaakt van de collectie van het Centro Nacional de Inteligencia (CNI).
 
Qwerty: Evolución de una especie tecnológica’ (‘Qwerty: de ontwikkeling van een technologische soort’), is een tentoonstelling die is georganiseerd door het Museo Nacional de Ciencia y Tecnología (MNCYT) (Nationale Museum voor Wetenschap en Techniek), om zich te voegen bij de tweehonderdjarige herdenking van Charles Darwin en, dat deze naar Canarias kwam op doorreis lang diverse steden op het Península (Schiereiland = het vasteland van Spanje).

De conservator van het MNCYT, Ana Correas, erkent tegenover de persmedia, dat de tentoonstelling 50 stukken bevat - machines van 1893 tot bijna vandaag - waarbij de meeste belangstelling van het publiek lijkt uit te gaan naar de ‘Enigma’, die jarenlang de Nazi’s een code verschafte waarvan men dacht, dat die niet te kraken zou zijn, totdat de Britse wiskundige Alan Turing erin slaagde deze voor de geallieerden te ontcijferen.
 
↑ De aller eerste  'Enigma' in 1919 (zie: http://www.muscom.nl/collecties/enigma.php).
De ‘Enigma-machine is oorspronkelijk uitgevonden in 1919 in Nederland, veel eerder dan de komst van de Regering van Adolf Hitler, en werden vervolgens in Duitsland ontwikkeld, niet voor militaire doeleinden, of voor inlichtingendiensten  maar voor commercieel gebruik, zo geef Correas aan; hoewel, deze al snel werden geïntroduceerd in de wereld van de diplomatieke betrekkingen als zekere methode voor het verzenden van berichten.
  
Het model, dat men in Las Palmas de Gran Canaria kan bekijken, telt vier codeer-rollen, waardoor het de voorganger is van een meer gesofistikeerde machine met zes rollen, welke men gebruikte tijdens de Tweede Wereldoorlog en waarvan het functioneren pas geheel is gestopt in de jaren zestig, ondanks de prestatie van Turing.

De ’Enigma’ is een voorbeeld te meer, van het diverse gebruik, dat deze heeft gehad in de afgelopen twee eeuwen van schrijfmachines; van de ontwikkeling van een puur mechanisch apparaat, tot het virtuele toetsenbord wat tegenwoordig is opgenomen in alle mobiele telefoons.

De tentoonstelling maakt het mogelijk, vast te stellen, dat praktisch vanaf het begin van de uitvinding, men de ‘Qwerty’ plaatsing van de letters heeft geadopteerd (zo genoemd naar de positie van de letters aan de linkerzijde van het toetsenbord), en om curiositeiten te bekijken, dat er al schrijfmachines waren bedacht voor slechts één hand, lang voordat er mobiele telefoons waren.

Dat is het geval met een apparaat, dat het de officieren van de Cavalerie mogelijk maakte, berichten op te stellen met één hand, terwijl men met de andere hand de teugels bediende van het paard waarop zij zaten.

De uitvinding was geen lang leven beschoren, zo geef Ana Correa aan, maar ze brengt duidelijk het apparaat in herinnering waarmee een hele generatie Spaanse kinderen hun naam typte, om deze in de schoolboeken te plakken.
islas-canarias-36.jpg


Antonio Padrón en zijn vrienden

Uitbreiding, met verdubbeling van de tentoonstellingsruimte,
 in het Museum/Woonhuis 
van de kunstschilder uit Gáldar

GÁLDAR - zaterdag 28 juni 2014 - Sinds donderdag 26 juni 2014 kan Gran Canaria rekenen op een voor het publiek opengesteld Centro de Arte Indigenista (Centrum voor Inheemse Kunst) waarin schilderijen en sculpturen zijn tentoongesteld in deze eilandtraditie, van o.a.: Monzón, Fleitas, Oramas, Santana, Arencibia, Gregorio, Domínguez, Millares, Dámaso en Manrique).

Het Casa Museo Antonio Padrón herbergt deze in de zogenoemde ‘Sala de los Amigos’ (‘Zaal van de Vrienden’); een nieuwe afdeling, in wat voorheen de het woonhuis en atelier was van de kunstenaar uit Gáldar; een ruimte, welke men gewonnen heeft door een herindeling van de tentoonstellingsruimte.

 

Deze tegenwoordige tentoonstelling zaal was bij leven van Antonio Padrón (Gáldar 1920-1968) een ontmoetingsruimte waar o.a. Felo Monzón en Manolo Millares te gast waren toen ze naar de stad van de Guanartemes (Guanche Koningen) kwamen, omdat ze interesse hadden voor het werk van deze kunstenaar uit Gáldar.


Het Cabildo (Eilandbestuur) van Gran Canaria  heeft bijna €609.000;= geïnvesteerd in de uitbreiding van het Casa Museo (Museum/Woonhuis) van de kunstenaar, waar César Ubierna de conservator is.

Het Centro de Arte Indigenista, is het eerste referentiepunt van deze artistieke beweging; en bij de heropening toont men sculpturen van de uit Telde afkomstige Plácido Fleitas; en  de mooiste schilderijen van de uit Arucas afkomstige Santiago Santana ('La Siesta'), plus die van  de uit de hoofdstad van Gran Canaria afkomstige Felo Monzón (‘Composición canaria') en van Jorge Oramas ('Las aguadoras').

Bovendien is de tentoonstellingsruimte verdubbeld ( van 110 maar 220 m²) voor de werken van de kunstschilder uit Gáldar.
 
Het is de bedoeling van het Cabildo (Eilandbestuur), dat dit Centro de Arte Indigenista werken ontvangt van deze kunstenaars - uitgevoerd in diverse technieken en voorzien van uiteenlopende lijsten, welke zijn opgeslagen in het Casa de Colón, het Centro Atlántico de Arte Moderno (CAAM) en in de diverse panden van het Eilandbestuur.
 
Het Casa Museo Antonio Padrón is nu toegankelijk vanuit de Calle Capitán Quesada, nadat men de ruimte erbij heeft getrokken die voorheen bezet werd door de bankinstelling, de voormalige Caja de Canarias. Het is op deze locatie, dat men de schilderijen heeft opgehangen van de Canarische expressionist, van wie deze werken eindelijk de ruimte hebben gekregen, nadat ze 48 jaar lang verbleven zijn in een verstikkend kleine omgeving.
Het nieuwe museum bestaat uit twee panden, enerzijds de gezinswoning met de tuin, die gecreëerd is door de Grancanarische architect Miguel Martín Fernández de la Torre, met daarin de zaal van 110m² van de kunstenaar en een kleine zaal voor wisselende tentoonstellingen: en de blauwe fontein en tuin met 90 m² verdeeld over de studieruimte en de gezinswoning, waarin een rustruimte is gecreëerd voor de museumbezoekers.

Een andere ruimte is het Museum-atelier, het zogenoemde Pabellón (Paviljoen) waarin de ‘Sala Indigenista’, of van ‘Los Amigos’ zich bevindt, met twee expositieruimten; en bovendien is er het atelier van de kunstenaar op de bovenverdieping, dat men heeft heringericht als de werkruimte van Padrón.

islas-canarias-36.jpg


San Andrés y Sauces
binnenkort een ‘levend’ museum
van
het suikerriet en de rum

SAN ANDRÉS Y SAUCES - zondag 23 februari 2014 – Op La Palma is men bezig, om in een oude suikermolen uit het begin van de 20steEeuw een museum in te richten in het familiebedrijf Destilería Aldea waar men nog steeds het gehele proces uitvoert, van het op traditionele wijze malen en fermenteren.

De bezoekers zullen ‘live’ alles kunnen meemaken, vooral ten tijde van de oogst, hoe men een van de meest unieke spiritualiën maakt. Feit is, dat men momenteel in de gemeente San Andrés y Sauces op het eiland La Palma, in een antieke suikermolen uit het begin van de 20ste Eeuw, in het centrum van dit kustdorp begonnen is met het inrichten van een ‘levend’ museum van het suikerriet en de rum. Het complex zal worden gevestigd in de fabriek van de onderneming Destilería Aldea; eigendom van de nakomelingen van Manuel Quevedo, een Canarische familie van meester rum-stokers die al lang geworteld is op La Palma.

        Archieffoto van de Destilería Aldea, tijdens de suikerrietoogst van 2013.

Aan het inrichten van het museum - met een investering van €500.000,= ten laste van  het familiebedrijf -  wordt meegewerkt door de Gemeente San Andrés y Sauces, zo laat Fernando Sanfiel weten, de vertegenwoordiger van Sanfiel Brokers, de entiteit die het project coördineert.

                      Het pand van de distilleerderij in San Andrés (La Palma),
                 waarin het ‘suikerriet- en rum museum’ gevestigd gaat worden.

Sanfiel heeft laten weten, dat men in de fabriek een rondgang langs de diverse fasen van het productieproces zal gaan organiseren, van de aankomst van het suikerriet (live, als het bezoek plaatsvindt ten tijde van de oogst, eind april, begin mei); het malen; het fermenteren van het sap, of guarapo; en uiteindelijk: het destilleren.)

Sanfiel heeft aangegeven, “dat het museum drie afdelingen zal krijgen: de algemene geschiedenis van het suikerriet, een rondleiding langs het productieproces, en het belangrijkste, de geschiedenis van de familie Quevedo.”

Het museum, zo benadrukt Sanfiel, zet in op het toerisme en op de export van suikerriet rum van La Palma. De initiatiefnemers verwachten het museum te kunnen openen in de zomer van 2014.

De traditie in de suikerriet-sector en de bereiding van de aguardiente van de familie Quevedo Alemán gaat terug tot de 19de Eeuw – en begint met de grondlegger van de dynastie, de ondertussen overleden don Manuel Quevedo Alemán - via Cuba, de Antillen, en als laatste Funchal (Madeira) tussen de jaren 1919 en 1934, zo staat te lezen op de internetpagina van de onderneming. Hij begint ‘Aldea’-rum te stoken in La Aldea op Gran Canaria; “tegenwoordig” houdt de familie - op La Palma - de geest levend van de ambachtelijke bereidingswijze,  van de eerste meester rum-stokers.”
islas-canarias-36.jpg


Een tussentijds museum  voor het werk
van Antonio Padrón in het Casa Palacio
van het Cabildo (Eilandbestuur)
van Gran Canaria

Het Casa Museo (Woonhuis/Museum)  van Antonio Padrón in Gáldar gaat na renovatie en uitbreiding eind februari 2014  weer open voor het publiek

LAS PALMAS DE GRAN CANARIA / GÁLDAR - vrijdag 22 november 2013 - Het werk van Antonio Padrón - van zijn eerste, terughoudende schilderijen tot aan wat hij op de dag van zijn overlijden schilderde - kan men gezamenlijk bewonderen in het Casa Palacio van het Cabildo (Eilandbestuur) van Gran Canaria in Las Palmas de Gran Canaria, dat tot 17 januari 2014 zal fungeren als tijdelijk museum, terwijl de thuisbasis van deze kunstwerken - het Casa/Museo (Woonhuis/Museum van de schilder in Gáldar) - uitgebreid wordt en naar verwachting eind februari 2014 de deuren weer zal openen voor het publiek.

Los pescadores (de vissers),
Los campesinos (de landbouwers),
Las secadoras de jareas (de vis droogsters),
Los casteadores de gallos (de fokkers en trainers van vechthanen),
Las queseras (de kaasmaaksters),
Las alfareras (de potten baksters),
Las aguadoras, (de waterdraagsters),
welke ontsproten aan de geest van Antonio Padrón (Gran Canaria, 1920-1968) zijn ondertussen overgebracht naar het Casa Palacio van het Cabildo (Eilandbestuur) van Gran Canaria, dat met ingang van zaterdag 22 november 2013 de tijdelijke verblijfplaats zal zijn van deze personages uit de archaïsche en landelijke omgeving van Gran Canaria die zijn weergegeven op het eigentijdse vlak door de expressionistische kunstschilder.
 
      Indígena (Inheemse).                          Campesina (Landbouwster).
 
   
Bodegón de jareas (Vis drogerij).

        La alfarera (De pottenbakster.)                  La Tienda (De winkel).

De tentoonstelling is getiteld ‘El viaje de Padrón’ (‘De reis van Padrón’). Deze expositie omvat 27 kustwerken van de schilder uit Gáldar, die het mogelijk maken zijn ontwikkeling als kunstschilder waar te nemen: van de eerste werken die hij na de voltooiing van zijn opleiding vervaardigde, tot aan ‘Bellas Artes a La Piedad (‘Schone Kunst voor de Vroomheid’), het schilderij waaraan hij werkte tot op de dag van zijn overlijden.
 
                  
César Ubierna.                                          Casa Museo in Gáldar  
“Het werk van Padrón omvat gewoonten en gebruiken, plus landschappen,” legt César Ubierna uit, de directeur van het in verbouwing verkerende museum in Gáldar. “Zijn werk heeft een inheemse expressionistische vorm,” wat de deskundigheid van Padrón heel goed weergeeft.

               "De reis van Padrón" is aangekomen in het Casa Palacio.
De expositie bevat een kwart van het werk van de kunstschilder, wat niet erg uitgebreid is vanwege zijn plotselinge dood. Ook stelt men enkele sculpturen ten toon, sommige vervaardigd uit hout, andere gemaakt met de techniek van ‘afgezwakt zwart’; keramiek, met het uiterlijk van puimsteen dankzij de zwart geblakerde klei die in de grond gekookt is. De andere 40 gecatalogiseerde werken van de kunstenaar zijn in handen van particulieren.

Ondanks zijn toewijding aan het schilderen, was kunst niet zijn broodwinning. "Hij leefde van het veld. Dat gaf hem de creatieve onafhankelijkheid die alleen mogelijk is als er economische onafhankelijkheid bestaat. Als hij schilderde was dat uit roeping, als een noodzakelijke levensvervulling," zegt Ubierna.
   
                                          Antonio Padrón (zelfportret).

Padrón is opgevoed door zijn tante. Voor haar zorgen vormde de eerste belemmering voor het zoeken van nieuwe horizonten buiten het eiland. En nog steeds kent men de schilderijen nauwelijks buiten de grenzen van de Archipel van deze - op 22 februari 1920 in Gáldar geboren -  schilder beeldhouwer, pottenbakker en componist.
“De verplichting die de Canarische cultuur heeft aan Antonio Padrón - zo verzekert Ubierma - is, zijn werken ten toon te stellen buiten het Eiland.”

Na de heropening eind februari 2014 zal het dan verbouwde en met zijn atelier uitgebreide Casa/Museo (Woonhuis/Museum), in de Calle Drago in Gáldar, de werken bevatten die de artiest maakte, evenals het ‘Centro de Arte Indigenista ‘ (Centrum voor Inheemse Kunst); zo heeft de directeur van het museum, Cesár Ubierna, uitgelegd.

            Antonio Padrón.                                      La Tienda (De winkel)

De schilderstukken van de schilder uit Gáldar zullen samen geëxposeerd worden met 30 werken van inheemse Canario’s zoals o.a. Plácido Fleitas, Felo Monzón, Santiago Santana, Jorge Oramas en Jesús Arencibia.

“Het is een van de meest interessante bewegingen van de 20ste Eeuw in Spanje,” zo geeft Ubierna aan, die stelt, “dat terwijl ook in Amerika de stijl opbloeide, deze in de rest van het land niet is ontsproten.”
“Het is een uitsluitend Canarische beweging, die voortkomt uit de Luján Pérez School, zo legt Ubierna uit.
islas-canarias-36.jpg


Opening  Castillo de La Luz in 2014,
na 13 jaar gesloten te zijn geweest

LAS PALMAS GRAN CANARIA - woensdag 6 november 2013 - Na dertien jaar gesloten te zijn geweest, zal het Castillo de La Luz in juni 2014 de poorten openen voor het publiek.

De historische fortificatie wordt de vestigingsplaats van de Martín Chirino-Stichting - ondanks, dat een deel van La Isleta het heeft opgeëist als plaatselijk museum - zullen de verbouwingswerkzaamheden, die gestart zijn in 2001, eind 2013 voltooid zijn.

De eerste Castilliaanse fortificatie in de Atlantische Oceaan geeft zich over aan de abstracte kunst van Martín Chirino. Het Castillo de La Luz - gebouwd op het torentje waartoe Alonso Fajardo in 1492 opdracht gegeven heeft tot het bouw ervan -  zal uiteindelijk de zetel worden van de Martín Chirino-Stichting van de Grancanarische beeldhouwer die op woensdag 30 oktober 2013 in Madrid de kunstwerken heeft gepresenteerd die deel zullen gaan uitmaken van de collectie welke men in het fort zal gaan exposeren.

                      Castillo de La Luz, in Las Palmas de Gran Canaria.

De beeldententoonstelling is de reden voor de openstelling voor het publiek, van het kasteel van La Luz, dat de deuren heeft gesloten in 2001 met de bedoeling het tot een museum om te bouwen, in een periode die niet langer zou duren dan twee jaar.


                                                   'Lady Harimaguada'.
De verbouwing is uitgelopen op twaalf jaar vanwege de beschikbaarheid van de begroting voor het uitvoeren van de diverse fasen en de onvoorziene omstandigheden die deze vertraagd hebben.
Zoals de ontdekking in 2002 van  archeologische resten - het torentje van Alonso Fajardo, klaarblijkelijk  gebouwd op de primitieve toren die Juan Rejón heeft gebouwd  in 1479 en enkele verdedigingsmuren in de omgeving ervan die rond 1520 zijn gebouwd- ; het failliet in 2007 van Tecprogresa,  de bouwfirma die het werk gegund heeft gekregen, waardoor de verbouwing vier jaar  stil  is komen  te liggen; en twee vandalistische acties, waaronder het gebouw  in 2011 te lijden heeft gehad en waarvan de schade geschat is  op €600.000,=
 
De verbouwing is in 2001 begonnen met een bijdrage uit het 1%-Fonds, dat het Ministerie van Fomento (Ontwikkeling) jaarlijks reserveert in haar begroting voor bouwwerken met een cultureel karakter.

In totaal heeft de Spaanse Regering 6,58 miljoen euro geïnvesteerd - waarvan 3,01 miljoen voor de voorbereidingen van het herstelproject, die zijn gegund aan Dragados y Construcciones; de rest betreft de kosten van het bijkomende project van het nieuwe paviljoen, dat aanvankelijk is uitgevoerd door Tecprogresa (1,26 miljoen euro) en vervolgens door Trycasa (2,3 miljoen), dat zich bezig heeft gehouden met het herstel van de diefstal na het stilleggen van de werkzaamheden, net als met het voltooien van tot dan toe onafgemaakte  werkzaamheden.
islas-canarias-36.jpg


Tentoonstelling in het Casa de Colón:
juweeltjes van het
“mecenaat van de suikerbaronnen”

LAS PALMAS DE GRAN CANARIA - donderdag 10 oktober 2013 - De Vlaamse beeldgroep uit Era de Mota (Valsequillo) keert terug naar het museum. Het Cabildo (Eilandbestuur) draagt financieel bij aan de conservering ervan. Tot 24 september 2014 is de beeldengroep te bewonderen in het Casa de Colón  in Las Palmas de Gran Canaria.

Het gaat om vijf beelden daterend van tussen 1500 en 1510 welke in 2003 zijn gerestaureerd en die sinds 2005 worden gerekend tot Bien de Interés Cultural (BIC) (Cultureel Erfgoed).  Als beeldengroep maakten zij deel uit van de retabel Oratorio de Nuestra Señora de la Salud (Aanbidding van O.L. Vrouw van Goede Gezondheid, zie http://nl.wikipedia.org/wiki/Onze-Lieve-Vrouw_van_Goede_Gezondheid ) met beelden van Santa Lucía (Sint Lucia), Santa Catalina de Alejandría ( Sint Catharina van Alexandrië), Santa Clara de Asís (Sint Clara van Assisi), San Bernardo (Sint Bernardus ) en Santiago el Mayor (Jacobus de Oudere) die men voor het eerst in het op Amerika gerichte museum tentoonstelt. (zie: http://www.grancanaria.es/portal/gcp.path?codcontenido=18212&codzona=22&codcategoria=-1.).


 
Een van de beelden is het resultaat  van “het mecenaat van de señores del azúcar (suikerbaronnen)", zo heeft eilandminister Larry Álvarez laten weten op dinsdag 7 oktober 2013 - die namens het Cabildo (Eilandbestuur ) de  coördinator is van Cultuur, Historisch Erfgoed en Musea - tijdens een bezoek aan deze tijdelijke expositie, samen met Francisco Atta, de burgemeester van Valsequillo en Elena Acosta, de directrice van het Casa de Colón.

 
Het mecenaat waar Álvarez aan refereert, heeft te maken met de opdrachtgeefster voor de genoemde retabel, María Fernández Calva, eigenaresse van een ingenio azucarero (suikermolen) in Telde, die aan het begin van de 16de Eeuw een kapel met een retabel, afkomstig uit Antwerpen, heeft laten bouwen.

  
Tot het midden van de 19de eeuw verbleven deze stukken in de kerk van Telde, toen men vijf van de beelden van de retabel heeft verplaatst naar een privékapel in Valsequillo.

Verwijderd uit de retabel, heeft de familie Pérez Martel na verloop van tijd deze uiteindelijk toegekend aan het Gemeentebestuur aan het begin van een restauratieproject waarbij men heeft bepaald wat de ideale criteria zijn voor de conservering en het tentoonstellen, zo legt de conservator van het Casa Calón, Ramin Gil, uit.
 
Volgens de conservator, ”zijn het stilistisch uitzonderlijke stukken uit een kernperiode, om uit te leggen wat er gebeurde op Canarias, met een heel concrete, specifieke esthetische gevoeligheid die een band heeft met de suikerhandel die ervoor gezorgd heeft, dat dit soort beelden op Canarias is beland.
 
De tijdelijke expositie is de inleiding op het driedaagse seminar ‘El oro de Canarias, Azúcar y mecenazgo. Siglos XV y XVI’, (Het goud van Canarias, Suiker en mecenaat. 15de en 16de Eeuw’), dat op woensdag 9 oktober 2013 van start is gegaan in Hotel ‘Roca Negra’ in Agaete.

Het Cabildo (Eilandbestuur) heeft €8.000,= geïnvesteerd voor het conserveren en tentoonstellen in door een computer geregelde omgevingstemperatuur. De Vlaamse beeldengroep keert in 2014 terug naar Valsequillo.
islas-canarias-36.jpg


Uitbreiding
Antonio Padrón-Woonhuis/Museum
in Gáldar klaar in februari 2014

GÁLDAR - woensdag 4 september 2013 - De langverwachte uitbreiding van het Casa-Museo Antonio Padrón in Gáldar, is op maandag 2 september 2013 in gang gezet. De conservatoren van dit artistieke pand, dat ressorteert onder het Cabildo (Eilandbestuur van Gran Canaria), verwachten in februari 2014 te kunnen beschikken over de vergrote tentoonstellingsruimte die zal voldoen aan de eisen van een moderne expositieruimte.

De werkzaamheden zijn - via een openbare aanbesteding met een begroot openingsbedrag van €239.236,31 - voor €223.604,96 plus €15.631,35 gegund aan Jorge Luis Manzano Cabrera en José Manuel Herrera Delegado.


                    Beeldende kunst in het Antonio Padrón-museum in Gáldar.
De verbouwing vindt plaats onder leiding van Óscar Naranjo Pérez en als opzichters fungeren Rafael Navarro Esteva (namens het bedrijf) en Gonzalo Santana Medina ( namens het Cabildo van Gran Canaria).

 

De werkzaamheden,  die ook het installeren van een lift bevatten,  vergroten aanzienlijk de voorzieningen van dit casa-museo (woonhuis-museum), dat  gewijd  is aan de figuur van deze kunstschilder uit Gáldar. Men krijgt er 200 m² bij aan bebouwde oppervlakte, waaraan nog eens 250m² tuin bij komt. Naast de nieuwe tentoonstellingsruimte voor permanente en tijdelijke exposities, zal het woonhuis-museum beschikken over een zaal voor vergaderingen en lezingen, met ongeveer 50 plaatsen voor toehoorders.

Deze uitbreiding is mogelijk, omdat het Eilandbestuur van Gran Canaria het naastgelegen pand heeft aangeworven, dat eigendom was van de bankinstelling  La Caja de Canarias.  Op woensdag  21 november 2012 is het koopverdrag ondertekend door de eilandpresident ,José Miguel Bravo de Laguna, en Juan Manuel Suárez del Toro,  als vertegenwoordiger van de Obra Social (Sociale Dienst) van de Caja de Canarias, wat neerkomt op een investering van €250.132,18 voor rekening van het Eilandbestuur.
islas-canarias-36.jpg


Pintaderas,
overblijfselen van een uitgestorven taal

Het geïllustreerde boek van Balos

Onderzoek door het Museo Canario weerlegt
de gangbare ideeën,  dat het familiewapens zouden zijn

LAS PALMAS DE GRAN  CANARIA - zaterdag 20 april  2013 - De prehistorische bewoners van Gran Canaria gebruikten een soort, van op symbolen-gebaseerde geschreven taal, waarvan alleen zij erin slaagden deze te begrijpen en waarvan met het uitsterven van hun samenleving de betekenis verloren is gegaan, aldus recente studies die zijn uitgevoerd rond de vragen welke de zogenoemde  ‘pintaderas’ (‘stempels’)oproepen.

Vervaardigd van gebakken klei, met het uiterlijk van zegels en aanwezig in vindplaatsen op het gehele eiland met oudheden die dateren van de eerste Eeuw tot aan de 17de Eeuw,  vertonen de pintaderas  (stempels) een beperkt aantal tekeningen die zich herhalen op diverse breedtegraden, wat het gangbare idee tegenspreekt, dat het familiewapens zouden zijn, aldus recente studies van het Museo Canario.
Wetenschappelijke medewerkers van dit instituut, die hebben gewerkt aan de digitale publicatie van de catalogus ‘Pintaderas del Museo Canario’- welke men vrijelijk kan bekijken op het internet - concluderen, dat de tientallen jaren lang geponeerde stelling, dat deze pintaderas bestemd waren voor het merken van graanschuren, of andere installaties, om duidelijk te maken, dat deze het eigendom zijn van  degene die daar zijn  zegel op aanbracht, nu betwist is.


De wetenschappers/onderzoekers Teresa Delgado
en María del Carmen Cruz de Mercadal.

 

Een van de onderzoekers, María del Carmen Cruz de Mercadal, legt uit, dat in andere tijden, men met regelmaat zei, “dat elk pintadera uniek was, maar technisch onderzoek heeft uitgewezen, dat dit niet zo is, maar dat men voortdurend dezelfde tekeningen herhaalde.”

Haar collega, Teresa Delgado, die ook conservator van het Museo Canario is, beweert, dat dit de aanvankelijke plannen omver werpt die geopperd zijn door een Berberloog die heeft voorgesteld deze te vergelijken met de berber-zegels (stempels) uit Noord-Afrika, die eigendomsmerk waren, welke werden aangebracht op silo’s.

download1-24.jpgEen en ander baseren zij op de conclusie in hun pintaderas catalogus, waarin zijn de ruim 200 stuks, die het Museo Canario bewaart, hebben geanalyseerd, omdat deze exemplaren deel uitgemaakt zouden moeten hebben, “van een gemeenschappelijk beleid in zichtbare communicatie, een taal,” gebaseerd op, “een repertoire van gecodeerde schrijfregels,” die men op het eiland herhaalde in de loop van de tijd.
  
Volgens hen, is het bewijs daarvan, dat de pintaderas dezelfde symbolen zijn die men heeft aangetroffen in pre-Spaanse nederzettingen in de nabijheid van de kust, zoals die van Caserones in de gemeente La Aldea; in het middelhoge gebergte, zoals bij El Tejar in Santa Brígida; en in het hooggebergte, zoals bij Solana del Pinillo in Tejeda.

download2-7.jpg

  
Dezelfde afbeeldingen worden bovendien herhaald op andere dragers, van kleine lederen zakken en andere materialen, tot op rotswanden waarop men tekeningen is tegengekomen, zo benadrukken zij als extra argument om hun theorie te ondersteunen.

Dit alles wijst erop, “dat de pintaderas (stempels) elementen geweest moeten zijn, die generatie na generatie, gedurende vele eeuwen, onderdeel hebben uitgemaakt van het dagelijkse  leven van deze mensen,” zo bevestigt Teresa Delgado.

  
En zij benadrukt, dat er andere omstandigheden zijn die haar stelling bevestigen, zoals het feit, dat de recent op de beschikbare exemplaren uitgevoerde analyses bevestigen, dat deze geproduceerd  en bewerkt zijn in diverse periodes door gespecialiseerde ambachtslieden en niet door particulieren die deze zelf maakten als eigen werkstuk, zoals men in het verleden dacht.

Waarop de beide auteurs van deze studies - die hebben kunnen rekenen op de medewerking van de onderzoeker Javier Velasco, van de Universiteit van Gran  Canaria- in elk geval geen antwoord hebben kunnen geven, is, wat de diverse tekeningen betekenen die verschijnen op de pintaderas (stempels).


“Elke teken is een culturele constructie, en als zodanig beantwoordt deze aan een samenleving. Die samenleving is verdwenen en, klaarblijkelijk, omdat wij deze tekens niet begrijpen, kunnen we deze niet lezen en de boodschap ontcijferen die ze willen overdragen,” zo legt Teresa Delgado uit.

  

Noch zij, noch María del Carmen Cruz de Mercadal, die zeggen dat hun “onderzoekingen open staan, en onderworpen zijn aan nieuwe interpretaties als men meer beoordelingselementen bereikt,”  zo benadrukken zij, “maar, dat men in de toekomst zich kan verdiepen in de geheime kennis die besloten ligt in de pintaderas (stempels), omdat men, ongetwijfeld, mettertijd meer gegevens zal verkrijgen,”  zo voorspellen zij.
Het geïllustreerde boek van Balos
Het Cabildo (Eilandbestuur) van Gran Canaria zoekt in de in steen gegraveerde inscripties op de vindplaats van Los Letreros, in Agüimes de betekenis van de berichten die zijn achtergelaten door de antieke Canario’s.

Duizenden jaren geleden toen Gran Canaria in haar maagdelijke vulkanische bad lag, is een kolom magna afgekoeld in het midden van wat tegenwoordig de barranco (het ravijn) van Balos is, in Agüimes, met het in de brede bedding nalaten van opengelagen basalt-pagina’s waarmee de antieke Canario’s een boek maakten.

 Het boek van Balos is een reusachtig 600 meter lang, 20 meter breed en tien meter hoog boekdeel waarin de antropomorfische graveringen verschijnen en, nog verrassender, Libisch-Berberse graveringen waarvan de raadselachtige betekenis nog steeds moet worden opgelost.

Vanuit de verte, vanaf de geiten stallen die toegang verlenen tot de monumentale Barranco de Balos, richt zich dit boekwerk op als een rugvin van een half begraven vis, en waar in de spelonken de graveringen schuil gaan gecamoufleerd worden door licht en schaduwen,” zo beschrijft in 1971 de filosoof en hoogleraar in de Prehistorie en Archeologie, Antonio Beltrán, het in een eerste wetenschappelijke studie die men op de vindplaats heeft uitgevoerd.

De locatie - ver weg van de bekende asfaltroute - die men in een vierwiel aangedreven SUV over door het water van eeuwen rond gemaakte, grote kiezelstenen bereikt, is nog net zo als de schilders en schrijvers deze gezien hebben toen zij een klein momentje maakten wat het zicht ontneemt op de Barranco de La Angostura, de Montaña de Teral en de monding van de Barranco del Roque, die vanuit Temisas komt. En ondertussen is Los Letreros, met zijn fenomenale structuur, het onmisbare snoepje geworden voor de eigentijdse mens, net zoals het dit was voor de antieken.

Gevestigd in steen is het een tijdmachine. Eert moeten de ogen zich aanpassen door zich scherp te stellen.Wat meteen zichtbaar is, is de graffiti van de moderne freaks. Sommige dateren uit de 19de Eeuw, zoals de handtekening van een zekere Monroy uit 1857 en, zo gaat dit door tot aan de jaren 80 van de vorige Eeuw, als men de locatie afzet met een omheining. Als de ogen zich eenmaal hebben aangepast… het feest: daarboven, tussen de spelonken, zit er een, het is een man, met gespreide armen, daarginds een ander, met een overtuigende fallus.  En daarnaast enkele verticale tekens.

Op het eerste gezicht lijken er amper enkele te verschijnen op het vermiljoenrode gesteente, maar dan verschijnen er tientallen, het ene na het andere, sommigen bovenop elkaar, die zich lijken te onthullen en oplichten als ze beweging ontdekken.”

Julio Cuenca, archeoloog van het bedrijf Propac, aan wie het museale onderzoek is toegekend, nodigt uit, “het rotswand complex van de Valle de Balos (Vallei van Balos) te willen beschouwen als een grote bibliotheek met afbeeldingen en teksten die als documenten in steen zijn gehouwen; berichten,  die zijn achtergelaten door onze voorouders, door de antieke Canario’s, maar die nog steeds niet zijn  ontcijferd en niet worden begrepen, maar ze zijn er wel.”

“Het zijn unieke documenten,” zo voegt hij toe, “ze bevinden zich op dezelfde plaats als waar ze tweeduizend, of misschien nog wel meer jaren geleden, zijn achtergelaten, wat men zal zien, als men proeven gaat nemen om ze te dateren.”

Waar het bij Balos aan ontbreekt, is aan een grote Steen van Roseta, de belangrijke passleutel die de taal ontcijfert.

De pogingen, om een semantiek, of grammatica te vinden die het mogelijk maakt deze medeklinkers te begrijpen – volgens de uitleg van Cuenca zijn er geen klinkers - zijn vruchteloos geweest, en hoewel dr. in de Taalkunde, Renata Ana Springer Bunt, beweert, “dat de graveringen - die de ontwikkeling vormen van een van de hoofdstukken van het immense tekenwerk waarmee de mens zich heeft geuit op rotsen in de woestijn en op de Afrikaanse bergen - effectief blijken te zijn voor een samenvatting die de voornaamste essentie beschrijft, bevestigen ze ook, dat er veel verschillen bestaan, om buiten wettigheid de waarden van enig alfabet aan te nemen en van daaruit op de Canarische karakters transliteratie toe te passen.”·

Zodoende is het onmogelijk gebleken, dat de Toearegs die men uitgenodigd heeft om enkele pictogrammen te lezen, deze zouden hebben kunnen begrijpen…, tot op dit moment, omdat de zoektocht doorgaat aan de hand van pictogrammen welke men op de overige eilanden aangetroffen heeft en die worden onderzocht door een hoog gespecialiseerd team in het Tifinagh, het alfabet van veel Berber-talen die men is tegengekomen in het antieke Libisch-Berbers.

Cuenca en zijn team zijn in 2010 in opdracht van het Cabildo (Eilandbestuur) van Gran Canaria begonnen met de archeologische verkenningen welke men verricht in Balos, met de meetkundige vaststelling van hun geografische coördinaten en cartografische UTM-projectie van elk pictogram van een eerste deel, van dat wat men Sector 1, noemt en waarin zich 7 staties bevinden met 88 panelen met rots graveringen - tien daarvan zijn ontdekt in 2012. “Het is alsof men in de Middeleeuwen was, met het kopiëren van alle handschriften die men heeft kunnen ontdekken. Daarom verblijft men nog wel een poosje in Balos.

Momenteel kamt men, archeologisch gezien, de omgeving uit, waar het gesteente door de jaren heen onder het zand is geraakt, op zoek naar de organische aanwijzingen die kunnen helpen het ‘werk’ te dateren, door middel van koolstof14-proenem

Als smaakmaker heeft men op een van de begraven gedeelte een steen gevonden met alfabetische vormen en, dat is nog maar het begin.


De archeoloog wandelt nu naar statie 7, gelegen ten westen van statie 2 in het oosten, via het voetpad dat het geheel omgeeft. Hier doet zich opnieuw het stille relaas voor. Hier een man met een enorme hand; daar een rijtje letters; ginds een ongrijpbare, geometrische tekening. Cuenca blijft er stil bij staan. Hij praat bijna tegen de stenen: “We gaan jullie tijd keren kennen. Daaraan twijfel ik niet.”

islas-canarias-36.jpg


De Cueva Pintada exposeert
vrouwelijke idolen

De terracottabeeldjes van Gáldar
onthullen als cultusvoorwerp  een hoofdrol voor de vrouw

GÁLDAR - zondag 24 maart 2013 - De vrouw had een veel actievere rol in de antieke pre-Spaanse samenleving van Canaria  

 dan in andere, veel beschaafdere culturen waarmee deze samenleefde en was voorwerp van een cultus als oorsprong van het leven, aldus de conclusies van de studies van het Parque Arqueológico de la Cueva Pintada de Gáldar (Archeologische Park van de Beschilderde Grot van Gáldar).

De analyse en de beoordeling van een grote verzameling van kleine, menselijke figuurtjes, gemaakt van klei, welke men heeft teruggevonden op deze vindplaats in de pré-Spaanse hoofdstad van Gran Canaria sinds men begonnen is met de archeologische campagnes in de jaren 80, tonen aan, dat deze functie van de vrouw als magisch element, in staat was contact te leggen met de God van de toenmalige eilandbewoners.


         Enkele terracottabeeldjes op de tentoonstelling van vrouwelijke idolen.
“Op twee figuurtjes na, zijn ze allemaal vrouwelijk,” benadrukt José Ignacio Sáenz, de directeur/conservator van het Parque Arqueológico, in zijn verklaringen tegenover de persmedia, bij het beschrijven van de tentoonstelling ‘Las terracotas prehispánicas de la colección Cueva Pintada: la representación de lo femenino’ (‘De pre-Spaanse terracotta figuurtjes van de Cueva Pintada collectie: de voorstelling van het vrouwelijke”) welke men in maart 2013 organiseert ter gelegenheid van de “Internationale Dag van de Vrouw”.

Een tiental beeldjes van enkele centimeters hoogte, die nooit eerder aan het publiek zijn getoond en waaraan men duidelijk kan zien, dat het vrouwenfiguurtjes zijn, aan de hand van elementen zoals lippen, vulva’s en prominente buiken, of aan andere attributen zoals, hoofdtooien en lichaamsversiering, vormen de tentoonstelling die gecomplementeerd is met fotovergrotingen van de kleine details van de voorwerpen.

“Hiermee wil men een bredere bekendheid geven aan deze figuurtjes, die vaak onopgemerkt blijven en die nu, dankzij deze tentoonstelling, de foto’s die men gemaakt heeft en het materiaal, dat men op het Internet heeft geplaatst, kan bewonderen in al hun details; iets, wat op een andere manie gecompliceerd zou zijn,” zo legt Sáenz uit.

De betekenis van deze voorwerpen, “die geen specifieke datering hebben, maar gedateerd zijn in de context waarin ze zijn verschenen en ondanks, dat ze te vergelijken zijn met andere objecten uit min, of meer de 15e en 16 de Eeuw, “ geeft de directeur/conservator van de Cueva Pintada van Gáldar toe, “dat ze behoren tot de grote raadsels van de archeologie;” hoewel degenen die ze bestuderen, “deze met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid plaatsen in de geloofswereld van de antieke Canario’s.”

Dit beantwoordt zoals de tentoonstelling als steekproef laat zien, “dat ze verschijnen in veel huizen en soms op verborgen locaties,” en, “dat het voorwerpen zijn, die niet heel erg bekend waren,” zoals het feit onthult, dat er in de kronieken over de antieke Canario’s niet veel, of praktisch geen verwijzingen zijn naar dit soort elementen.

In elk geval beschouwen de conservatoren van de Cueva Pintada ze als een bewijs temeer van de prominente rol die de vrouwen van het pré-Spaanse Gran Canaria hadden in het dagelijkse leven, zoals ze afleiden uit de resten die ze hebben onderzocht op deze grote vindplaats, die ze catalogiseren als een van de belangrijkste van de Archipel.

Bewijs van de betekenis van de vrouwelijke bevolking en van hun betekenis in het leven van de verdwenen eilandsamenlevingen is, dat in bepaalde historische kronieken die verwijzen naar de verovering van de Canarische Eilanden door de Kroon van Castillië, passages verschijnen waarin men spreekt van de verrassing van de nalatenschap van degenen die afkomstig zijn van buiten door de manier waarop vrouwen werkzaam zijn in inheemse ambachten.

Deze historische verwijzingen naar de geavanceerde en unieke participatie van vrouwen op de Canarische Eilanden van destijds worden door de gidsen van het museum in Gáldar aan het publiek uiteengezet dat in maart 2013 de thematentoonstelling bezoekt: ‘Descubriendo (en femenino) Cueva Pintada’ ( ‘De Beschilderde Grot - in het vrouwelijke - ontdekken).

Bij deze thematische rondleiding - die draait om de rol van de vrouwen op Gran Canaria tijdens het pre-Spaanse en koloniale tijdperk - benadrukt men, hoe zij in die tijd hun woningen versierden; iets wat zelfs de verantwoordelijken voor de Cueva Pintada doet denken, dat de prehistorische tekeningen die de rotswanden sieren waarschijnlijk niet het werk zijn van een man.
islas-canarias-36.jpg


Agüimes zet zich in voor behoud
van het  Museo de Guayadeque

AGÜIMES - zondag 24 februari 2013 - Na de beslissing van het Gemeentebestuur van Ingenio, om de samenwerkingsovereenkomst voor het beheer van het Museum van Guayadeque niet langer voort te zetten, beheert alleen de Gemeente Agüimes het complex wat zo belangrijk is voor de ambachtslieden, de scholieren en voor de restaurants en bars in de barranco (het ravijn).

“Het Museo de Sitio de Guayadeque ligt aan de rand van de gemeente Agüimes, waar sinds 2001 het Departement Cultuur, Onderwijs en Sport, van de Canarische Regering, verantwoordelijk is voor de exploitatie ervan en men de Gemeente Ingenio heeft laten deelnemen in het beheer door een in 2004 ondertekende samenwerkingsovereenkomst,” aldus de berichtgeving van de Gemeente Agüimes.


                                                     Museo de Guayadeque.
Sinds de opening ervan heeft het voorlichtingscentrum ruim 425.000 nationale en internationale toeristen als bezoekers verwelkomd, dankzij de contracten met de diverse reisorganisaties en reisbureaus, wat het ambachtslieden van de beide gemeenten mogelijk heeft gemaakt, hun producten via het museum te verkopen.

Eind 2012 heeft het gemeentebestuur van Agüimes besloten, af te zien van het convenant, waardoor vanaf 1 januari 2013 het beheer van het Museum van de Guayadeque uitsluitend nog  in handen is van de Gemeente Agüimes via hat gemeentelijke nutsbedrijf Turismo Rural Agüimes, S.L.

Gedurende de jaren van gemeenschappelijk beheer, waren zowel de leveranciers die noodzakelijk zijn voor het functioneren van het museum, evenals de kunstnijverheidsartiesten die hun producten hier te koop aanbieden, evenredig afkomstig uit de gemeenten Agüimes en Ingenio. Waarbij de verenigingen, clubs en de onderwijsinstellingen van beide gemeenten gratis entree genoten, zo legt men uit.

Nu de Gemeente Ingenio besloten heeft zich uit het beheer terug te trekken, zijn de leveranciers en de kunstenaars alleen nog zij, die gevestigd zijn in Agüimes. Dit geldt ook voor de verenigingen van Agüimes, die kunnen genieten van dezelfde voordelige voorwaarden door het gebruik ervan, zo benadrukt men.

In elk geval heeft de Gemeente Agüimes besloten alleen verder te gaan met het beheer van het Museum, met als inzet te strijden voor het behoud ervan en als erkenning van een van de belangrijkste archeologische vindplaatsen van het eilanden, waardoor het een belangrijke toeristische promotie is.

Met deze beslissing, zo gaat men verder, erkent men ook de waarde die het heeft voor de kunst nijverheid sector van Agüimes, om te kunnen beschikken over een verkooplocatie voor zijn producten: evenals voor de grote vraag van scholieren en verenigingen in de gemeente die een dergelijk Museum gebruiken als opvoedkundig hulpmiddel in het onderwijs, maar ook voor de economie die het genereert voor de horecabedrijven van Guayadeque en, uiteindelijk, als erkenning voor het werk wat gedaan wordt door het personeel van het Museum.
islas-canarias-36.jpg


San Martín herstelt zijn gouden kapel

LAS PALMAS DE GRAN CANARIA - zondag 14 oktober 2012 - De historische kapel van het San Martín Centro de Cultura Contemporánea (Centrum voor Eigentijdse Cultuur), gevestigd in de Vegueta-wijk, opent de deuren voor het publiek na een restauratie van bijna vier maanden. Twee van de meest opvallende aspecten zijn het plafond, dat bestaat uit vergulde cassettes en  de spectaculaire glas-in-loodramen. De 135 m² grote kerk wordt tegenwoordig gebruikt voor culturele evenementen.

De kapel van het antieke Hospitaal San Martín, tegenwoordig veranderd in  het Centrum voor Eigentijdse Cultuur,  heeft de deuren voor het publiek  geopend, na een restauratie die is begonnen op 16 juli 2012. Deze kleine kerk uit de 18de Eeuw, met 135 m² vloeroppervlak, zal vanaf nu gebruikt worden voor kamerconcerten, theatervoorstellingen, publiekspresentaties en literaire lezingen.
nnnnnnnnnnnnnn.jpg


            Restauratiewerkzaamheden aan het plafond van de kapel van San Martín.
Met een begroting van €40.000,= zijn de werkzaamheden uitgevoerd door Aloe, het bedrijf wat het project gegund heeft gekregen en, dat gespecialiseerd is in het restaureren van gebouwen.

De restauratrice van de Dienst Cultuur en Historisch Erfgoed, María Cárdenes, van het Cabildo (Eilandbestuur) van Gran Canaria die als vertegenwoordigster van het  Eilandbestuur  heeft deelgenomen in het toezicht op het restauratieproces, laat weten, dat het gebouw een belangrijke menselijke component heeft voor de Grancanario’s, “omdat het een gevangenis was tijdens de Spaanse Burgeroorlog, ziekenhuis, kindercrèche en  tanatorio (lijkenhuis/rouwcentrum).” Cárdenes merkt op. dat een belangrijk deel van het werk zich gericht heeft op het herstellen van de overkapping waar regenwater doorheen lekte, dat het plafond heeft aangetast waar zich de vergulde, houten cassettes bevinden en waarvan het laagje bladgoud was aangetast.

“De plafondcassettes en een deel van het dak waren uitgevoerd met een metalen verguldsel van niet al te beste kwaliteit,” merkt de restaurateur op. “En het lekkende water zorgde ervoor, dat dit verguldsel donkerder werd; zodanig, dat het de eenheid van het plafond heeft aangetast,” Om die reden, heeft men met behulp hydraulische machinerie, elk van deze cassettes ter plaatse kunnen herstellen. “Men heeft ingegrepen om het zwart van het verguldsel te verwijderen, waarmee we het plafond hebben kunnen herstellen zoals het was bij de oplevering van de kerk, men heeft nu ook ingegrepen in de muren, door het verwijderen van gips en deze opnieuw bepleisterd.”


2008-12-27_IMG_2008-12-20_00-11-59_lp2.jpgWijzigingen

Cárdenes benadrukt ook het werk aan de elektrische bedrading. “Die was verouderd en bij de retabels zou kortsluiting hebben  kunnen ontstaan,” Om deze werkzaamheden uit te kunnen voeren, hebben de bouwvakkers  het retabel en diverse sculpturen, onder wie afbeeldingen uit het eind van de 18de Eeuw van El Sagrado Corazón (het Heilig Hart-beeld), La Milagrosa (de Wonderbaarlijke) en La Virgen de Los Dolores (H. Maagd der Smarten), moeten afdekken, die nu uiteindelijk zijn overgebracht naar het Bisdom. “Ze waren afgedekt men speciaal papier, dat we gebruiken voor het conserveren tijdens de restauratie, omdat bescherming cruciaal is,” merk de restauratrice op

De acht glas-in-loodramen waarover de kerk beschikt, vier grote en vier middelgrote, waren al gerestaureerd tijdens de herstelwerkzaamheden aan het antieke hospitaal, dat uiteindelijk in 2011 is geopend als culturele ruimte. De ramen zijn het werk van de Franse gebroeders Maumejan, die ook de vervaardigers zijn van de glaspartijen van de San Juan Bautista-kerk (Johannes de Doper-kerk) in Arucas. Ook de glas-in-loodramen, met een grote artistieke en culturele waarde, zijn afgedekt geweest tijdens de restauratie van de kerk,” verduidelijkt Cárdenes.

De restauratrice herinnert eraan, dat de zieken van het hospitaal de mis konden volgen vanuit het hoge gedeelte, “deze zieken”, zo herinnert zij, “werden verzorgd door nonnen die woonden in een ander gedeelte, dat grensde aan de andere kant van de kapel en die konden de mis volgen vanaf het hoofdaltaar.” Zodoende was deze kapel een bijzondere locatie waar gelijktijdig veel mensen op af kwamen, “het was als een religieus concert, iets wat men nu wil voortzetten,” zo merkt Cárdenes op.  Nu het gehele gebied hersteld is, telt San Martín een oppervlakte van in totaal 1.273,34 m².
islas-canarias-36.jpg


De Cueva Pintada krijgt ex aequo de
Hispania Nostra-onderscheiding

MADRID - donderdag 4 oktober 2012 - De Koningin heeft aan de president van het Eilandbestuur van Gran  Canaria, José Miguel Bravo de Laguna, de onderscheiding overhandigd welke toegekend is aan het museum vanwege “het voorbeeldige pedagogische project” en als erkenning voor de bijdrage aan de ontwikkeling van Noord Gran Canaria. Het betreft hier een van de Prijzen van de Europese Unie voor Cultureel Erfgoed/Europa Nostra en de Onderscheidingen van de in 1978 opgerichte vereniging zonder winstoogmerk ‘Hispania Nostra’ die zich, volgens haar statuten, hiermee bezig houdt.

Koningin Doña Sofía heeft dit gedaan tijdens een plechtigheid in het El Prado-paleis in Madrid en heeft daarbij de onderscheiding uitgereikt die behoort bij de Eerste Prijs Hispania Nostra (Ons Spanje), die deze zomer is toegekend aan het Museo y Parque Arqueológico Cueva Pintada de Gáldar (Museum en Architectonisch Park van Gáldar) in de categorie Conservering van het Erfgoed als factor in de economische en plaatselijke ontwikkeling.


                   De prijswinnaars, samen met de Hare Majesteit de Koningin
                   en de beoordelingscommissie op de gebruikelijke groepsfoto.
Beheerd door het Eilandministerie van Cultuur en  Historisch Cultureel Erfgoed, van minister Larry Álvarez, deelt het centrum de onderscheiding met het Parque del Puente del Diablo (Park van de Duivelsbrug) van Tarragona, als erkenning voor de goede praktijk en zijn bijdrage aan de ontwikkeling van de regio, in dit geval, het Noorden van Gran  Canaria.
20121004_Premios_hispania_nostra_03.jpg
121004_mad_bravo5.jpg

Uitreikingsplechtigheid
De Koningin was tijdens deze plechtigheid vergezeld door de Staatssecretaris van Cultuur, José Maria Lasalle en de voorzitter van Hispania Nostra, Araceli Pereda.

In de toelichting bij de genoemde onderscheiding, geeft men aan, “dat het Archeologische Museumpark Cueva Pintada, een van de meest belangrijke bevolkte gehuchten van het pre-Spaanse Gáldar is, de antieke inheemse hoofdstad van Gran Canaria,” en, “dat, gedurende vele jaren, men een belangrijk werk heeft ontwikkeld, gebaseerd op onderzoek, conservering en verspreiding.” Het “voorbeeldig pedagogische project” van de Cueva Pintada en het “adequate beheer” van het Museum, “hebben een  attractie verwezenlijkt voor een cultureel toerisme, dat de dynamiek heeft veroorzaakt op het vlak van de economie van Galdár in een, van de traditionele Canarische toeristenlocaties afgelegen gebied,” aldus de toelichting.
20121004_Premios_hispania_nostra_01.jpg



Het Archeologische Park heeft een economische ontwikkeling teweeg gebracht in een wijk die verwijderd is van de kust, wat afgelegen op Canarias,” aldus Araceli Pedrera, voorzitter van Hispania Nostra, voor wie het voorstel van deze onderscheidingen, “een poging is in het geloven op basis van goede praktijken.”

Uitreikingsplechtigheid
De Koningin was tijdens deze plechtigheid vergezeld door de Staatssecretaris van Cultuur, José Maria Lasalle en de voorzitter van Hispania Nostra, Araceli Pereda.

In de toelichting bij de genoemde onderscheiding, geeft men aan, “dat het Archeologische Museumpark Cueva Pintada, een van de meest belangrijke bevolkte gehuchten van het pre-Spaanse Gáldar is, de antieke inheemse hoofdstad van Gran Canaria,” en, “dat, gedurende vele jaren, men een belangrijk werk heeft ontwikkeld, gebaseerd op onderzoek, conservering en verspreiding.” Het “voorbeeldig pedagogische project” van de Cueva Pintada en het “adequate beheer” van het Museum, “hebben een  attractie verwezenlijkt voor een cultureel toerisme, dat de dynamiek heeft veroorzaakt op het vlak van de economie van Galdár in een, van de traditionele Canarische toeristenlocaties afgelegen gebied,” aldus de toelichting.



Het Archeologische Park heeft een economische ontwikkeling teweeg gebracht in een wijk die verwijderd is van de kust, wat afgelegen op Canarias,” aldus Araceli Pedrera, voorzitter van Hispania Nostra, voor wie het voorstel van deze onderscheidingen, “een poging is in het geloven op basis van goede praktijken.”
121004_mad_bravo6.jpg
“Men heeft geprobeerd plaatselijke voorbeelden van het beheer van natuurlijk en cultureel erfgoed te willen belonen dat zonder veel ophef, een voorbeeld is op nationaal niveau,” zo heeft Pereda bevestigd, die  inzet op het maken van erfgoed tot een bron van sociale ontwikkeling, “door er van te genieten en deze niet alleen maar te consumeren.”
1349361489480-premio-hispania7large.jpg
Aanwezigen
De uitreikingsplechtigheid is o. a. bijgewoond de hertog van Soria; de ambassadeur van België; de president van het  Eilandbestuur van  Gran Canaria, José Miguel Bravo de Laguna; de ministers van de  Generalitat Valenciana, Lola Jonhson en Isabel Bonig.
Evenals door de burgemeesters van Pamplona, Enrique Maya; Tarragona, Félix Ballesteros; Vigo, D. Abel Caballero en Arnuero, D. José Manuel Igual.
Maar ook door de Rector van de Universiteit van Bologna, José Guillermo García-Valdecasas; de voorzitter van de Stichting Karel van Antwerpen, Miguel Angel Aguilar; de voorzitter van de Stichting Historisch Erfgoed van  Castilla y León, Rafael Encinas; de directeur van ENE en het Nationale Energie-museum, Alfonso Pérez Osia en de voorzitter van de  Federatie Spaanse Bergsport  Bergwandelen en Bergbeklimmen, Joan Garrigós Toro.

Als vertegenwoordigers van het Patrimonio Nacional (Nationale Erfgoed) waren in het El Prado paleis aanwezig:  de paleisbeheerders Alicia Pastor en Fernando Fernández-Miranda, evenals de erevoorzitter van Hispania Nostra de hertog van Huéscat, markies van Santa Cruz en graaf van El Abra; evenals de  voormalige voorzitter, Alfredo Pérez de Armiñán. Zij allen hebben ook, na afloop van de uitreikingsplechtigheid, de cocktail in het paleis bijgewoond, waarbij Koningin Sofía eveneens aanwezig was.

islas-canarias-36.jpg


Museo Canario in versie 2.0

LAS PALMAS DE GRAN CANARIA - zondag 15 juli 2012 - Het Museo Canario is al enkele maanden bezig de internetpagina http://www.elmuseocanario.com/ te vernieuwen met het doel haar collectie te verspreiden. Nieuw is nu, dat men de publicaties kan raadplegen en downloaden, waarbij men in het centrum twee keer per maand een ‘bijzonder’ stuk publiceert waardoor het publiek kennis kan nemen van de bijzonderheden ervan.

Onder de ‘juweeltjes’ die geraadpleegd kunen worden op de internetpagina van El Museo Canario: http://www.elmuseocanario.com/ bevindt zich de integrale transcriptie van het manuscript van Gregorio Chil y Naranjo: ‘Estudios históricos, climatológicos y patológicos de las islas Canarias’; een werk, dat bestaat uit 11 boekdelen die voor het grootste deel niet zijn uitgegeven:
http://www.elmuseocanario.com/index.php/en/recursos-digitales-menu/14792



Gregorio Chil y Naranjo.

 “Het is het werk, waarvoor hij werd vervolgd door de Katholieke Kerk,” brengt de conservator van het Centrum, Diego López in herinnering. “Het gaat om een werk, dat hij periodiek begon te publiceren in de pers en op pamfletten en het kostte hem  de excommunicatie, omdat hij - goed wetenschapper en mens van zijn tijd was-  de menselijke ontwikkeling interpreteerde vanuit evolutionistisch standpunt, zoals dit is volgens Darwin, zo legt Diego López uit.

Bovendien heeft het museum de periode van tijdelijke arbeidstijdverkorting overleefd die men in 2010 moest instellen; maar. de uitbreidingswerkzaamheden - met de eerste fase bijna voltooid met een investering van 6 miljoen euro - liggen stil.
islas-canarias-36.jpg


Museum van de Zee en de Stad
zal poorten openen in  2013

LAS PALMAS DE GRAN CANARIA - maandag 2 april 2012 - Burgemeester Juan José Cardona heeft op vrijdag 30 maart 2012 herhaald, dat het de bedoeling is, om in 2013 het Museo de Historia de la Ciudad y del Mar (Museum van de Geschiedenis van de Stad en de Zee) te openen in het Castillo de Mata, dat men tot een toeristisch attractiepunt wil maken in het gebied Triana-Primero de Mayo.

De aankondiging van de eerste burger gaat vergezeld van concrete acties die men aan het verrichten is in de hoofdstedelijke gemeentekantoren en met particulier initiatief voor het verzamelen van voorwerpen voor de toekomstige tentoonstelling.

Feit is, dat de burgemeester zelf, en bovendien de wethouders van Cultuur, Isabel García Bolta en van Stad en Zee, Mimi González, samen met particuliere initiatiefnemers, toezicht houden op dit project. In die zin, bestuderen de advocaten van de Gemeente de juridische basis voor de toekomstige instantie die het museum zal gaan beheren. Men stelt diverse formules voor, van het oprichten van een stichting - zoals die voor het Auditorium en het  Pérez Galdós-theater - of, om het te doen als partnerschap, of in de vorm van een trust. Ook sluit men het model niet uit van een concessie voor diverse bedrijven die te maken hebben met de Haven, die het museum, gaan beheren en het café-restaurant in het Castillo de Mata gaan exploiteren in ruil voor het onderhoud ervan.


                Het
'Museo del Mar y de la Ciudad' zal in  2013 de poorten openen.
Om nu in gebruik te worden genomen, ontbreekt het in het Castillo de Mata aan de voorziening van elektriciteit en water, wat een extra investering vereist waarvan de grootte nog moet worden vastgesteld. En hieraan moet nog worden toegevoegd, zo merkt men vanuit de Gemeente op, het geschikt maken van de toekomstige toegang naar El Polvorín (De Kruitkamer) en de ombouw van de Subida de Mata (Opgang naar het Kasteel), wat de omgeving van het Kasteel verbetert met diverse groenvoorzieningen. Voor deze voorzieningen is een bedrag gereserveerd van €322.000,= die het Cabildo (Eilandbestuur) betaalt en wat ten laste komt van het coöperatieplan met de gemeenten. Ook praat men over de mogelijkheid, om het oude houten schip, dat nu bijna verwaarloosd bij het Castillo de La Luz ligt, te verplaatsen naar de achterzijde van het toekomstige museum.

Het idee, om een museum van de zee in  de stad te creëren, is al  een oud initiatief; dat, naast andere burgemeesters, al geprobeerd is ter hand te nemen in de jaren 8o van de vorige eeuw door Juan Rodríguez Doreste. Een project, dat levend gehouden is door drie enthousiastelingen van de Haven en de geschiedenis van de zee en die van Gran Canaria: Manuel Mora, econoom en museumdeskundige, die erin is  geslaagd het project te ontwerpen voor het toekomstige museum wat nu bestudeerd wordt door het Gemeentebestuur. En met hem, de journalist en kroniekschrijver van de Haven, Juan Francisco Fonte, en de voorzitter van de Federación de Empresas Portuarias (Fedeport) (Federatie van Havenbedrijven), José Juan Rodríguez; die samen het trio van particuliere initiatiefnemers vormen voor dit idee, dat al tientallen jaren rondzweeft in de gemeentelijke kantoren.

De definitieve impuls, zoals men kan afleiden uit de aankondiging van Cardona, is gegeven door de Real Sociedad Económica de Amigos del País (Rseap), (Economische Koninklijke Vereniging Vrienden van het Land) waarvan Mora lid is; degene, die de burgemeester erop heeft aangesproken, voortgang te maken met het museum.

De drie particuliere initiatiefnemers, die men zal opnemen in de toekomstige stichting voor het museum, hebben toegezegd het grootse deel van de objecten en documenten te zullen aanleveren, dat tentoongesteld kan worden in het toekomstige museum.

Feit is, dat een van hen, als particulier, beschikt over waardevolle stukken over de geschiedenis van de hoofdstedelijke Haven. En voorts rekent men op de fondsen die beschikbaar zijn uit de verdwenen schilder wedstrijd van de Haven, evenals op de bijdragen uit private collecties en op de belofte van diverse havenbedrijven, om historische stukken aan het museum toe te kennen.
islas-canarias-36.jpg


De revolutie van het Museo Canario

Het Museo Canario,
- met een van de aanzienlijkste fondsen van de Eilanden -
is begonnen met haar eigen revolutie

LAS PALMAS DE GRAN CANARIA - woensdag 28 december 2011 - De eerste fase van de uitbreidingswerkzaamheden zal binnenkort zijn voltooid en verder is het wachten op de nog te realiseren installaties en wat er in de toekomst nog aan uitbreiding op stapel staat.

Een gehoorzaal, twee tentoonstellingszalen en eenheden voor de instandhouding en onderhoud van materiaal en de diverse soorten collecties zijn de ruimten die het Museo Canario erbij heeft gekregen tijdens de eerste fase van de uitbreiding; een werk, dat de aanvang is van de verandering in het culturele en algemene tentoonstellingsaanbod.


               Het plan voor het huizenblok waarin het Museo Canario is gevestigd,
        met de opeenvolgende fasen van het nieuwe centrum. In wit, twee privé panden
.
Het project, waarvoor de architecten Fuensanta Nieto en Enrique Sobejano getekend hebben, zal in drie fasen gerealiseerd worden; kost 19 miljoen euro en beschikt uiteindelijk over in totaal 11.300 m² , waarvan alleen al 5.000 m² die uitsluitend aan tentoonstelling van de museumcollectie  zijn gewijd (wat momenteel slechts 600 m² is).


Deze eerste fase heeft echter een investering gevergd van negen miljoen euro en zal niet kunnen worden gebruikt, totdat de tweede fase klaar is. “ We hebben de uitvoering van het project in fases moeten verdelen, voor het verkrijgen van financiering,” legt de museumbeheer, Diego López, uit.


De tweede en de derde fase (in feite tot nu toe een vijfde uitbreiding) hebben geen vooruitzicht op uitvoering, want de overheden verkeren in onzekere economische tijden en kunnen hun financiële ondersteuning niet aangaan. Al met al, hebben Nieto y Sobejano een termijn van zes jaar gepland voor de uitvoering van de uitbreiding en verandering die het culturele pand moet ondergaan.

Een ombouw die begonnen is met de uitvoering van een verbouwing van een van de zes panden die eigendom van het Museum zijn in het huizenblok waarin het museum is gevestigd , tussen de straten Dr. Verneau en Luis Millares en, de straten Dr. Chil en López Botas.

De andere vijf panden, die eveneens eigendom zijn van het Museum, zullen eenzelfde behandeling ondergaan, waarbij er twee  - die privaat eigendom zijn-  buiten de verbouwing  blijven.

Op die manier heeft men in de eerste fase gebouwd op  de grond van het pand van het voormalige schoolgebouw Viera y Clavijo, dat in de loop van de jaren 90 museum is geworden.

Hoewel ze niet gebruikt kunnen  worden, totdat ook de tweede fase voltooid is, is de eerste fase van de bouwwerkzaamheden een van de ‘juweeltjes’ waarmee het nieuwe gebouw zal kunnen rekenen. Het gaat om de gehoorzaal en de twee tentoonstellingszalen; waarvan de twee laatsten voortgezet zullen worden in de derde en de vijfde fase.

Zonder meubels en voorzieningen, kan de gehoorzaal, op de begane grond, in een ideale ruimte voor 160 stoelen veranderen  en op de tweede verdieping zal deze diverse plaatsen krijgen voor personen met een verminderde mobiliteit en drie cabines, twee voor het vertalen en een derde voor de projectie.

Het interieur van deze ruimte is in zijn geheel bekleed met iroko hout (ook wel Kabaja genoemd; duurzaam West-Afrikaans hout), dat met teakolie is behandeld. Aan de zijde die grenst aan de gang die de tentoonstellingszalen  van de andere ruimten scheidt, en die eveneens twee verdiepingen hoog is, wordt zwart gecoat staal aangebracht. Een materiaal, dat een opvallend contrast zal opleveren met de volledig witte plafonds, vloeren en wanden.


Andere nieuwigheden zijn de tentoonstellingszalen. In deze eerste uitbreidingsmodule, zal het Museum gaan beschikken over twee ruime zalen met veel licht voor het tonen van zijn collecties, dankzij de bovenlichten in de kroonlijst welke de architecten op strategische plaatsen hebben aangebracht, zodat het licht breekt en de bezoekers naar buiten kunnen kijken door deze vensters.

Als het geheel van de verbouwingswerkzaamheden zal zijn voltooid, schat men in, dat men op de begane grond  één enkele verdieping heeft van ruim 3.000 m² aan tentoonstellingsruimte, die in open verbinding staat met de centrale patio (binnenplaats)

Een andere curiositeit is de projectie van het aanbrengen van twee loop plankieren als gaanderijen  van ene gedeelte van het gebouw naar het andere. Daarmee zal men de onmogelijke ruimte overbruggen die doorloopt in een woonblok waarin twee panden staan die privaat eigendom zijn en de kleine open ruimten in het gehele gebouw

Het werk van Nieto en Sobejano maakt het bovendien mogelijk, dat de ruimte multifunctioneel te gebruiken is. In sommige gedeelten van de uitbreiding zijn zes etages gepland (waarvan maximaal twee in de ondergrondse kelderverdieping).

Het project kent belang toe aan de ruimten die bestemd zijn voor het conserveringswerkzaamheden van het Museum. En zo beschikt men over vijf magazijnen voor de opslag van archeologisch materiaal en drukwerk, tijdschriften en boeken. Twee daarvan bevinden zich in de eerste fase die nu voltooid wordt. Ook komt er een kleine garage van vijf parkeerplaatsen een ruimte voor het desinfecteren en het ontdoen van insecten van materiaal wat nieuw word binnengebracht.

Als men goed kijkt, ziet men, dat het nieuwe Museo Canario gaat lijken, op het beeld wat de ontwerpers voor ogen hebben. De bestudering van Spaanse architectuur heeft ook in  het pand in Vegueta het voortdurende gebruik van vensters intact gelaten, met bovenlichten in  elke hoek en openingen in de overkapping.

Deze zoektocht naar licht, van Nieto en Sobejano, en, de zin om het oude en het nieuwe smaakvol te combineren en de voor het behoud van het oorspronkelijke gebouw, herhaalt zich in het onlangs geopende Joanneum Museum voor Natuurgeschiedenis in Graz (Oostenrijk), het oudste museum van het land.
islas-canarias-36.jpg


Vuurtoren Maspalomas is 
Etnografisch Centrum

Uitkijkpunt over het Zuiden van Gran Canaria

SAN BARTOLOMÉ DE TIRAJANA - donderdag 10 januari 2012 - Het Havenbestuur heeft de Vuurtoren van Maspalomas overgedragen aan het Eilandbestuur van Gran  Canaria, zodat de Faro een toeristische attractie kan worden waarvan de opening voor het publiek wordt verwacht eind januari/begin februari 2012. Vanaf 56 meter hoogte - en met 244 traptreden voordat men zijn lamp bereikt - zijn de panorama’s vanaf het uitzichtspunt de moeite van het beklimmen waard van de brede, naar boven toe steeds smaller wordende wenteltrap.

Op woensdag 23 maart 2011 hebben politici en journalisten dit ervaren, de een wat enthousiaster dan de ander, maar allemaal wilden ze  in vogelvlucht kijken naar  Maspalomas, Playa del Inglés, Meloneras en, als klapstuk, de kust van  San Bartolomé de Tirajana.
faro-maspalomas-2008large.jpg
162large.jpg
Maar voor het bereiken van de top was er eerst beneden de overhandiging van  de sleutels van de vuurtoren door de voorzitter van het Havenbestuur,  Javier Sánchez-Simón aan Inés Jiménez,  de minister van Industrie en Handel, van de Canarische Regering, omdat dit departement jaarlijks een canon betaald van €9.000,=, wat een redelijk bedrag is.

 Bij de ingang , op de begane grond, bevindt zich de receptie, het VVV-kantoor en de handnijverheidswinkel, waar de bezoekers een aanbod aan ambachtelijke, op Gran Canaria  vervaardigde,  producten  aantreffen; waarbij de rijke gastronomie van de gemeente en van het eiland niet vergeten wordt.

Het is de bedoeling, aldus de vertegenwoordigers van de drie overheidsinstanties, dat de vuurtoren een betere attractie en een nog groter herkenningspunt wordt voor het Zuiden van Gran Canaria.

 Tentoonstellingszalen en uitkijkpunt
De Faro (Vuurtoren) die in 1899 gereed is gekomen, in hetzelfde jaar als de Eiffeltoren in Parijs, is - na een bouwperiode van vijf jaar - geopend op 1 februari. De bouwers van de vuurtoren, uitzichtspunt van het Zuiden sinds 122 jaar, waren ook Fransen: F. Barbier & Cie Constructeurs, maar de bouwstenen komen uit de gemeente zelf.

Zoals een van de onderhoudsmonteurs van de vuurtoren laat weten - vuurtorenwachters zijn er niet meer, omdat nieuwe apparaten deze met pensioen gestuurd hebben - staat er eenzelfde vuurtoren in Chipiona (Cádiz), maar deze van Maspalomas is beter geconserveerd.”

De tentoonstellingszalen bevinden zich op de begane grond, met drie voorbeelden van vuurtorens wereldwijd, hun ontwikkeling en de buitenlandse reizigers die ze kenden.

Op de tweede etage, met nog eens zeven expositieruimten, toont men de bezoeker het leven van de oerbewoners, de traditionele ambachten, de producten van de ambachtslieden en, de vuurtorens van Gran Canaria.

 Het uitkijkpunt - in het hoogste gedeelte van het gebouw - maakt het mogelijk, dat een beperkte groep bezoekers  het prachtige uitzicht op de zuidelijke kust kan bewonderen, tegenwoordig met meer stenen, dan zand, wat echter niets afdoet aan de schoonheid ervan.

Voor deze sensatie, evenals voor het bezoek aan de tentoonstellingsruimten, moet een entreeprijs betaald worden, waarvan de hoogte echter nog moet worden vastgesteld door de beheerders die het gebouw zijn nieuwe bestemming hebben gegeven.

Etnografisch Centrum
De Faro de Maspalomas is sinds 2010 de zetel van een Etnografisch Centrum. Hier worden zowel permanente als tijdelijke tentoonstellingen georganiseerd met stukken uit El Fondo (De Collectie) waarover het Ministerie van Industrie, Handel en Kunstnijverheid, van het Eilandbestuur, beschikt.

“Dit met de intentie, dat telkens wanneer men dit Centrum bezoekt, men opnieuw een bezoek kan brengen. De Collectie van het ministerie beschikt maar liefst over bijna 5.000 stuks,” zo heeft Inez Jiménez laten weten. Jiménez is minister van industrie in de Eilandregering van Gran Canaria..

Het Etnografisch Centrum is strategisch gelegen op Gran Canaria, waardoor het de toegang garandeert voor bijna alle toeristen die jaarlijks het eiland bezoeken evenals uiteraard voor de Grancanarios zelf. De Faro de Maspalomas is al nu eenmaal, al een attractie op zichzelf

In februari 2001 heeft de Raad van Bestuur van de Havenautoriteit van Las Palmas, via een openbare aanbestedingsprocedure, de Gemeente San Bartolomé de Tirajana het gebruik en de exploitatie van het gebouw en de bijbehorende terreinen van de Vuurtoren van Maspalomas toegekend. Dit is gedaan met met een beheersconcessie.

met een beheersconcessie. met een beheersconcessie.
                                           untitledlarge.jpg

In juni 2008 heeft de genoemde Gemeente aan de geciteerde Havenautoriteit goedkeuring gevraagd, om met de FEDAC de overeenkomst af te mogen sluiten welke men nu heeft ondertekend. Die goedkeuring werd eind 2008 verleend. De Fundación para la Etnografía y el Desarrollo de la Artesanía Canaria (FEDAC) (www.fedac.org/fundacion.php)
 is een zelfstandig organisme, dat ressorteert onder het Eilandbestuur van Gran Canaria.

De tentoonstellingsruimte bestaat uit drie zalen waarin de hoofdthema’s ondergebracht zijn:

A) Visión exterior de Canarias en la Antigüedad.
     Een kijk van buitenaf op de Canarische Eilanden van Vroeger

B) Canarias, referencia de expediciones científicas y centro de estación de salud.
     De Canarische Eilanden als referentiekader voor wetenschappelijke expedities
     en seizoen-centrum voor de gezondheid.

C) Canarias, centro turístico. San Bartolomé de Tirajana.
     De Canarische Eilanden, toeristisch centrum. San Bartolomé de Tirajana.

Het Etnografisch Centrum heeft een toeristisch informatiecentrum.

 De duur van de huidige samenwerkingsovereenkomst blijft beperkt tot, maximaal, de duur van de concessie, welke 15 jaar is, maar die verlengd kan worden.

Voor de evaluatie, opvolging, coördinatie en welke andere doeleinden dan ook, die men van toepassing acht, heeft men een dagelijks bestuur in het leven geroepen, waar leden van beide partijen zitting in hebben.

Bovendien kan het Dagelijks Bestuur beschikken over inlijving van deskundigen, van wie men denkt, dat dit toepasselijk is voor het beheer en voor het nemen van beslissingen.

 

   

 

 

Staat van het pand
Door een restauratie in 2005, verkeert het gebouw over het algemeen in een goede staat en heeft het geen structurele verbouwingen, of ingrijpende reparaties nodig. Het beschikt over openbare toiletten voor het publiek, een recentelijk vernieuwde elektrische installatie en vernieuwde sanitaire voorzieningen.

De bovenverdieping, waar de permanente tentoonstellingen worden gehouden, beschikt over ongeveer 300 m³ en de benedenverdieping, voor de overige ruimten, beschikt over 360 m²

Etnografische collectie met waardevolle stukken
Na 25 jaar van onderzoek, verzamelen, catalogiseren en conserveren is het Eilandbestuur van Gran Canaria erin geslaagd een collectie samen te stellen, welke, tot op heden , 4.755 objecten omvat. Deze objecten stammen uit de 19de en de 20ste Eeuw en zijn, al naar gelang hun fysieke toestand, in drie geacclimatiseerde magazijnen opgeslagen, om tentoongesteld te gaan worden.

Hoewel er stukken bij zijn van een andere afkomst, richt de collectie zich op Gran Canaria en bevat complete series etnografische objecten en uitgebreide collecties van de belangrijkste ambachtelijke ateliers van het Eiland. Door zijn eigenschappen maakt de collectie reconstructie mogelijk van de belangrijkste traditionele activiteiten, via de producten die deze hebben opgeleverd of via gereedschap en infrastructuur die zij gebruikten.

Het grootste deel van de objecten waaruit deze Etnografische Collectie bestaat, maakt deel uit van de collecties die door de FEDAC zijn samengesteld met producten van kunstenaars en ambachtslieden die al zijn overleden, of die gestopt zijn met de uitoefening van hun beroep. Dit is de reden, waarom deze voorwerpen onvervangbaar zijn. Van veel voorwerpen beschikt men over slechts één exemplaar.

Sommige stukken uit de Etnografische Collectie zijn voorbeelden van traditionele activiteiten, of voorbeelden van verdwenen nijverheidsberoepen, of van handnijverheid. Zaken, die door gebrek aan kennis (van de technieken, verdwenen primaire grondstoffen, enz.) onvervangbaar zijn. Onvervangbaar, omdat het tegenwoordig niet meer mogelijk is, om deze objecten opnieuw te vervaardigen op de manier zoals de traditionele samenleving deze heeft uitgevonden.

De Collectie bestaat uit objecten van uiteenlopend karakter. Men beschikt over een complete verzameling keramisch materiaal, die representatief is voor de drie traditioneel historische alfares (pottenbakkerijen) van Gran Canaria: die van La Atalaya in Sta. Brígida, die van Hoya de Pineda in Gáldar en die van Lugarejo in Artenara.
De keramische collectie bestaat uit alledaagse gebruiksvoorwerpen van de eilandbevolking:

- tallas de agua, waterkannen
- tostadores, roosterpotten
- sahumadores, wierookbranders
- ollas, kookpotten
- gánigos, halsflessen
- floreros, bloemenvazen
- cazuelas de vino, wijn kruiken
- jarras de leche, melkkannen
enz. enz.
veel van deze objecten zijn vervaardigd in ambachten die nu verdwenen zijn.


De hoofdredacteur van  http://gran-canaria-actueel.jouwweb.nl  in lichtblauwe kleding en toen nog jong en slank - nu alleen nog maar ‘en’ - in het voorjaar van 1988 op bezoek in de woongrot van de pottenbakster in Hoya de Pineda die ondertussen, in de leeftijd van 99 jaar, is overleden. Van haar 11 kinderen is er een dochter die anno 2011 op deze locatie nog steeds traditioneel aardewerk vervaardigt en dit, na droging in de zon, bakt in een met hout gestookte klei-oven.

Men beschikt in het Etnografisch Centrum over een brede en gevarieerde collectie aan landbouwgereedschap voor bewerking van de akkers, dat vervaardigd is door Canarische boeren:
- arados, ploegen
- yugos, jukken
- trillos, dorsvlegels
- horquetas, hooivorken
- hoces, zeisen
enz.

en huishoudelijke voorwerpen zoals:
- cucharas, messen
- platos, borden
- jaulas, kooien
- faroles, lantaarns
- cacharros para la leche, vaatwerk voor melk
- cacharos para el gofio,  vaatwerk voor gofio
- regaderas, gieters
enz.

het traditionele meubilair is ook breed vertegenwoordigd:
- cajas, kisten
- talleros, gravures
- loceros, aardewerk
- taburetes, krukjes
enz.

en wat stoffen betreft, beschikt de Collectie over:
- mantelerías caladas o bordadas, ajour of geborduurde tafelkleden
- mantas y colchas de lana, lino, hilo o algodón, wollen, linnen en katoenen  dekens en bed spreien
- piezas de la vestimenta tradicional, traditionele kledingstukken
enz..

gereedschap voor de uitoefening van de traditionele beroepen:
- cencerras, ketels
- pinzas de herrero, blikscharen
- palas de tenderos, kruideniersscheppen
- churreras, pijpen voor het maken van churros
- sierras, zagen
- mazos, houten hamers
- macetas, manden
- telares, weefgetouwen
- husos, houten klossen, spoelen
enz.

en een collectie voorwerpen  uit de detailhandel, zoals die van de:
- mercerías, fourniturenwinkels
- barberías, kapperszaken
- tiendas de aceite y vinagre, olie en azijn-winkels
enz.

De inventarisatie en het catalogiseren van de stukken waar de Collectie uit bestaat, doet men via een databank die speciaal voor dit doel is ontworpen. In deze gegevensopslag staat niet alleen de inventaris van de collectie opgenomen, maar er is ook een gedetailleerde beschrijving van elk voorwerp afzonderlijk in opgenomen.

Na jarenlange ervaring is men van mening, dat men prioriteit moet geven aan het beschermen en het tentoonstellen van deze collectie, die tot een van de markantste van het eiland is geworden. Ze is compleet, geïnventariseerd en bewaart heel goed de traditionele activiteiten die ontwikkeld zijn op Gran Canaria.

Het is een technische- en beheersverantwoordelijkheid die men hier bewaart, waarvoor men drie fundamentele maatregelen ontwikkelt:

1) Bescherming tegen natuurlijk verval, door de artefacten te behandelen te verpakken en onder gunstige voorwaarden op te slaan.

2) Bescherming tegen risico van manipulatie. Door de manipulatie van de objecten te minimaliseren en te garanderen, door dit op enigerlei moment te laten verrichten door bekwaam en verantwoordelijk personeel van de FEDAC.

3) Bescherming tegen verlies of beschadiging van  buitenaf zoals het breken van stukken of het  afscheiden van stukken van rest van het waardevolle geheel. Waarbij men moet denken in termen van herinnering aan het eiland, waarbij de schade dan onherstelbaar is.

Met de opening van het Centro de Etnografía del Faro de Maspalomas opent men met de Fondo Etnogarafico (Etnografische Collectie) een nieuw werkfront, dat begint met het tentoonstellen aan het publiek.

DE ZALEN VOOR PERMANENTE EXPOSITIES BEVATTEN:
- vitrines, panelen (voor afscheiding), en ruimten (virtuele en gevoelsmatige), waarmee men de volgende voorwaarden bijeen wil brengen:
- een rigoureuze en systematische aanpak
- een evenwichtige verdeling van de collecties met antieke en moderne voorwerpen
- het toepasselijk combineren van rationele en gevoelsmatige aspecten
- het opnemen van een breed spectrum aan interactieve zaken en contact met de materialen
- een evenwichtig gebruik van hulpmiddelen uit de nieuwe technologie
- het veilig omgaan met de tentoongestelde voorwerpen
- het aantrekkelijk, vernieuwend, verrassend, interessant en boeiend houden van de tentoonstellingen

Waarbij de thema’s:
- Antropologíe,
- Etnografíe,
- Etnohistorie,
- Volksgebruiken,
- Plattelandstechnieken,
begrippen zijn, welke de  titels van komende exposities dekken, waarbij men zich, via interactie tussen het toerisme en de plaatselijke cultuur, richt op een etnisch-historische interpretatie van het Eiland Gran Canaria .

De kern bestaat uit drie zalen op de bovenverdieping van het gebouw, die gecontroleerd worden door bewakingspersoneel en een bewakingssysteem met videocamera’s. Bovendien is het mogelijk, om in de entreehal, voor het verlenen van toegang tot de permanente expositie en de diensten in de rest van het gebouw, een receptiebalie in te richten. Deze ruimte zal worden gecomplementeerd met zaal nummer 0 die gewijd zal zijn aan de eigen geschiedenis van de Faro (Vuurtoren).

De zalen zullen op de navolgende manier thematisch worden ingericht:

ZAAL O : VUURTOREN VAN MASPALOMAS:
Informatiepunt over het gebouw, met toelichting op:
- de geschiedenis van de Faro de Maspalomas
- de verandering in het gebruik
. uitzicht vanaf de lantaarn
- een selectie voorbeelden over vuurtorentechniek

ZAAL 1:  CANARIAS GEZIEN VAN BUITEN AF:
De perceptie van het Eiland vanuit het perspectief van de reizigers. Vanuit de ontdekkers, vanaf de Oudheid tot aan de komst van de eerste toeristen, waarbij veroveraars, kolonisten en reizigers de revue passeren, met speciale aandacht voor de grote reizigers van de 19de Eeuw.

- De bevolking en de eerste contacten met het Westen. De eerste Canario’s
- De veroveraars en de gekoloniseerden.
- De reizigers

ZAAL 2: DE TRADITIONELE CULTUUR VIA DE BEROEPEN:
- Landbouw: monocultuur, meervoudige cultuur en gemengde cultuur,

- Veeteelt: het traditionele vee hoeden
- De beroepen: handwerklieden en kunstnijverheid
- De feesten, traditie, religie en recreatie.

ZAAL 3: DE GESCHIEDENIS VAN HET TOERISME:
Een historische blik op wat het Eiland maakte tot een bestemming van reizigers en toeristen en de daarop volgende ontwikkeling van hat massatoerisme en de sociale verandering die heeft plaatsgevonden op het Eiland.

De monocultuur van het toerisme en de ingrijpende veranderingen die deze teweeg heeft gebracht in de economie, op het landschap,  in maatschappij, voor de landbouw, de haven en de dienstensector,-

 Van boot naar vliegtuig
- Ik ga in een reactor.
- De grote operateurs
- de 21ste Eeuw

HET TOERISTISCHE INFORMATIEPUNT
Om de medewerkers van het Toeristische Informatiepunt te ontzien, zal men in de ontvangsthal van het Centrum, een bord plaatsen met daarop in het Spaans, Engels, Duits en Frans de antwoorden op de meest gestelde vragen. Ook zal uitvoerig foldermateriaal aanwezig zijn en persoonlijke aandacht van het receptiepersoneel, dat over toegang tot het internet beschikt om relevante informatie op te roepen, over vragen die men krijgt en waarop men niet direct een antwoord weet te geven.

Dit voorlichtingspunt is uitsluitend bedoeld voor het geven van informatie en is er niet voor het reserveren, of de verkoop van entreebewijzen

Met een rechtstreekse toegang van buiten, via de verplichte bezoekerszaal van het Etnografisch Centrum , biedt men  een sterk plaatselijk aanbod en zoekt men een evenwicht tussen de traditionele Canarische kunstnijverheid- en handwerkproducten en die van een museumwinkel met kwaliteitsproducten die vervaardig zijn door ambachtslieden van het Eiland.

Het concept en het functioneren daarvan, baseert men op de ervaring en verhandeling van kunstnijverheid binnen industrieel kader, waaraan de FEDAC winkels hebben bijgedragen.


 Bewegwijzering buiten
Het is noodzaak, om in een gefragmenteerde woongebied, zoals het Zuiden van Gran Canaria, met een publiek dat voornamelijk uit buitenlanders bestaat, het gebouw herkenbaar aan te duiden. Dit doet men op een aantal strategische punten langs de toegangswegen naar de Vuurtoren van Maspalomas, c.q. het Etnografisch Centrum.
islas-canarias-36.jpg


 

e-113.jpg

aaaaLOGOMETBANNERGranCanariaActueel-2--246.jpg

zon-63.jpg

Maak jouw eigen website met JouwWeb