Evenals om de groeiende vraag
van technologiemarkten te dekken
Men zoekt naar kritische zaken in de Spaanse wateren
om de energie van de toekomst te ontwikkelen
EUROPA - woensdag 9 januari 2019 - Europese wetenschappers hebben een eerste kaart met afzettingen van ferro manganen in alle Europese onderwatervoorzieningen ontwikkeld en zijn nu al op zoek naar lithium- en kobaltbronnen in de Spaanse wateren van de Canarische Eilanden, de Galicische en Cantabrische regio, waar zij metalen voor auto's kunnen winnen en, “energie van de toekomst.”
"Het belang van deze kritieke grondstoffen ligt in de groeiende vraag die de maatschappij aan hen stelt om aan de behoeften van hernieuwbare energieën en technologische markten te voldoen," legt het Geologische en Mijn Instituut van Spanje uit. En is dat deze onderwaterafzettingen de belangrijkste poly metallische bronnen op de planeet hebben.
De door de wetenschappers opgestelde kaart biedt een eerste compilatie van gegevens over de aanwezigheid van onderzeese ferro mangaanafzettingen rijk aan kobalt en lithium in zeeën in Europa. Deze afzettingen zijn geconcentreerd in poly metallische knollen die rijk zijn aan mangaankoper en nikkel en korstjes van hierro mangaan rijk aan kobalt, telluur, zeldzame aarden en elementen van de platinagroep.
"We kunnen een grote hoeveelheid potentiële hulpbronnen waarderen in kobaltrijke koralen van hierro op de Canarische Eilanden, de Noord Zee, de Barentszzee, de Noordelijke IJszee, de Iberische marges, en de westelijke Middellandse Zee, terwijl de poly metallische knobbelafzettingen, die verrijkt met kobalt en lithium, zijn te vinden op de oever van Galicië, de Karazee, de Oostzee, de Tyrreense Zee, en de Cantabrische Zee ", zo specificeerden de wetenschappers.
Door het verzamelen van gegevens, zowel uit oceanografische campagnes uitgevoerd door het Instituto Geológico y Minero de España (Geological and Mining Institute van Spanje) en uit gegevens gepubliceerd in onderzoeksartikelen van andere instellingen en organisaties, zijn deze geo deposito's vertegenwoordigd.
Experimenten op Canarias
om de atmosfeer te manipuleren
Duitse wetenschappers onderzoeken wat er gebeurt
als koud, met voedingsstoffen beladen water
naar de oppervlakte wordt gepompt
Het Oceaan Onderzoek Centrum van Kiel heeft gegevens
en een agenda om een experiment te ontwikkelen
over marine geo-engineering op de Canarische Eilanden
Het bestaat uit het manipuleren van de atmosfeer om, onder andere, de afgifte van zuurstof te analyseren.
KIEL - zondag 9 december 2018 - Het Helmholtz Centrum voor Oceaan Onderzoek in Kiel heeft gegevens en een agenda om een experiment te ontwikkelen over maritieme geo-engineering op de Canarische Eilanden. Het bestaat uit het manipuleren van de atmosfeer om, onder andere, de afgifte van zuurstof te analyseren.
De archipel zal het eerste grondgebied van Spanje zijn met maritieme machten, in overeenstemming met die welke voorzien zijn hun Estatuto de Autonomía (Statuut van Zelfbestuur), dat wordt verwerkt in het Congreso de los Diputados (Congres van Afgevaardigden). Van maandag tot vrijdag 7 september 2018 is er een internationaal congres gehouden over 'oceanische deoxygenatie' aan de Universiteit van Kiel. Er is een Canarische wetenschapper onder degenen die berichten hebben ingediend.
Er zijn twee benaderingen van geo onderzoek:
-Een, het manipuleren van de atmosfeer om zonlicht en warmte van de aarde af te leiden.
- En nog een, om CO² uit de atmosfeer te halen, dat wil zeggen de zogenaamde negatieve CO²-uitstoot. De Verenigde Staten hebben juridische vooruitgang geboekt op dit gebied; de EU niet.
Mariene geo onderzoek wordt in de VN gedefinieerd als, "een opzettelijke ingreep in het zee milieu om natuurlijke processen te manipuleren, die de antropogene klimaatverandering of de gevolgen ervan tegengaan, en het potentieel heeft om schadelijke effecten te produceren, vooral wanneer die effecten wijdverspreid, lang kunnen zijn. Langdurig en ernstig ."
Weergegevens in augustus 2018 op de Canarische Eilanden bij zonsopgang.
Risico’s
Het Duitse centrum maakt sinds 2014 gebruik van logistieke en technische ondersteuning van het Oceanic Platform (Plocan), het jaar waarin het een eerste experiment uitvoerde en een overeenkomst sloot. In 2017 was er een congres in de hoofdstad van Gran Canaria over dit onderwerp.
In 2018 willen wetenschappers weten welke effecten het heeft in de atmosfeer om koud water uit de diepten te injecteren, hoewel de datums kunnen variëren en zelfs in 2019 kunnen worden uitgevoerd. In 2014 gebeurde iets vergelijkbaars op de Canarische eilanden op 650 meter diepte. Het onderzoek in Kiel wordt geleid door de wetenschapper Ulf Riebesell.
Er zijn een aantal veronderstelde risico's: De groei van algen en andere levende wezens die naar de oppervlakte zouden komen. Bronnen die in september 2018 werden geraadpleegd, gaven aan, dat de niet uitgroei van ongewenste algen niet mag optreden vanwege de kleine omvang van het monster dat op de eilanden moet worden verkregen. Het gebied om het experiment te ontwikkelen bevindt zich op Gran Canaria.
De Duitse Regering heeft om te beginnen enige twijfels over dit soort oefeningen. Een woordvoerder van het Ministerie van Milieu, Stefan Haufe, heeft aangegeven, dat Berlijn grote geo-engineering interventies afdankt, “hoewel we een staat van bepaalde evaluatie van de ervaring nodig hebben." De Duitse overheid erkent maritieme geo-engineering voor onderzoek met zeer strikte maatregelen.
Er zijn verschillende manieren om negatieve emissies te genereren. Als de oceanen bijvoorbeeld met ijzer zouden zijn bemest, zou de groei van algen wellicht worden gestimuleerd en CO² worden toegevoegd. Net als bij de opwaartse stroming van de oceaan, moeten de algen in de zeebodem wegzakken en daar CO² opslaan. In 2008 werd met een Amerikaans schip geprobeerd om dit experiment met ijzer op de Canarische Eilanden uit te voeren, maar Greenpeace mobiliseerde zijn middelen om dit te voorkomen.
Bovendien is de atmosfeer verstoken van CO² wanneer silicaat en carbonaat de zee weerstaan. Het is eigenlijk een natuurlijk proces, maar een proces dat heel langzaam verloopt. Het zou denkbaar zijn om het kunstmatig te versnellen. Dat is wat ze willen ervaren op de Canarische Eilanden.
Gran Canaria en Tenerife benaderen elkaar
CANARISCHE EILANDEN - zaterdag 4 november 2018 - Wetenschappers op het gebied van seismologie, en deskundigen van de Universiteit van Sevilla, en het Laboratorium voor Astronomie, Geodesie en Cartografie van de Universiteit van Cádiz, zijn het met elkaar eens en hebben een studie gepresenteerd waaruit opgemaakt kan worden dat de Canarische eilanden Tenerife en Gran Canaria elkaar benaderen en... ooit een groot eiland zullen worden.
Het klinkt ongeloofwaardig en we zullen het niet gaan meemaken, omdat het een proces is van miljoenen jaren, maar de wetenschappers zijn het erover eens dat er een geo-dynamische benaderingsbeweging plaatsvindt tussen de eilanden Tenerife en Gran Canaria.
De twee grootste eilanden van de Canarische Archipel bevinden zich nu op slechts 64 kilometer van elkaar, maar dankzij de ondergrondse bewegingen benaderen ze elkaar. De waarden van verplaatsing tussen de platen tussen het eiland Tenerife en Gran Canaria zijn millimetrisch dus vanwege de afstand tussen de eilanden zullen er miljoenen jaren voorbij moeten gaan voordat ze zich bij elkaar zullen voegen.
Tussen beide eilanden vinden veel kleinere en soms grotere aardbevingen plaats die in de meeste gevallen niet gevoeld worden door de bevolking. Dat heeft allemaal te maken met de Enmedio vulkaan (Volcán de Enmedio), een onderzeese vulkaan gelegen op 24,5 kilometer van Tenerife, en 36,2 kilometer van Gran Canaria.
De basis van deze vulkaan is enorm groot, en men vergelijkt deze met maar liefst 539 voetbalvelden, De vulkaan heeft een hoogte van ongeveer 1.630 meter. De laatste keer dat de Enmedio-vulkaan voor enige problemen zorgde was in mei 1989 toen een aardbeving met een kracht van 5 op de schaal van Richter gevoeld werd op de eilanden Tenerife en Gran Canaria (zonder schade en gewonden).
BRON: www.spanjevandaag.com
Onderzoek naar niveaus van mercurio (kwik)
in de lucht van de Canarische Eilanden
De aanwezigheid van dit zware metaal in dolfijnen van de eilanden is de laatste jaren toegenomen,
en is vanwege het hoge giftige vermogen een belangrijk punt van zorg geworden voor wetenschappers
CANARISCHE EILANDEN - vrijdag 5 oktober 2018 - De Universiteit van Manitoba, in Canada, heeft op donderdag 4 oktober 2018 bevestigd dat het de laatste hand legt aan details over een onderzoek naar de aanwezigheid van kwik in de lucht van de Canarische eilanden vanwege de aanwezigheid van calima of Sahara lucht.
Het onderzoek wordt geleid door Dr. Feiyue Wang, die metingen heeft uitgevoerd op Tenerife van dit giftige zware metaal. Op dit moment heeft het geleid tot nachtelijke concentraties van kwik wanneer de Sahara-lucht de eilanden bereikt.
Dit is een onderzoek dat met Canadese publieke middelen wordt gefinancierd en dat op zijn wetenschappelijke agenda ook inhoudt wat er in het Noordpoolgebied gebeurt met kwikniveaus.
In 2015 is op de eilanden een onderzoek uitgevoerd door de Universiteit van Las Palmas de Gran Canaria (ULPGC), de Universiteit van Bologna, en de Loro Parque Foundation, over het mariene milieu. De conclusies van dit rapport wijzen op een aanzienlijke toename van kwik onder dolfijnen die via de Canarische Eilanden trekken.
Wang heeft gepubliceerd dat het sinds juli 2018 in Izaña (Tenerife) is geweest om directe opnames te maken, “van luchtmassa's en stofstormen die westwaarts reizen vanuit de Sahara."
Eerder onderzoek uitgevoerd in Izaña onthult, “onderbrekingen in de dag-cyclus van kwik wanneer stofstormen vanuit Afrika aankomen, en het kwik gebonden aan deeltjes sterk toeneemt, zoals elementair gasvormig kwik, een krachtig neurotoxisch middel."
Naar zijn mening “wijst dit op het stof zelf als een mogelijke bron van zowel gasvormig als deeltjesvorming kwik." Hij verklaart, “dat er wordt aangenomen dat de Sahara verantwoordelijk is voor 50-55% van de wereldwijde stof-emissies, het stof van de Sahara kan een belangrijke bron van kwik zijn voor landelijke en maritieme ecosystemen over de hele wereld."
Op Tenerife hebben de Canadese deskundigen luchtfilters in de gebouwen van AEMET geïnstalleerd om te wachten op de aankomst van calima op die hoogte, op de top van de Teide. Het systeem is ontworpen om kwik zowel uit de lucht te halen als om stof in de filters te verzamelen. Izaña is ideaal voor het verzamelen van kwik dat uit de atmosfeer komt, “omdat Tenerife zich in een gebied met een stabiele temperatuur bevindt."
"De mercurio (kwik) dat op deze hoogte wordt verzameld, is waarschijnlijker uit de vrije troposfeer, de stratosfeer, of het stof van de Sahara", zegt de geleerde. Hij verduidelijkt , “dat het verzamelen van het echte stof uit de Sahara voor analyse erg goed is, maar men moet nog steeds elke mogelijke alternatieve bron van aerosol en mercurio (kwik) karakteriseren."
Dolfijnen
Het kwikniveau in het maritieme milieu is de afgelopen decennia verdrievoudigd en is een groot probleem geworden vanwege het hoge giftige vermogen. Een onderzoek door de ULPGC, UAB, en Loro Parque geeft aan dat de niveaus van kwik en selenium in dolfijnen die in de wateren van de Canarische Eilanden voorkomen hoge concentraties aan vet en levers hebben. Deze conclusies zijn bereikt na 30 monsters van landingen langs de kusten van de Archipel van 1997 tot 2013.
"De niveaus van kwik en selenium in de lever toonden een groeiende toename met de leeftijd van de dieren. Zoals verwacht, is een sterke positieve correlatie waargenomen tussen kwik en selenium."
De studie door de ULPGC, UAB en Loro Parque stelt: "Verrassend, zowel jongere als oudere exemplaren hadden een selenium kwik verhouding van 1, wat suggereert dat deze individuen een hoger vergiftigd risico kunnen hebben van hoge concentraties van beide elementen, of een tekort aan Se zonder een beschermende werking tegen de giftigheid van kwik."
Via deze onderzeese netwerken
worden de computer-verbindingen gemaakt
met en op Canarias
CANARISCHE EILANDEN - woensdag 25 september 2018 - De Canarische Eilanden hebben een gegevensnetwerk dat circuleert, zoals het niet anders kan, door onderzeese kabels. Wanneer men een comoputerbericht bericht verzendt (bijvoorbeeld vanuit WhatsApp, Telegram, of BBM vanuit Blackberry), gaan deze teksten, video's, foto's en memo’s door die onderwaternetwerken die eruit zien als een metrokaart. In het verleden ging de communicatie via de radio. Maar momenteel gaat dat via onderzeese kabels.
Volgens het Observatorio Canario de Telecomunicaciones y Sociedad de la Información (Canarisch Observatorium voor Telecommunicatie en de Informatie Maatschappij) verbinden deze kabels de eilanden met elkaar. Het gegevensnetwerk verenigt eilandregio's, dat zonder dit onmogelijk zou zijn om bijvoorbeeld beelden over te dragen van een mammografie, of een röntgenfoto van kleine ziekenhuizen naar referentiecentra van het Ministerie van Volksgezondheid van de Canarische Regering.
Telefónica is het grootste infrastructuurbedrijf op de eilanden vanwege een historische kwestie. De kabels verbinden:
- La Gomera met Tenerife,
- La Palma met Tenerife,
- La Palma met La Gomera,
- La Gomera met El Hierro,
- Fuerteventura met Lanzarote,
- Gran Canaria met Fuerteventura,
- Lanzarote met Gran Canaria,
en, ten slotte, Tenerife en Gran Canaria met drie kabels.
Op het eiland El Hierro is er een ringsysteem dat voorkomt dat het eiland wordt afgesloten door een kabelbreuk.
Er is een operator genaamd Cable Submarino de Canarias, die verwerkt gegevens tussen Tenerife en Gran Canaria. Tenerife heeft een breed scala aan diensten ontwikkeld via het (Eilandbestuur) van Tenerife en de ITER. Het Cabildo (Eilandbestuur) van Gran Canaria, heeft van zijn kant, ruimtes en infrastructuren ter beschikking gesteld om internationale verbindingen van dit eiland te bieden.
Er zijn andere infrastructuren opgezet onder een exploitant genaamd Canalink, die twee onderzeese kabels heeft tussen Tenerife en Gran Canaria. Er is nog een infrastructuur van dezelfde operator tussen Tenerife en La Palma, dat de risico’s uitsluit.
Met de rest van de wereld, vanuit de Canarische Eilanden, heeft Telefónica drie onderzeese kabels. Twee verbinden Cádiz met het eiland Tenerife en heten Pencan 6 en Pencan 8. De derde is Pencan 7 en verbindt Sardina de Gáldar (Gran Canaria) met Tenerife. De laatste twee zijn in 2015 uitgebreid met 100G-technologie.
Canalink heeft een onderzees kabelsysteem dat Tenerife verbindt met Cádiz. Deze kabel heeft een aftakking die verbonden is met Marokko.
Tenerife is op zijn beurt verbonden met het ACE-systeem, waaraan Orange deelneemt.
Gran Canaria is verbonden aan de WACS (het West-Afrikaans kabelsysteem), via Vodafone met Huawei-technologie.
Het plastic is al achter, ten minste,
drie van de honderd sterfgevallen
van de cetáceos (walvisachtigen)
CANARISCHE EILANDEN - woensdag 12 september 2018 - Wetenschappers waarschuwen dat dit een ‘ondergewaardeerd’ probleem is in oceanen die elk jaar 12,7 miljoen ton van dit materiaal ontvangen. Weinig lichamen bereiken de kust en niet alle zijn aan autopsie onderworpen
De stortplaats waarin de oceanen de afgelopen decennia zijn veranderd, brengt ook de walvisachtigen ernstig in gevaar: een studie die in september 2018 is gepubliceerd, laat zien dat ten minste drie van de honderd doden van deze dieren rechtstreeks kunnen worden toegeschreven aan problemen met het eten van plastic.
'Cachalote plástico' = 'Plastic potvis'.
Sinds de ontdekking in de maag van een walvisachtige voor het eerst in 1970, werden 462 gevallen van walvissen, dolfijnen, potvissen, en grienden, die vreemde objecten hadden gegeten wereldwijd gedocumenteerd; in de helft van de gevallen, kunststoffen (plastic).
Het lijkt misschien weinig, maar wetenschappers waarschuwen dat het een ‘ondergewaardeerd’ probleem is in oceanen die elk jaar 12.7 miljoen ton plastic ontvangen, omdat slechts een klein deel van de walvisachtigen dat elk jaar sterft de kust bereikt en een kleiner deel gaat nog steeds door een lijkschouwing.
Walvisachtigen die plastic binnenkrijgen, kunnen last krijgen van ernstige obstructies, bloedende zweren, en maagperforaties
Een van de internationale referenties in pathologieën van zeezoogdieren, is het Instituto de Sanidad Animal van de Universiteit van Las Palmas de Gran Canaria (ULPGC), dat in het tijdschrift Environmental Pollution 36 en nog meer gevallen publiceert van walvisachtigen met vreemde lichamen in de maag (in de in de meeste gevallen plastic zakken, maar ook stekkers, koorden, kabels, netten, en zelfs kleding), waarvan er 13 stierven na inname (2,79% van het totaal).
Deze 36 gevallen zijn afkomstig uit de 475 lijkschouwingen die tussen 2000 en 2015 zijn uitgevoerd door de groep van professor Antonio Fernández voor op de Canarische Eilanden gestrande walvisachtigen, stervende, of al dode, lichamen.
Dit werk, waarvan de eerste ondertekenaars Raquel Puig en Yara Bernaldo de Quirós zijn, is vooral belangrijk om twee redenen: voor de hoeveelheid en mate van detail van de lijkschouwingen (deze pleog van de ULPGC bestudeert alle sterfgevallen van walvisachtigen die op de eilanden worden gedetecteerd) ) en voor de plaats waarnaar het verwijst, Canarias.
Met dertig verschillende soorten zeezoogdieren aan de kusten, worden de Canarische Eilanden beschouwd als een van de natuurlijke heiligdommen van de planeet voor walvisachtigen. In feite zijn vier van de meest bedreigde soorten te vinden in de Canarische wateren (de blauwe, openhartige, de sei-walvissen, en de gewone walvis), evenals verschillende soorten dolfijnen, grienden, potvissen en spitssnuit-dolfijnen.
De Canarische zeestroom sleept veel van de vuilnis naar het binnenland van de Atlantische Oceaan
Maar dat heiligdom is niet veilig voor het plastische getij dat de oceanen vervuilt. Integendeel: Er wordt geschat dat er op dit deel van de Planeet tot een halve kilo plastic per vierkante kilometer oppervlakte van de zee is, deels omdat de Canarische zeestroom veel van het afval van het binnenland van de Atlantische Oceaan naar de eilanden sleept.
De dieren die in die 16 jaar in het ULPGC lijkschouwing hebben ondergaan, horen tot vijftien soorten. Onder hen zijn acht van de negen soorten walvisachtigen vertegenwoordigd die het hele jaar door op de Canarische Eilanden te zien zijn.
Drie specifieke dieren hebben een belangrijk percentage zee-afval op de eilanden: De grijze grienden (vier van de 12 sterfgevallen van hun soort geanalyseerd, 33,44%), de potvis (zes gevallen tussen 28 en 21,43%) en de snuitwalvissen (vier gevallen tussen 19 en 21.05%).
Wat kan er gebeuren met een walvisachtige wanneer die plastic eet? Welnu, die lijdt aan allerhande gastro-intestinale problemen, waaronder ernstige obstructies, bloedende zweren en maagperforaties.
Slechts een op de vier ontdekte gevallen van walvisachtigen gedood door de inname van plastic, was volwassen.
Deze studie biedt ook waardevolle informatie over welk type’s walvisachtigen meer blootgesteld worden aan het eten van plastic: in tegenstelling tot wat ze verwachtten, hebben wetenschappers vastgesteld dat diepzeeduikerssoorten (selectieve jagers zoals grienden, spitssnuit dolfijnen of potvissen) meer lijden van die ongelukken die de walvissen in grote watermassa's op het oppervlak opslokken en dan filteren.
De reden hiervoor ligt nog steeds buiten hen, maar de gegevens bevestigen het gevaar voor de grote duikers. Er zijn 21 van de 36 gevallen en dit is de eerste studie die deze tendens detecteert.
Ook worden ze vooral blootgesteld aan de dieren die al een soort zwakte hadden, meer vatbaar waren voor het overspoelen van een ‘prooi’, evenals de jonge en minderjarige, minder deskundig bij het kiezen van hun voedsel (in feite was slechts één van de vier gedetecteerde gevallen een volwassene).
"De uitwerking van zwerfvuil op walvisachtigen is een groot probleem en zou moeten worden geanalyseerd en vergeleken met andere geografische gebieden", vatten de auteurs samen.
Deze wetenschappelijke ploeg pleit er ook voor toekomstige studies over de impact van zwerfvuil op walvisachtigen op microplastics op te nemen, vanwege het potentieel om persistente vergiftigde verontreinigende stoffen op te slaan die vervolgens worden doorgegeven aan het lichaam van het dier dat ze inneemt.
Gerelateerde artikelen in de Spaanse pers:
- Cetáceos: ¿Por qué Sí/No deben mantenerse en cautividad?
- Los varamientos de especies más habituales del litoral andaluz
- La sobrepesca es responsable del varamiento de cetáceos en el Mediterráneo
- https://www.abc.es/natural/biodiversidad/abci-plastico-esta-detras-menos-tres-cada-cien-muertes-cetaceos-201809111319_noticia.html
Probleemloos arseen van vulkanische oorsprong op de Canarische Eilanden
CANARISCHE EILANDEN - donderdag 9 agustus 2018 - Eind januari 2016 strandde een groep van acht dieren voor de KaiserWilhelm-Koog. Een paar dagen later werden nog twee lichamen ontdekt aan de kust van Dithmarscher, maar op zandbanken van Büsum. Bij deze dieren vonden de onderzoekers lagere concentraties organisch materiaal en arsenicum, maar hogere niveaus van zink en barium.
Zink
Zink opgelost in de Oceanen komt alleen in oppervlaktewateren voor met zeer lage concentraties; lager dan 1.000 meter diep, zijn de concentraties zeer hoog.
Barium is een indicator van arctische watermassa's. Vanuit het oogpunt van de onderzoekers toont dit aan, dat deze dieren naar diepere voedergebieden van de Noord-Atlantische Oceaan trokken. Specifiek, Schelfrand, Noorwegen.
Potvissen vertonen het sterkste sociale gedrag binnen de groep grote walvissen. De groepsstructuren, groepsgroottes, en herkomstgebieden van de vrouwelijke groepen zijn relatief goed bestudeerd. Volwassen vrouwtjes leven met jonge mannen van beide geslachten in verenigingen van stabiele groepen, schrijven de Duitse onderzoekers.
Jonge mannetjes verlaten deze groepen op tienjarige leeftijd en gaan dan geleidelijk over op hogere breedtegraden met kouder oppervlaktewater. Studies tonen aan dat deze jonge potvissen zijn gegroepeerd in mannelijke groepen, hoewel er weinig bekend is over de structuur van hun groep.
Naast deze groepen vrijgezellen worden mannelijke potvissen meestal alleen , of af en toe in groepen van twee met volwassen mannetjes, gedetecteerd. De mannetjes keren meestal terug naar lagere breedtegraden om te paren.
Arseen van vulkanische oorsprong
op de Canarische Eilanden,
sleutel in de dood van potvissen
CANARISCHE EILANDEN - donderdag 26 juli 2018 - De Stichting van de Veterinaire Universiteit van Hannover onthult hoge concentraties van deze stof in cachalotes (potvissen) die zijn gestorven in de Mar del Norte (Zee ten Noorden) van de eilanden in 2016
Arseen van vulkanische oorsprong op de Canarische Eilanden, is de sleutel tot de dood van deze stof in potvissen die zijn gestorven in de Mar del Norte ( Zee ten Noorden) van de eilanden in 2016.
Een groot deel van de 30 cachalotes (potvissen) die in januari en februari 2016 in de Noordzee stierven, kwamen van de Canarische Eilanden en de reden voor hun dood is: arsenicumverontreiniging door vulkanische activiteit.
De sector van de studie en beraadslaging met fondsen uit Brussel over zifios, beschuldigt het scheepsverkeer op de Archipel jarenlang van sterfgevallen. In augustus 2018 komt een Greenpeace-schip naar de Canarische Eilanden om aandacht te vragen voor vervuiling van de zee.
Dit is een van de conclusies die de wetenschappers van het Büsum-Instituut voor Investigación de Vida Silvestre Terrestre y Acuática (ITAW) in juli 2018 gepubliceerd en die dit proces hebben geanalyseerd. Die giftige stof bereikt het water vanuit gebieden met vulkanische activiteit.
De in de Noordzee gestrande cachalotes (potvissen) behoorden tot twee groepen van verschillende herkomst. "De ene groep komt van de Canarische eilanden, en de andere uit het noordelijke deel van de Atlantische Oceaan," zegt wetenschapper Joseph Schnitzler van het ITAW.
De onderzoekers hebben deze conclusie getrokken na DNA-onderzoek uitgevoerd in Duitsland. Er zijn twee groepen. Een van de Canarische Eilanden, en een uit de Golf van Mexico. De meesten zijn gestrand op de kusten van Duitsland, Nederland, Groot-Brittannië en Frankrijk. Van de 30 zijn er 24 die werden geanalyseerd door autopsie. Onderzoek van weefselmonsters van de spieren, lever, nieren, en lichaamsvet, bracht contaminatieprofielen aan het licht.
"Het feit dat we hogere concentraties arsenicum in de proefmonsters van deze dieren kunnen detecteren, ondersteunt onze veronderstelling dat arseen vooral voorkomt in actieve geothermische regio's zoals de Canarische Eilanden, de , en Kaapverdië," zegt hij.
De studie geeft aan dat de potvissen gevonden in Helgoland, op Texel in Nederland en in de Noordzee, tussen januari 2016 afkomstig zijn uit gebieden die zwaarder zijn verontreinigd met organisch materiaal. "Waarschijnlijk kwamen deze dieren uit meer zuidelijke regio's en behoorden tot dezelfde groep", legt Joseph Schnitzler uit.
Overbrenging naar een laboratorium,
van een van de cachalotes varados (gestrande potvissen).
Zink
Eind januari 2016 strandde een groep van acht dieren voor de Kaiser Wilhelm-Koog. Een paar dagen later werden nog twee lichamen ontdekt aan de kust van Dithmarscher, maar op zandbanken van Büsum. Bij deze dieren vonden de onderzoekers lagere concentraties organisch materiaal en arsenicum, maar hogere niveaus van zink en barium.
Zink opgelost in de Oceanen komt alleen in oppervlaktewateren voor met zeer lage concentraties, lager dan 1.000 meter diep zijn de concentraties zeer hoog. Barium is een indicator van arctische watermassa's. Vanuit het oogpunt van de onderzoekers toont dit aan, dat deze dieren naar diepere voedergebieden van de Noord-Atlantische Oceaan trokken. Specifiek, Schelfrand, Noorwegen.
Potvissen vertonen het sterkste sociale gedrag binnen de groep grote walvissen. De groepsstructuren, groepsgroottes, en herkomstgebieden van de vrouwelijke groepen zijn relatief goed bestudeerd. Volwassen vrouwtjes leven met jonge mannen van beide geslachten in verenigingen van stabiele groepen, schrijven de Duitse onderzoekers.
Jonge mannetjes verlaten deze groepen op tienjarige leeftijd en gaan dan geleidelijk over op hogere breedtegraden met kouder oppervlaktewater. Studies tonen aan dat deze jonge potvissen zijn gegroepeerd in mannelijke groepen, hoewel er weinig bekend is over de structuur van hun groep.
Naast deze groepen vrijgezellen worden mannelijke potvissen meestal alleen, of af en toe in groepen van twee met volwassen mannetjes, gedetecteerd. De mannetjes keren meestal terug naar lagere breedtegraden om te paren.
De passie van Prins Albert I van Monaco voor Canarias
Hij hield van oceanografische en cartografische verkenning.
Vanaf de Archipel perfectioneerde hij de kaart van Atlantische scheepvaartroutes na de Eerste Wereldoorlog,
en dat heeft ertoe bijgedragen dat de eilanden meer werden bevaren door koopvaardijschepen
CANARISCHE EILANDEN - vrijdag 25 mei 2018 - In 2018 is het 140 jaar geleden sinds het begin van de bezoeken aan de Canarische Eilanden door een groot zeeman: Albert Honoré Charles Grimaldi. Albert I van Monaco gebruikte de eilanden van Macaronesië, zoals Madeira en de Canarische Eilanden, om zijn grote passie te ontwikkelen: Wetenschappelijk onderzoek betreffende de zee. De maker van het prestigieuze Instituto Oceanográfico Calagna in Monaco heeft 28 oceanografische campagnes uitgevoerd.
Tussen 1878 en 1879, was hij vooral geïnteresseerd in de ecosystemen van de Azoren, Madeira, en de Canarische Eilanden. Met zijn hond - die Satan heette - altijd aan boord, moedigde hij veel technische vooruitgang voor oceanografie aan. Bijvoorbeeld het instrumenteren, in kaart brengen en verspreiden van kennis door boeken, en was hij aanwezig op conferenties.
Betreffende de Canarische Eilanden was hij geïnteresseerd in stromingen en gebruikte hij de eilanden om de diepten van de Atlantische Oceaan te bestuderen. Tijdens zijn bezoeken aan de eilanden kreeg hij de steun van de kunstschilder Borrel en de bootsman Jean-Auguste de Guerne. Meer dan honderd wetenschappelijke artikelen werden gemaakt op zijn schip.
Mijnen
Als een voorbeeld, heel dicht bij de Canarische Eilanden, in Safi, filmde hij zijn verblijf in Marokko. Het was de eerste keer dat bewegende beelden werden opgenomen in dat land. In theorie zou hij alle Canarische Eilanden bezoeken en maakte hij van hieruit schattingen over de routes die onderzeeboten zouden volgen na de Eerste Wereldoorlog.
Interesse
Albert Honoré Charles Grimaldi stelde deze theoretische kaart voor onderzeeboten vast die de maritieme veiligheid van de Canarische eilanden bevorderde om tussen de Verenigde Staten en Europa te opereren. Op een ander valk ontwikkelde hij in 1867 een campagne tegen de slavernij in Cuba.
Analyse van stromingen op Canarias.
Prins Albert I van Monaco - geboren op 13 november 1848, en overleden op 26 juni 1922 - wijdde een belangrijk deel van zijn leven aan oceanografie. Op 17-jarige leeftijd trad hij toe tot de Spaanse Marine, die hij in 1868 verliet. Twee jaar later nam hij deel aan de oorlog als luitenant bij de Franse marine. In 1873 kocht hij een 200-tons zeilboot, de ‘Swallow’, waarmee hij de Middellandse Zee en de Atlantische Oceaan bevoer.
Tien jaar lang verwierf hij de kennis waarmee hij een geweldige carrière als navigator en wetenschapper kon beginnen. Al in 1885 was Prins Albert I van Monaco van plan om een laboratorium voor maritieme biologie in het Prinsdom te creëren.
Op de Wereldtentoonstelling in Parijs in 1889 werden zijn wetenschappelijke collecties, gepresenteerd in het Monaco Paviljoen, met grote belangstelling voor gegevens van de Canarische Eilanden. De Prins ontwikkelt vervolgens zijn laatste project: dat van een Oceanografisch Museum. De eerste steen werd gelegd op 25 april 1899. De opening, gevierd met een uitzonderlijke pracht, heeft plaatsgevonden op 29 maart 1910.
Het Cabildo (Eilandbestuur) van Gran Canaria ontvangt 1,3 miljoen van de Fundación Incyde om een High Technology Incubator (een Broedplaats voor Startende Technologie) in Arinaga te creëren
Het zal een ontmoetingsplaats zijn tussen
technologische vernieuwing en de behoeften van de
blauwe biotechnologie en de aquacultuur
GRAN CANARIA - dinsdag 8 mei 2018 - Het Instituto Cameral para la Creación y Desarrollo de la Empresa, la Fundación Incyde (Ministerieel Instituut voor de het Oprichten en Ontwikkelen van het Bedrijf, de Stichting Incyde) heeft aan het Cabildo (Eilandbestuur van Gran Canaria) een bedrag van 1,3 miljoen euro toegekend voor het oprichten van een Incubadora Alta Tecnología en Biotecnología Azul y Acuicultura (een Broedplaats voor Startende Technologie in Blauwe Biotechnologie en Watercultuur) die gevestigd zal worden in het Parque Tecnológico (Technologische Park) in Arinaga, zo heeft de minister van Economische Ontwikkeling, Raúl García Brink, laten weten, die heeft uitgelegd dat het goedgekeurde bedrag een steun van FEDER (Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling) heeft van 85 procent, wat overeenkomt met 1,1 miljoen euro.
De oprichting van deze incubadora (broedplaats) is een van de activiteiten voorgesteld door het Cabildo (Eilandbestuur) via de Sociedad de Promoción Económica (Maatschappij voor Economische Promotie) binnen het initiatief Bioasis Gran Canaria, het Plataforma de Biotecnología Azul y Acuicultura (Actiegroep Blauwe Biotechnologie en Watercultuur ), om deel te nemen aan de oproep van Incyde om een netwerk te creëren van High Technology Incubators (Hoog Technologische Broedplaatsen) in diverse deelstaten.
De incubator (broedplaats) in Arinaga is een ontmoetingsplaats tussen technologische vernieuwing en de behoeften van de sector van blauwe biotechnologie- en aquacultuur. Het hoofddoel ervan is, de overdracht van technologie van onderzoeksgroepen naar bedrijven in de sector te bevorderen en de toepassing te vergemakkelijken van instrumenten ter verbetering van productieprocessen en het creëren van producten met een toegevoegde waarde.
Daartoe zal het de wetenschappelijke infrastructuur van de onderzoekscentra van het Instituto Tecnológico de Canarias (ITC) (Technologisch Instituut van de Canarische Eilanden), Ecoaqua en de Banco Español de Algas (BEA) (Spaanse Algenbank ) aanvullen en een exclusieve ruimte bieden voor bedrijfsinitiatieven om de samenwerking te bevorderen tussen de verschillende afdelingen van de centra, universiteiten, en bedrijven. De Incubator (Broedplaats) zal worden aangevuld met andere activiteiten binnen het Bioasis-initiatief, zoals de verbetering en versterking van bestaande I+D-centra op het eiland, de toepassing van financieringsinstrumenten voor bedrijven in de sector, gespecialiseerde opleidings-programma's, contracten van onderzoeks-personeel, en het creëren van een experimenteel gebied.
Eerste fase: constructie en uitrusting
De inzending van de aanvraag, goedgekeurd door de Incyde Stichting, komt overeen met de eerste fase van de incubator (broedplaats) die de bouw van het pand omvat, de inrichting en uitrusting van de gemeenschappelijke ruimtes, kantoren en samenwerkingsruimten ter ondersteuning van de bedrijven en incubatie-projecten. Een collegezaal en een conferentieruimte zullen ook worden gebouwd voor gemeenschappelijk gebruik door bedrijven en incubatieprojecten, evenals een analytisch laboratorium uitgerust met de basis-instrumentatie om de onmiddellijke behoeften van de bedrijfsprojecten te dekken.
Anderzijds zal het gebouw een modelzaal hebben die is uitgerust met de juiste instrumenten voor het ontwerpen van productiesystemen, een verwerkingsinstallatie die is uitgerust met de nodige instrumenten om de onmiddellijke behoeften van de op experimentele schaal geïnstalleerde projecten en een productiegebied te dekken die een adequate verdeling van de locatie mogelijk maakt met een verbinding met de zakelijke beleid -systemen van de Área Experimental del Parque Tecnológico (Experimentele Zone van het Technologische Park) in Arinaga
In latere fasen, zo concludeerde de minister, is de voorspelling om het aan de projecten toegewezen gebied uit te breiden, evenals de verbetering en verwerving van meer specifieke apparatuur die niet in deze eerste fase is overwogen.
De reis rond de wereld van een intelligente zeilboot zonder bemanningsleden
Een groep wetenschappers van Gran Canaria heeft een zelfstandige zeilboot ontworpen, zonder bemanningsleden; die de wereld rond kan gaan en de prestatie nadoet die 500 jaar geleden de Portugese ontdekkingsreiziger Ferdinand Magellhaen en de Spaanse ontdekkingsreiziger Juan Sebastían Elcano hebben gemaakt
GRAN CANARIA - donderdag 26 april 2018 - Juist met als doel hulde te brengen aan deze historische prestatie, heeft een groep wetenschappers van Gran Canaria, geleid door de technische scheepswerktuigkundige, Nino Valle; en de fysicus en robot-deskundiuge, Jorge Cabrera een absoluut revolutionair voorstel bedacht:
Het idee is, om te bereiken dat een autonome zeilboot, zonder bemanning, erin slaagt om de wereld rond te reizen, door dezelfde plaatsen aan te gaan toen die Magellhaen en Elcano bezocht hebben in hun prachtige avonturen.
Voor de professor van het Instituut voor Kunstmatige Intelligentie aan de Universiteit van Las Palmas de Gran Canaria, Jorge Cabrera, "gaat het erom, een evenement van dit belang te vieren met zoiets nieuws als het organiseren van een vloot die de stappen van Magallanes volgt, maar met de bijzonderheid van een hoge dosis moderniteit en technologie. " De duidelijk Canarische gebouwde zeilboot zou de wereld de vooruitgang in robotica en ontwerp laten zien die op de Archipel wordt gemaakt
De reis rond de wereld van een intelligente zeilboot.
Jorge Cabrera Gámez (links) en Ángel Ramos de Miguel, met het zeilschip 'A-Tirma.'.
VIDEO: https://youtu.be/Z3d8KX0IE_4
Zie: http://www.laprovincia.es/sociedad/2013/09/30/velero-tirma-conquista-europa/561023.html
Twee meter lang
De ingenieur Nino Valle wordt omschreven als een zee-liefhebber, en als deskundige in scheepsontwerp kon hij een kans niet voorbij laten gaan, zoals de viering van de V Centennial van de terugkeer van 500 jaar geleden naar de wereld van twee zeilers als Magellhaen en Elcano. Samen met de professor in Computer Wetenschap, Jorge Cabrera, werkt men al jaren aan het maken van een zeilboot die zo intelligent is, dat deze zelfstandig kan opereren, "dit prototype is amper twee meter lang, het is een fikse zeilboot en voedt zich met de zonne-energie. Het is geen op afstand bestuurbaar vaartuig, het is een model dat eigen navigatie-beslissingen moet nemen, zodra het is gemarkeerd met de route die het moet volgen, is het verantwoordelijk voor het verzenden van gegevens over zijn locatie via satelliet, en kan men het ook volgen via de mobiele telefoon.”
Jorge Cabrera merkt op: "Dit project is veel meer dan een romantisch avontuur; de realiteit is, dat met de bouw van zelfstandige zeilboten zoals men die al jaren aan het voorbereiden is op Gran Canaria, een nieuwe weg van onderzoek en essentiële ontwikkeling voor de toekomst is.”
Er zijn in de Verenigde Staten verschillende bedrijven die al in deze sector werken, vooral omdat onderzoek op zee, een veld is dat tot nu toe overwegend is vergeten.
In vergelijking met de vooruitgang die heeft plaatsgevonden in prototypen die al werken - zoals nieuwsgierigheid, om andere planeten te onderzoeken - of met de enorme ontwikkeling die plaatsvindt op het gebied van drones voor surveillance vanuit de lucht.
Het einde van dit vooruitstrevende project is het ontwikkelen van zelfstandige navigatie als een instrument dat dient voor de studie van de Oceanen en de omgeving, en gebruik maken van het historische moment van herdenking van de ‘500 Jaar Wereldrondreis’ door Magallhaen en Elcano, om te zetten in waarde van de technologie, ontwikkeld op de Canarische Eilanden.
De zelfstandige boot kan ook dienen als een technologische eis om de zichtbaarheid van de herdenking van het honderdjarig bestaan te vergroten.
Vijfhonderd jaar geleden veronderstelde de rondreis om de wereld een revolutie op alle niveaus, en nu beweren deze wetenschappers van Gran Canaria dat Spanje, met de Canarische eilanden als hoofdrolspeler, deze prestatie op een technologisch niveau nabootsen, "we willen zichtbaarheid geven aan een fantastische mogelijkheid van navigatie, de zelfstandigheid, die naast het besparen van kosten, meer zekerheid biedt voor bepaalde missies op zee. Het is een perfect hulpmiddel om de varianten in klimaatverandering te bestuderen, proefmonsters te nemen, of experimenten van milieuvriendelijke aard uit te voeren.
Nino Valle en Jorge Cabrera begonnen met dit avontuur in 2012, toen bijna het stelen van uren in die tijd lukte om een revolutionair idee te lanceren dat beetje bij beetje groter en groter werd.
Als een voorbeeld van die zin die beide herhalen, "dit is veel meer dan een droom", heeft deze ploeg van computer- en marine-ingenieurs die verbonden is met de opmerkelijke successen geboekt op internationaal niveau.
Dit Canarische ploeg van zelfstandige navigatie vertrouwt volledig op de mogelijkheden van hun zeilboot, hoewel men ook waarschuwt dat voor het uitvoeren van de historische route van Magellhaen en Elcano zij een groter schip nodig hebben, "ten minste zes meter lang", naast een uitrusting die met grotere garantie toestaat om deze prestatie te bereiken.
Ondanks budgettaire en organisatorische problemen, wonnen ze in 2013 de eerste prijs in het World Robotic Sailing Championship voor boten onder de twee meter, in het eerste jaar van het project; en drie jaar later, wisten ze de prijs te herhalen in het World Robotic Sailing Championship voor boten; tot vier meter, met een zeilboot van twee meter lengte speciaal ontworpen door het team dat nu deze enorme uitdaging vormt.
De initiatiefnemers van deze zelfstandige zeilboot verwachten dat overheden en particuliere bedrijven de omvang van dit project begrijpen en met voldoende financiering ondersteunen, men heeft ongeveer €120.000,= nodig om het schip in de vertrekhaven van deze reis te zetten, wat moet worden uitgevoerd in de zomer van 2019.
Gezien de kenmerken van dit type vaartuig, dat trage navigatiesnelheden zal moeten ontwikkelen wat de veiligheid van andere bemande schepen garandeert, kan het project worden uitgevoerd met een tijdsruimte die vergelijkbaar is met die van de expedities van Magallhaen en Elcano.
Gedurende drie jaar moeten de schepen dezelfde reizen maken en stoppen bij de havens die zich op dezelfde routes bevinden, wat bijdraagt tot de evenementen en herdenkingsevenementen die georganiseerd zijn ter herdenking van de Vijfhonderd Jaar. Elke schaal kan worden gebruikt om de wetenschappelijke gegevens die kunnen worden verzameld te ontmaskeren, en om de technologische vooruitgang en de ervaringen tijdens de reizen bloot te leggen.
In brede zin biedt deze universele herdenking een geweldige mogelijkheid om geschiedenis, technologie en de omgeving samen te voegen. Voor deze wetenschappers en zeeliefhebbers van Gran Canaria is er , "zoals bij elke uitdaging een risico van mislukken, maar de grootste mislukking is om het niet te proberen; en dit is een perfecte tijd om het te doen, met reden en herdenking van de eeuwwisseling van de rondreis om de wereld door Magellhaen en Elcano.
Landbouw veroorzaakt
de helft van de schildpad-verstrikkingen
op de Canarische Eilanden
CANARISCHE EILANDEN - zondag 10 december 2017 - De Canarische eilanden zijn verreweg het kustgebied van Europa waar de meeste zeeschildpadden stranden, of uit het water worden gehaald nadat ze verstrikt zijn geraakt in plastic, of netten; en - verrassend genoeg – ligt in bijna de helft van deze gevallen de oorzaak van het probleem in de landbouw.
Het Museo Elder de la Ciencia (Elder Wetenschapsmuseum) heeft begin december 2017 de eerste resultaten gepresenteerd van vier internationale ondersoeksprogrammas0s van de Oceanen waaraan , onder andere, de Universiteit van Las Palmas de Gran Canaria (ULPGC), heeft deelgenomen, gewijd aan het meten van de uitwerking van plastic in de zee op de schildpadden.
Het gaat om Indicit, een project gepromoot door wetenschappelijke instellingen in Frankrijk, Portugal, Italië, Griekenland, Spanje, Tunesië, en Turkije, dat van 2017 tot 2019, zowel in de Atlantische Oceaan als in de Middellandse Zee, nauwlettend in de gaten wil houden hoe kunststoffen het leven van zeeschildpadden beïnvloeden, van de
- boba - Caretta caretta = de onechte karetschildpad
zie: https://nl.wikipedia.org/wiki/Onechte_karetschildpad
- verde - Chelonia Mydas = de groene, ofwel soepschildpad;
zie: https://nl.wikipedia.org/wiki/Soepschildpad
- laúd - Dermochelys coriacea = de lederschildpad,
zie: https://nl.wikipedia.org/wiki/Lederschildpad
De biologe Ana Liria Loza, die verantwoordelijk is voor het project van de ULPGC, die op haar beurt het onderzoek in de Atlantische Oceaan coördineert, legt uit, dat ze de schildpad hebben gebruikt als een indicator voor de aanwezigheid van plastics in de Oceanen, omdat het dieren zijn die bewegen met de grote zeestromingen, "stromen die lange tijd enorme transportbanden van afval zijn geworden."
De deelnemers aan het Indicit-programma tijdens een vergadering op 9 februari 2017,
voor het gebouw van de Europese Commissie in Brussel.
Wetenschappers van over de hele wereld waarschuwen al langer voor de ernstige gevolgen van het veranderen van de Oceanen in een gigantische vuilnisbelt; een probleem, dat onderscheidingen zoals die van World Press Photo in 2017 in de kijker plaatste, door de toekenning van de natuurprijs aan de Canarische fotograaf Francis Pérez voor een afbeelding van een schildpad gevangen in een visnet:
Het hoofd van het Indicit project op de Canarische Eilanden heeft uitgelegd, dat het geval van die foto er niet zomaar een is, maar dat het een van de belangrijkste bedreigingen voor het voortbestaan van dit soort fauna aantoont. Op de Canarische Eilanden is 60% van de zeeschildpadden die stranden, of gered worden uit de zee, gewond of ziek, verstrikt geraakt; en verreweg het ‘hoogste percentage ‘ van alle maritieme regio's die in het onderzoek zijn opgenomen,
De helft van de gevallen van verstrengeling van zeeschildpadden op de Canarische Eilanden is de schuld van la rafia ( de uiterst resistente en flexibele vezel, verkregen van een tropische palmboom, die wordt gebruikt in de textielindustrie, en voor de vervaardiging van matten.
De wetenschappers van dit project willen een uitputtende vervolging van dit probleem, met gelijke protocollen en uitwisselingen van gegevens die het mogelijk maken om de dimensie ervan te beoordelen.
Het werk bevindt zich nog in de beginfase van ontwikkeling, maar het heeft al enkele gegevens ogeleverd. En een van de meest verrassende onthult dat visnetten slechts achter de helft van de gevallen van verstrikking van zeeschildpadden op de Canarische Eilanden zijn.
Aardappelzakken
De rest is de schuld van de raffia. "Het gaat over raffia voor gebruik in de landbouw. Zodat iedereen haar begrijpt: Zakken aardappelen , heeft deze onderzoeker uitgelegd. Naar haar mening geeft deze ontdekking een idee van de complexiteit van het probleem: "Het lijkt misschien vreemd, maar als we dit soort vervuiling in de zee willen oplossen, zullen we op de Canarische Eilanden ook met de landbouw moeten werken."
Er zijn honderden delfines moteados (gevlekte dolfijnen) in de wateren van de Canarische Eilanden
CANARISCHE EILANDEN - zaterdag 9 december 2017 - Twee groepen onderzoekers hebben in de zomer en herfst van 2017 campagnes uitgevoerd om populaties van walvisachtigen en zeeschildpadden in de wateren van de Canarische Eilanden te volgen in het kader van een Europees project tussen Spanje en Portugal, om de status ervan te verifiëren met het oog op de tweede cyclus van de kaderrichtlijn voor het maritieme beleid op de eilanden van de regio Macaronesië (Azoren, Madeira , en de Canarische eilanden), die een schatkamer zijn van weinig bestudeerde fauna.
Het project, genoemd Mistic Seas 2, bestaat uit het verzamelen van schattingen van een overvloed aan soorten, zoals de tortuga boba (onechte karetschildpad), delfines (verschillende soorten dolfijnen), cachalotes (potvissen),en calderones tropicales (grienden), en zifios ( spitse walvissen)., door middel van een gemeenschappelijke methodologie op basis van steekproeven op locaties die eerder zijn aangegeven om de waarnemingen te doen.
Het Ministerio de Agricultura y Pesca, Alimenación y Medio Ambiente (Ministerie van Landbouw en Visserij, Levensmiddelen, en Milieuzaken) maakt, via het Directoraat-generaal voor Duurzaamheid van de Kust en de Zee, en de Fundación Biodiversidad (Stichting Biodiversiteit), deel uit van het project, gecoördineerd door het Regionale Fonds voor de Wetenschap en Technologie van de Azoren, medegefinancierd door de Europese Commissie en dat men verricht tot maart 2019.
Vijf onderzoekers (vier maritieme biologen, en een technisch analist van een geografisch informatiesysteem) en een leider van het UTE (de Joint Venture) Ceamar-Alnilam-ADS-hebben recentelijk een oceanische campagne langs de gehele Canarische Archipel voltooid, waarbij ze aan boord van een schip de wateren hebben afgevaren tot een maximum van 12 mijl van de kustlijn en de kanalen tussen de eilanden.
Mónica Pérez, leider van de UTE (Joint Venture) en directrice van Ceamar, wijst erop dat het werk heeft bestaan uit het navigeren met een constante snelheid en met twee waarnemers die vanaf de boeg naar de horizon keken. "Alle informatie over de waarnemingen is geregistreerd, en bovendien de milieukenmerken, zoals de toestand van de zee en de zichtbaarheid, dat wil zeggen, alle factoren die de dieren kunnen beïnvloeden," zo heeft zij toegevoegd
Groepen van meer dan 500 dolfijnen
De onderzoekers hadden verschillende moeilijkheden bij het navigeren als gevolg van slechte zee-condities, wat een daling van het aantal waarnemingen in oktober 2017 veroorzaakte, hoewel Pérez heeft opgemerkt, “dat ze een paar zeer grote groepen gespikkelde dolfijnen met meer dan 500 dieren hebben gezien.”
Perez heeft verduidelijkt dat de boot door bekende gebieden met hoge dichtheid aan walvisachtigen en ook andere gebieden met schaarse informatie is gevaren, waardoor zij zich niet nadrukkelijk uitspreekt dat klimaatverandering de dieren beïnvloedt als gevolg van stijgende zee-temperaturen, omdat er niet genoeg gegevens zijn om hierover conclusies te trekken.
De stijging van de gemiddelde temperatuur van het aardoppervlak is al 1,1 ºC hoger dan het niveau van het pre-industriële tijdperk, waarbij de wetenschappelijke consensus - opgenomen in de Overeenkomst van Parijs –is, dat de Planeet een strijging 2º Celsius niet mag overschrijden en de landen zich moeten inspannen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen, zodat deze niet hoger is dan 1,5 ° Celsius, omdat bij overschrijding van die drempel onomkeerbare gevolgen kunnen worden veroorzaakt in de weer-patronen, iets dat al gebeurt met perioden van verwoestende effecten in vele hoeken van de wereld (cyclonen, verlies van zee-ijs in Antarctica en op de Noordpool, overstromingen, hittegolven, droogte, orkanen, enz.).
"In september hadden we weinig waarnemingen, wat zeer zeldzaam is in vergelijking met wat we verwachtten in onze ervaring in voorgaande jaren, maar dat betekent niets, want in oktober was er meer... Als dit project jaar na jaar wordt herhaald, kan men binnen 10 jaar een tendens waarnemen. Er zijn geen eerdere gegevens die ons in staat stellen om de lange termijn tendens te bestuderen, het is onmogelijk om te weten, of de klimaatverandering de soort beïnvloedt, "voegt zij eraan toe.
Ze geeft echter aan, “dat de onderzoekers ‘iets verrassends’ hebben gezien: twee grote groepen gevlekte dolfijnen, één groep in het noorden van Lanzarote en een andere groep bij La Palma, iets wat ook op Madeira gebeurde. Wat betreft de onechte karetschildpad, waren er geen grote aantallen waarnemingen vanwege de zee-condities, waardoor het moeilijk is om deze soort boven het water te zien.
In een zodiac (opblaasbare rubberboot) langs het Zuidwesten van Tenerife
Anderzijds is in het kader van het Mistic Seas 2-project ook een kustcampagne uitgevoerd door de Sociedad para el Estudio de los Cetácos en el Archipiélago Canario (SECAC) (Sociëteit voor de Studie van Walvisachtigen bij de Canarische Archipel) in de Zona de Especial Conservación Franja Marina Teno-Rasca die het hele Zuidwesten van het eiland Tenerife beslaat.
De SECAC-onderzoekers gingen 32 dagen lang aan boord van een opblaasbare rubberboot , waarbij ze 1.800 kilometer hebben afgelegd en 181 waarnemingen hebben gedaan van zeven soorten walvisachtigen, en onechte karetschildpadden, verdeeld als volgt:
- 90 groepen schildpadden,
- 53 groepen tropische grienden ,
- 29 groepen tuimelaars en Atlantische dolfijnen
- een groep gestreepte Frasers-dolfijnen, potvissen, en zifios (spitse walvissen).
Daarnaast hebben ze 21 schildpadden gevangen, waarvan er drie zijn beland in een opvangcentrum voor zeefauna ('La Tahonilla'), ten noorden van Tenerife vanwege kieuwblessures. Een van de exemplaren had een haak doorboord in de mond.
Vroeg in de ochtend gingen de SECAC-onderzoekers vanuit de haven van Los Gigantes aan boord van de zodiac (rubber opblaasboot) en begonnen ze te letten op de omgevingsomstandigheden van de dag. Elke keer dat er een waarneming plaatsvond, registreerden ze het de soort, het aantal dieren, en verschillende informatie. De populaties van tropische grienden waren de meest voorkomende in een zeegebied waargenomen langs de Teide, dat door verschillende microklimaten is omringd, van lage bewolking tot heldere hemel, soms zwakke motregen, en plaatselijk een zeebodem die de wateren van de Atlantische Oceaan doet golven.
Vidal Martín, walvisdeskundige met 30 jaar ervaring, mengt zich in het debat over klimaatverandering en stelt, “dat de opwarming van de Oceaan zal leiden tot een verlies van biodiversiteit in de tropische en subtropische gebieden van de Planeet, en een toename van de temperatuur in de gematigde en koude gebieden, waar de tropische soorten zullen gaan.”
"We hebben veel meer waarnemingen gehad in alle campagnes, en in deze hebben we minder tuimelaars gedetecteerd. In de afgelopen tien jaar is het gemiddelde aantal kuddes afgenomen en we schrijven dit toe aan de druk van menselijke activiteiten en de achteruitgang van de leefgebieden. Daar waar het voorheen het heel gewoon was om groepen van 30 of 40 dieren te zien, zijn ze nu kleiner, " zegt hij.
Vidal Martín verzekert,” dat men in deze campagne, subjectief gezien, minder waarnemingen van tuimelaars heeft opgemerkt, en men niet weet, of het punctueel, of toeval is", en hij voegt eraan toe: "Ze zijn ongrijpbaarder voor boten dan andere jaren en het is erg moeilijk om ze te onderzoeken."
Dit valt samen met de noodzaak om de populaties van deze zeedieren op de Canarische Eilanden op de middellange en lange termijn te volgen.
Het vangen en loslaten van schildpadden
Een bijzonderheid van de SECAC campagne is het vangen van onechte karetschildpadden. Toen de onderzoekers een exemplaar ontdekten dat op het oppervlak was neergestreken, lanceerde Vidal in het water zijn zoektocht. Eenmaal in de rubberboot brachten ze haar naar een nabijgelegen haven, waar een bloedmonster is genomen en ander weefsel is verzameld, een microchip is geïmplanteerd, zodat haar bewegingen beschikbaar zijn voor het publiek via verschillende internetpagina’s (bijvoorbeeld: www.siare.herpetologica en www.seaturtle.org) en zijn er verschillende biometrische gegevens van gewichts- en lichaamsmetingen genomen. Vervolgens is het dier vrijgelaten in de zee
Naar de Canarische Eilanden komen onvolwassen onechte karetschildpadden tot vier jaar oud die meestal in Florida (Verenigde Staten), of Kaapverdië geboren worden. "Ze zijn erg moeilijk te vangen omdat ze erg verlegen zijn, en bij elke beweging, of geluid, dalen ze; men verliest ze uit het oog en ze komen niet terug", zegt Carmen Meléndez, oceanograaf bij SECAC.
Onderzoekers hebben 2.300 dolfijnen waargenomen in Canarische wateren sinds september 2017
CANARISCHE EILANDEN - zaterdag 29 oktober 2017 - De waarnemingscampagne maakt deel uit van het project 'Mistic Seas 2', dat Spanje en Portugal uitvoeren op de Archipels van Macaronesië. Een groep onderzoekers is erin geslaagd, om sinds september 2017 ongeveer 2.300 dolfijnen waar te nemen nabij bijna de gehele Canarische Archipel.
Deze waarneming heeft zich voorgedaan dankzij het Europese project ‘Mistyc Seas2’, dat onderdeel is van de Fundación Biodiversidad (Stichting Bio-verscheidenheid), van het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedsel, en Milieu.
Een communiqué van Servimedia laat weten, dat vijf onderzoekers (vier maritieme biologen en een technische analist van het geografische informatiesysteem) en een hoofd van de Joint Venture Ceamas-Alnilam-ADS sinds 4 september 2017 het project uitvoeren - in Canarische wateren op 12 mijl uit de kust, en in de kanalen tussen de eilanden - dat de overvloedigheid vaststelt van walvissen en zeeschildpadden, concreet de delfín moteado (Stenella frontalis - gespikkelde dolfijn) en de tortuga boba (Caretta caretát - onechte karetschildpad, of dikkop-schildpad; zie: https://nl.wikipedia.org/wiki/Onechte_karetschildpad).
Mónica Pérez, manager van de UTE (Unión Temporal de Empresas = Joint Venture) en voorzitter van Ceamar, heeft laten weten dat de oceanische campagne nog een paar dagen zal duren en dat tot nu toe de onderzoekers 23 dagelijkse reizen hebben uitgevoerd, waarmee zij 4.333 mijl hebben afgelegd, waarbij 2.381 steekproeven zijn genomen op de aangegeven locaties om waarnemingen te doen.
Pérez heeft uitgelegd dat de campagne deel uitmaakt van het project ‘Mistic Seas 2’, dat door Spanje en Portugal wordt uitgevoerd op de Archipels van Macaronesië (de Azoren, Madeira en de Canarische Eilanden), en ze heeft aangegeven dat sinds 4 september 2017 men 136 waarnemingen heeft gedaan, waarbij 33 gespikkelde dolfijnen zijn gesignaleerd , en in totaal hebben de onderzoekers 2.295 delfines miteados (gespikkelde dolfijnen) waargenomen, naast 32 tortugas boba (onechte karetschildpad).
De onderzoekster heeft erop gewezen dat onderzoekers nauwelijks in september hebben kunnen navigeren door de slechte omstandigheden op zee, dus waren er in oktober meer waarnemingen.
"We hebben een paar zeer grote groepen, gevlekte dolfijnen gezien met meer dan 500 dieren," voegt zij toe.
Las mareas del Pino
(de getijden van de ‘Pijnboom’)
zijn onvoorspelbaar
De datum van de golven varieert,
en schommelt tussen de maanden september en december
Alles wat u moet weten over de mareas del Pino
CANARISCHE EILANDEN - maandag, 28 augustus 2017 - Alles wat u moet weten over de mareas del Pino. Puntsgewijze is dit:
- Dat september een maand is met sterke getijden. Getijden, eb en vloed, die onvoorspelbaar zijn vanwege de stand van de maan en de zon. Ze worden aangeduid als mareas vivas del equinoccio de otoño (ofwel: gelijke duur van dag en, nacht.
- Per traditie komen deze getijden gewoonlijk voor in de periode van la festividad de la Virgen (het Mariafeest)
- Las mareas del Pino (de getijden van de ‘Pijnboom’) markeren gevoelsmatig het einde van de zomer op het Las Canteras-strand.
- Voor de strandgangers zijn de goede mareas del Pino, die getijdenwisselingen welke komen met enige reboso (overloop).
- Een sterke branding en goede vloed vormen de perfecte cocktail voor het genieten van de mareas (getijden), vooral bij springvloed.
- Deze mareas equinocciales (actieve getijden van de equinox:
= dag-en-nachtevening) verplaatsen veel droog zand van het Las Canteras-strand, en ze doen na de zomer het goede werk van reiniging van het droge zand. - Men moet gewoon wachten op de kracht van de branding op de datums van de getijden, om te weten hoe spectaculair het hoogwater tijdens de (spring)vloed van de Pino 2017 zal zijn...
(GETIJDEN-OVERZICHT):
http://www.tablademareas.com/es/islas-canarias#mapa-pesca
Las mareas del Pino (De getijden van ‘de Pijnboom’)
Jaarlijks zijn er veel strandgangers die dezelfde vraag stellen: Is er dit jaar een sterke Marea del Pino? Deze getijden (van eb en vloed) worden zo genoemd, omdat de meeste mensen wel weten, dat ze in tijd samenvallen met het feest van de Patrones van Gran Canaria, la Virgen del Pino (Onze Lieve Vrouw van de Pijnboom) (8 september).
De Mareas (Getijden ) - van de Pino (‘Pijnboom’)- zijn meestal na het goede weer de eerste sterke branding, en betekent veel - vooral voor studenten en jongeren- want het is het einde van de zomer, en de terugkeer naar school.
Er zijn veel jaren dat de dagen van deze gran marea (sterke branding), niet samenvallen met de dag voor, of na die van de patrones (8 september). Daarom komt in sommige jaren deze eerste reboso (overvloed) feitelijk pas in oktober, november, of zelfs pas in december.
Om te voldoen aan een goede en spectaculaire Marea del Pino moeten sommige factoren overeenkomen met de meteorologische omstandigheden van de branding, de getijden (eb en vloed), en de maan. Ideaal gezien zou er tegelijkertijd een groot getij moeten zijn; dit wil zeggen, met een eb en een springvloed; gevallen, die zich voordoen bij volle, of nieuwe maan. Voor deze conditie moet men de andere factor toevoegen, dat is dat men een goede kracht heeft - in golven (Goede golfgrootte). Kracht veroorzaakt door een zeestroming ,dus hoofdzakelijk een branding afkomstig van een sterke storm ver weg van de Archipel. Als deze twee voorwaarden er zijn, twijfel er dan niet aan, dat er in de zee en aan de Canarische kust een spectaculaire branding - Mareas del Pino (‘Pijnboom’-getijde) - zal zijn
.
Deze Mareas del Pino (‘Pijnboom’-getijden) zijn heel noodzakelijk voor het strandzand, want ze hebben een reinigend effect op een groot deel van het droge zand dat in de rest van het jaar niet gereinigd wordt
Alle strandgangers met wat gezond verstand weten dat in deze tijd van grote getijden, door de grote golven en de sterke stromingen, het niet verstandig is om naar de kust te gaan, of weg te gaan van de kust bij het zwemmen, of om te gaan vissen in boten of sloepen.
De Día del Pino (8 september) komt naderbij, en daarom de periode van de fameuze mareas (getijden) die de naam hebben van de Virgen de Teror (H. Maagd van Teror), de patrones van Gran Canaria.
Echter, in tegenstelling tot het algemene volksgeloof, komen de zogenoemde mareas del Pino (getijden van de ‘Pijnboom’) niet elk jaar voor en ook niet altijd op deze datums, soms komen ze pas voor in het in het laatste kwartaal van het jaar. In feite zijn ze onvoorspelbaar. Het hangt ervan af , of twee factoren zich naar een punt richten: hoogwater en de zeestroming.
Zo legt de vice-decaan uit van Internationale Betrekkingen van de Faculteit Zee-wetenschappen Antonio Martínez Marrero, van de Universiteit van Las Palmas de Gran Canaria (ULPGC,) die bovendien professor is in Ondas Oceánicas (Oceaan Golfstromingen). Deze professor van de Afdeling Natuurkunde en oceanograaf merkt op, dat in de mareas del Pino iets voorspelbaars is - de aantrekkingskracht van de maan en de getijden - en nog een deel dat niet zozeer voorspelbaar is: el oleaje (de branding - de golfslag). Het lijkt erop, dat men eind september, begin oktober de periode binnentreedt van de grootste pleamares (getijden - eb en vloed) van het jaar, wanneer zich de sterkste en hoogste springvloeden voordoen.
TABLA DE MAREAS Y SOLUNARES DE ISLAS CANARIAS
(GETIJDEN- EN ZON/MAANSTANDEN OVERZICHT VAN DE CANARISCHE EILANDEN):
http://www.tablademareas.com/es/islas-canarias
Wat men nu nog niet kan voorspellen is de branding (golfslag) en de zeestroming, die zich voordoen als gevolg van de eerste Noorderstormen. Herfst is de meest onstabiele tijd, wanneer de eerste grote stormen en grote golven aankomen. Voor de mareas del Pino (getijden van de ‘Pijnboom’) moeten de twee verschijnselen samenvallen: springvloed en hoogwater. Daarom zijn er niet elk jaar mareas del Pino (getijden van de ‘Pijnboom’).
Martínez bevestigt, “dat het verschijnsel, wat men op Gran Canaria kent als mareas del Pino een gebeurtenis is welke normaal gesproken in september, of soms vroeg in oktober voorkomt door de combinatie van twee fysieke verschijnselen van verschillende herkomst.
Enerzijds, tijdens de getijden die van september tot oktober (net zoals in maart) voorkomen, worden de hoogste getijden van het jaar, de equinoctiale-getijden genoemd. Deze getijden komen voor, omdat de gecombineerde zwaartekracht van de maan en de zon de neiging heeft om in deze tijd van het jaar groter te zijn.
TEMPORALES (STORMEN)
"Anderzijds ," zo voegt de professor toe, “lijken in dezelfde periode zich de eerste stormen voor te doen op de hoge breedtegraden. Deze stormen veroorzaken een aanzienlijke zeestroming in de Oceaan welke de Canarische kusten bereikt in de vorm van een zeestroming met grote, lange golven.
Deze golfslag gaat meestal sterk terug wanneer die aan de kust komt en kan overloop produceren. De bekende mareas del Pino (getijden van de ’Pijnboom’) komen voor wanneer beide fenomenen samenvallen: De equinoctiale getijden en de zeestroming door de eerste stormen die zich voordoen op hoge breedtegraden. Het tweede verschijnsel komt niet altijd voor, en dus ook niet de marea del Pino," zo verklaart de deskundige.
De weersverwachtingen kunnen het hoogwater voorspellen, maar niet de zeestroming. Wanneer het hoogwater samenvalt met de zeestroming, worden grote golven gevormd, aldus de directeur van het Instituto Canario de Ciencias Marinas (Canarisch Instituut voor Maritieme Wetenschappen), Hipólito Hernández Palacios.
De hoogleraar Oceanografie aan de ULPGC, Santiago Hernández León, bevestigt dat de mareas del Pino een verschijnsel zijn, dat gemakkelijk te verklaren is. “In september lijkt er een actieve stroming te zijn veroorzaakt door de volle, of de nieuwe maan waardoor de vloed meer stijgt dan wanneer er een toenemende, of afnemende maan is.”
In september zwakken de vientos alisios (verkoelende winden = de Noordoostelijke passaatwind) af en de stormen boven de Azoren, wat het begin van de herfst aangeeft.
“De lagedrukgebieden (stormen) produceren een zeestroming, en de golf reist via de gehele Oceaan, maar die ziet men pas wanneer deze de kust bereikt. Er zijn jaren waarin de Noorder storm niet samenvalt met de springvloed Het is een logische en wetenschappelijke traditie. In de zomer is er nauwelijks een zeestroming. '
Dit verschijnsel kan leiden tot problemen voor zwemmers, door het venijn van een ruige zee. Daarom is het altijd raadzaam om voorzorgsmaatregelen te nemen.
Gran Canaria heeft in een halve eeuw tijd
65% aan duinen en 22% aan draslanden verloren door het toerisme
De studie neemt, over het algemeen, landkaarten en foto’s
die laten zien hoe Gran Canaria in de jaren’60 was,
voor de explosieve toename van het toerisme
SAN BARTOLOMÉ DE TIRAJANA - Het aantal inwoners op Gran Canaria is de laatste 50 jaar verdubbeld en is veranderd van een agrarisch naar een toeristisch eiland, maar dat is in hoge mate ten koste gegaan van haar kust: gaandeweg heeft het 65% van haar duinen verloren, 22% van het drasland, en 11% van haar stranden.
Drie onderzoekers van het Instituto de Oceanografía y Cambio Global (Instituut voor Oceanografie en Globale Verandering) van de Universiteit van Las Palmas de Gran Canaria (ULPGC) hebben in maart 2017 op de internetpagina van het tijdschrift ‘Geomorphology’ het resultaat van een werk gepubliceerd waarin men voor de eerste keer in de wereld nagaat hoe de menselijke ontwikkeling de gehele kust van een eiland heeft aangetast: Gran Canaria, met 256 aan kust.
Duinlandschap en drasland.
De studie neemt, over het algemeen, als referentie landkaarten, foto’s, en satellietbeelden, die laten zien hoe Gran Canaria in de jaren’60 was, voor de explosieve toename van het toerisme, met uitzondering van de hoofdstad, een stad met een eerdere ontwikkeling op het moment van de vergelijking van de effecten op de kust die teruggaat tot 1900
De onderzoekers benadrukken dat, in de afgelopen halve Eeuw, het toerisme de economie van Gran Canaria volledig heeft veranderd; om een eiland te worden van 400.000 inwoners in de jaren’60 met landbouw in het noordelijke deel, naar een ander van bijna 850.000 inwoners, overheerst door een bloeiend zuidelijk deel dat jaarlijks vier miljoen enthousiaste toeristen trekt, voor zon en strand, en daarvan heeft de natuur echter wel te lijden.
Al deze ontwikkeling betreft de aanleg op de kuststrook van wegen; huizen; hotels; toeristencomplexen; golfbanen; en zelfs kunstmatige stranden, door uitgestrekte kiezelstranden te bedekken met zand.
De ULPGC heeft de uitwerking van al deze constructies vastgesteld op 570 locaties die de nieuwe geologische vormen vertegenwoordigen op de kust van Gran Canaria: klippen, platforms blootgesteld aan de getijden, rotsachtige stranden, zandstranden, duinen, drasland, riffen, en rotsen in zee, oude kliffen en oude paleoduinen (windduinen).
De algemene cijfers tonen aan, dat in de afgelopen halve Eeuw 14% van de oorspronkelijke van de kustvormen van Gran Canaria is vernietigd, 29% is gewijzigd, en 57% zijn natuurlijke staat heeft behouden (vooral aan de westkust, de meest ontoegankelijke en die nu is beschermd als Reserva de la Biosfera = Beschermd Natuurreservaat).
De drie auteurs van het artikel, Nicolás Ferrer Valero, Luis Hernández Calvento , en Antonio Hernández Cordero, benadrukken dat deze algemene waardering misschien niet goed het belang van de uitwerkingen weergeeft, omdat, als men naar de details kijkt, men ziet dat de kustvormen welke het meeste aantasting te verdragen hebben gehad in deze decennia uitgerekend de minst voorkomende zijn: de duinen en het drasland.
In het geval van de duinen heeft men 65% van de oorspronkelijke oppervlakte volledig verloren (op locaties zoals San Agustín, El Hombre, San Borondón, Jinámar en Bañaderos), 32% heeft te lijden van een aanzienlijke aantasting (vooral Maspalomas), en slechts 2,6% verkeert in optimale condities (voornamelijk op het afgelegen strand van Güi Güi).
Van een soortgelijk proces hebben de paleo duinen te lijden gehad: 32% is verdwenen, 27% is gedeeltelijk vernield; 34% heeft een verandering ondergaan, en slechts 6% kan worden beschouwd als ‘relatief intact’.
Ook het drasland aan de kust heeft minder geluk gehad: 22% bestaat nu niet meer, 27% is nagenoeg verwoest, en 52% is bewaard gebleven, hoewel met aanzienlijke aantasting en vernieling.
In het geval van de stranden toont de studie - over het algemeen - aan dat men die heeft bewaard, maar met verschillen die ook de voorkeuren van de toerist weergeven, daar de kiezelstranden (drie keer zoveel aanwezig op Gran Canaria) meer te lijden hebben gehad van vernieling dan de zandstranden.
Volgens deze studie heeft Gran Canaria sinds de jaren ’60 in zijn geheel 13% van haar uitgestrekte kiezelstranden verloren, en 11% van de zandstranden. Het andere uiterste is, dat men 70% van de kiezelstranden onveranderd heeft bewaard, terwijl men datzelfde slechts van 19% van de zandstranden kan zeggen.
Wat betreft de rotswanden heeft met slechts 2% verloren, maar 43% heeft veranderingen ondergaan, vooral omdat men aan de voet ervan, of de top, of op/tegen de rotswanden zelf, gebouwen heeft geplaatst.
"Deze resultaten tonen menselijke activiteiten aan, met name stedelijke ontwikkeling en het toerisme, waardoor een aanzienlijk verlies van geologische diversiteit aan de kust is veroorzaakt," merken de auteurs op, “in het bijzonder in de meest specifieke omgevingen, in de duinen, de paleoduinen, en het drasland (strandmeren). "
De donkere, raadselachtige landkaart van Canarias uit 1562
CANARISCHE EILANDEN - vrijdag 16 december 2016 - De aanwezigheid van Canarias op landkaarten trekt altijd de aandacht. In 1563 tekenden cartograaf Diego Gutiérrez en graveur Hieronymus Cock een vliegende vis links van een oorlogsschip.
Terwijl de vis er enigszins uitziet als een aap, lijkt deze ten westen van de Canarische Eilanden in zijn prooi te bijten.
Maar voor John Hebert, hoofd van Geografie- en Kaarten-afdeling van de Library of Congress, richt de aandacht zich op het weglaten op de kaart van Gutiérrez, van de beroemde verticale demarcatielijn in de Atlantische Oceaan, welke ter hoogte van de Canarische eilanden en Cabo Bojador (Kaap Boujdour) diende als scheiding tussen de Spaanse en Portugese bezittingen.
In 1562 zagen de Spaanse cartograaf Diego Gutiérrez en de Hollandse Hieronymus Cock Canarias aldus.
De landkaart van de gerespecteerde Diego Gutiérrez, cartograaf van het Casa de la Contratación, en Jeronimus Cock, een notabele uit Antwerpen, was de grootste bekende gravure na de aankomst van Columbus in Amerika na vertrokken te zijn vanaf Canarias.
Op deze kaart situeert men Canarias naast een zeedier.
Ruim vierhonderd jaar na de vervaardiging ervan, heeft een groot mysterie deze landkaart omgeven
Hebert merkt op, “dat er verwarring is die nog steeds bestaat over het auteurschap, de plaats van het drukken, en ook de redenen voor de vervaardiging ervan." Van dit document, bestaan twee exemplaren. Een in de Library of Congress (Washington, DC) en het andere in de British Library (Londen).
De zoöloog Sanchez Romero bevestigt dat er Goliath-hagedissen waren en leefden bij de Guanches, die 1,5 meter in de lengte konden bereiken op de Canarische eilanden. "Hij voegt het mogelijke bestaan toe van planten etende knaagdieren en ratten, ook erg groot, bijna net als de huidige Afrikaanse soorten."
Op La Graciosa heeft men resten aangetroffen van een versteende megalodón, wat een soort heel grote haai is. De megalodones verbleven twee miljoen jaar geleden graag bij Canarias. Nu zijn ze verdwenen.
De fauna van de aardolie:
Vissen die de Oceaan oversteken
met de olie-boorplatforms
LAS PALMAS DE GRAN CANARIA - vrijdag 18 november 2016 - De capaciteit van het maritieme verkeer voor het verplaatsen van algen; schaal- en schelpdieren; en vissen, van Continent naar Continent heeft veroorzaakt dat in de wateren van de haven van Las Palmas de Gran Canaria soorten voorkomen van divers delen van de aardbol.
De haven van Las Palmas de Gran Canaria ziet in haar wateren soorten vissen toenemen die afkomstig zijn uit de Golf van Guinea, Kaapverdië en men neemt diersoorten waar uit Brazilië en Arraial do Cabo, die ten noorden van Rio worden gedetecteerd, van de fauna die gekoloniseerd is in de Caraïben. Wat hebben ze met elkaar gemeen? Alle verkeren in de route van de aardolie.
De capaciteit van het maritieme verkeer voor het verplaatsen van algen; schaal- en schepdieren; en vissen, van Continent naar Continent is al langere tijd goed bekend, maar bijna alle studies hebben zich gericht oo de fauna is gevangen in ballastwater aan boord van de grote koopvaardijschepen waar zelden meer meereist dan plankton, of larven.
Vijf onderzoekers van het Instituto de Investigación en Estudios Ambientales y Recursos Naturales (Onderzoek instituut voor Milieu-studies en Natuurlijke Hulpbronnen) van de Universiteit van Las Palmas de Gran Canaria (ULPGC) hebben in november 2016 in het ‘Journal of marine systems’ een artikel gepubliceerd dat aandacht vraagt voor een vervoers weg welke tot nu toe weinig is geanalyseerd: de groeiende beweging van de olieplatforms tussen Afrika en Amerika.
Als een van de voornaamste havens in de westelijke marge midden in de Atlantische Oceaan, heeft Las Palmas de Gran Canaria tussen januari 2010 en mei 2015 alleen al 23 olie-boorplatforms op bezoek gehad, die tijdens transoceanische reizen aan haar havenpieren aangelegd hebben voor ravitaillering en reparaties.
Een team van de ULPGC heeft twee van hen gevolgd (een kwam aan in 2014 vanaf de olievelden van Angola uit de Golf van Guinée, en de andere meerde af in La Luz in 2015 en was, via Kaap Verdië, afkomstig van exploitatie in Brazilië) voor het onderzoeken van hun maritieme fauna die in hun omgeving reisde, met een opmerkelijk resultaat, rond deze structuren zwommen talrijke soorten van vissen de vreemd zijn bij Canarias, elf daarvan zijn voor het eerst gedocumenteerd op de eilanden.
De auteurs van het artikel benadrukken, dat door hun morfologie, de olie boorplatforms zich gedragen als een toevallig kunstmatig rif waar ze zich installeren, op plaatsen waar dit soort natuurlijke elementen lijken te ontbreken, wat helpt met vermenigvuldigen rond deze plaforms, "tot een buitengewone biomassa van vissen en ongewervelde dieren."
En omdat ze zich verplaatsen, over het algemeen over afstanden van duizenden mijlen , wat ze uiterst langzaam doen, minimaal met acht knopen (15km/uur), maakt het mogelijk dat de maritieme fauna er rond omheen blijft groeien,” wat het olieboorplatform tot een leefgebied maakt dat zich langzaam via de Oceaan verplaatst.”
In het geval van de twee bestudeerde platforms aan de havenpieren van Las Palmas, heeft men vastgesteld dat er rondom rijkelijk vissen zwommen, exemplaren die men nooit eerder heeft waargenomen op Canarias, zoals de cunaro de piedra (Paranthias furcifer), el sargento africano (Abudefduf hoefleri), de cirujano pardo (Acanthurus bahianus), de cirujano rayado (Acanthurus chirurgus) en de cirujano azul (Acanthurus coeruleus); soorten, die afkomstig zijn uit de Golf van Guinée, van de Braziliaanse kust, en uit de Caraïbische Zee.
Ook heeft men andere exotische soorten waargenomen die eerder zij gedocumenteerd op de eilanden, zoals de cherna roja (Cephalopholis toeniops), de sargento mayor (Abudefduf saxatilis) en de cirujano de Monrovia (Acanthurus monroviae) in de genoemde gebieden bij de Reina Sofia-pier, evenals andere, meer gebruikelijk huurders die vaker in hun wateren voorkomen, zoals de pez verde, de fula blanca, de sargo marroquí (Marokkaanse brasem), en de boga.
De auteurs van het artikel verdedigen, dat men kan aantonen dat al deze soorten niet in de haven aanwezig waren voor de komst van de platforms, en ze trekken hun conclusies met andere studies die gepubliceerd zijn in het afgelopen decennium over de aanwezigheid van Braziliaanse maritieme fauna op diverse locaties bij Kaap Verdië, en schelpdieren die thuishoren op het eiland Curaçao en andere enclaves in de Caraïben en in het Maritieme Reservaat van Arroial do Cabo, voor de Zuidkust van Brazilië.
Dit team van de ULPGC geeft toe, dat de opwarming van de Oceaan dit soort verplaatsingen tussen de Continenten van exotische exemplaren bevorderd, die frequent een bedreiging lijken te zijn voor de plaatselijke biodiversiteit, en men waarschuwt dat de aardolie-industrie een van hun belangrijkste transportkanalen is geworden.
“De markt van de die opereren in West-Afrika en Zuid-Amerika is geconsolideerd in de haven van Las Palmas. Het is zeer waarschijnlijk dat het zware scheepvaartverkeer uit deze gebieden verantwoordelijk is voor veel van de eerste waarnemingen in de afgelopen tien jaar en heeft bijgedragen aan andere oorzaken. En, volgens onze gegevens, geldt hetzelfde voor het zuiden van Brazilië en voor de eilanden van Kaapverdië, " verdedigen de auteurs, onder leiding van de Ecologie-professor José González Pajuelo.
In dezelfde lijn, benadrukken ze dat de locaties waarvan de inheemse vissen stammen die ze voor het eerst hebben ontdekt bij Canarias, samenvallen met de routes van de meeste platforms die aanmeren in Las Palmas de Gran Canaria, “wat de recente stijging aan observaties van niet aangeboren soorten kan verklaren," en waarom ze de autoriteiten adviseren rekening te houden met deze wijze van verspreiding bij het nemen van hun beslissingen over de beheersing van exotische soorten.
Portugal heeft een weerstation op een eiland
dat is omgeven door Spaanse wateren
ILHAS SELVAGENS - dinsdag 20 september 2016 - Het Instituto Portugués del Mar y la Atmósfera (IPMA) (het ‘De Bilt’ c.q. het ‘Aemet’ van Portugal) - heeft een weerstation ingericht op de Ilhas Selvagens (Islas Salvajes - Wilde Eilanden), wat zoiets is als een gecamoufleerde virtuele grens. Spanje is op haar hoede, omdat men van mening is dat het afbreuk doet aan de controle op haar territoriale wateren, en - ten gevolge daarvan - dit kan botsen met de belangen van de Canarische vissers.
De Islas Salvajes vormen een onbewoonde archipel tussen Canarias en Madeira, welke Portugal kocht van een bankier. Echter, Spanje erkende op dat moment officieel die operatie niet, die dateert van 1971.
De Ilhas Selvagens
(zie: https://nl.wikipedia.org/wiki/Ilhas_Selvagens )
VIDEO:
https://youtu.be/UgB85e33V38
Eind augustus 2016 hebben de autoridades lusas (Portugese autoriteiten), via het Secretariaat voor Milieu en Natuurlijke Hulpmiddelen, dit automatische weerstation geïnstalleerd op het grootse eiland van de archipel. Het beschikt over uitrusting met sensoren voor het meten van de luchtdruk, de temperatuur en de relatieve luchtvochtigheid, evenals voor de sterkte en de richting van de wind.
Het heeft een detector voor regen, zonnestraling, luchttemperatuur en grondtemperatuur tot op tien centimeter diepte; in de zomer van 2016 heeft het eiland bezoek ontvangen van de Portugese president, Marcelo Rebelo de Sousa.
De geregistreerde gegevens worden elke tien minuten verzonden via het telefoonnet van Funchal, de hoofdstad van Madeira. Vanaf nu kan men de ontwikkeling van de weersomstandigheden volgen in het uiterste Zuiden van het Portugese grondgebied, beter het weer voorspellen en bijdragen aan, “de veiligheid van personen en goederen,” zo rechtvaardigen de autoridades lusas (Portugese autoriteiten).
Maar zeker is, dat de Maritieme Politie, de Luchtmacht en de Vloot van Portugal de opdracht hebben alle activiteiten te controleren welke te maken hebben met het transport en de visserij-activiteiten. Een eerste geïnstalleerde uitrusting ziet zich verstrekt met ander uitrustingen, “dankzij de logistieke steun van de Portugese Vloot, de Nationale Maritieme Autoriteit, de Maritieme Politie, en Portugal Telecom, zo verzekeren officiële Portugese bronnen.
Franse toeristen op een van de eilanden van de Ilhas Selvagens.
Toenemende Portugese controle
Beetje bij beetje verleent Portugal aan de Ilhas Selvagens (Islas Salvajes) de technologische controle voor een effectief gebruik van de informatie over deze Archipel. In 2013 heeft Portugal Telecom een vaste telefoonverbinding aangebracht, hoewel het kengetal 351 blijft, dat van Madeira.
De chef-staf van de marine, Luis Macieira, heeft verordonneert dat er twee troepen blijven, op een punt zeer dicht bij Canarias. Eind september zullen het in totaal vijf Portugese ambtenaren zijn, die te werk gesteld zijn op de Ilhas Selvagens.
Het patrouilleschip ‘Cacine ‘ realiseert wekelijks tussen Madeira en de Ilhas Selvagens het transport van materialen. Het idee is, dat men voortdurend opereert tussen Madeira en de Ilhas Selvagens, dichter bij Spanje dan bij Portugal.
De Islas Salvajes (Wilde Eilanden), of Ilhas Selvagens in het Portugees, liggen op 140 kilometer ten noorden van de Canarische Eilanden en op bijna de dubbele afstand van Madeira, Het zijn in totaal drie eilanden , twaalf islotes (eilandjes), en rotspunten in zee.
In 1971 heeft Portugal de Archipel gekocht van een bankier op Madeira, genaamd Luis Rocha. Sindsdien zijn de eilanden verklaard tot natuurreservaat, een conditie die ze nu hebben. Echter na verwerving door de Portugese autoriteiten hebben zich conflicten voorgedaan, met arrestaties en uitwijzingen van Canarische vissers in het gebied. In 1975, gebruikmakend van de onstabiele situatie die het buurland doormaakte, zijn Canarische vissers aan land gegaan op Salvaje Grande - het grootste eiland van de Archipel- en hebben daar een Spaanse vlag geplant. Dat is niet het enige incident geweest; diverse keren hebben Portugese diplomaten geprotesteerd vanwege de schending van hun luchtruim door de Fuerza Aérea Española (Spaanse Luchtmacht).
Territoriale wateren
Het geval is dat in 1997- als resultaat van de onderhandelingen voor de toetreding van Spanje tot de NATO - de Spaanse Regering de rechten van Portugal erkende op de oppervlakte van de Archipel. Maar de verschillen zijn gebleven over het water rond de eilanden. Internationaal zeerecht verleent elk stuk grond dat boven de zeespiegel uitsteekt , twaalf mijl op de exclusieve controle voor het land. Als het bovendien wordt bewoond, bederft dat nog eens 188 mijl. Dat zijn vele duizenden kilometers aan visgronden, en van mogelijke aardolievelden...
Wanneer tussen het ene land en het andere niet genoeg ruimte is voor twee maritieme gebieden, wordt op gelijke afstanden de grens getrokken tussen de ene kust en de andere. En daar doet het conflict zich voor. Spanje beweert, dat de Islas Salvajes onbewoond gebied zijn, omdat de constante menselijke aanwezigheid zeer recent is. En inderdaad, daar verblijven niet meer dan, militairen en bewakers van het park. De Portugese autoriteiten beweren dat dit niet zo is.
Stijging zeespiegel bedreigt Canarische stranden
Wilt u het milieu redden? Hak dan uw benen af!
CANARISCHE EILANDEN - zondag 23 augustus 2015 - Kunt u zich Las Palmas de Gran Canaria voorstellen zonder Las Canteras? In 2040 kan dit beeld werkelijkheid zijn ten gevolge van de stijging van de zeespiegel, aldus een studie van WWF Adena, waar men opmerkt, dat de bebouwde kusten van de Canarische Eilanden uiterst kwetsbaar zijn door de klimaatverandering.
Volgens de milieubeweging zal in de komende twee decennia de zee tot zes centimeter kunnen stijgen. Zoals de zeebioloog van WWF Adena, Óscar Esparza, uitlegt, zal deze stijging op de Canarische Eilanden een vermindering van de stranden met een tot twee meter teweeg brengen; de Archipel zal daarmee de tweede Spaanse regio zijn die het zwaarst getroffen zal worden door de temperatuurstijging als gevolg van de klimaatverandering.
Archieffoto van het Las Canteras-strand
tijdens de storm die op 20 december 2014 heerste op Canarias.
In dit scenario lopen de vlakste stranden, waar bebouwing op de eerste lijn staat, het grootste risico. “Als het strand niet vrij ligt en het beton van bouwsels de aanwas van zand vertraagt, of belemmert, zullen ze verdwijnen,” zo merkt Esparza op. In die zin zal stijging van de zeespiegel ook van invloed zijn op havens en jachthavens.
http://iet.jrc.ec.europa.eu/energyefficiency/wwfadena-fondo-mundial-para-la-naturaleza
Alle Eilanden zullen zich in gelijke mate getroffen zien, “echter de Noord-Atlantische kusten zullen het meest worden getroffen door het zeeniveau, terwijl in het Zuidoostelijke gebied er een minder hoge zee zal zijn,” zo legt de deskundige van het WWF uit. Eveneens zal het effect afhangen van hoe steil de kust is. “In een gebied met rotswanden zal men dat niet zo sterk merken, als in een gebied dat minder steil is,” ze beweert Esparza.
De deskundige benadrukt, dat de stijging van de zeespiegel de frequentie en de kracht van stormen zal beïnvloeden en de richting en de kracht van de branding. Eveneens waarschuwt Esparza voor het verdwijnen van bebouwde stranden, bovendien zal de stijging van de zeespiegel van invloed zijn op de maritieme biodiversiteit, en levert dit gevaar op voor de menselijke bebouwing zelf, inclusief voor de bevolking die nabij de kustlijn woont.
De verwachtingen zijn, dat in deze Eeuw - als men geen nieuw beleid voert om de klimaatverandering en de bebouwing af te remmen - het zeeniveau 59 centimeter zal stijgen Het lijken slechts een paar centimeter te zijn, maar de teruggang van de kust brengt de stranden, de bevolking en de dieren die ons te eten geven in gevaar.”
Wilt u het milieu redden? Hak dan uw benen af!
Een leuke tekenfilm over hoe men het milieuprobleem (niet) oplost...
De blauwe, bolle hoofdpersonages uit de hieronder vermelde tekenfilm hebben een fantastische oplossing gevonden voor de opwarming van de aarde. Het klimaat stijgt door het broeikaseffect en die opwarming heeft één grote oorzaak: sokken.
Omdat iedereen sokken draagt, worden er ontzettend veel gemaakt. De fabrieken die sokken produceren zorgen natuurlijk voor een gigantische uitstoot aan fijnstof en CO2. Om het milieu te redden zit er dus maar één ding op: Iedereen moet het met een beentje minder doen, zodat er maar half zo veel sokken gemaakt hoeven te worden.
Maar na een ongelukkige teststudie en heel wat ingewikkelde berekeningen, ontdekken de briljante wetenschappers dat dit toch niet meteen een schitterend idee blijkt. Oplossing? Beide beentjes eraf! Dan heeft men helemaal geen sokken meer nodig en hoeft men ook niet langer op een been rond te hinken. Maar deze verregaande ingreep zou wel eens grote gevolgen kunnen hebben…
La Chaussettologie (vrij vertaald: ‘sokkenkunde’) is een leuke tekenfilm van Yann Benedi en Céline Desrumaux. Voor een wedstrijd milieubewustzijn van Challenge your World (http://www.challengeyourworld.com) maakten ze in drie weken tijd deze leuke mengeling van tekenfilm en computeranimatie.
Het goedbedoelde Engels, dat af en toe in beeld verschijnt, is niet het sterkste punt van de twee Franse tekenfilmmakers, maar dat maken ze meer dan goed met de grappige personages en een flinke dosis originaliteit.
Meer informatie over de twee makers treft u aan op de internetpagina’s:
http://yannbenedi.blogspot.comm en: http://groovythesushi.blogspot.comç
Bekijk de tekenfilm ‘La Chaussettologie’ op Vimeo: https://vimeo.com/7638567
Onderzoek naar mogelijke onderzeese
vulkanische activiteit
tussen Tenerife en Gran Canaria
CANARISCHE EILANDEN - vrijdag 20 maart 2015 - Het Instituto Español de Oceanografía (IEO) (Spaans Oceanografisch Instituut) zal gedurende de komende drie jaar de op bijna 3.000 meter diepte gelegen vulkaan op de zeebodem tussen Gran Canaria en Tenerife bestuderen, omdat de seismische gegevens welke men in het gebied registreert, doen vermoeden, dat er enigerlei soort van activiteit is.
Deze campagne staat gepland als een uitbreiding die het IEO zal realiseren in het vervolgonderzoek van de onderzeese vulkaan bij El Hierro sinds 2011 en kan rekenen op de deelname van de Universiteit van Las Palmas de Gran Canaria, de Universiteit van La Laguna, en van het Museo de la Naturaleza (Natuurmuseum) van Tenerife.
In een communiqué legt het IEO uit, dat de ‘Enmedio’-vulkaan (‘In het Midden’-vulkaan), die voor het eerste is ontdekt in de jaren ’90, een kegel is van 400 meter hoog welke zich verheft op de zeebodem tussen Gran Canaria en Tenerife.
‘Ángeles Alvariño’
Het wetenschappelijke onderzoeksschip ‘Ángeles Alvariño’ zal gedurende de maand mei 2015 binnen de vulkaan verblijven om vast te stellen of er enige vorm van activiteit is in de vorming van gassen, of warmte, zoals de seismische bewegingen welke men in dit gebied registreert.
Het IEO zal in de komende drie jaar regelmatig campagnes uitvoeren in het vervolgonderzoek van de onderzeese vulkaan van La Restinga (die gevormd is tijdens de eruptie bij El Hierro in 2011-2012) en van de ‘Enmedio’-vulkaan.
Tijdens deze campagnes zal men de fysisch-chemische, biologische en geologische eigenschappen bestuderen, wat continuïteit zal geven aan de eerste en enige serie die bestaat in Spanje over het ontstaan van een onderwatervulkaan (die van El Hierro) en of er ook een soort vulkanische activiteit is tussen Tenerife en Gran Canaria.
'Ramón Margalef’. ‘Cornide de Saavedra’.
In de afgelopen drie-en-een-half jaar heeft het IEO acht wetenschappelijke campagnes uitgevoerd bij de Canarische Eilanden voor het bestuderen van de onderwatervulkaan bij El Hierro, met de schepen ‘Ramón Margalef’, ‘Ángeles Alvariño’ en ‘Cornide de Saavedra’, met een wetenschappelijke balans die dit gebied heeft gemaakt tot een natuurlijk laboratorium voor het bestuderen van de milieueffecten in de maritieme ecosystemen.
Acht onderzeese bergen ontdekt
ten zuidwesten van Canarias
CANARISCHE EILANDEN -dinsdag 24 februari 2015 - Een wetenschappelijk team van het oceanografische onderzoek ‘Drago 0511’ heeft negen nieuwe onderzeese bergen ontdekt ten zuidwesten van Canarias. Het zijn acht oude eilanden die zijn verdronken door afkoeling van de aardkorst. Ze lijken op een Canarisch ‘Atlantis’; en de grootste berg heeft de hoogte van de Teide.
De ontdekking van deze acht bergen telt men op bij de vijf welke men tot op heden al kende ten zuiden van Canarias en, “ ze lijken op een soort ‘onderzeese grootmoeders’ van de eilanden; bijna op ene Canarisch Atlantis”, zo legt Luis Somoza Losada uit, een maritieme geoloog van het Instituto Geológico y Minero de España (IGME) (Spaanse Geologisch- en Mijnbouw- Instituut).
Luis Somoza Losada, links op Antartica.
“Sommige van deze bergen vormen eilanden die nu onder water liggen en meer dan 300 meter zijn gezonken en daarom de voorgangers zijn van de Canarische Eilanden,” zo geeft Somoza aan.
De bergen zijn ontdekt door het wetenschappelijk team, dat de studie heeft verricht voor de uitbreiding van het continentale platform van Spanje ten westen van de Canarische Eilanden, en de ontdekkingen hebben plaatsgevonden na vijf jaar van gedetailleerde, cartografische expedities van de Canarische maritieme diepten.”
Deze ontdekking toont aan, dat dit gebied - ten zuidwesten van de eilanden - de natuurlijke verlenging is van de verdronken Canarische Archipel.
De top van der onderzeese bergen ligt op 4.000 tot 300 meter onder het wateroppervlak en de geoloog stelt, dat het de oude Canarische eilanden zijn, nu verdronken door afkoeling van de aardkorst.
In sommige gevallen doet hun vorm denken aan de actuele omtrek van de eilanden Tenerife, La Gomera en El Hierro en volgens de bathymetrie-gegevens hebben de grootste onderzeese bergen een lengte van 35 tot 90 kilometer en zijn de kleinste tussen de zes en 20 kilometer lang.
Deze oude eilanden richten zich op, tot een hoogte van ruim 3.500 meter boven de vlakke zeebodem die ze omringt, en zoals Somoza aangeeft, ”lijkt het vanaf die zeebodem, alsof men vanaf de kust naar de Teide kijkt,.”
De onderzeese bergen hebben zich in een zelfde proces gevormd als dat van de Canarische Eilanden, dat wil zeggen, op een ‘heet punt’, onder de eilanden, dat een gedeeltelijke fusie heeft gegenereerd van de rotsen van de aardkorst en wat plaats heeft gegeven aan het opstijgen van magma vanaf de diepe oceaanbodem.
Eenmaal gevormd, vormden de vulkanen eilanden, of onderzeese bergen die progressief zijn gezonken door aanraking met koude.
“Het is hetzelfde al wat kan gebeuren met een ‘soufflé’, als men die te snel uit de oven haalt;”, zo geef Luis Somoza aan, die ook opmerkt, “dit wil niet zeggen, dat de Canarische Eilanden onmiddellijk zijn gezonken,” hoewel ze dit wel gedaan hebben in een geologisch tijdsverloop. “Er zijn miljoenen jaren voorbijgegaan en, .als de ‘hete locatie’ die ze gevormd heeft, zich heeft verplaatst, of is verdwenen, zijn deze onderzeese bergen, net zoals hun voorgangers, progressief gezonken,” zo legt Somoza uit.
Bovendien zal de actie van de zee de toppen van de eilanden progressief doen ‘afvlakken’, “onze nakomelingen zullen een platte Teide kunnen zien en een vlakke Taburiente; maar, dat is pas het geval over miljoenen jaren.”
Eveneens, zo gaat de onderzoeker verder, hanteren de wetenschappers het criterium, dat als deze onderzeese bergen dezelfde aard hebben, als die van hun nakomelingen, de Canarische eilanden, dit aantoont, dat dit gebied de natuurlijke ondergedompelde verlenging is van de Archipel ten behoeve van de juridische uitbreiding van het Spaanse continentale platform.
Luis Somoza heeft toegevoegd, dat het wetenschappelijke team een voorstel heeft gestuurd aan de geografische Commissie waarin men acht namen voorstelt voor de bij uitstek Canarische, onderzeese bergen, zoals: Drago, Bimbache, Ico, Pelicar, Malpaso, Tortuga, Infinito en Las Abuelas.
De namen van de vijf tot nu toe bekende onderzeese bergen zijn geven door hun Engelse ontdekkers, en zijn; Las Hijas, Echo, The Paps, Drago en Tropic.
'Hespérides’ ‘Sarmiento de Gamboa’ ‘Miguel Oliver’.
Luis Somoza heeft bovendien aangegeven, dat men zes expedities heeft uitgevoerd in de omgeving van de Canarische diepten, aan boord van de oceanografische schepen ‘Hespérides’, ‘Sarmiento de Gamboa’ en ‘Miguel Oliver’.
Het wetenschappelijke team bestond uit onderzoekers van de Servicio de Geología Marina, van het Instituto Geológico y Minero de España, van het Instituto Español de Oceanografía en van het Instituto Hidrográfico de la Marina.
Oceanen van de toekomst
worden grootschalig getest nabij Taliarte
Gran Canaria test
de effecten van klimaatverandering op haar kusten
TALIARTE - zaterdag 15 februari 2014 - Een multidisciplinair team van Spaanse en Duitse wetenschappers, onder wie medewerkers van de Universiteit van Las Palmas de Gran Canaria, de Universiteit van La Laguna en de Universiteit van Barcelona, verricht een pionierende studie met het oog op de gevolgen van de toename van CO2 in het maritieme milieu.
Taliarte aan de oostkust van Gran Canaria is - sinds januari - tot 5 april 2014 de locatie van een grootschalig wetenschappelijk project, dat wereldwijd pionier is in de studie naar de verzuring van de Oceanen. 14 organisaties uit zeven landen benutten de installaties van het Plataforma Oceánica de Canarias (Plocan) (Canarische Oceaanplatform), om na te gaan hoe de zeeën over 150 jaar zullen zijn als de CO2-uitstoot die ze absorberen op het huidige niveau, blijft doorgaan.
In de baai van Taliarte drijven de laboratoria - de zogenoemde 'mesocosmos' - waarmee men de verzuring van de Oceaan bestudeert. In elke 'mesocosmos', kan men tot 5 april 2014 de situatie nabootsen zoals men die zal hebben in 2030, 2050, 2070, 2090, 2110, 2130 en 2150.
Veel burgers zijn verontrust over de klimaatveranderingen welke worden veroorzaakt door de uitstoot van CO2, maar weinig mensen zijn zich bewust van de uitwerking op de Oceanen, wat zo belangrijk is, dat als men niet ingrijpt, het in de toekomst afgelopen kan zijn met de visserij en de kusten zijn overgeleverd aan de grillen van de zee.
De onderzoeker van het Helmholtz-centrum voor Oceaan-onderzoek (in Kiel, Duitsland), Ulf Riebesell (l.). Samen met zijn assistenten Xabier Ramírez (r.), ingenieur van het Plataforma Oceánica de Canarias (Plocan) en Andrea Ludwig, bij de drijvende laboratoria voor de kust van Gran Canaria waar men zich rekenschap geeft van de doelstellingen van Kosmos 2014.
De verzuring van de zee door vervuiling die veroorzaakt wordt door de mens, is begonnen met de industriële revolutie en zijn er berekeningen die aangeven, dat de Oceanen sindsdien 500 miljard ton aan koolstofdioxide (CO2) hebben opgenomen.
Geomar, het Centrum voor Oceanografisch onderzoek in Kiel (Duitsland), pleegt al jarenlang onderzoek op het vlak van hoe maritieme organismen reageren op de toenemende bijdrage van CO² vanuit de atmosfeer - men schat, dat de Oceanen jaarlijks 35.000 miljoen ton absorberen - maar alle onderzoeken zijn uitgevoerd in koude wateren die rijk aan voeding zijn (bij de Noordpool en in de Scandinavische fjorden) die amper 20% van de maritieme ecosystemen vertegenwoordigen.
De Oceanen bestaan echter voor 70% uit voedselarme wateren, waar een soort micro-organisme zich voortplant, zogenoemd pico plankton, dat aan de voet staat van de voedselketen van de ecosystemen. En een goed voorbeeld daarvan zijn de wateren rond de Canarische Eilanden.
Het project, met de naam Kosmos 14GC, wil met de verkregen gegevens de stelling bewijzen welke wetenschappers van het Duitse onderzoeksnetwerk Bioacid en Sopran hanteren, die waarschuwt voor het systematisch verdwijnen van vissoorten in de komende honderd jaar.
Volgens uitleg van professor Ulf Riebesell, worden ecosystemen die arm zijn aan voedsel ´- zoals het Canarische - normaal gedomineerd door fytoplankton, ook wel pico plankton genoemd. Omdat pico plankton vooral sterk reageert op verzuring door injectie van koolstofdioxide (CO²) - zoals is vastgesteld in eerdere studies - "voorspellen wetenschappers drastische veranderingen in de basis van de voedselketen.
De voornaamste redenen van de bezorgdheid van de wetenschappers - en waarop de studie zich richt die men aan het uitvoeren is in Taliarte - zijn er drie; aldus de uitleg van de onderzoeksleider professor Ulf Riebell:
- “de voeding van de mens,”
- “het effect wat stormen kunnen hebben op de kust, “
- “zuurdere Oceanen die niet de dienstbaarheid leveren zoals nu, als de CO2-uitstoot in de atmosfeer niet met ruim 25% wordt verminderd,”
zo heeft de professor opgemerkt in de vestiging van Plocan op woensdag 5 februari 2014.
Hoge technologie
Onder de 24 ton aan wetenschappelijk materiaal, dat met het Duitse oceanografische schip ‘Poseidon’ naar Gran Canaria is verscherpt , vallen de negen mesocosmos-installaties op die geïnstalleerd zijn in de baai bij Telde. Het gaat om drijvende reservoirs met een capaciteit voor het opslaan van 50.000 liter zeewater waarin men het gedrag op lange termijn nabootst van de ecosystemen onder diverse meet-omstandigheden.
“In deze laboratoria hebben we met CO² verrijkte ecosystemen die functioneren als tijdcapsules, in andere bootsen we het opborrelen na van water uit dieper gelegen leefomgevingen, in weer andere ervaart men de uitwerking van Sahara-zand op de Oceaan en in de overige wordt niet gemanipuleerd, om te zien hoe de organismen zich gedragen,” zo merkt de wetenschapper op, die verantwoordelijk is voor dit project.
Wetenschappelijke proefbank op open zee
LAS PALMAS DE GRAN CANARIA - woensdag 3 oktober 2012 - Een wetenschappelijk laboratorium op open zee zal onderzoek vanaf de Archipel mogelijke maken van de diepte van de Oceaan, een grote onbekende.
Het Plataforma Oceánica de Canarias (Canarisch Oceaan-platform), dat over vijf jaar gepland staat, zal in de komende maanden werkelijkheid worden en zal de op de Eilanden bestaande wetenschappelijke activiteit consolideren, men zal het in de kiemende maanden bouwen, opdat het, volgens de laatste verwachtingen, beschikbaar kan zijn in de loop van 2013. Het Plataforma Oceánica de Canarias (Canarisch Oceaan-platform) maakt bodemonderzoek tot op 3.000 meter diepte mogelijk.
Afbeeldingen van Oceaanplatformen zoals men die zal aanleggen voor de Canarische kust.
De eerste stap is gezet door de Canarische Regering met definitieve aanbesteding van de bouwwerkzaamheden van deze infrastructuur aan de unión temporal de empresas (UTE) (Joint Venture) die bestaat uit Acciona en Lopesan.
Met een aanvangsbudget van 22 miljoen euro, zal het Oceaanplatform dichter bij de werkelijkheid komen van de gelegenheid van het in de Canarische wateren beschikken van een reusachtige en krachtige installatie voor het gelijktijdig bedrijven van maritieme wetenschap en het ontwikkelen van technologie.
En dan niet reusachtig vanwege de afmetingen van het platform, dat ook op een booreiland of op een verkeerstoren lijkt, maar vooral vanwege het samengaan van wetenschappelijk onderzoek met I+D+I (Investigación, Desarrollo e Innovación) (Onderzoek, Ontwikkeling en Innovatie) dat Plocan wil mobiliseren.
Sinds de oprichting ervan in 2007 met de goedkeuring van de Ministerraad, werkt het technisch- en onderzoekspersoneel tot nu toe vanaf het land, in zetel van het Instituto Canario de Ciencias Marinas (ICCM) (Canarisch Instituut voor Maritieme Wetenschappen), wat als Plocan ook een afdeling is van het Agencia Canaria de Investigación, Innovación y Sociedad de la Información (Aciisi) (Canarisch Agentschap voor Onderzoek, Innovatie en Informatiemaatschappij) het instutuut, dat deze sector beheert in de autonome Deelstaat.
Plocan is een van de pijlers van de zogenoemde Polo Marino van Taliarte, een gebied waarin men er in de afgelopen jaren geslaagd is, onderzoek te plegen wat zich richt op de zee, waarvan de deskundigen voorspellen, dat het nog geen fractie heeft laten zien van het deel van zijn toekomstige potentieel.
De ICCM, samen met de Banco Español de Algas (Spaanse Algenbank) - een dienst van het Centrum voor Maritieme Biotechnologie van de Universiteit van Las Palmas de Gran Canaria (ULPGC) - en het betreffende Wetenschappelijk Park voor Maritieme Technologie van Taliarte, door de rector van de ULPCG ingewijd in februari 2012, vormen samen dit bastion naast de pier in Telde, van waaruit men wil verwerven en, waar men al begonnen is met het plegen van kwaliteitswetenschap die is staat is alternatieve productievoorstellen te doen welke een revolutie zullen betekenen voor de economie van Gran Canaria en van de Gehele Archipel.
Wetenschappelijke excellentie voor het genereren van concurrerende kennis en de vertaling daarvan in economisch welzijn en het creëren van werkgelegenheid. Dat is de formule, dat is het doel.
Met alle beschikbare en gerenoveerde installaties, zoals het geval is met de Spaanse Algenbank, die recentelijk is ingewijd sinds zijn hervormingswerkzaamheden in september 2011, presenteert men momenteel met de bouw van het Oceaanplatform een ambitieuze kans, om alle geprojecteerde infrastructuren in het Polo Marino van Taliarte te completeren. En een specifiek onderzoek gelijk te maken, dat de diepten van de Oceaan ontdekt, maar wat tegelijkertijd een toevoeging zal zijn aan het ontwikkelingswerk, dat al in het laboratorium is verricht door het wetenschappelijk personeel van al deze in Taliarte gevestigde instituten.
In die zin is het werk al jaren geleden begonnen en heeft dit zich vertaald in multi disciplinaire ploegen die voornamelijk bestaan uit personeel van het ICCM, de ULPGC en de Spaanse Algenbank met de technische ondersteuning van Plocan zelf, in projecten die gerelateerd zijn aan terreinen zoals de aqua cultuur, of duurzame energie.
Het Platform zal een proefbank zijn voor onderzoek midden op zee, een infrastructuur die in dienst zal staan van de gehele nationale, wetenschappelijke samenleving en die open staat voor internationale samenwerking.
Van daaruit zal men de toegang verschaffen tot de diepte van de Oceaan, tot 3.000 meter, door het gebruik van diverse vaar- en voertuigen en onderwatergereedschap, Ook zal men instrumenten gebruiken om te observeren, produceren, hulpmiddelen te benutten, of diensten te installeren die tot nu toe onmogelijk waren voor de onderzoek-industrie en het boren naar aardolie.
Gezien vanuit energiestandpunt, wil men, dat het een zelfstandig station zal zijn en dat dit is voorzien van diensten voor de wetenschappelijke activiteit en het leven aan boord met een maximumcapaciteit voor het verblijf van 80 personen.
De uitdagingen, werkzaamheden, uitvoering
Het is een project, dat aanvankelijk een investering vergt van 22 miljoen euro ten tijden van crisis waarin Plocan zijn inkomsten aanzienlijk beperkt ziet door de bezuinigingen. De convenant welke in 2007 is ondertekend tussen het toenmalige Ministerie van Wetenschap en Technologie en de Canarische Regering, heeft een consortium in het leven geroepen, dat de financiering voor 50% zal verdelen. Hierover heeft de Canarische Regering eind september nadere mededelingen gedaan.
Diepzee duikrobot.
Activiteit, projecten
In afwachting van de beschikbaarheid van de offshore-installatie, wil Plocan daarmee beschikken over een multidisciplinair laboratorium voor diepe wateren; voorzien in technologische ontwikkelingen door het genereren van robot-onderzoek en, wil men een nationale basis worden van vaar- en voertuigen en onderwaterinstrumenten; bovendien, wil men, naast andere doelstellingen, een locatie zijn voor het testen van nieuwe materialen.
De ULPGC chartert schip voor onderzoek
Vulkaan Las Calmas
LAS PALMAS DE GRAN CANARIA – zaterdag 18 februari 2012 - De Universiteit van Las Palmas de Gran Canaria (ULPGC) heeft een boot gecharterd, om wetenschappelijk onderzoek te kunnen verrichten in de zee bij La Restinga (El Hierro), in het gebied waar zich de onderzeese vulkaan bevindt. De eerste ronde van het onderzoek is van start gegaan in het weekeind van 17 februari 2012.
Het Vice-rectoraat voor Onderzoek, Ontwikkeling en Innovatie, van de ULPGC, wat geleid wordt door Fernando Real, heeft de huur gecoördineerd van het schip ‘Atlantic Explorer’ van het bedrijf QStar, dat zeven onderzoeksronden zal verrichten in de komende drie-en-een-halve maand.
De Atlantic Explorer.
De onderzoeken zullen worden verricht door wetenschappers van de Afdelingen Biologie, Natuur- en Scheikunde van de Universitaire Instituten voor Oceanografie en Wereldverandering (IOCAG), van Intelligente Systemen en Numerieke Toepassingen in de Ingenieurswetenschappen (SIANI), van Dierengezondheid (IUSA), van de Spaanse Algenbank, en o.a. onderzoeksteams voor Biologische Oceanografie en Scheikunde per Satelliet, van Zee Chemie, Robotkunde, Zee Ecologie, Visserij, een Geologie.
Fernando Real beschouwt dit, “als een belangrijke doorbraak voor onderzoeksgroepen voor het uitvoeren van deze ULPGC campagnes in Restinga".
Men heeft zeven wetenschappelijke rondes gepland, die telkens ieder twee dagen zullen duren, waarbij dagelijks 12 uur gewerkt wordt, met tussenruimte van twee weken gedurende de komende drie-en-een-halve maand, zo heeft de ULPGC laten weten in een persbericht.
Dit initiatief is een belangrijke inspanning van de ULPGC, die dankt voor de medewerking van het Eilandbestuur van El Hierro, de Visafslag van La Restinga, het Gemeentebestuur van El Pinar en Het Zee-reservaat van de Canarische Regering, die het gebruik van installaties op land faciliteren, zonder welke het niet mogelijk zou zijn, om een deel van de geplande onderzoeken uit te voeren in het nemen van bodemmonsters op volle zee.
De ULPGC blijft in gesprek met andere instanties voor uitbreiding van de samenwerking en voor het kunnen bereiken van medefinanciering voor de geplande onderzoeken.