En aan de hemel verscheen een opklaring
María del Carmen Benítez de Lugo is vaarwel gezegd,
omgeven door haar familie
ARUCAS - donderdag 11 januari 2017 - Om 16:40 uur op woensdag 10 januari 2018 was er een opklaring in de bewolkte lucht boven Arucas. Op dat dat moment kwam het lichaam van María del Carmen Benítez de Lugo y Massieu aan, begeleid door een delegatie van haar familie die zich verenigde met degenen die stonden te wachten op de begraafplaats van de stad die zij, gedurende haar leven, zo lief had, en waarnaar zij gevraagd had te rusten naast haar ouders en grootouders.
Het afscheid heeft plaatsgevonden in strikte beslotenheid, tijdens een eenvoudige ceremonie die geleid is door de algemene vicaris van het Bisdom Canarias, Hipólito Cabrera González, in de grafkapel die in 1844 is toegewijd ter herinnering aan don Bruno González Castellano, en waar de gravin van La Vega Grande is begraven.
De uitvaart van Maria del Carmen Benitez de Lugo y Massieu,
Gravin van La Vega Grande de Guadalupe,
op woensdag 10 januari 2018 op de begraafplaats in Arucas.
Overleden in de leeftijd van 77 jaar, heeft María del Carmen in het jaar 2000 de openingsrede gehouden ter gelegenheid van de festiviteiten van San Juan (Sint Jan), vanwege haar onvoorwaardelijk liefde voor haar geboortestad:
"¡Con júbilo te saludo, Arucas bella, te admiro! Joya del Norte canario, tierra de gente laboriosa, sencilla y noble."
( "Met vreugde groet ik je, mooi Arucas, ik bewonder je! Juweel van Noord Gran Canaria, land van nijvere, eenvoudige en waardevolle mensen.”)
Een liefde, die de vele aruquenses betreft, die op de een of andere manier een nauwe relatie handhaafden met de - op 29 april 1991 door Koning Alfonso XII - tot markiezin benoemde María del Carmen; krachtig verankerd in het historische karakter van de stad.
Om deze reden is de gemeente Arucas verplicht - zoals tijdens de uitvaart op woensdag 10 januari verwoord door de burgemeester, Juan Jesús Facundo, om de familie , officieel namens de Gemeenteraad, zijn diepste medeleven te betuigen - haar te eren voor wat zij met haar verdiensten voor de stad betekend heeft; zij heeft als markiezin met haar familie een belangrijke rol gespeeld in de sociale en economische ontwikkeling van de gemeente.
"In die zin moet als eerbetoon worden benadrukt, dat het markizaat doorheen de geschiedenis heeft bijgedragen aan de realisering van basis-infrastructuren, met name drinkwatervoorziening en communicatie, het creëren van honderden banen op de grote landgoederen die zij bezitten, met de creatie van de hoofdvestiging van de ‘La Salle’-school, evenals van de Herería de Aguas de Arucas y Firgas (Waterschappen van Arucas en Firgas), en de bouw van de San Juan Bautista-parochiekerk vanaf 1907, of met de financiële hulp bestemd om de Radio ECCA-onderwijsvestiging te creëren.
Burgemeester Facundo heeft ook benadrukt dat hoewel María del Carmen Benítez de Lugo, "niet gewoon in de gemeente Arucas woonde, zij - samen met haar kinderen - een nauwe band met de stad had, en dat zij zal worden gemist omdat ze, onder andere, tot het jaar 2014 voorzitter was van de NGO Nuevo Futuro en deze taak ook heeft vervuld in Arucas, hoewel zij niet alleen een groot verlies is voor de samenleving van Arucas, maar ook voor het hele eiland Gran Canaria. "
De burgemeester heeft verzekerd, “dat we iets belangrijks moeten doen om een welverdiend eerbetoon aan haar persoon te geven," onder vermelding van de mogelijke goedkeuring om haar naam op te nemen in de uitreiking van onderscheidingen en erkenningen, die plaatsvindt in december 2018, of om een straat naar haar te vernoemen, of een ander representatief element van de stad.
Ze laat haar haar vijf kinderen achter, Alejandro, Iván, Fernando, María del Carmen, en Patricia; en haar echtgenoot, Graaf de la Vega Grande de Guadalupe, maar vooral degenen die, uit hun sociale roeping, gezorgd hebben voor haar grote werken, niet de enige, zoals de eerder genoemde niet-gouvernementele organisatie Nuevo Futuro, waaraan zij drie decennia haar inspanningen wijdde, na de opening in 1982 van het hoofdkantoor van de entiteit in Las Palmas de Gran Canaria en die vandaag deelneemt aan een model van internationale referentie in de pleegzorg voor minderjarigen die duizenden kinderen hebben bijgewoond en bijgewoond in 150 huizen in heel Spanje en in de rest van de wereld. Hoewel zij het voorzitterschap van de entiteit verliet, zette zij haar werk voort men een niet te stoppen verlangen om de kinderen zowel onderdak als een toekomst te verlenen, mer een inzet die zich ook vertaalt in andere verworvenheden, zoals de invoering van de Ley Integral del Menor de Canarias (Canarische Algehele Minderjarigen Wet) in het jaar 1998.
Met diep religieuze overtuigingen heeft zij ook haar bijzondere stempel op Teror gedrukt, waar zij een van de meest geliefde proclamaties aan de Maagd opdroeg, met een overtuigend ‘Vamos pal Pino’ waarmee zij wegbleef van het stereotype van haar adellijke titels, om bij de tijd te zijn met een maatschappij waarvoor ze hard werkte; zoals te zien is in elke handeling ten behoeve van de meest behoeftigen op een eiland, dat - zoals de burgemeester van de stad aangeeft, "haar veel zal missen".
De uitvaartdienst voor haar eeuwige rust heeft op 11 januari 2018 om 19:30 uur plaatsgevonden in de Kathedraal van Santa Ana.
Alejandro Del Castillo,
de edelman en de kip met de gouden eieren
GRAN CANARIA - donderdag 11 januari 2018 - Alejandro del Castillo y Bravo de Laguna, de negende Graaf van La Vega Grande de Guadalupe, heeft in 2012 op het grafelijke landgoed Finca Condal de Juan Grande, de titel ereburger van San Bartolomé de Tirajana ontvangen als erkenning voor zijn werk als promotor en grondlegger van het toerisme van Maspalomas, op de bestemming als grootgrondbezitter in het Zuiden van Gran Canaria, gedurende 50 jaar.
Met zijn 83, wordt hij beschouwd als een visionair voor zijn tijd die een halve eeuw geleden het toeristisch potentieel zag van het Zuiden van Gran Canaria.
De zoon van Alejandro del Castillo y del Castillo Manrique de Lara y Manrique de Lara, en María del Carmen Bravo van Laguna y Manrique de Lara; trouwde met María del Carmen Benítez de Lugo y Massieu, dochter van Luis Benítez de Lugo y Ascanio, Markies van La Florida en Rosario Massieu y Fernández del Campo, markiezin van Arucas.
De titel van Conde (Graaf) van La Vega Grande de Guadalupe is op 27 augustus 1977 bij erfrecht verleend.
María del Carmen Benítez de Lugo y Massieu is overleden op 9 januari 2018.
Graaf Alejandro en gravin Maria del Carmen zijn de ouders van vijf kinderen: Alejandro, Iván, Fernando, María del Carmen y Patricia.
Alejandro del Castillo is op 16 december 1928 geboren in de Calle de Los Balcones de Vegueta, midden in de historische stadswijk van Las Palmas de Gran Canaria. Hij begon zakelijke activiteiten met de teelt en export van tomaten.
In 1961 organiseerde hij de eerste internationale ideeën-wedstrijd voor de ontwikkeling van het toerisme in het Zuiden van het eiland Gran Canaria, dat een zeventien kilometer lang kustgebied omvat.
Gedurende de jaren 1963 en 1964 bevordert het toerisme de verstedelijking van de stadswijken San Agustín en Maspalomas, in San Bartolomé de Tirajana.
In 1966 begint men de bouw van de toeristenwijk Playa del Inglés in dezelfde gemeente.
Hij was voorzitter van de bedrijven Maspalomas Costa Canaria, Comasa en Bahsa, en lid van de Raad van Bestuur van de Cementos Especiales de Arguineguín van 1964 tot 1982. Medeoprichter in 1967 van de Canarische Associatie van Opera (ACO), waar hij de positie van voorzitter zou bekleden van zijn stichting tot 1992, waarvan hij anno 2018 erevoorzitter is.
In 1990 voerde hij in de 'Vegueta'-galerij in Las Palmas Gran Canaria een individuele tentoonstelling uit van aquarellen met een charitatief karakter.
In 1997 exposeerde hij zijn aquarellen in de Real Club Náutico van Las Palmas de Gran Canaria ten behoeve van de vereniging Nuevo Futuro.
Hij is oprichter/voorzitter van de Aeroclub de Gran Canaria sinds 27 februari 1964 tot 10 augustus 1983, anno 2018 is hij erevoorzitter.
Hij ontvangt de onderscheidingen voor Toerisme van het Cabildo (Eilandbestuur) van Gran Canaria en bij het honderdjarig bestaan van het dagblad ‘La Provincia’.
Op 28 september 2002 heeft hij als onderscheiding het Gouden Schild van de gemeente Gáldar ontvangen, voor zijn samenwerking in het ‘Pedro Espinosa’ piano-concours.
In 2007 ontving hij ter gelegenheid van de oprichtingsfestiviteiten van de stad Las Palmas de Gran Canaria de onderscheiding Hijo Predilecto (Ereburger) van zijn geboortestad.
In 2008 ontving hij de Premio de Economía Canarias7 ter gelegenheid van de 25e verjaardag van de toeristische lancering van Gran Canaria.
Onder zijn liefhebberijen zijn aquarellen schilderen, golf spelen, en klassieke muziek. Hij is gepassioneerd door de elektroniche apparaten en is een grote kenner van de informatica.
Alejandro del Castillo is een religieus persoon. Zijn bijdragen aan cofradías (broederschappen) komen vaak voor, hij is deelnemer in verschillende broederschappen en lid van de Militaire Orde van Calatrava. Hij wordt erkend als koningsgezind.
"Dat ben ik altijd geweest, in de persoonlijkheid van de koning, was ik getroffen door zijn eenvoud en als staatsman door zijn helderziendheid om in te zetten op de toekomst, ruimte te bieden aan de pluraliteit van politieke ideologieën," verklaarde hij in een ‘La Provincia’-kranteninterview in 2001, waarin hij beweerde geen sympathie te hebben gehad voor het Franco-regime. Hij heeft niet alleen koning Juan Carlos I ontmoet, maar ook diens vader, Juan de Borbón, met wie hij golf kwam spelen op de golfbaan van Maspalomas "en die was niet minder aangenaam dan zijn zoon .
Graafschap
Het Graafschap van La Vega Grande bezat sinds het einde van de 19e eeuw een derde deel van het grondgebied van de gemeente San Bartolomé de Tirajana.
De belangrijkste eigendommen waren in het Zuiden, land dat volledig was gewijd aan landbouw en veeteelt, tot de opkomst van het toerisme.
Aan het eind van de jaren vijftig begon de droom van zijn vader om de 1.060 hectare land te die hij bezat in het Zuiden van Gran Canaria te transformeren tot het 'El Dorado' van de Canarische Eilanden door middel van een toeristenoord. Aldus herinnert Alejandro del Castillo zich: "Het was een idee dat uit de hele familie kwam, en ik had het geluk dat ik degene was die alles moest regelen," legt hij uit.
Het eerste fluitsignaal was het uitschrijven van de internationale ideeën wedstrijd voor Maspalomas Costa Canaria, met een prospectus, geïllustreerd met een zeester.
"We begonnen in San Agustín met 25 bungalows, speciaal voor de Zweden, we legden de rotonde aan, en met het restaurant hadden we het begin van Maspalomas Costa Canaria, er was zelfs vuurwerk..." Hij bekent dat hij spijt heeft dat hij niet bij de huizen heeft verbleven van de toeristenindustrie en dat niemand hem zo'n 500 fanegadas van de natuurlijke plaats van de duinen, die tot zijn familie behoorden, vergoedde.
Hij geeft toe, dat hij spijt heeft van het feit dat hij niet in het toeristenbedrijf is verbleven en dat niemand hem heeft gecompenseerd voor de ongeveer 500 fanegadas van het natuurgebied van de duinen, dat toebehoorde aan zijn familie.
Licht brengen
Het elektriciteitsbedrijf UNELCO vroeg 60 miljoen oude pesetas om licht te brengen, dus koos hij ervoor om zijn eigen elektrische station te installeren.
Om de eerste projecten in Maspalomas te ondernemen, sprak hij met de vader van Emilio Botín, de president van de Banco Santander, om op dat moment een lening van 60 miljoen pesetas te krijgen. De urbanizaciones (woonwijken) werden ondernomen toen het land werd verkocht, en wat er op volgde dat werd gebouwd was: San Agustín, Maspalomas, en vervolgens Playa del Inglés.
Vanwege de tijd die het kostte om het Zuiden te bereiken, besloten Alejandro del Castillo en zijn broer om een helikopter te kopen om de bouwwerken te volgen. Het apparaat vertrok vanuit een helihaven op La Isleta en in 20 minuten arriveerden ze in San Bartolomé. De crisis van 1972 verkortte het idee van Leonard Bernstein, om een amfitheater te bouwen in Playa del Inglés. "Het waren hele moeilijke momenten, maar de gevolgen van de crisis zijn nu verschrikkelijker."
De graaf is trots op zijn werk. "Het is een centrum dat veel banen heeft gecreëerd en van daaruit is de rest van de toeristische centra van de Canarische Eilanden geboren". Hij geeft toe, dat hij zich niet had voorgesteld dat het Zuiden zou worden wat het nu is, en heeft al meerdere malen gewaarschuwd dat het tijd is om de verouderde etablissementen te vernieuwen, dus moedigt hij horeca- ondernemers aan om de ‘chip’ te veranderen. "De zakenman wordt slecht gebruikt, en die hoeft geen beroep op de overheid te doen, om zijn handel te herstellen, aldus de Conde de la Vega Grande en ondernemer die de groei van het toerisme in het Zuiden bevorderde.
Het Condado (Graafschap) La Vega Grande de Guadalupe
Het Condado de la Vega Grande de Guadalupe is een adellijke titel van Castillië behorend tot het Koninkrijk van Spanje, toegekend door Carlos III op 23 september 1777 aan don Fernando Bruno del Castillo Ruiz de Vergara met de vorige titel van Vizconde del Castiillo (Burggraaf van Castillië).
Het kruis van de Orde van Calatrava.
Geschiedenis
De titel toegekend aan don Fernando Bruno del Castillo Ruiz de Vergara, caballero (ridder) van de Orde van Calatrava (zie: https://es.wikipedia.org/wiki/Orden_de_Calatrava) kolonel van de koninklijke legers en van het Regimiento de milicias van Telde, alférez mayor (senior luitenant) en regidor perpetuo (eeuwige wethouder) van Canarias; en bezitter van de mayorazgos (eerstgeboorterechten) van de huizen van Mesía, Ruiz de Vergara, Trujillo, Lezcano, Cairasco, Calvo, Zurita y Medina. Zijn echtgenote, Doña Luisa Antonia Amoreto del Castillo, bezat de haciënda (het landgoed ) van Vega Grande in het Zuiden van Gran Canaria en kwam uit het illustere Ligurische huis Amoretti van Oneglia waar zij de markiezen waren van Ossario, Graven van Envie y Amoreto.
Condes de la Vega Grande (Graven van Vega Grande):
- Fernando Bruno del Castillo Ruiz de Vergara (Graaf van 1777 tot 1788).
Infanterie-kolonel van de Koninklijke Legers van Zijne Majesteit in 1766 en van het Regimiento de Milicias de la ciudad de Canaria
Alférez mayor (Hoofd luitenant) van het eiland en gouverneur der Legers van Gran Canaria, maakte de regelingen voor het proces van secularisatie van de eigenschappen van de Compañía de Jesús
(zie: https://es.wikipedia.org/wiki/Compa%C3%B1%C3%ADa_de_Jes%C3%BAs ),
Ridder in de Orde van Calatrava. Hij verkreeg voor de verleende diensten aan de Kroon de titel van Graaf van de Vega Grande de Guadalupe en de vorige titel del Castillo als burggraaf. - Francisco Javier del Castillo Ruiz de Vergara y Amoreto (1749-1800) Graaf tussen 1788 en 1800, gehuwd met Leonor de Bethencourt y Franchi.
Alférez Mayor (Senior Luitenant) en eeuwig wethouder van Gran Canaria. Luitenant-kolonel van het Provinciale Regiment en toegevoegd. Bekende en gerechtsdeurwaarder van het Santo Oficio (zie: https://es.wikipedia.org/wiki/Santo_Oficio).
In 1790 maakte hij de proclamatie van de nieuwe koning Carlos IV mee. Hij hield de agrarische eigendommen van de familie actief en opende nieuwe zoutwinning in het zuiden van Gran Canaria.
- Fernando del Castillo Ruiz de Vergara Bethencourt y Amoreto (1774-1819) Graaf van 1800 tot 1819, gehuwd met María del Pilar Bethencourt y Molina.
Alférez Mayor (Senior Luitenant) van Gran Canaria. Hij hees de vlag van Castilië vanwege de nieuwe koning Ferdinand VII. Verhoogde het ontvangen erfgoed met de Cabo Verde-boerderij aan de kust van Lairaga, de San Ignacio boerderij in Jinámar, plus het waterschap Palmital de Guía. Hij gaf een nieuwe impuls aan de landbouwactiviteiten van de grafelijke familie, opende en conditioneerde de wegen, voerde de eerste werken uit voor de vestiging van kolonisten en restaureerde de eilandmarkt met de producten van hun boerderijen. Hij werd begraven in de vruchtbare vlakte van Guadalupe op het landgoed van Juan Grande. - Agustín del Castillo Ruiz de Vergara Bethencourt y Amoreto (minderjarig) (1805-1870) Graaf van 1826 tot 1870, gehuwd met Ana María del Carmen Westerling y Massieu. Eeuwig wethouder van het Cabildo (Eilandbestuur), Alférez mayor (Hoofd luitenant) ridder in de Orden de Calatrava, lid van de Koninklijke Cavalerie van , Levenslang Senator van het koninkrijk, leider van de Partido Canario (gematigd)
De onvermoeibare reiziger toerde door heel Europa, van waaruit hij de nieuwste industriële ontwikkelingen voor het landgoed bracht. Hij staat bekend om de promotie van de economie, vooral met betrekking tot vernieuwing in industriële molens, zoals de bronnen, en de studie van Canarisch mineraalwater. Hij introduceerde suikerachtige sorghum en Imphy of Afrikaanse sorghum naar de eilanden - Sorgo/Sorghum is een geslacht uit de grassenfamilie (Poaceae). De soorten van dit geslacht komen voor in vrijwel de hele wereld. Bekende soorten zijn kafferkoren (Sorghum bicolor) en wilde sorgo (Sorghum halepense).
Hij was de eerste om aguardiente (brandewijn) uit rietsuiker te maken op de Jinámar-boerderij, en hij introduceerde tomatenteelt, evenals de eerste proeven van tabaksbouw en zijde weven. Aan hem dankt men op de eilanden de bloementapijten van het feest van Corpus Christi. Hij was zijn hele leven een belangrijke mecenas en filantroop leven en vooral tegen de cholera-epidemie van 1851. - Fernando del Castillo Westerling (1828-1901) Graaf van 1870 tot 1901, gehuwd met María Candelaria Manrique de Lara y Ponte.
Alférez mayor (Hoofd luitenant) van Gran Canaria. Voortreffelijke opgeleid in het Victoriaanse Londen. Hij vervolgde zijn vaders beleid met betrekking tot de innovatie van gewassen, maar handhaafde de traditie van de boerderijen. Hij breidde de tomatenproductie uit en opende nieuwe kanalen voor de irrigatie van de Zuidelijke landerijen, omdat al het continue water dat door de ravijnen van Fataga, Machogorrón, en Ortigones liep, met de plassen die op de weg achterbleven, hiertoe behoorde.
Hij kocht van de Staat van aangrenzende boerderijen in het proces van inbeslagname, evenals sommige die aan zijn broers waren overgelaten.Hij maakt, belangrijke verbeteringen in de boerderijen, openbare werken zoals de conditionering van de wegen, bestrating van de wegen, en andere sociale bijdragen. Hij moest de cochenille-crisis overleven, en het economische herstel dat de grote toename in de export van aardappelen, bananen en tomaten en andere vervangende producten bracht. Waaraan hij een nieuwe duw in de industriële productie van wijn heeft toegevoegd. - Ana Fernanda del Castillo Manrique de Lara (1901-1950), gehuwd met haar neef Fernando del Castillo y Manrique de Lara, zij was slechts de vruchtgebruikster van de eigendommen die waren toegewezen aan het Graafschap van La Vega Grande, dus gebruikte zij 2.500 pesetas per jaar voor de verbetering van het grafelijke erfgoed volgens het testamentaire voorschrift. Samen met echtgenoot en neef Fernando nam zij de economische zaken van het huis met buitengewone strengheid waar, wat tot een verhoging van het erfgoed leidde dat hoofdzakelijk op gewassen en bedrijven werd gebaseerd met betrekking tot de producten voor de uitvoer.
- Fernando del Castillo y del Castillo (1891-1951) Graaf sinds 1950, gehuwd met María Teresa Rivero y del Castillo Olivares.
Voorzitter van de Provinciale Eiland-agglomeratie en bekende filantroop die belangrijke openbare werken heeft gerealiseerd in de stad met betrekking tot de wijk San Cristóbal, de verbindingswegen naar het Zuiden van het Eiland, en de levering van water aan de stad. Hij handhaafde de groei van de landbouw en de industriële activiteit van het grafelijke huis. - Alejandro del Castillo y del Castillo (1892-1977) Graaf sinds 1951, gehuwd met María del Carmen Bravo de Laguna y Manrique de Lara.
Industrieel Ingenieur. Burgemeester van Las Palmas de Gran Canaria. De periode waarin hij de bouw van sociale woningen in de Bovenstad en Escaleritas realiseerde.
Hij was ook voorzitter van de Junta de Obras del Puerto (het Havenbedrijf), voorzitter van het Spaanse Rode Kruis. Hij is onderscheiden met het Grootkruis voor Burgerlijke Verdienste, om familiebedrijven te diversifiëren naar toerisme, hun kinderen aan te wijzen als beheerders van nieuwe ideeën en promoties.
Hij voorzag op eigen kosten hoge beurzen voor Canarische studenten en tegelijkertijd begon hij met de promotie van het verblijf van toeristen op zijn zuidelijke bezittingen.
Hij is een van de persoonlijkheden met een grotere sociale en politieke betekenis in de geschiedenis van de Canarische Eilanden. - Alejandro del Castillo y Bravo de Laguna (via erfopvolging sinds 2 februari 1979), gehuwd met en weduwnaar van María del Carmen Benítez de Lugo y Massieu (*1928- †2018 ) dochter van Luis Juan Francisco Benítez de Lugo y Ascanio, de negende Markies van La Florida, en María del Rosario Massieu y Fernández del Campo, de derde Markiezin van
President van de bedrijven: Maspalomas Costa Canaria, Comasa, Bahsa. Lid in de Raad van Bestuur van Cementos Especiales de Arguineguín. Voorzitter van de vereniging Amigos Canarios de la Ópera. Voorzitter van de Aeroclub van Gran Canaria. Voorzitter van het Instituto Canario de Estudios Históricos ‘Rey Fernando Guanarteme’; en lid van diverse sociale maatschappijen van de Canarische Eilanden. Hij heeft de spandoek opgeheven voor koning Felipe VI.
De negende Graaf dankt men aan het voorstel van de ideeënwedstrijd van voor Maspalomas Costa Canaria en de persoonlijke impuls, zodat het gebied de stedenbouwkundige eigenschap heeft gekregen waarmee het vandaag de dag bekend is in het Zuiden van Gran Canaria.
Hij heeft vijf kinderen: Alejandro, erfgenaam van de titel; Iván, Fernando, María del Carmen en Patricia.
Alejandro, erfgenaam van de titel.
Het ‘huwelijk van het jaar’
op 23 september 2017 in Arucas
Men verwacht honderden genodigden
voor de trouwerij tussen
Alejandra Balbás del Castillo
(nicht van de Condes de la Vega Grande)
en
Curro Fontán Vilanova
ARUCAS - woensdag 23 augustus 2017 - De bruiloft van het jaar op Canarias zal op 23 september 2017 plaatsvinden in Arucas en zal een nationale uitstraling hebben: Het huwelijk van Alejandra Balbás del Castillo (nicht van de Condes de la Vega Grande) en Curro Fontán Vilanova .
Curro is de zoon van Francisco Fontán Montesinos, voormalig directeur van ‘Coronita’, het Mexicaanse biermerk ‘Corona’ (‘Kroon’), dat in Spanje is geregistreerd als ‘Coronita’, omdat ‘Corona’ voorbehouden zou zijn aan het Koninklijk Huis. Meer realistisch is, dat men het merk ‘Corona’ niet kon gebruiken omdat het Wijnhuis ‘Bodega Torres’ de naam ‘Corona’ al had geregistreerd voor een van haar wijnen.
VIDEO:
Aankondiging huwelijk van: Alejandra Balbás del Castillo en Curro Fontán Vilanova
https://youtu.be/_HVfPzcOSWY
Men verwacht bekende personen bij de trouwerij, onder wie de voormalige minister José Manuel Soria. Het huwelijk zal voltrokken worden in de Iglesia de San Juan Bautista, de parochiekerk van Arucas, en het bruiloftsfeest zal plaatsvinden in de tuin van de Markiezin van Arucas.
Alejandra Balbás del Castillo is een nicht van de president van de luchtvaartmaatschappij Binter Canarias, Pedro Agustín del Castillo, en zij werkt in de wereld van de marketing.
Curro Fontán Vilanova is werkzaam als directeur van een bankfiliaal van de Banco Santander.
Pachters van de graaf in de twintigste eeuw,
door de graaf uit huis gezet
SAN BARTOLOMÉ DE TIRAJANA - zondag 2 juli 2017 - De door de graaf (Conde de la Vega Grande de Guadeloupe)(graaf van de Grote Vruchtbare Vlakte van Guadeloupe) toegekende termijn om de bewoners hun huis uit te zetten, loopt af op dinsdag 4 juli 2017; de Gemeente San Bartolomé de Tirajana verzekert, dat de huiseigenaren elke situatie bestuderen alvorens een beslissing te nemen.
Zich verdiepen in de woonbarakken van Juan Grande in San Bartolomé de Tirajana, de grootste toeristische stad op het eiland Gran Canaria, is reizen in de tijd.
Een halve eeuw geleden, zijn in deze tomatenkazerne deelpachters-gezinnen opeengepakt in dienst van een graaf, die van La Vega Grande, die grote stukken land in het zuiden van Gran Canaria beheert.
Candelaria (niet haar echte naam) brachten Juan en Candido - afgezanten van Alejandro del Castillo y del Castillo, achtste graaf van de clan en oom ven de huidige, Alejandro del Castillo Bravo de Laguna - vanuit Moya, de noordelijke de gemeente, naar het Zuiden. Het was in de jaren zestig en de adellijke familie, die beweert de tomaat en het toerisme op het eiland te hebben ingevoerd, was op zoek in het Noorden naar arbeiders om te werken op hun landerijen.
Bewoners van de woonkazerne van Juan Grande.
Candelaria, toen nog minderjarig, deelde een kleine cabine, een inferieure woonruimte van minder dan 30 m², zonder water en zonder elektriciteit, met haar moeder en vijf broers. Ze woonden daar in ruil voor werk, als deel van hun loon. Om zeven uur ’s morgens ging ze naar het magazijn voor het maken van rieten tassen, het verpakken van tomaten die ’s nachts in vrachtwagens naar de haven van La Luz y Las Palmas gingen, in de hoofdstad.
Om twee uur ging ze terug naar de barakken voor het middageten en ‘s middags ging ze terug naar het magazijn. Candelaria herinnert zich met ijle stem, bijna onmerkbaar, die vermoeiende dagen welke soms verlengd werden, “tot twee en drie uur in de ochtend."
"Ook Goede Vrijdag was geen rustdag,” zegt ze, terwijl ze het eelt op haar vingers laat zien als bewijs.
Ruim vijftig jaar later, staan de erven van het graafschap van Vega Grande op het punt haar zonder huis te laten zitten, Candelaria is een van de 63 personen, 24 van hen minderjarig, die wonen in de barakken, tegenwoordig verjongd. In totaal 19 gezinnen van de arbeidersklasse, veel van hen al langdurig werkloos. Er zijn nog steeds werknemer uit de tomatenkassen van de graaf, maar het merendeel zijn zonen en neven van de dagloners, die verblijven in de barakken zonder contract en zonder huur te betalen, maar met de medeweten van de aristocraten, na het faillissement van het landbouwbedrijf, in de jaren tachtig. Al drie maanden lang strijden ze tegen de dreiging van de sloophamer.
De eigenaren van het terrein, een perceel van 1.800 m², willen de barakken slopen om er een industriehal voor in de plaats te bouwen.
Op 27 maart 2017 heeft een advocaat van de grafelijke familie de bewoners een brief overhandigd waarin men hen drie maanden geeft om de barakken te ontruimen, onder dreiging van het nemen van wettelijk acties. Die termijn loopt af op dinsdag 4 juli 201, maar men heeft nog geen berichten ontvangen. De Makelaars Groep Tinojai, eigendom van de graaf en promotor voor de huisuitzetting, heeft haar versie aan de persmedia willen meedelen. De Gemeente San Bartolomé de Tirajana, heeft via burgemeester Marco Aurelio Pérez, bevestigd dat de huisuitzetting is stilgelegd sinds twee maanden en dat de eigenaren aan het gemeentebestuur hebben toegezegd elke situatie individueel te zullen bekijken. De burgemeester van de zuidelijke gemeente stekt, dat sommige bewoners ‘financiële draagkracht’ hebben, en dat er slecht zeven zijn die aandacht moeten krijgen van de Gemeentelijke Sociale Dienst. Hun dringt er voorts op aan, dat ze ‘in theorie’ allemaal een huurcontract hebben. De getroffenen weerleggen de bevestigingen van de politicus en ze dagen hem uit deze veronderstelde contracten te tonen.
Het Sindicato de Inquilinos (de Huurdersvereniging) van Gran Canaria, die de gezinnen adviseert, is ervan overtuigd dat de bewoners juridische rechten hebben verkregen door de tijd voor het eisen van het vruchtgebruik van deze woningen die ze precair hebben gebruikt (bewoond op gratis titel en zonder termijn) gedurende al deze jaren.
‘Dierenverblijven’
De barakken staan aan de achterzijde van de zogenoemde finca condal (het grafelijke landgoed), een historisch complex dat tegenwoordig plaats biedt aan het houden van evenementen en feesten. Op amper 700 meter afstand bevindt zich het Centro Penitenciario Las Palmas II (de Gevangenis in Juan Grande), in gebruik genomen in 2011. het Plan Ruimtelijke Ordening van San Bartolomé de Tirajana voorziet voor het gebied een industrieel gebruik.
Sinds men kennis heeft van de voornemens van de graaf, hebben de bewoners van de barakken zich verenigd om huisuitzetting te voorkomen. Ze willen in deze barakken blijven welke ze met hun eigen handen geprobeerd hebben in orde te maken, maar eisen een woonalternatief om niet op staat te staan in het geval dat de eigenaren hun bedreiging uitvoeren. De beheerders van het terrein van de familie Del Castillo hebben het als sinds jaren met eigen handen in orde gemaakt.
Sommige bewoners hebben brieven ondertekend waarin ze toezeggen de woningen op ‘vrijwillige en vreedzame’ wijze te n binnen en termijn van vijf dage nadat men ze heeft medegedeeld deze te verlaten, “in perfecte staat en ter beschikking van de eigenaar.”
Het Sindicato de Inquilinos (de Huurdersvereniging) stelt dat men hen heeft gedwongen.
Benadering van de barakken in Juan Grande
Uit de gebruikte uitdrukkingsvormen kan men afleiden dat deze documenten - met de inbegrip van de plannen – opgesteld zij door de grafelijke onderneming, maar het lijkt alsof ze geschreven zijn door de bewoners zelf. In een van de documenten, gedateerd augustus 2015, vraagt men toestemming om door te mogen gaan met het gevaarlijke gebruik van de barakken, welke men in zes gevallen aanduidt als ‘cuarto de animales’( ‘dieren-hok’) .
In de brief staat het feit dat de eigenaren aan een oude pachter hebben toegestaan te verblijven in het huis, wat geïnterpreteerd moet worden als, “mera condescendencia y liberalidad” (“genadig en vrijgevig”) en niet “el reconocimiento de derecho alguno” (“enigerlei recht”) veronderstelt te impliceren”; of “schadevergoeding in geval van afwijzing,” de tekst gaat verder: ”De kosten zullen voor mijn rekening zijn die voortkomen uit het gebruiken, de reparaties en onderhoud van het genoemde dierenhok terwijl ik dit gebruik, zonder dat daarvoor onder welke omstandigheid dan ook iets verlangd kan worden.”
De bewoners verteken dat zij het geweest zijn, die met hun eigen geld en werk, de barakken bewoonbaar hebben gemaakt.
De bewoners verteken dat zij het geweest zijn, die met hun eigen geld en werk, de barakken bewoonbaar hebben gemaakt. Ana is een van de getroffen ouderen. Ze begon op 16-jarige leeftijd te werken voor de graaf en woont 27 jaar in de barakken in Juan Grande: “Toen ik hier kwam, was en geen toilet, geen keuken, helemaal niets, wij willen geen rijkdommen.” Candelaria herinnert eraan, dat er in het begin alleen een latrine was voor iedereen - er woonden ruim 300 mensen op een zo kleine ruimte- aldus een van de verhalen, en dat men pas 20 jaar etniciteit in de woningen heeft…
Barakken in Juan Grande.
“We hadden elektriciteit en water van het magazijn. We betaalden 1.000 pesetas (plm. €22,50=) voor water en 1.000 pesetas (/plm. €22,50=) voor elektriciteit,” zo laat Eduardo weten, de neef van een oude pachtster.
“Deze huizen waren hutten, nu zijn ze aangepast en heeft men ze veranderd in woningen, met eigen geld. Het zij allemaal arbeiders, niemand heeft een tweede woning, en geen andere inkomsten dan uit werk, of uitkeringen. Allemaal hebben ze hun huizen met eigen handen opgetrokken om ze nu te moeten verlaten vanwege de gril van een graaf,” zo geeft Ruymán Rodríguez aan, de woordvoerder van het Sindicato de Inquilinos (de Huurdersvereniging) van Gran Canaria, een onlangs opgerichte vereniging- die ontstaan is is januari 2017- en die nu al een honderdtal leden telt.
Eerste huisuitzetting
Voor de Semana Santa (Goede Week) heeft zich de eerste huisuitzetting voorgedaan in de barakken van Juan Grande. “Die dag kwam de advocaat van de graaf met twee bouwvakkers die zonder toestemming het huis wilden slopen, zonder enigerlei veiligheid en zonder de bewoners te waarschuwen. In het huis erlangs wonen minderjarigen. Toen ze vertrokken gaven ze me een papier waarop stond, dat dat we binnen drie maanden de woningen moeten verlaten.
Ik zei ze: “En waar gaan we naar toe? Want ik heb geen huis, en niemand hier heeft een huis. Als we dat zouden hebben, zouden we hier niet wonen.” Men antwoorde ons: “We hebben jullie nu voldoende gegeven,” herinnert de jonge Ayesha.
“Ze kwamen, ze namen de meubels weg en begonnen in de plafonds te hakken, Toen wij naar binnen gingen, hielden ze op. Wij belden de Policía Local (Gemeentepolitie) van 09:00 tot 12:00 uur. In San Bartolomé zeggen ze altijd dat de Gemeente en de graaf hetzelfde zijn,” mengt Eduardo zich in het gesprek.
Het Sindicato de Inquilinos (Huurderssyndicaat) geeft aan, dat de eerste bewoner die uit de barakken is gezet, de enige was die naar de locatie is gekomen via een contract. “Omdat hij de huur niet kon betalen, heeft men hem de woning gegeven en de graaf heeft hem de schuld kwijtgescholden. Wanneer het leeg is, wordt het gesloopt,” zegt de woordvoerder.
De strijd tegen de huisuitzetting wordt gevoerd op diverse fronten. Langs justitiële weg garandeert de huurdersvereniging steun van advocaten in het geval de erfgenamen van de graaf van La Vega Grande besluiten naar de Rechtbank te stappen, en men verdedigd zich door te zeggen dat er juridische argumenten zijn waardoor de getroffenen in hun woningen kunnen blijven vanwege de verkregen rechten gedurende al deze jaren.
De hulporganisatie voor de huurders promoot wat Ruyman wat Rodriguez noemt: “La guerra de tintas” (de "Kleurenoorlog"); dat is, media-druk op de Regering uitoefenen om te zorgen voor alternatieve huisvesting voor de bewoners. Ook is men van plan om voor het maatschappelijk middenveld bijeenkomsten en demonstraties te organiseren en te mobiliseren. "Als dit geen van alle niet werkt, zullen we moeten een piket tegen huisuitzetting moeten te houden, een menselijke muur moeten vormen tussen de barakken, zodat ze niet aan ons komen", concludeert het Sindicato de Inquilinos
De verenging van twee familie-lijnen
Het Condado de la Vega Grande de Guadalupe (Graafschap van de Grote Vruchtbare Vlakte van Guadeloupe) is ontstaan in 1777. Koning Carlos II kende adellijke titel toe aan de Infanterie-kolonel Fernando Bruno del Castillo Ruiz de Vergara, die eerstgeborene-rechten bezat in het Noorden van Gran Canaria. Zijn echtgenote. Luisa Antonia Amoreto del Castillo, bechikte over de eigendommen in het Zuden. Aan deze adellijke afkomst, de belangrijkste van het eiland, dankt men de ontwikkeling van de industrie en producten die de economie van het eiland veranderden.
De hoogleraren Geschiedenis aan de Universiteit van Las Palmas de Gran Canaria Manuel Lobo en Fernando Bruquetas melden in het boekwerk uit 2014: ‘El Condado de la Vega Grande de Guadalupe’ (‘Het Graafschap van de Grote Vruchtbare Vlakte van Guadeloupe), dat het Agustín del Castillo was, de vierde graaf, die in de 16de Eeuw de tomaat op het eiland introduceerde.
De huidige, Alejandro del Castillo Bravo de Laguna, geboren in 1928, beheerde in 196, in een tijd dat zijn oom nog steeds de titel droeg, de internationale ideeënwedstijd Maspalomas Costa Canaria, welke de toeristische activiteit heeft bevorderd in het Zuiden van het eiland, tegenwoordig de belangrijkste motor ervan.
Alejandro del Castillo Bravo de Laguna is gehuwd met María del Carmen Benítez de Lugo y Massieu, dochter van de Markiezin van Arucas, een andere familielijn van groot aanzien op Gran Canaria.
Condado de la Vega Grande de Guadalupe
Het Condado de la Vega Grande de Guadalupe (Het Graafschap van de Grote Vruchtbare Vlakte van Guadeloupe) is een grafelijke titel welke toebehoort aan de adelstand van het Koninkrijk Spanje, verleent door Carlos III op 23 september 1777 aan de heer Fernando Bruno del Castillo Ruiz de Vergara met de voorafgaande titel Vizconde del Castillo (Burggraaf).
De titel is verleend aan Don Fernando Bruno del Castillo Ruiz de Vergara, ridder in de militaire Orde van Calatrava kolonel in de koninklijke legers en van het Militie-regiment van Telde, hoofd vaandrig en eeuwigdurend wethouder van de Canarische Eilanden; en bezitter van het eerstgeboorterecht van de Huizen van Mesía, Ruiz de Vergara, Trujillo, Lezcano, Cairasco, Calvo, Zurita y Medina.
Zijn echtgenote doña Luisa Antonia Amoreto del Castillo, was bezitster van het eigendom van de hacienda la Vega Grande (het landgoed de Grote Vruchtbare Vlakte) in het Zuiden van Gran Canaria, en komt voort uit het vooraanstaande Ligurische Huis Amoretti afkomstig uit Oneglia waar de markiezen van Ossario thuis waren, graven van Envie en Amoreto
Orden Militar de Calatrava
'De Militaire Ridderorde van Calatrava'
is een Spaanse ridderorde in 1158 gesticht door Sancho III 'de welkome'.
De koning schonk de ridders de op de Muren (Arabieren) veroverde stad Calatrava,
zie:
https://es.wikipedia.org/wiki/Orden_de_Calatrava),
Condes de la Vega Grande
(Graven van de Grote Vruchtbare Vlakte)
Fernando Bruno del Castillo Ruiz de Vergara (graaf tussen 1777-1788). Kolonel van de infanterie van de koninklijke legers van Zijne Majesteit in 1766 en van het Regiment der Milities van de stad Canaria; hoofdvaandrig van het eiland en gouverneur van de Wapen van Gran Canaria, maakte de afspraken voor het proces van secularisatie van de eigendommen van de Sociëteit van Jezus; Ridder in de Orde van Calatrava. Ontving voor zijn diensten bewezen aan de Kroon, de titel van conde de la Vega Grande de Guadalupe (Graaf van de Grote Vruchtbare Vlakte) met de voorafgaande titel Vizconde del Castillo (Burggraaf ).
Francisco Javier del Castillo Ruiz de Vergara y Amoreto (1749-1800) graaf tussen 1788 en 1800, gehuwd met Leonor de Bethencourt y Franchi. Hoofdvaandrig en eeuwigdurend wethouder van Gran Canaria. Luitenant Kolonel van het provinciale regiment en toegevoegd kolonel. Aangesloten lid en alguacil (gerechtsdienaar) van het Santo Oficio (de Inquisitie, tegenwoordig de Congregatie voor de Geloofsleer). De benoeming is gedaan door de nieuwe koning Carlos IV. Hij beheerde de agrarische eigendommen van de familie en opñende nieuw salinas (zoutpannen) in het Zuiden van Gran Canaria.
Fernando del Castillo Ruiz de Vergara Bethencourt y Amoreto (1774-1819) graaf tussen 1800 en 1819, gehuwd met María del Pilar Bethencourt y Molina. hoofdvaandrig van Gran Canaria. Hij hief de vlag van Castillië door de nieuwe koning Fernando VII. Verhoogde het erfgoed met de ontvangst van de finca (het landgoed) op Kaap Verdië aan de kus van Lairaga, de hacienda (het landgoed) van San Ignacio in Jinámar, plus de aguas del heredamiento del Palmital de Guía (het Waterschap van de Palmen-Oase in Santa María de Guía) Hij gaf een nieuwe impuls aan de agrarische activiteiten van de de oude familie, opende en vernieuwde wegen, bouwde de eerste woningen voor de vestiging van kolonisten en her-activeerde de insulaire markt met de producten van hun boerderijen. Hij is ter aarde besteld in de Grote Vruchtbare Vlakte van Guadalupe op de Hacienda Juan Grande (het Landgoed van Juan Grande).
Agustín del Castillo Ruiz de Vergara Bethencourt y Amoreto (minderjarig) (1805-1870) graaf tussen 1826 en 1870, gehuwd met Ana María del Carmen Westerling y Massieu. Eeuwigdurend Regent van het Cabildo (Eilandbestuur), hoofdvaandrig, ridder in de Orde va Calatrava, maestrante (Grandee - Grootheer) van de Koninklijke Cavalerie van Sevilla, levenslang senator voor het koninkrijk, leider van de Canarische partij (gematigd).
Hij was een onvermoeibare reiziger en toerde door een groot deel van Europa, vanwaar hij de laatste nieuwigheden uit de industrie meenam voor het grafelijke huis in de thuisprovincie .
Hij staat bekend om het bevorderen van de economie, in het bijzonder met betrekking tot innovatie in industriële molens, zoals waterraderen, en de bestudering van het Canarische mineraalwater.
Hij introduceerde op de Eilanden, zoete sorghum en imphy (Afrikaanse sorghum) (sorghum is een geslacht uit de grassenfamilie (Poaceae). De soorten van dit geslacht komen voor in vrijwel de hele wereld. Een van de bekendste soorten is 'kafferkoren' (Sorghum bicolor). De naam kafferkoren is afgeleid van kaffer, een scheldnaam voor een lid van de Bantoe-volken in Zuid-Afrika.
Hij was de eerste om aguardiente (brandewijn) van suikerriet te maken op het landgoed van Jinámar, en hij introduceerde de tomatenteelt, en de eerste teelt van snuiftabak en de eerste proeven van zijden stoffen. Aan hem dankt men op de eilanden de bloemtapijten op Corpus Christi (Sacramentsdag). Hij was een belangrijke mecenas (beschermheer) en filantroop gedurende zijn hele leven en in het bijzonder tegen de cholera-epidemie van 1851.
Fernando del Castillo Westerling (1870-1901) graaf tussen 1870 y 1901, gehuwd met María Candelaria Manrique de Lara y Ponte. Hoofdvaandrig van Gran Canaria. Hij genoot zijn uitstekende onderwijs in het victoriaanse Londen. Hij zette het beleid van zijn vader voort wat betreft de innovatie van gewassen, maar behield de traditie van de fincas (landgoederen). Hij breide de tomatenteelt uit en opende nieuwe kanalen voor de irrigatie van de landerijen in het Zuiden, want aan hem behoorde al het water toe dat voortdurend stroomde door de barrancos (ravijnen) van Fataga, Machogorrón en Ortigones , dat zelf plassen achterliet op de weg. Hij kocht van de Staat percelen grond die grensden aan de zijn in het decentralisatie proces, net zoals enkele welke men had nagelaten aan zijn broers. Hij bracht belangrijke verbeteringen aan op de landgoederen, in openbare werken, zoals het op orde brengen van de weren, trottoirs in de starten, en andere sociale bijdragen.
De cochenille crisis (door de uitvinding van aniline-kleurstof) raakte hem, en dat bracht economisch herstel met de toename van de export van aardappelen, plátanos (Canarische bananen), tomaten, en andere vervangende producten. Daarnaast voegde hij een nieuwe impuls toe aan de industriële wijnproductie.
Ana Fernanda del Castillo Manrique de Lara (1901-1950), gehuwd met haar volle neef, Fernando del Castillo y Manrique de Lara. Zij was uitsluitend vruchtgebruikster van de aan het graafschap van Vega Grande toegewezen eigendommen, waardoor ze jaarlijks bij testamentaire bepaling 2.500 pesetas in dienst stelde voor het verbeteren van het grafelijke landgoed. Samen met haar echtgenoot en volle neef Fernando, beheerde ze succesvol de financiële zaken van het huis met prachtige gestrengheid, wat een toename veroorzaakte van het grafelijke erfgoed voornamelijk gebaseerd op de teelt van gewassen, en bedrijven gerelateerd aan de exportproducten.
Fernando del Castillo y del Castillo (1891-1951) sinds 1950, gehuwd met María Teresa Rivero y del Castillo Olivares. Voorzitter van de Provinciale Eiland-Agglomeratie. Voorzitter van het Spaanse Rode Kruis. Bekend filantroop die belangrijke openbare werken heeft gerealiseerd in de stad welke gerelateerd zijn aan ,de wijk San Cristóbal, aan de verbindingswegen in het Zuiden van het Eiland en de waterleiding naar de stad.
Hij handhaafde de groei van de agrarische- en industriële activiteit van het grafelijke huis.
Alejandro del Castillo y del Castillo (1892-1977) graaf sinds 1951, gehuwd met María del Carmen Bravo de Laguna y Manrique de Lara. Industrieel Ingenieur. Burgemeester van las Palmas de Gran Canaria. De tijd waarin hij de bouw van volkshuisvestings-woningen bevorderde in de Bovenstad en in de wijk Escaleritas. Hij was ook voorzitter in het Bestuur van de Havenwerken, en voorzitter van het Spaanse Rode Kruis Hij ontving het Gran Cruz del Mérito Civil (Grootkruis van Burgerlijke Verdiensten), omdat hij het wenselijk achtte de familiebedrijven te diversifiëren naar het toerisme, en benoemde zijn kinderen tot managers van de nieuwe ideeën en projecten. Hij stelde op eigen kosten hoger onderwijs-studiebeurzen in voor Canarische studenten, in de tijd dat de toeristische promotie begon op zijn eigendommen in het Zuiden. Hij is een van de persoonlijkheden die van de grootste sociale en politieke relevantie is van de geschiedenis van de Canarische Eilanden.
Alejandro del Castillo y Bravo de Laguna (Brief van Successie uitgegeven op 2 februari 1979- ), gehuwd met María del Carmen Benítez de Lugo y Massieu, de dochter van Luis Juan Francisco Benítez de Lugo y Ascanio, IX marqués de la Florida (de negende Markies van het Bloemenrijk) en van María del Rosario Massieu y Fernández del Campo, III marquesa de Arucas (1928- ) (de derde Markiezin van Arucas). President van bedrijven Maspalomas Costa Canaria, Comasa, Bahsa. Lid van de Raad van Bestuur van Cemetos Especiales de Arguineguín. Voorzitter van de Vereniging Amigos Canarios de la Ópera. Voorzitter van de Aeroclub de Gran Canaria. Voorzitter van het Instituto Canario de Estudios Históricos ‘Rey Fernando Guanarteme’, en lid van andere culturele maatschappijen van de Canarische Eilanden. Hij kreeg de titel toegewezen door Koning Filips VI. Als negende graaf dankt men aan hem de ideeënwedstrijd voor Maspalomas Costa Canaria en de persoonlijke impuls waardoor het gebied de karakteristieke stedelijke bebouwing heeft gekregen waarmee men tegenwoordig het Zuiden van Gran Canaria kent. Hij heeft vijf kinderen; Alejandro, erfgenaam van de titel; Iván, Fernando, María del Carmen, en Patricia.
Zie ook:
Finca Condal de la Vega Grande. Historia viva de Gran Canaria.
http://adondenosescapamos.blogspot.com.es/2017/03/134-finca-condal-de-la-vega-grande.html