Typisch Canarische woorden, uitdrukkingen en gezegden welke men niet bepaaldelijk tegenkomt in menig Spaans woordenboek en - veelal ook niet - in een Canarisch woordenboek:
- Abanar : Flink met de handen wapperen (zwaaien), om imsecten te verjagen.
- Agoniado : Volledig uitgeput zijn, geen krachten meer hebben.
Gofio is uitgeput door zoveel werk.
- Aguachirre : Gezegd van een heldere vloeistof, zonder consistentie.
Niemand raakt dronken, het is klare vloeistof.
- Agraviado : Zegt men van een rood oog, door wrijven.
Agua heeft rode ogen bij zoveel calima.
- Alegar : Doelloos praten
Ze waren de hele middag aan het babbelen.
- Apalastrarse : Gaan slapen zonder wroering
- Arrojar : Braken, overgeven,
- Asmarse : In paniek raken, buitengewoonverwonderd zijn.
Gofio is van slag bij zoveel pech.
- Amorcharse : Doezelen, het bed houden vanwege ziekte (griep).
- Atemporalado : Zegt man van het weer met harde wind, zware regen en vaak donder,
bliksem en sneeuw of hagel.
Wie is die dappere die met dit slechte weer uitgaat?
- Atochar : Een persoon, of dier verschuilt zich; verstopt zich.
Cabra heeft zeker iets verkeerds gedaan,
omdat zij zich verstopt in het struikgewas.