Typisch Canarische woorden, uitdrukkingen en gezegden welke men niet bepaaldelijk tegenkomt in menig Spaans woordenboek en - veelal ook niet - in een Canarisch woordenboek:
- Palmerada : Bedroefheid, pijn, melancolie.
Cabra is teleurgesteld, omdat Gofio haar niet kan vergezellen.
- Pechada : Steile helling.
- Pejiguera : Aandringen of vervelende herhaling.
- Perreta : Booshei , of woedeaanval van een kind.
De hele nacht wakker vanwege de boosheid van het kind.
- Peroluís : Burhinus oedicnemus, gewone wulp;
40 cm grote trekvogel met ronde kop en lange, gele poten..
- Pícon : Lava-gruis, basalt-korrels met een diameter van 2 tot 64 mm.
Agua treft hele bergen pícon aan.
- Pinchar : Springen, stuiteren.
- Pintadera : kleine stempel - van gebakken klei, hout, of uit steen; gedecoreerd
met geometrische firguren - vervaardigd door de Canarische
oerbewoners
De pintaderas behoren tot het oorspronkelijke erfgoed van
Canarias.
- Princesa : Mantis religiosa, een bekende bidsprinkhaan uit de orde van de
Mantodea.
Gofio heeft een groen bidsprinkhaan gevonden.
- Provocado: De neiging hebben tot braken.
De heel ochtend misselijk zijn, omdat men buikpijn heeft.