Zo is het eerste eiland van Spanje
in privaat-beheer
Met zijn bijna 8.000 jaar bestaan wordt Isla de Lobos
nu beheerd door het Valenciaanse bedrijf Martínez Cano
LOBOS - dinsdag, 5 juni 2018 - Sinds de eerste week van juni 2018 is er in Spanje een toeristisch eiland met privaat-beheer dat de sleutel in de hand heeft. Het is Lobos, tussen Fuerteventura en Lanzarote, een territorium met een strand. Aangezien het hele grondgebied wordt beschermd, is de rol van de milieubeheerder van groot belang.
Het eiland heeft ook zijn geschiedenis. Er zijn zelfs Romeinse archeologische overblijfselen in de archeologische studiefase. Omdat stoffen die paars werden geverfd, in de oudheid een grote populariteit genoten, van de Feniciërs tot de Romeinen, kwamen ze van Lobos.
Ze werden beschouwd als voorwerpen van luxe en een teken van sociaal onderscheid, tot het punt dat de Staat zelf zijn monopolie controleerde en commerciële en militaire expedities organiseerde op zoek naar de producten, die nodig waren voor de uitwerking ervan. En die paarse kleur zou worden afgenomen van het eiland Lobos.
Het is geen eiland waar men hotels of vakantiehuizen kan vinden. Het is een klein paradijs, zorgvuldig bewaard door de Canario’s en ver weg van de massa.
Toen Jean de Béthencourt in 1405 Fuerteventura veroverde, maakte hij Lobos tot zijn bevoorradingsbasis. Hij had ook tijd om een eind te maken aan de zeeleeuwen. Vandaar de naam.
Het beheer van dit Canarische toeristisch product is toegekend aan het Canarische filiaal van het bedrijf Martínez Cano, uit Alzira, dat een voorbeeld heeft van integraal en duurzaam beheer van een gebied op dit grondgebied waarmee internationaal kan worden aangetoond hoe een eiland wordt getoond, vermijdt een toeristische bestemming te zijn van zijn ‘eigenaars’, het Cabildo (Eilandbestuur) van Fuerteventura.
Het bedrag voor het contract is laag. Maar voor demonstratie doeleinden is de prijs hoger. Martínez Cano komt met €155.000,= binnen voor onderhoud, instandhouding, en aandacht voor toeristen van het natuurpark Islote de Lobos.
Martínez Cano is het bedrijf dat op de eilanden het bedrijfsbeheer heeft van plastic, karton, en afval van verschillende categorieën. In maart 2018 lanceerden ze een paar dikkop-schildpadden van Cofete, op Fuerteventura, die in de her-introductie-fase op Macaronesië zijn.
De naam van het eiland komt van de zeeleeuwen die proberen te herstellen. Op Lobos is een bezoekerscentrum, een rustruimte, zoutpannen, een netwerk van echte wegen. Dat moet worden gecontroleerd door Martínez Cano.
Het eiland is voorzien van zonne-energie. Wanneer men de reis maakt vanuit La Oliva, kan men ten noorden van Fuerteventura, de kristalheldere zeebodem zien. De laatste permanente bewoners vertrokken in de jaren zestig.
Zonder roofdier-toerisme
Toen Jean de Béthencourt in 1405 Fuerteventura veroverde, maakte hij er de basis van voor bevoorrading. Zeeleeuwen werden genadeloos bejaagd door de Fransen voor hun vlees, vet en huid.
In 1865 werd de vuurtoren Punta Martiño geopend aan de Noordkant van het eiland, een van de oudste op de Canarische Eilanden. Hoewel die eeuwenlang leeg stond, veranderde het in 1968. Toen verhuisde de eigenaar van de vuurtoren samen met zijn gezin naar het eiland om te opereren.
In 1982 is Lobos geclassificeerd als een natuurreservaat en is het omgedoopt tot Parque Natural Las Dunas de Corralejo en Isla de Lobos. In 1994 werd het overgeboekt als een apart natuurpark van de duinen van Corralejo en werd uiteindelijk omgedoopt tot Parque Natural Islote de Lobos Het eilandje is tussen de 6.000 en 8.000 jaar oud. Er is een restaurant, Antoñito el Farero (Toontje de Vuurtorenwachter), en op Tripadvisor zegt men dat het goed is.
Milieuzaken geeft het groene licht voor
de havenpier van het eiland Lobos
ISLOTE DE LOBOS - vrijdag 20 november 2015 - De staatssecretaris van Milieuzaken, Claudio Gutiérrez, heeft benadrukt, dat het project geen effect van betekenis voor het milieu heeft en geeft het groene licht voor de havenpier van het islote de Lobos, waar dagelijks talrijke personen gebruik van maken.
In de resolutie van het Staatssecretariaat van Milieuzaken benadrukt men, dat het geprojecteerde bouwwerk geen effect van betekenis heeft op het milieu, waardoor het mogelijk zal zijn, dat men het project kan behandelen in de Raad van Bestuur van de Autoridad Portuaria (het Havenbedrijf) van Las Palmas, en het aan te besteden en te gunnen.
Claudio Gutiérrez en Celia Alberto.
In de kringen van de majorero (bewoners van Lanzarote) aanhangers van de Partido Popular (PP) heeft men laten weten dat - sinds het begin van het mandaat van voormalig senator Claudio Gutiérrez en van de nationale afgevaardigde Celia Alberto - men om deze ingreep heeft gevraagd, welke de verbetering van de veiligheidsomstandigheden van de aanlegpier verbetert voor de personen die de enclave dagelijks bezoeken.
Claudio Gutiérrez heeft opgemerkt, “dat het gaat om ‘een historisch verzoek’ van de bewoners van La Oliva, voor de vaartuigen die de route dekken met het islote (eilandje) en van de plaatselijke toeristen die het willen bezoeken.”
“Bovendien,” zo voegt hij toe, “ verbeteren de veiligheidsvoorzieningen bij de aanlegsteiger aanzienlijk, hoewel ons doel uitbreiding van de havenpier blijft.”
Isla de Lobos, koninkrijk van oneindig licht
Het eilandje mengt het inheemse met het toeristische en betovert veel bezoekers
ISLOTE DE LOBOS - zondag 16 augustus 2015 - In vogelvlucht gezien, lijkt Lobos op een op drift geraakte dolfijn, die blijkbaar gewond is. In de luwte van de geschiedenis is het een symbool van overleven van mensen die vuren maakten om de buren in Corralejo - in het noorden van Fuerteventura - te waarschuwen, dat iemand dringend medische hulp nodig had.
Er zijn woorden die de stormen weerstaan, zoals die welke geschreven zijn in de universele herinnering van dichters. De Uruguayaanse dichteres Josefina Plá - in 1993 geboren op Lobos, toen haar vader er voortorenwachter was - herinnert in haar gedicht ‘Imposible’ (1939) aan de moeilijkheid, “om het landschap en de wandelpaden te vergeten.”
Op de achtergrond Lobos, gezien vanaf het strand van Corralejo (Fuerteventura)).
Vissers bij het ochtendgloren in El Puertito (Isla de Lobos).
In haar gedichten geeft ze aan, dat het licht oneindig is, zowel in het vermogen om helderheid te scheppen en ongekende weerspiegelingen is het samengaan met de Oceaan, de wolken en het zand. Hier regeert het licht, beveelt, speelt, en veroorlooft zich een miljoen capriolen bij het ochtendgloren en bij zonsondergang, het schildert, vormt, verlicht de mensen en soms verblindt het al naargelang.
Soms ontdekt men een rots in trillend oranje strijklicht. Ook de oneindige schoonheid is het
bewijs, als men het toelaat. Is het waar dat het paradijs is gevonden in een verlaten landschap? Misschien niet altijd.
Het eiland Lobos verbetert het aanzien, het herstel van de salinas (zoutpannen - tegenwoordig zee-zwembaden), wateropslag, en kalkovens, evenals het herstel van het bevolkingsaantal en de schoonmaak maken het islote (eilandje) aantrekkelijk.
Twee bootjes op een strand van het eilandje Lobos.
Het leven op het Islote
Een honderdtal personen gaat opgewonden aan boord, de baai van Lobos scheidt hen van de hoek die het dichtst bij Fuerteventura ligt, waar men het beste een dag op het strand doorbrengt met het gezin, of vrienden.
Voor veel mensen is het een toeristische attractie waarmee het majorera eiland rekent, voor anderen is het al decennia lang de woonplaats in goede en in slechte tijden, en de terugkeer naar huis.
Het islote (eilandje), dat een geschiedenis heeft die los staat van die van de majoreros (de majo’s waren de oerbewoners van Fuerteventura), heeft in de loop van de jaren de reputatie gekregen van: ‘moeder van de armen’, (omdat het toevluchtsoord was voor de minderbedeelden).
Tijdens de winterstormen bevolkten talrijke vissers het gebied in afwachting van goed weer.
Dit droomgebied mengt tegenwoordig het autochtone met het toeristische; terwijl de kinderen zwemmen en de ouderen de vis in het haventje regelen, zijn anderen aan het kanoën bij de havenkade, of aan het zonnebaden op de stranden bij de kust. De oude vissersfamilies gaan in de zomermaanden naar het islote (eilandje) van Fuerteventura, om zich er opnieuw thuis te voelen, om er hun herinneringen te ontmoeten, hun geschiedenis en hun vrienden.
Kristalhelder water bij de oude aanlegsteiger.
Voor de bewoners is het eilandje Lobos een manier van leven en rusten aan zee. In de jaren ’50, het tijdperk van de schelpdierenvangst en de grote familiereünies, genoten alle kinderen en hun neefjes en nichtjes van spelen op het strand waar ze de volwassenen opwachtten die beladen met vis en mosselen terugkwamen van zee.
Badgasten op het Islote de Lobos, waar in de zomer van 2015 geen strandwacht is.
Ondertussen zetten nieuwe generaties het lobera-leven voort, hoewel moderner. De kleinsten vergeten de school en de nieuwe technologieën en zwemmen de godsganse dag, vissen, spelevaren, roeien, en helpen het gezin. Met de dienstverlening, de passagiersterminal op de kade en met het Informatiecentrum is Lobos voor velen moderner geworden, voor anderen, “is er niet zoveel veranderd.”
Tegenwoordig kan men rekenen op medische zorg en technici van Milieuzaken, naast de aanpassing van de wandelpaden die zijn aangelegd door de eerste bewoners. Hoewel in de zomer van 2015 men niet het bergwandelen en de gezondheidszorg heeft geactiveerd op het Islote de Lobos, en er - vanwege een geschil binnen de overheid - geen strandwacht is.
In de maand augustus verblijven dagelijks ongeveer 300 dagjesmensen op Lobos, de drukste periode van de hele zomer, want in de winter is er maar vervoer over zee voor dagelijks 40 personen op de schepen die overleven dankzij de inkomsten in de zomer.
Nieuwe vindplaats op Lobos
met Romeinse aanwijzingen
LOBOS - woensdag 19 november 2014 - Een groep archeologen heeft op maandag 17 november 2014 bekend gemaakt, een nieuwe vindplaats te hebben aangetroffen op het islote (eilandje) Lobos, welke men ‘Lobos 2’ gedoopt heeft, waar men resten van malacofauna (weekdieren - slakken) heeft aangetroffen in verband met Romeins keramiek, wat het belang bevestigt van deze enclave als werkplaats voor het vervaardigen van purper; een paarse kleurstof, die gebruikt werd in de periode van het Romeinse Rijk.
Een van de leiders bij de opgravingen op Lobos - de hoogleraar Prehistorie, Carmen del Arco, aan de Universiteit van La Laguna (Tenerife) - wil niet aangeven op welk locatie men de nieuwe vindplaats heeft aangetroffen, ter voorkoming van eventuele plunderingen, maar ze heeft wel verduidelijkt, “dat er oppervlakkige aanwijzingen zijn van Romeinse aanwezigheid op de locatie.
De archeologe heeft aan journalisten uitgelegd, dat naspeuring op ‘Lobos 2” overeenkomt met malaco fauna, die gebruikt werd voor purper, en verband houdt met fragmenten van Romeins keramiek, naast andere elementen van stenen structuren, verborgen onder het zand, maar waarvan gesteld zou kunnen worden, dat er stenen muren hebben bestaan.
De relatie van Lobos met het Romeinse Rijk start met de ontdekking begin 2012 toen een toerist de rand van een Romeinse amfoor heeft gevonden in La Calera op Playa de La Concha. Sindsdien hebben de Universiteit van La Laguna, het Organismo Autónomo de Museos y Centros van het Cabildo (Eilandbestuur) van Tenerife en het Cabildo (Eilandbestuur) van Lanzarote, drie opgravings-campagnes georganiseerd.
De vindplaats in de open lucht heeft een oppervlakte van 570 m² en, de gerede, toenemende overtuiging bij voorgaande opgravingen, heeft het mogelijk gemaakt, een Romeinse seizoensplaats op te graven en te beschrijven, die dateert van ergens de in Eerste Eeuw voor Christus tot in de Tweede Eeuw na Christus, en die te maken heeft met de exploitatie van purper, dat gebruikt werd als kleurstof, stof ten tijde van het Romeinse Rijk.
Del Arco heeft op maandag 17 november 2014 aan journalisten de resultaten van de tijdens de derde campagne uitgevoerde werkzaamheden uiteengezet, na de systematisch archeologische ingreep op Lobos welke begonnen is op 28 oktober 2014 en die is afgesloten op 19 november 2014, en waaraan een groep van 15 personen uit de diverse disciplines heeft meegewerkt., zoals die van de Archeologie en die van de Paleontologie.
De opgravingen hebben zich gericht op het doorgaan van het ontdekken van fragmenten van muren welke zijn ontdekt bij eerdere, archeologische opgravingen en die als resultaat de ontdekking te zien hebben gegeven van drie nieuwe woonstructuren, naast restanten van keramiek en goed bewaard gebleven luzerne (een al vanouds bekend, natuurlijk en gezond ruwvoer voor o.a. paarden, en één van de betere bronnen voor vitaminen en mineralen).
Na wekenlang het Romeinse spoor ontdekt te hebben, dat bedolven was onder bergen jable (zand), spreken de archeologen nu van herbestaan van een hoofd-woonkern met voornamelijk purperslakken, waar men de kleurstof bereidt.
Bij de opgravingswerkzaamheden - die in 2012 zijn begonnen en hebben voortgeduurd in de afgelopen twee jaar - zijn een vijftal woonstructuren ontdekt; een daarvan is een belangrijke structuur die diende als stookplaats voor het produceren van purper, naast mollusken (slakken) die door het vuur zijn aangetast.
Carmen del Arco heeft uitgelegd, dat men naast de woonstructuren, bovendien vier grafheuvels heeft gelokaliseerd, “hoewel er tot nu toe daarvan slechts één in zijn totaliteit is bestudeerd en die ongeveer 170.000 eenheden Stramonita (Slakken) hebben opgeleverd waaraan men purper onttrekt,” (zie: http://nl.wikipedia.org/wiki/Stramonita_haemastoma).
“Het is nog steeds niet bekend, of de gewaden die de Romeinse keizers en senatoren droegen , afkomstig zijn van ververijen op Lobos, of van de Afrikaanse kust,” zo merkt Mercedes del Arco op, samen met een van de ander medewerksters aan de opgraving, de archeologe van het Cabildo (Eilandbestuur) van Lanzarote, Milagros Estupiñán; “vanwege het nog steeds ontbreken van een serie elementen, om te weten, of het een ververij was.”
De opgravingen hebben het mogelijk gemaakt, een grote hoeveelheid aan keramisch materiaal te ontdekken, zoals diverse amforen voor het inzouten en met azijn conserveren, haken, potdeksels, kookpotten, delen van eetservies, een fibula (gesp), fragmenten van ijzer en brons (haken en spijkers) naast beenderen van kuddedieren.
Lobos profileert zich als en van de belangrijkste archeologische vindplaatsen van Canarias, vanwege de mogelijkheid dit onder te brengen onder de paraplu van het Romeinse Rijk.
De president van het Cabildo (Eilandbestuur) van Lanzarote, Mario Cabrera, en de eilandminister van Historisch Erfgoed, Juan Jiménez, hebben ook het belang van de ontdekking op Lobos benadrukt en de noodzaak, de betrokkenheid van ander instanties - zoals de Canarische Regering - uit te breiden, om door te gaan met de opeenvolgende fasen van opgraving en studie.
Cabrera heeft zelfs gesproken, over het bestuderen van de mogelijkheid, of de locatie ook ‘toegankelijk ‘ gemaakt kan worden voor de toeristen, die dagelijks het Parque Natural de Lobos bezoeken.