LAS PALMAS DE GRAN CANARIA - Op maandag 30 november 2009 is om 15:00 uur in de Clinica Cajal te Las Palmas de Gran Canaria, in de leeftijd van 89 jaar Jake de Bruin overleden.

Op Gran Canaria was Jake o.a. bekend van “Het Plein” (Terazza Derby/Rio en/of Terazza Lolita) in het hoofdstedelijke Parque Santa Catalina. Hier was hij “lid” (lees: trouwe bezoeker) van de zowat dagelijkse koffiekrans van de Nederlandse “Las Palmassers”. Wie kende hem als zodanig niet? Maar vooral was Jake bekend als nestor, erelid en de éminence grise van de Nederlandse Vereniging Canarias (NVC).

naamloos-164.png
In Memoriam
Jake de Bruin
1920-2009.

Op 16 mei 1920 werd Jake te Amsterdam geboren als: Jacobus de Bruin. Jaap, zoals zijn roepnaam luidde. Jake bracht er zijn jeugdjaren door, samen met zijn 2 jaar oudere zus Gerda,  zijn oudere broer Lubertus en jongere broer Carel.

Zijn roepnaam Jaap is in het Engels ‘Jack’ geworden en op zijn Amerikaans: ‘Jake’. We blijven de naam ‘Jake’ voor Jaap hanteren, verderop in deze necrografie zal duidelijk worden waarom.

Jake ging 6 jaar lang naar de Montessori school in de Hazebroekstraat, behaalde zijn 4 jarig Ulo Diploma in Amsterdam en studeerde vervolgens aan het Hervormd Lyceum op een beurs van de stad Amsterdam en behaalde daar in 3 jaar zijn HBS B diploma. Zijn opleiding completeert hij met een cursus Boekhouding en Financieel Beheer en met aansluitend een Cursus Commerciële Correspondentie Nederlands, Engels, Duits en Frans.

In de oorlogsjaren 1940-1945 zat Jake ondergedoken in Friesland, van waaruit hij af en toe naar Amsterdam ging om Het Verzet een handje te helpen. In Nunspeet werd hij, als verbindingsofficier voor de 49ste divisie Infanterie van het Engelse leger, secretaris/tolk bij het Officers Leave Club (o.a. tennis, bridge en andere recreatieve doeleinden). Voor deze officiersclub moest hij vanuit bezet Nederland in toen al bevrijd België voorraden halen. En zie daar, het contact met de Amerikaanse piloot Colonel Landsdell K. Christie, dat na de oorlog een cruciale rol gaat spelen in Jake’s levensloop. Verenigingsbloed zat toen al in Jack (vandaar de Engelse benaming voor Jaap). Dit duurde tot 1945.

LIBERIA
Kort daarop vertrok Jake naar Afrika, omdat hij in Liberia een baan had geaccepteerd. Hier werkte hij van mei 1946 tot juni 1949 bij de Oost Afrikaanse Compagnie (OAC), een Nederlandse handelsmaatschappij met vestigingen in heel Afrika, maar Jake verkoos te werken in West-Afrika. In de drie jaar, dat Jake als contactman voor de OAC in Afrika werkte, waar hij o.a. het beheer had over de bevoorrading van winkels, zat Jake letterlijk op het geld. Dit deed hij, toen dat met een rubberbootje voor de kust van Liberia naar de betreffend winkels gevaren moest worden.

Van juni 1949 tot 1952 heeft Jake, eveneens in Liberia, nog voor een andere ijzerertsmaatschappij gewerkt.

Ondertussen had de Amerikaanse ‘club-collega’ van Jake, kolonel Landsdell, niet stilgezeten. Hij ontdekte in de oorlogsjaren, toen hij als piloot over West Afrika vloog, dat de naald van het kompas in de cockpit regelmatig, extreem uitsloeg. Volgens hem en zijn co-piloot moest dit duiden op de aanwezigheid van grote hoeveelheden magnetisch ijzererts in het land (Liberia) onder hen. Hij kwam in 1949 terug uit Amerika en in Afrika werd dan ook de Liberia Mining Company (LMC) opgericht. Het laat zich raden, dat Colonel Landsdell K. Christie niet alleen de oprichter, maar ook eerste president was van deze exploitatie maatschappij die, met een bedrijfskapitaal van toentertijd 5,5 miljoen dollar, ijzererts won in open mijnbouw. De voornoemde co-piloot werd door toedoen van Landsdell directeur van de haven van Monrovia (de hoofdstad van Liberia). En Jake werd in 1952 binnen gehaald, waar hij tot november 1964 diverse functies op logistiek gebied binnen LMC (het latere Public Steel) vervulde.

Een keer per twee jaar ging Jake voor vakanties terug naar Nederland. In die periodes leerde hij Truus (door Engelstalige vrienden en kennissen Sue genoemd) de Jonge kennen, een destijds befaamde concertpianiste; ze zijn op 11 augustus 1953 getrouwd in Amsterdam. Het huwelijk bleef kinderloos en Truus was tot aan haar overlijden, meer dan 30 jaar Jake’s echtgenote.
 
Bij voorkeur vloog Jake vanuit Nederland, rechtstreeks, met de KLM naar Casablanca (Marokko) om van daaruit verder te reizen naar Liberia.

Jake was in Nederland ook lid van de Pioneer Automobielclub en was de trotse bezitter van een oldtimer, een Hillman. Hobby’s van Jake, zo staat te lezen in zijn uitgebreide curriculum vitae, zijn: lezen, golf, vissen en dansen. Als mede-oprichter van de Jazz Liga Amsterdam, speelde Jake in een jazzbandje, eerst gitaar en daarna, omdat hij dat oneindig veel mooier vond, de contrabas.

Zowel in Nederland als in Liberia was Jake lid van de YMCA (Young Men’s Christian Association), wat de grootste oecumenisch christelijke jongerenorganisatie van de wereld is, met ongeveer 45 miljoen leden in meer dan 130 landen.

images1-21.jpg
Jake op zijn 86ste verjaardag, in Las Palmas de Gran Canaria.
images-105.jpg

GRAN CANARIA
Reizen naar Liberia (maar ook naar de Canarische Eilanden ) was in die tijd niet zo gemakkelijk als nu, anno 2007. In de beginjaren werd de reis Nederland-Liberia met de boot ondernomen met een tussenstop in Puerto de La Luz, de haven van Las Palmas de Gran Canaria. Er werd gevaren al naargelang men kon boeken op Nederlandse, Spaanse, Engelse en/of Franse schepen. Vanuit El-Aaiún en Las Palmas de Gran Canaria. Daardoor leerde men in die tijd al, ver voordat het grote toerisme op gang kwam, Gran Canaria goed kennen. En na zo ongeveer de hele wereld bekeken te hebben, besloten Jake en Truus om, na rijp beraad en met de keus voor het beste klimaat ter wereld, een tweede woning te kopen op Gran Canaria. Dat werd een finca in Santa Brígida, adres: Alta No. 41-A.

Na de dood van Truus wilde ‘de kolonel’, inmiddels Jake’s baas dus, hem naar Zweden halen, maar na een super kort verblijf in Zweden werd Jake in Liberia Senior Sales Man voor de Liberian American-Swedisch Minerals Company (LAMCO), een Joint Venture Operating Company en dochtermaatschappij van het Zweedse Gränges A.S. Jake werkte van 1 september 1981 tot september 1987 voor LAMCO.

Uit Jake’s ‘Liberiaanse periode’ mag de kennismaking met Koningin Juliana en de Prins der Nederlanden tijdens hun Staatsbezoek in 1974 aan Ivoorkust en Liberia, niet onvermeld blijven. Op zaterdag 23 februari 1974 zat Jake, samen met andere genodigden aan, aan het staatsbanket, dat gegeven werd in het Execution Mansion ten huize van President en mevrouw W.R Tolbert Jr. in de hoofdstad Monrovia.

Jake was toen ook al lid van de plaatselijke Nederlandse Vereniging en schreef voor het clubblad “De Palaver pot”, (Palaveren is een ouderwets woord; het betekent zoveel als “heen en weer zwetsen”. Praten tot iedereen een ons weegt. In Liberia bestaan er speciale gebouwen voor: “palaver huizen”.) Beschermheer van die Nederlandse vereniging was H.M. Ambassadeur in Liberia Jonkheer Mr. Q. P. A. de Marees van Swinderen.

Op zondag 24 februari vond er van 17:30 tot 18:30 uur een ontvangst plaats door H. M. de Koningin en de Prins der Nederlanden. Jake bewaarde  vol trots de uitnodiging die hem door de Ambassade (Mamba Point, Monrovia, Tel: 21266) is toegestuurd. Hierop staat o.a. het kledingvoorschrift te lezen: de heren werden verzocht te verschijnen in donker kostuum en de dames in korte japon zonder hoed en zonder handschoenen, bij voorkeur geen zwarte kleur (!). Op de voorpagina van het dagblad de “Liberian Star” van 25 februari 1974 prijkt Koningin Juliana.
Jake bekeek vaak deze, ondertussen duidelijk vergeelde, uitnodiging.

Tijdens een van zijn latere bezoeken aan Afrika, had Prins Bernhard nog eens een ontmoeting met Jake, dat was in 1951 in Monrovia.

Ruim 2 jaar na zijn pensioengerechtigde leeftijd vertrok Jake voorgoed uit Liberia . Vanaf september 1987 vestigde hij zich permanent op Gran Canaria. Hier nam hij zijn intrek in het huis Santa Brígida, Alta No. 41-A, dat hij speciaal voor zijn echtgenote Truus (als tweede woning, naast het woonhuis in Bomi Hills-Liberia) al jaren eerder op het gelukzalige Eiland had gekocht.

Ondertussen had Jake zijn typische Canarische finca in Santa Brígida verkocht. Hij liet zich op 9 december 1987 officieel inschrijven bij het Consulaat der Nederlanden te Las Palmas de Gran Canaria (toen nog verplicht!) (X0696242D) op zijn nieuwe woonadres in de hoofdstad van Gran Canaria. Tot aan oktober 1993 woonde Jake in het Edificio “Canteras Playa” in de Calle Salvador Cuyas, Nº 102.

Nederlandse Vereniging Canarias (NVC)
Moest de Nederlandse Vice-Admiraal Pieter van der Does in juni 1599 het onderspit delven bij El Batán, in Santa Brígida begon voor Jake zijn zegetocht op Gran Canaria. Hij was, samen met zijn vrouw Truus en op haar instigatie, lid geworden van de, in 1972 ontstane en op 23 juni 1973 officieel opgerichte en nog prille Nederlandse Vereniging Canarias (NVC) Asociación Neerlandesa Canaria. Een NVC, die vooral in de hoofdstad van het eiland, met veel Indische Nederlanders als lid, opbloeide. Samen met de oprichters Dr. Wieger Bos, de toenmalig Nederlandse Consul, Joep Hezemans en bestuurslid van het zeilschip “De Eendracht”, Ben de Natris, werd Jake een van de leden uit de beginperiode van de NVC.

Jake werd kort na zijn aantreden als NVC-lid meteen gebombardeerd tot secretaris van de vereniging, dat gebeurde in de jaarvergadering welke in mei 1989 werd gehouden in de Aeroclub in San Agustín. Na zijn 3-jarig mandaat als secretaris bleef Jake in de NVC actief, jarenlang als adviseur en raadsheer van het NVC-bestuur, tot ver in de jaren negentig was hij voor de NVC een soort “Minister van Staat”.

Jake schreef, als redactielid van het cluborgaan NVC-Clubnieuws, met regelmaat van de klok, interessante artikelen. Vooral zijn serie verhalen over de geschiedkundig interessante gebouwen en plaatsen op Gran Canaria en de serie over de tram “La Pepa” in Las Palmas de Gran Canaria werden met veel belangstelling gelezen. Pas veel later werd de hoofdzetel van de NVC verplaatst naar het Zuiden van Gran Canaria en groeide de club uit tot de vereniging die zij nu is. Jake mag nu dus gerekend worden tot een van oudgedienden van de NVC.

Op de allereerste amandelbloesemtocht, die de NVC sinds 1985 jaarlijks organiseert als een van haar traditionele evenementen, maakte weduwnaar Jake, heel romantisch, voor het eerst kennis met zijn tweede levenspartner, de weduwe Riek de Bilt–Damave.
 
Riek, eveneens een bijzonder actief NVC-lid, heeft haar domicilie aan de Avenida de Sargentos Provisionales in Playa del Inglés en zij vond de rijzige gestalte van de man die vóór haar in de bus zat “wel aardig!” Sindsdien vertoefde Jake door de week in zijn appartement in Las Palmas de Gran Canaria en in de weekeinden was hij bij Riek in Playa del Inglés.

Tijdens de viering van zijn 80ste verjaardag, in Restaurant Gurufer dat gevestigd is in de British Club in Las Palmas de Gran Canaria ontving Jaap – alias Jake – de Bruin, uit handen van, toenmalig, honorair consul Joep Hezemans, een Koninklijke Onderscheiding. Het had Hare Majesteit, Koningin Beatrix, behaagd Jacobus de Bruin te benoemen tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau.

Vanaf oktober 1993 tot aan zijn dood woonde Jake in de hoofdstad van Gran Canaria. Hij genoot er van een direct aan het Las Canterasstrand grenzend, uiterst comfortabel appartement in Edifico “Rocamar.

Ondanks zijn sinds 1985 langzaam afnemende vitaliteit en de gezondheidperikelen, kon Jake, met de bijzonder gewaardeerde hulp van IHD-verzorgster Miriam – die hem trouw 3x per week bezocht – lang zelfstandig blijven wonen. Totdat hij, in 2008, verhuisde naar zorgcentrum verzorgingshuis Residencia ‘Ballesol’in de hoofdstad van Gran Canaria, waar Jake de laatste maanden van zijn leven heeft doorgebracht en van waaruit hij enkele weken geleden is opgenomen in de Clinica Cajal, waar hij op maandag 30 november 2009 is overleden.

Crematie
NVC-lid en goede vriend, Bart Schweers, is door Jake benoemd tot executeur testamentair. De IHD verpleegkundige Miriam Busker heeft de zorg voor Jake’s uitvaart op zich genomen.

De crematie heeft plaatsgevonden op donderdag 3 december 2009 om 11:00 uur in Tanatorio FucasaCalle Arguineguín, 24 – (Urbanización Industrial Lomo Blanco) (Tamaraceite – Las Torres) -  35010 Las Palmas de Gran Canaria.

Jakes’s familie is niet uit het buitenland overgekomen voor de crematie zelf, maar is wel aanwezig geweest toen in januari 2010 in het Zuiden van Gran Canaria een herdenkingsbijeenkomst  heeft plaatsgevonden.
ZZZZZZAislas-canarias-84-99-103.jpg