Havens van de Canarische Eilanden:
Nederlandse industrie verhoogt haar visserijproductie
in Mauritanië
MAURITANIË - dinsdag 15 januari 2019 - De Nederlandse vissersgroep Cornelis Vrolijk Holding heeft een nieuwe pelagische verwerkingsfabriek in Mauritanië gelanceerd. De Nederlandse industrie blijft de blootstelling in het land verhogen, hoewel de gemengde exploitant Macapel (Mauritanië - Canarische Eilanden van de visserij) nog steeds zijn vitale functies behoudt.
Cap Blanc Pélagiq, een joint venture tussen Cornelis Vrolijk en het staatsbedrijf SMAP, al twintig jaar partner op deze markt, heeft de fabriek sinds januari 2019 volledig operationeel. De fabriek verwerkt kleine pelagische vis voor menselijke consumptie voor de Afrikaanse markt. Op de Canarische Eilanden heb je als leverancier van Spaanse Pelagische bevroren ruimte.
Frido Werleman, bedrijfs directeur van CBP, wijst erop, “!dat wij een van de eerste grote visverwerkingsfabrieken in Nouadhibou zijn, en wij in volle productie gezonde en betaalbare maaltijden kunnen bieden."
Het bedrijf benadrukt dat de prioriteit ligt bij het hebben van een directe impact op de lokale economie en het uitvoeren van een agenda voor maatschappelijk verantwoord ondernemen parallel aan zijn activiteiten.
Zo hopt de joint venture Cornelis Vrolijk en SMAP ook in de toekomst meer banen toe te voegen. "We bieden momenteel werk aan ongeveer 100 werknemers in Mauritanië. Daarnaast heeft de lokale bevolking bijgedragen aan de bouw van de fabriek. We hopen nog meer werk te kunnen aanbieden in de fabriek, op kantoor, en op zee," zegt Werleman tegen Undercurrent.
CBP vist met zijn eigen trawler uitgerust met gekoelde zeewatertanks en levert zijn vangst af in de fabriek. Het is gespecialiseerd in het fokken van kleine soorten pelagische vis, voornamelijk sardines, makreel, en horsmakreel. De bemanning bestaat uit Mauritaniërs, opgeleid door Nederlandse vissers.
In deze markt opereert de Baiyang Investment Group, de grootste tilapia exporteur in China. Omdat vismeel voornamelijk wordt geëxporteerd, “is er dus een belangrijke bron van eiwitten verloren voor consumenten in West-Afrika," aldus Cornelis Vrolijk. "Het beleid van de Mauritaanse regering is om meer pelagische vis toe te wijzen voor menselijke consumptie, en dat is precies wat de nieuwe fabriek beoogt."
Cornelis Vrolijk nam deel aan verschillende overeenkomsten in 2018. In augustus 2018 bereikte het bedrijf een overeenkomst met de Nederlandse importeur Vishandel Tel om het grootste deel van de aandelen van Kegge Garnalenhandel te verwerven, een divisie van het bedrijf die geavanceerde technologie gebruikt om garnalen te pellen en te verpakken van de Noordzee.
Nieuwe gegevens over giftige zee planten die op Canarias zijn verschenen
‘Vicicitus globosus’, de groene soort in het water
die aanvankelijk de grootte van mosselen kan verminderen
CANARISCHE EILANDEN - woensdag 28 november 2018 - De toename van het koolstofdioxidegehalte in de lucht maakt het water van de Oceaan steeds zuurder. Onderzoekers van het Centro Helmholtz de para la Investigación Oceánica hebben op de Canarische kust ontdekt dat niet alle zeedieren eronder lijden.
In het 2018 novembernummer van ‘Nature’ waarschuwt een groep Climate Change onderzoekers dat een giftige soort algen zich bijzonder goed ontwikkelt in zuur water.
In de twee maanden durende test nam de maritiemer plant ‘Vicicitus globosus’ zoveel toe, dat deze gedeeltelijk werd aangetast in de voedselketen. De opstellers van de studie waarschuwen dat de verspreiding van algen in veel kustgebieden de visserij en de aquacultuur ernstig zou kunnen beïnvloeden.
Hun bloei wordt geassocieerd met de sterfte van vissen in kustwateren en aquacultuur voorzieningen
Veel andere organismen lijden aan de verzuring van de Oceaan, met name die welke kalk in hun schelpen en skeletten opnemen. Studies tonen aan, dat mossellarven bijvoorbeeld dunner worden en dat oudere mosselen de controle over de bodem kunnen verliezen.
Veel koralen, sommige vissoorten, en zee-egels, reageerden verstandig door de pH-waarden van het water te verlagen.
Het is een van de meest indrukwekkende resultaten van het experiment dat zijn wetenschappers in 2014 hebben uitgevoerd op de Canarische Eilanden met de medewerking van het Instituto de Oceanografía y Cambio Global van de Universiteit van Las Palmas de Gran Canaria (IOCAG) en het Plataforma Oceánica de las islas (Plocan).
Het is een van de meest indrukwekkende resultaten van het experiment dat de wetenschappers in dat experiment hebben geprobeerd aan de kusten van Gran Canaria te simuleren hoe de Oceanen de komende eeuw zouden reageren op de spanningen die de klimaatverandering zal veroorzaken en, in het bijzonder, in de cyclus waarbij elke keer de atmosfeer meer koolstofdioxide overbrengt naar zeewater.
Micro algen
Het werk, ondertekend door de Duitse Ulf Riebesell (Geomar) en de Spaanse Javier Arístegui (IOCAG), laat, onder andere onderzoekers, zien dat, als de CO²-concentraties in het huidige tempo blijven stijgen, ze de zogenoemde massale ontwikkelingen van sommige soorten algen giftig zouden kunnen bevorderen.
Voor Ulf Riebesell is bewezen dat ‘Vicicitus globosus’ op een enorme manier is ontwikkeld boven 800 ppm CO² in het water, met belangrijke negatieve effecten op de overleving van de rest van het plankton.
De precieze oorzaak van de groei van Vicicitus globosus-algen in hoge CO²-omstandigheden is nog niet vastgesteld, zegt Riebesell: Óf de alg profiteert onevenredig, verhoogt de fotosynthese, vergeleken met andere soorten, of de giftigheid neemt toe met de koolstofdioxide.
Eerste bewijs
"Het oplossen van deze vraag vereist meer gedetailleerde analyse in het laboratorium," voegt de Geomar-wetenschapper toe. Het is ook onbekend, of de resultaten van dit onderzoek kunnen worden geëxtrapoleerd naar andere soorten giftige algen.
‘Vicicitus globosus’ wordt echter algemeen verspreid, van gematigde streken tot de tropen, en zijn bloemen zijn herhaaldelijk geassocieerd met de sterfte van vissen in kustwateren en aquacultuur voorzieningen.
"Dit is het eerste bewijs uit een veldstudie, waaruit blijkt dat verzuring van de Oceaan de woekering van giftige algen kan bevorderen. Een andere belangrijke reden om de CO²-uitstoot snel te verlagen,” vat Riebesell samen.
Kustgebieden
Javier Arístegui, die deel uitmaakt van de werkgroep van de Oceanen van het Panel Intergubernamental del Cambio Climático (IPCC) (Intergouvernementeel Panel voor Klimaatverandering), benadrukt dat hij in het volgende rapport van deze internationale organisatie speciale aandacht zal besteden aan het probleem van toxische algen en de relatie daarvan met klimaatverandering. Daarom, zo voegt hij eraan toe, is dit artikel een tijdige bijdrage en van grote wetenschappelijke relevantie. Evenzo is men van mening dat de invloed van klimaatverandering op de ontwikkeling van schadelijke of giftige algensoorten meer kan worden benadrukt in tropische en subtropische gebieden, met name gevoelig voor klimatologische storingen, zoals het geval is bij de Corriente de Canarias (Canarische Zeestroom).
De grote heerschappij van Canarias
in de visserij op de kabeljauw van de Sahara in 1864
Met 30 schepen en 709 manschappen van Canarias
werden drie miljoen kabeljauweenheden gevangen,
terwijl de 6.000 schepen in New Foundland,
met 120.000 matrozen, niet meer dan 48 miljoen stuks bereiken
CANARISCHE EILANDEN - woensdag 28 november 2018 - In 1860 ondertekenden Marokko en Spanje een verdrag van vrede en vriendschap in Tetouan, erg belangrijk voor Canarias. Voor Spanje ondertekenden generaal Garcia en Miguel het doctoraatsbesluit; de algemeen directeur van Politiek, Ligués y Bardají. Aan de Marokkaanse zijde: Sid-Mohamed-el-Jetib, een advocaat uit Tanger; de caid van de cavalerie, en Cabli-ben Abd-el-Melek, door de koning van Marokko.
Na die periode begon Canarias te vissen terwijl de Britten, Fransen en Italianen veronderstelde verkenningen deden. Ze bezetten de koning van Marokko en onderwierpen de Spaanse aanwezigheid door gebruik te maken van de afleiding tussen Canarias en het Peninsula (Schiereiland = het vasteland van Spanje). En zo kwamen de eerste formele contacten van Sahrawi met vertegenwoordigers van Europese overheden.
Canarias heeft - terwijl ze in Madrid met hun vertegenwoordigers aandrongen om de beginnende Sahrawi diplomatie te blokkeren - verzocht om het vestigen van zakenbases voor de eilanden. Op het hoogtepunt van wat nu Cabo Bojador is.
De overeenkomst tussen Madrid en Rabat van 1860 bepaalt dat Spanje zijn grenzen zou kunnen verleggen en dat Marokko de aanwezigheid van zendelingen zou toestaan. In het achtste artikel wordt aangegeven dat Marokko voor altijd een vaste positie zou verlenen in wat later Santa Cruz la Pequeña werd genoemd. Een ruimte waarin Spanje de visserijactiviteit zou lokaliseren. Nu is het een archeologische vindplaats.
Canarisch gewicht
Een paar weken later werd een handelsovereenkomst tussen Spanje en Marokko gesloten tussen Saturnino Calderon, staatssecretaris en ambassadeur van Marokko in El Abbas, en Spanje. In de Artikelen 57, 58 en 59 staat dat de vissers van de Canarias het recht hebben om het uit te oefenen. Een verzoek van de Real Sociedad Económica de de Las Palmas de Gran Canaria (Koninklijke Economische Vereniging van Las Palmas de Gran Canaria).
Op Canarias werd belangstelling getoond voor de controle over die ruimte, omdat een Schot met de naam Jorge Glass Marokko vroeg om in 1764 naar dat gebied in Santa Cruz te gaan. De visserijcommissie van de Cortes in Madrid verpakte in 1868 in een tekst het belang van de visafslag voor de Archipel.
In die tijd, volgens de gegevens van de Sociedad Económica de Amigos del País en Gran Canaria (Economische Vereniging van Vrienden van het Land op Gran Canaria), vingen 30 schepen met 709 manschappen van de Canarische Eilanden drie miljoen kabeljauwbestanden, terwijl de 6.000 schepen in New Foundland, met 120.000 matrozen, niet boven de 48 miljoen exemplaren kwamen. De inspanningscapaciteit van de eilandvissers was zodanig dat er niet één verdronk. Er zijn geen gegevens over verdrinking.
In 1791 importeerde Spanje drie miljoen kilo kabeljauw uit Frankrijk, en in 1861 15 miljoen kilo kabeljauw. In 1866, 23 miljoen kilogram. In 1880, 80 miljoen vissen per jaar die Spanje uit het buitenland importeerde. De Spaanse vloot bestond uit 150 schepen tussen 40 en 60 ton.
Kaart van Canarias van Heinrich (1818-1899)
Mislukking
Met het oog op de rijkdom proberen de Sahrawi zelfs een commerciële overeenkomst met de Britten tot stand te brengen en een militaire beschermingsovereenkomst met Frankrijk. Een van de stamhoofden van Sahrawi was Beiruk. Hij stemde toe om te ontmoeten, was in staat om hen te ontvangen in zijn gebiedsdelen, met de commerciële ontdekkingsreiziger John Davidson en legde hem uit dat goederen die hij bestuurde met caravans uit Soedan, Akka, Chingueti, Tagakant, Turibucti , en andere locaties geconcentreerd waren in zijn hoofdstad Guelmín, een regio waar een groot deel van de eilanden die momenteel bereiken.
De Brit, in zijn poging om het vertrouwen van de Sahrawi te winnen, stemde ermee in om hem dingen uit het Verenigd Koninkrijk te laten brengen. En dat deed hij: Wapens, stoffen, en suiker. Davidson stierf in december 1836 in de woestijn nabij Mali. Het schip met de koopwaar kon niet aanleggen in de Sahara en keerde terug naar het Verenigd Koninkrijk (misschien zonder de Canarische Eilanden te doorkruisen zodat het de wapens die het in zijn kelders had niet kon detecteren). Als dit wapenbestand arriveerde, zou de geschiedenis van de territoriale grenzen van de Sahara misschien anders zijn dan wat men op dit moment weet.
In 1850 pochte Beiruk over zijn handel van Tuat, Tafilet, en Tumbuctú. Vandaar het Britse idee om Sudan door de Sahara te bereiken, 3.200 kilometer. Het was niet afhankelijk van de 10.000 kamelen van de Sahrawi die in oktober vanuit Akabar naar Tumbuctú vertrokken, van Tindouf. Na deze Schotse invallen arriveerde hij op de Donald Mackenzie-eilanden. Het idee van de Britse ontdekkingsreiziger was, om de Sahara te laten zinken en het navigeerbaar te maken, naar Mali in een eerste fase totdat men in Soedan aankwam. Hij faalde.
De handel die zich verbergt
Een spreker spreekt over de 'sociale structuur'
van walvisachtigen in de Canarische wateren
Wanneer men vraagt
om manoeuvres van de Marine op de Canarische Eilanden
op de walvisachtigen te stoppen
CANARISCHE EILANDEN - maandag 5 november 2018 - Langs de eilanden zouden 3.275 walvisachtigen elk jaar passeren, en tegen 1778 werd op de eilanden legaal op walvissen gejaagd. Het populisme van de verdediging van afmaken wil manoeuvres van de Marine langs de kusten van de Canarische Eilanden voorkomen
Het is 252 jaar geleden dat de editie in Tenerife van het ‘Diccionario de Historia Natural de Canarias de 1666’ (‘Historisch Woordenboek van de Natuur van Canarias van 1666’) door José Viera y Clavijo, bioloog en auteur, de belangrijkste waarnemingen van walvissen op de eilanden verzamelt. Ze waren groot en gebruikelijk. Nu zijn 222 jaar verstreken sinds de aankomst bij Lanzarote van 30 potvissen die door het buren werden misbruikt, "als ze konden," legt Viera en Clavijo uit.
In november 2018 heeft de Partido Nacionalista Canario (PNC) (Canarisch Nationalistische Partij) , zijn ‘totale afwijzing’ uitgesproken van militaire manoeuvres in de Canarische wateren omdat het voortbestaan van walvisachtigen in gevaar is.
Een spreker spreekt over de ‘sociale structuur’ van walvisachtigen in de Canarische wateren.
De PNC heeft in een verklaring ook opgeroepen tot de oprichting van een speciaal prioritair gebied van een zeegebied voor de bescherming van walvisachtigen nabij de Canarische Eilanden, vrij van activiteiten die een gevaar voor hun overleving vormen. De PNC heeft kritiek geleverd op het feit dat het Ministerie van Defensie, en in het bijzonder de Spaanse Marine, de Canarische wateren gebruiken voor de ontwikkeling, samen met internationale NAVO-troepen, van grootschalige amfibische manoeuvres.
De aanwezigheid van walvissen en dolfijnen die sterven nabij de Canarische kust, is geen kwestie van manoeuvreren. Maar de industrie voor de verdediging van walvisachtigen mag geen onderneming riskeren die elk jaar tientallen miljoenen euro's verliest.
51.000 mensen hebben al gevraagd om, “een heiligdom van walvisachtigen" nabij de eilanden te plaatsen, een religieuze term voor een eis die zou neerkomen op het einde van beschermingsmanoeuvres aan de Spaanse kust van de Canarische Eilanden. Op het eiland El Hierro, de meest westelijke punt van de geografie van Spanje, is er nu een debat over de oprichting van een nationaal onderwaterpark.
Europa, op de hoogvlakte
Het verdedigen van zee-soorten en het beschermen van de kusten van de eilanden vloeit voort uit politieke lobby's, adviesbureaus, en projecten die worden betaald met Europese fondsen die zijn gewijd aan het creëren van een sterrenstelsel van deskundigen dat de juiste verdediging van belangen stigmatiseert. Staatsburgers op de eilanden. Defensie-associaties van zifios (afmakers), of andere soorten, die echt bewapende wapens van belangengroepen zijn die met grote ondoorzichtigheid werken.
In 2002 en 2004 was er een vangst van walvisachtigen op Fuerteventura in dezelfde week dat er manoeuvres waren op maritieme civiele berging. Deze varamientos, in combinatie met de spectaculaire beelden die op televisie waren, in aanwezigheid van schepen als Galicië, creëerden een basis van oppositie tegen activiteiten op de Canarische Eilanden die van invloed zijn op maatregelen zoals de inplanting van gas, de zoektocht naar telurium, knobbeltjes van mangaan en kobaltrijke soorten die te vinden zijn in de zee en het uitgebreide maritieme platform. En dat zonder de olie te vermelden, bestaand maar niet rendabel, of de verdediging van de eilanden.
Van het populisme van de walvisachtigen lijken ze te kunnen vragen naar het resultaat van het Canarische leger, het beheer van de interne wateren in het Estatuto de Autonomía de Canarias (Zelfbestuur Statuut van Canarias). Of het eigen verzoek van de nationalist om het "maritieme reservaat" te activeren dat onder meer manoeuvres van de Marine op de dichtstbijzijnde punten aan de westkust van Afrika zou voorkomen.
De zogeheten vereniging Sociedad para el Estudio de los Cetáceos del Archipiélago Canario, waarvan het aantal partners, of de Raad van Bestuur, tenzij de president niet bekend is, cijfers schudt: 3.275 exemplaren van walvisachtigen passeren jaarlijks langs de eilanden. In de zomer van 2015, zonder manoeuvres, was er een varamiento in Las Coloradas, Lanzarote. Er waren geen manoeuvres. Het was nauwelijks nieuws 24 uur. Voor 2018 en 2019 zijn zip-observatie dagen gepland voor zifios voor €200,=. Er zijn maar weinig stoelen.
Op deze hoogten
Maar zo was het niet altijd. Voordat de schepen van de Marine sónar zouden hebben, of instrumenten waartegen drukgroepen de verantwoordelijkheid hebben van de walvisachtigen die op de Canarische Eilanden gewelfd worden, hebben de eilanden een zeer frequente aanwezigheid van dit soort zoogdieren aan hun kusten. Dat is het geval, dat de oudste vergunning voor de jacht op walvisvangst die in Spanje bekend is, zich op Gran Canaria bevond.
Het liep in het jaar 1778 toen de Real Sociedad Económica de Amigos del País de Gran Canaria de verovering van walvissen bevorderde als een element van welvaart op de eilanden. Dat jaar werden twee grote walvissen geborgen in Arguineguín, met een kleinere walvis, hoewel ze er uiteindelijk in slaagden te ontsnappen.
In 1779 gebeurde hetzelfde met een walvis van 7,3 meter hoog waarvan men van de olie profiteerde. Walvissen die een jaar eerder ontsnapten aan de Grancanarische vissers werden volgende weken gevonden in een strandgebied door enkele zeilers die uit de Sahara kwamen. Zij profiteerden van zijn olie en van sommige despojos (vluchtelingen). Zoals het gebeurde in 1735 in Mazo, La Palma, met een walvis die 29.400 liter olie gaf.
In 1786 arriveerde het probleem van de aanwezigheid van walvissen op de Canarische Eilanden en het probleem van de vissers in Madrid. Hij was de algemene commandant van die tijd in de Archipel die erin slaagde geld te verdienen voor de bewaking en controle van de soort.
Viera en Clavijo wijst erop, dat er in juni 1715 een walvis was in Agulo, La Gomera. 12 meter hoog. Elke tand van die walvis woog 2,2 kilo. "De kop hoofd en de snuit waren vergelijkbaar met het rietje van een schip, het zeer behaarde lichaam en het dikke leer van twee tenen, dat ze schoenen maakten, die twee jaar meegingen." Viera en Clavijo voegt toe, “ “dat 80 mannen samen zouden opstaan om de haren op hun kant te krijgen."
In mei 1747 waren er 37 walvisachtigen in Puerto de Las Palmas die erg dik waren. Zoals in 1750 in Garachico, Tenerife, verzamelden ze in 1976 in Lanzarote meer dan dertig gewelfde cachalotes, "die gebruikmaakten van de manier waarop de buren dat konden".
Om nog maar te zwijgen over het geval van de walvis die in 1545 bij Gáldar, ten Noorden van Gran Canaria, verscheen en waarvoor een rechtszaak werd aangespannen voor de controle van zijn gewaardeerde grondstof.
De emotionele video van Gran Canaria
over de hardheid van de ambachtelijke visvangst van de tonijn
Het Cabildo (Eilandbestuur) verspreidt een aantal prachtige beelden om een boodschap van vertrouwen te sturen aan de eilandbewoners over de duurzaamheid in de gastronomie
GRAN CANARIA - maandag 15 oktober 2018 - Het Cabildo (Eilandbestuur) van Gran Canaria, onder presidentschap van Antonio Morales (Nueva Canarias - NC), heeft in oktober 2018 een video uitgebracht met de bedoeling de aandacht te vestigen op de inspanningen van de vissers van het eiland wanneer ze de zee opgaan om tonijn te vangen.
De keuken van Gran Canaria heeft een hoog potentieel als toeristische attractie, de uitstekende kwaliteit van de producten en het talent van de chef-koks van het eiland wordt altijd benadrukt in evenementen zoals de internationale culinaire wedstrijd Madrid Fusión, die in januari wordt gehouden in de hoofdstad van Spanje.
VIDEO:
https://youtu.be/rDEiPO7TgTc
Een studie uit 2017, waarin de meningen en digitale aanbevelingen van meer dan een miljoen toeristen zijn geanalyseerd, benadrukt de restauratiediensten van Gran Canaria als een van de best gewaardeerde toeristische voorzieningen, met een gemiddelde van meer dan acht op tien qua prijs , milieu, kwaliteit van voedsel, en personeel.
De keuken van Gran Canaria heeft een uitstekende digitale reputatie, ver boven andere bestemmingen van het vasteland van Spanje, met een internationale culinaire reputatie, dus het is noodzakelijk om deel te nemen aan initiatieven die het mogelijk maken om de bestemming te associëren met een heerlijke keuken, aldus de minister van Toerisme , Inés Jiménez (NC).
De minister van Soberanía Alimentaria Voedselsoevereiniteit), Miguel Hidalgo (NC), viert dat de queso de flor (bloemenkaas) van Guía, de wijnen met oorsprongsbenaming, de langostino real (koninklijke garnaal) van Ingenio, de olijfolie van Santa Lucia, de gofio) (het maïsmeel), el pan de puño (het vuistbrood), het zout van Tenefé, chorizos en morcillas (bloedworsten) van Teror, koffie van Agaete, marsepein en bienmesabe van Tejeda, en de biscochos (koekjes) van Moya, het beste vertegenwoordigen van de 21 gemeenten van Gran Canaria.
Op Gran Canaria combineren de chefs van restaurant creativiteit en innovatie met dit product met de steun van technici van Soberanía Alimentaria, over tonijn en traditioneel vissen met haak bij Gran Canaria.
Twee mannen onderzocht
voor de illegale vangst van lapas (zeeslakken)
in San Andrés en Sauces (La Palma)
LA PALMA - zaterdag 6 oktober 2018 - Agenten van de Guardia Civil die toebehoren aan het Destacamento de Protección de la Naturaleza (DEPRONA) (Natuurbeschermings Afdeling) van de Caldera de Taburiente hebben twee mannen van respectievelijk 34 en 47 jaar en inwoners van Breña Alta aangeklaagd wegens het vangen van lapas (zeeslakken) met een mes zonder visvergunning en voor het niet naleven van de vastgestelde voorschriften in termen van dagen en hoeveelheden.
De agenten verrasten de aangeklaagden, die doken op de bekende plek van Punta del Arco, in San Andrés y Sauces, voorzien van een neopreen pak, gewichten, bril, ademslang, vinnen, en doken voortdurend om lapas (zeepslakken) te vangen met een mes.
Gevangen Lapas (zeeslakken).
In aanmerking nemend dat schaaldieren alleen te voet vangen is toegestaan en uitsluitend op zaterdagen, zon- en feestdagen, hebben de agenten deze vervolgens geïdentificeerd en geconstateerd dat een verplichte visvergunning ontbrak en zij de vangsten hadden overschreden, aangezien de mannen een totaal van 18 kilo witte lapas (zeeslakken) hadden, terwijl het toegestane maximum drie kilo per dag is.
Deze feiten zijn al gerapporteerd aan het Ministerie van Landbouw, Veeteelt, Visseri,j en Voedsel, van de Overheid voor overtredingen van Wet 17/2003, van 10 april, Pesca de Canarias (Visserij op de Canarische Eilanden).
Nadat de juiste sanitaire controles waren uitgevoerd, leverde de Guardia Civil de zeevruchten af die waren gevangen in de Residencia del Pensionista van Santa Cruz de La Palma.
Illegaal gevangen vis en schaaldieren worden meestal verkocht in horecagelegenheden en aan particulieren, en kunnen een probleem voor de volksgezondheid worden omdat er geen controle is over hun status en traceerbaarheid.
Illegale nasas (visfuiken) in Arinaga en Punta Tenefé
GRAN CANARIA- zaterdag 26 mei 2018 - De Guardia Civil heeft 46 illegale nasas (visfuiken) in beslag genomen binnen de havenfaciliteiten van Gran Canaria.
* Men heeft de veiligheids- en milieuregels overtreden die zijn vastgelegd in het Koninklijk Besluit 2/2011 van de Herziene tekst van de Havenstaat en Koopvaardijwet, evenals van de AAA / 2536/2015 van 30 november, van het Ministerie van Landbouw, Voedsel en Milieu.
* Het Havenbedrijf van Las Palmas en de Havenpolitie hebben aan de inbeslagname meegewerkt.
* De visfuiken bevonden zich in de buurt van de kustlijn tussen Punta Tenefé en Arinaga, op het eiland Gran Canaria, hoewel de meeste gelegen waren in de havenfaciliteiten van Arinaga.
Arinaga
Leden van de Grupo Especial de Actividades Subacuáticas (GEAS) en van de Servicio Marítimo Provincial (SMP) (Provinciale Maritieme Diens) van Las Palmas, hebben op 23 mei 2018 in totaal 46 stuks vangstapparatuur in beslag genomen, daarvan 43 nasas (visfuiken) met afmetingen van tussen de twee en drie meter in doorsnee, die een identificatieplaatje of boei misten en werden gemaakt met een niet wettelijk netwerk, waardoor verschillende voorschriften werden overtreden die in de eerder genoemde wetgeving zijn opgenomen.
Bewaking
De agenten van de GEAS hebben, in het kader van hun toegewezen bevoegdheden, tijdens het uitvoeren van een reeks onderwaterinspecties, en verkenning van zeebodems, in de havens van Puertos de Estado van het eiland, in de buurt van de haven van Arinaga talloze nasas (visfuiken) in hun haven aangetroffen.
Wettelijk
Momenteel is het gebruik van nasas (visfuiken) geregeld in de bovengenoemde Order - met name de Artikelen 12 en 13 - en bij Koninklijk Besluit 182/2004 van 21 december, Artikel 25 - dat de Regeling van de Visserijwet van de Canarische Eilanden regelt; deze wettelijke normen stellen een reeks bepalingen vast zoals de regeling van de identificatieplaten van de nasas (visfuiken) en de minimale diepte waarop deze moeten worden geplaatst, evenals het markeren daarvan met toegestane boeien.
Ze moeten aan het einde van het oppervlak een reflecterende boei van rode, of oranje kleur hebben met een minimale afmeting van 20 centimeter in doorsnee en moeten voorzien zijn van de identificatie-plaquette van de boot waartoe die behoort en de naam daarvan hebben afgedrukt.
De nasas (visfuiken) met een doorsnee van één meter, maximaal drie, moeten een maaswijdte hebben van die niet kleiner is dan vijf (5,08) centimeter.
In beslagname
Aldus, hebben de GEAS-agenten, na het detecteren van het eerste illegale vistuig, een operatie opgezet die ongeveer 25 dagen duurde om alle nasas (visfuiken) en ander illegaal materiaal in de haven en de omgeving ervan te lokaliseren.
Na het voltooien van de onderzoeks-werkzaamheden op de zeebodem, zijn de onderwater groeperings-werkzaamheden uitgevoerd voor hun gezamenlijke winning; uiteindelijk tijdens de ochtend van de laatste dag, 22 mei, met steun van de patrouilleboot ‘Río Tambre’ van de SMP - wiens bemanning ook vier illegale nasas (visfuiken) in de buurt van de havenmonding haalde - en exploitanten van het Havenbedrijf van Las Palmas en de Havenpolitie, is de laatste hand gelegd aan het onderzoek dat erin slaagde om - met een takelkraan - totaal 43 nasas (visfuiken), twee tambores de morenas (paling-netten), en een nasa camaronera (garnalen visfuik), in beslag te nemen.
Heimelijk
De in beslag genomen nasas (visfuiken) zijn gedeponeerd in de haven van Arinaga, waar ze beschikbaar waren voor het Havenbedrijf om tot de vernietiging over te gaan, en een dergelijk feit te melden aan het Ministerie van Visserij en Landbouw van de Canarische Regering, de voortzetting van de Guardia Civil met de exploitatie van de identificatie van de vermeende daders en de locatie van meer illegale nasas (visfuiken).
Mogelijke boetes
Het heimelijke gebruik van nasas (visfuiken) aan de kust, kan overheids-boetes opleveren van maximaal €60.000,= op basis van Título V van de Wet 3/2001 van 26 maart, van de Pesca Marítima del Estado (Staats Zeevisserij).
Pulpo ‘made in’ Canarias
Oceanografische onderzoekers slagen er in
de fase van de larven in de cefalopoden (kop potigen) cultuur
te overwinnen en onderhandelen met een bedrijf
over een toekomstige commerciële exploitatie
om de vraag te dekken en het product voordeliger te maken
CANARISCHE EILANDEN - maandag 23 april 2018 - Gastronomische koningin in de keuken van verschillende Spaanse deelstaten, met name Galicië, maar vanwege de grote vraag is een aanzienlijk percentage geïmporteerd.
De octopus is een delicatesse die zo begeerd is dat die steeds duurder wordt. Het vermeerderen via aquacultuur is een oud project dat de productie zou verhogen, de prijzen zou verlagen en de visserijdruk in de natuurlijke omgeving zou verlichten, waarin in de laatste twee decennia weinig vooruitgang was geboekt.
Pulpo ‘made in’ Canarias
Tot nu toe heeft een groep onderzoekers van het Instituto Español de Oceanografía (Spaanse Instituut voor Oceanografie ) op de Canarische Eilanden, in samenwerking met andere centra, een kwalitatieve sprong gemaakt om in het larven-stadium, het meest delicate, te overwinnen met overlevingspercentages van meer dan 60%. Op deze manier opent men de deur voor een industriële en commerciële exploitatie van de gekweekte koppotige in gevangenschap.
Eerder werk had de larvenfase al overschreden, bracht de exemplaren naar volwassenheid en die werden gereproduceerd, maar zonder tekenen van commerciële winstgevendheid.
Het probleem lag in het gebruikte dieet, larven van koningskrab, wat erg duur was en ook de synchronisatie vereiste van de plaatsing van deze schaaldier en die van de octopus.
"Als je een bedrijf wilt starten, is het niet levensvatbaar, je speelt het,” legt Ricardo Tur uit, IEO onderzoeker op Tenerife. Het gebruik van een alternatief dieet – de wetenschappers hebben het in het octrooiproces - en een nieuw cultuur-protocol hebben het mogelijk gemaakt om de kosten te verlagen en deze valkuilen te redden.
Na het overstijgen van deze eerste fase moeten onderzoekers jonge octopus - van ten minste 100 of 200 gram - krijgen en deze vervolgens naar volwassenheid brengen. Als aan de verwachtingen wordt voldaan, kan commerciële exploitatie tussen vijf en tien jaar gaan duren. Met het oog op dat moment is de wetenschappelijke groep in gesprek met een nationaal bedrijf dat geïnteresseerd is in het ontwikkelen van de kweek-cultuur.
Eduardo Almansa, ook een oceanografisch onderzoeker, waarschuwt, “ dat de aquacultuur in octopus, nog niet is opgelost. Natuurlijk is men succesvol geweest in het overwinnen van de ‘kritische fase’. Het was een keerpunt na meer dan twintig jaar weinig vooruitgang," erkent hij.
De commerciële mogelijkheden van het project zijn in sommige cijfers samengevat: Een vrouwelijke octopus legt ongeveer 200.000 larven, waarvan de resultaten tot nu toe ongeveer 120.000 zouden overleven.
De 'enorme' vraag naar octopus - in de woorden van Almansa - zou kunnen worden gedekt, de prijzen verlaagd, de noodzaak om het uit het buitenland te brengen verminderen - tegenwoordig komt het vooral uit Afrika – en, zelfs een manier om te exporteren.
De vooruitgang die het onderzoek heeft gegeven, is gebaseerd op samenwerking met andere centra en onderzoeksgroepen. Is het IEO zelf betrokken bij haar centra op de Canarische Eilanden en in Vigo, het Instituto de Investigaciones Marinas (IMM) (het Marine Onderzoeksinstituut) van het Centro Superior de Investigaciones Científicas (CSIC) (Hogere Centrum voor Wetenschappelijk Onderzoek), de Universiteiten van La Laguna, Vigo, en Granada, De contacten met het bedrijf zijn ook een bewijs van deze geest van coördinatie, omdat de keuze niet alleen is gebaseerd op het feit dat het een ‘krachtig’ bedrijf is, maar ook vanwege de toewijding aan R+D+i (Onderzoek, Ontwikkeling en vernieuwing).
Een ander bedrijf, in dit geval van de Canarische Eilanden, heeft zijn kennis beschikbaar gesteld, zodat het onderzoek verder kan. Sieltec is een entiteit die zich toelegt op milieuadvies, met name op het gebied van atmosferische wetenschap - "ze hebben altijd naar boven gekeken en nu kijken ze neer,”grapt Ricardo Tur - die de verlichtingsapparatuur heeft ontworpen en geleverd, waarmee in de watertank waarin de octopussen leven de lichtomstandigheden van de verschillende diepten waarin deze dieren zich in hun natuurlijke omgeving bevinden, kunnen worden gesimuleerd, een ‘uiterst belangrijk’ aspect voor hun overlevingskansen en hun ontwikkeling.
Het werk met de octopussen wordt uitgevoerd onder strikte dierenbeschermingsvoorschriften die de onderzoekers van IEO ‘letterlijk’ uitvoeren. "Gewoon om in te enten met een naald moet je ze verdoven, zegt Almansa. In feite is een deel van het oceanografische onderzoek met deze soort gericht op dierenwelzijn, binnen het OCTOWELF-project, gefinancierd door het ministerie.
"El pulpo (de octopus) komt het dichtst in de buurt van een buitenaardse intelligentie", zegt de Amerikaanse etholoog Carl Safina, auteur van ‘Wonderful Minds’."
Het hersencomplex van de octopus vereist dat de watertanks waarin ze leven - in het IEO van Tenerife zijn ook volwassen exemplaren - voldoen aan bepaalde voorwaarden voor milieuverrijking. De dieren hebben ‘speelgoed’ dat dient voor hun vermaak en dat hanteren ze met een vaardigheid die elke toeschouwer verrast.
De EU tracht de Sahara op te nemen
in de verlenging van de visserijovereenkomst
met Marokko
Volgens de uitleg van de Europese Unie (EU),
gesteund door de Lidstaten,
is het juridisch mogelijk om in de overeenkomst
de wateren van de Westelijke Sahara op te nemen,
mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan
EUROPESE UNIE – maandag 16 april 2018 - De ministers van Visserij van de Europese Unie hebben op maandag 9 april 2018 het begin van de onderhandelingen over de hernieuwing van de visserijovereenkomst met Marokko goedgekeurd, rekening houdend met het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie , waarin wordt verklaard dat daarin de wateren die behoren tot de Westelijke Sahara niet kunnen worden vervat.
De 28 Lidstaten hebben reeds hun goedkeuring gegeven aan het begin van de gesprekken, maar de afwijzing van de Europese Justitie heeft de Europese Commissie gedwongen om het onderhandelingsmandaat te wijzigen dat de besprekingen met Rabat zal leiden. De huidige overeenkomst loopt af op 14 juli 2018.
De minister van Visserij, Isabel García Tejerina,
infomeert de communicatie media voor aanvang van de vergadering.
Het visserijprotocol tussen de EU en Rabat is in februari 2007 in werking getreden voor een periode van vier jaar en is twee keer verlengd, de laatste keer in 2013. De EU Lidstaten hebben in de tweede volle week van april 2018 'groen licht' gegeven om onderhandelingen met Marokko te beginnen, om de huidige overeenkomst te hernieuwen, die op 14 juli 2018 afloopt.
Volgens de uitleg van de EU, gesteund door de Lidstaten, is het juridisch mogelijk om in de overeenkomst de wateren van de Westelijke Sahara op te nemen mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan, zoals ten goede komen aan de plaatselijke bevolking en geraadpleegd worden.
De huidige overeenkomst geeft toegang tot de Marokkaanse wateren aan ongeveer 120 communautaire schepen uit elf EU-landen en Spanje is de meest begunstigde lidstaat. In ruil daarvoor betaalt de EU Rabat 30 miljoen euro per jaar: 16 miljoen euro voor toegang tot water en 14 miljoen euro om de Marokkaanse visserijsector te ondersteunen.
De EU-vloot draagt ook nog eens 10 miljoen euri bij.
Bij haar aankomst op de Luxemburgse vergadering heef de minister van Landbouw en Visserij, Voedsel en Milieu, Isabel García Tejerina, benadrukt, dat dit een visserijovereenkomst is, "dieet norm belangrijk is voor de Spaanse vloot," en, "voor de betrekkingen tussen de EU en het Koninkrijk Marokko,” terwijl het ervoor zorgt dat het mandaat “is aangepast aan de uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie
"Het is uiterst belangrijk voor de Spaanse Rregering om voortgang te geven aan de geldigheid van deze overeenkomst, die erg belangrijk is voor een zeer belangrijke sector van de Spaanse vissers: Galicië, Andalusië, en de Canarische Eilanden; in principe zullen we werken en de Commissie helpen, zodat deze overeenkomst niet wordt uitgesteld en zodat zodra de geldigheid van de huidige voorbij is, er een nieuwe overeenkomst van kracht zal zijn,” heeft Isabel García Tejerina gezegd.
De vloot van Mogán
sluit de atún rojo-visserijcampagne
met de vangst van 31 ton aan blauwvintonijn
De 31 schepen hebben, met toestemming van de Cofradía de Pescadores (het Vissersgilde) van Arguineguín,
in totaal 22.480 kilo aan atún rojo (blauwvintonijn) gevangen
MOGÁN - vrijdag 12 april 2018 - De gemeente Mogán heeft een vangst van 31.930 kilo binnengekregen in de beide havens van de gemeente, volgens gegevens van de Cofradía-secretarissen, met de blauwvintonijn-visserijcampagne van 2018 voor de 42 gemachtigde schepen in de havens van Mogán .
Op 26 april begon de campagne 2018 voor de blauwvintonijn-visserij, waarbij de boten van de Canarische Archipel het quotum van 255 ton toegewezen hebben kregen. Echter, in slechts zeven dagen tijd, is het toegewezen quotum overschreden; dus is het Ministerie van Visserij overgegaan tot het sluiten van de campagne.
Het uitladen van atún rojo (blauwvintonijn) in de Haven van de Arguineguín.
De 31 gemachtigde boten van La Cofradía de Pescadores (het Vissersgilde) van Arguineguín hebben in totaal 22.480 kilo blauwvintonijn gevangen, aldus de secretaris van de Cofradía, Francisco Jiménez.
Anderzijds, waren er 11 gemachtigde schepen van de Cofradía de Pescadores van Playa de Mogán, die 9.450 kilo van de kostbare vis naar de haven brachten, zo heeft de secretaris van het Vissersgilde, Miguel Ángel Delgado, laten weten
De wethouder van Visserij van Mogán, Artemi Artiles, heeft kenbaar gemaakt, "het ongenoegen van de zeelieden met deze campagne, waarin ze zijn geschaad sinds de visserij voornamelijk in de provincie Tenerife heeft plaatsgevonden. Dit weerspiegelt de noodzaak om overeenstemming te berei
ken over de verdeling van het aan de Deelstaat Canarias toegewezen quotum ".
Artiles concludeerde door op te merken, “dat we vanuit de Gemeenteraad ernaar streven de lokale gastronomie en producten te verbeteren, daarom zullen we tijdens de maand augustus 2018 opnieuw de tweede editie van de Feria del Atún de Mogán (Tonijn-Beurs van Mogán) Fairvieren, een evenement waarin we ondersteuning verwachten van de bevolking van Gran Canaria, zodat ze een van de hoogwaardige producten consumeren die door onze wateren gaan, zoals tonijn."
Het quotum voor atún rojo (blauwvintonijn)
gaat naar 500 ton in 2020
De Spaanse Regering zorgt ervoor dat
over de verhoging wordt onderhandeld met de Europese Unie en dat de overeenkomst tijdens de volgende vergadering
zal worden geratificeerd
CANARISCHE EILANDEN - donderdag 5 april 2018 - De Spaanse staatssecretaris van Visserij, Alberto López, heeft op woensdag 4 april 2018 gezegd dat in 2020 de Canarische Eilanden 500 ton blauwvintonijn zullen bereiken, aangezien over de totale hoeveelheid voor Spanje wordt onderhandeld met de Europese Unie (EU); aldus heeft hij laten weten, dat op de volgende vergadering van de Comisión Internacional para la Conservación del Atún Atlántico (Iccat) (Internationale Commissie voor Instandhouding van Atlantische Tonijn) men zal bevestigen wat al is overeengekomen.
Dit is verklaard door López-Asenjo, die heeft laten weten dat het quotum voor atún rojo (blauwvintonijn) in 2018 op 28.000 ton ligt, terwijl het voor 2019 op 32.000 ton staat, dus merkt hij op: "Gelukkig is het quotum van Spanje bijna 6.000 ton, wat ons in staat stelt om het herstelplan te verlaten en, over te gaan naar een nieuw beleids-model ."
Daarom heeft hij gezegd, dat op de volgende bijeenkomst van de Iccat, die plaatsvindt in oktober of november 2018, er ‘geen’ onderhandeling zal zijn voor het tot stand te brengen van het aantal ton blauwvintonijn dat kan worden gevangen, maar zal over een toepassing gesproken worden betreffende de overeengekomen vangst - in het jaar 2018, 28.000 ton; 2019, 32.000 ton; en in 2020, 36.000 ton.
Alberto López-Asenjo.
Er is geen onderhandeling, maar het is slechts een toepassing, en ik kan garanderen dat deze cijfers niet zullen worden herzien", heeft López-Asenjo verklaard tegenover Cope Canarias.
In die zin heeft uitgelegd, dat de Spaanse Regering tegelijkertijd werkt aan de voorbereiding van het Koninklijk Besluit en, dat in geval van Canarias het de doelstelling , om voor 2020 vijfhonderd ton te bereiken". Hij heeft toegegeven dat in 2019 het naar verwachting een aantal zal zijn dat dichter bij de 400 ton zal liggen, terwijl het Canarische quotum momenteel is vastgesteld op 255 ton.
Anderzijds heeft López-Asenjo laten weten, dat een technische stop van de visserij wordt verwacht, door te wijzen op de normale omstandigheden, welke momenteel al 90% bedraagt.
De eilandvloot van Lanzarote brengt de verdeling van de atún rojo (blauwvintonijn) voor de rechter
LANZAROTE - maandag 2 april 2018 - De tonijnsector van het Lanzarote is van plan juridische stappen te ondernemen tegen degenen die verantwoordelijk zijn voor de het Visserij Ministerie van de Canarische Regering, voor de wijziging op het laatste moment van de quota voor atún rojo (blauwvintonijn), omdat men van mening is dat dit de westelijke eilanden bevoordeelt.
De cofradías de pescadores (vissersgilden) van Lanzarote, en vooral die van San Ginés (Arrecife) en La Tiñosa (Puerto del Carmen), met de steun van de Asociación de Productores de (Vereniging van Tonijnproducenten), gegroepeerd rond het bedrijf Octuna, studeren met hun juridische diensten gerechtelijke stappen ondernemen voor de visafslag waarvan zij begrijpen dat zij het Ministerie van Visserij half maart 2018, verrassend genoeg en zonder de hele sector te raadplegen, ertoe heeft aangezet het toerekenings-systeem aan te passen dat volgens de klagers het quotum van atún rojo (blauwvintonijn) heeft toegewezen, “om de belangen van de boten van de eilanden van de provincie Tenerife te behartigen.
Getroffen vissers; foto van het uitladen van tonijn in Puerto Naos (Arrecife)
tijdens de vorige campagne.
Volgens de woordvoerder van de producenten, Andrés Cedrés, "begrijpt men dat het nodig zal zijn om de minister van Landbouw en Visserij en Staatssecretaris af te wijzen, omdat zij naar hun mening hebben gekozen voor de westelijke eilanden, door een verdeling die al in Madrid was aangebracht te wijzigen. Overeengekomen was de boten, in verhouding tot tonnage en lengte, in vergelijking met het gebruikelijke systeem van de laatste jaren, in te delen; jaren, waarin de boten gek werden om te vissen totdat het toegewezen quotum van 255 ton voor de hele Canarische Eilanden gevangen was.”
Volgens Cedrés, "voor een jaar dat men de dingen goed doet, en men een billijke verdeling vastgesteld, per boot, zodat iedereen het recht heeft op hun deel, zowel de grote jongens als de kleine; in plaats van degenen die het meest en het hardst rennen en alles nemen; hebben de politieke leiders van de Canarische Regering nu, en zonder waarschuwing, het veranderd.,”
Voor de woordvoerder van de sector: "helpt de genomen beslissing de eilanden van de provincie Tenerife, omdat tonijn altijd dit deel van de Oceaan binnengaat en het de schepen zijn van deze eilanden die alles wegvangen, in plaats van eerlijke criteria vast te stellen van distributie, per boot, zodat iedereen toegang heeft tot de vis.”
De woordvoerder van de tonijnvissers beklaagt zich erover, “dat de kleine boten van Lanzarote en Fuerteventura worden gestraft, omdat ze geen toestemming hebben om toegang te krijgen tot de oostelijke eilanden, en ook de prijs van diesel dermate stijgt, dat het onmogelijk is om dit type vangst te kiezen. De sector is ‘woedend’ en waarschuwt dat men niet stil zal staan.
De Canarische vissersvloot vangt in een dag
10% van de cuota aan atún rojo
(Thunnus thynnus - atún azul = Blauwvintonijn)
CANARISCHE EILANDEN - Goede Vrijdag 30 maart 2018 - Het visseizoen voor blauwvintonijn op de Canarische Eilanden is op maandag 26 maart 2018 begonnen en als alles volgens plan verloopt, zal het over een paar dagen eindigen.
De voorzitter van de Federación Regional de Cofradías de Pesca (Deelstaatfederatie van Vissersgilden), Fernando Gutiérrez, noemde op Witte Donderdag 28 maart 2018 tussen de 20 en 25 ton aan vangsten van de eerste dag, wat neerkomt op ongeveer 10% van de 255 ton die aan de eilandvloot is toegewezen.
De Canarische vloot vist in één dag 10% van het quotum atún rojo
(Thunnus thynnus - atún azul = Blauwvintonijn)
Atún rojo (blauwvintonijn) in Mogán.
Dit resultaat is behaald ondanks het feit dat een groot deel van de boten, vooral de kleinere, vanwege de weersomstandigheden niet aan het werk konden gaan. De tijd zal precies afhangen van de totale duur van de campagne, die volgens Gutiérrez ‘twee of drie weken’ is.
Het systeem dat is gebruikt voor de campagne heeft de klachten gewekt van de cofradías de pescadores (vissersgilden) van Las Palmas, die voor elke boot quota hadden bepleit. Tenslotte is de olympische visserij gekozen - alle boten varen uit totdat het totale quotum is opgebruikt.
De voorzitter van de Federación Regional (Regionale Federatie) heeft op Witte Donderdag 29 maart 2018 opgeroepen, “om de chip te veranderen en te werken voor ‘solidariteit’ en ‘eenheid’ van de sector.”
Ruim de helft van de vis die men consumeert
op de Eilanden heeft een illegale herkomst
Beroepsvissers en sportduikers laten hun verschillen in het Parlement zien, hoewel beide
maatregelen voorstellen tegen de heimelijke activiteit
CANARISCHE EILANDEN - zondag 25 maart 2018 - Beroepsvissers en sportduikers, twee groepen met grote verschillen maar gemeenschappelijke zorgen, hebben op vrijdag 23 maart 2018 in het Canarische Parlement hun mening gegeven over de realiteit van hun respectieve sectoren.
De kloof die beide groepen scheidt, is zeer duidelijk gebleken in de verschijningen voor de Landbouw Commissie, door de voorzitter van de Cofradías de Pescadores de Canarias (Canarische Federatie van Vissersgilden), Fernando Gutiérrez, en de vertegenwoordiger van de Asociación Canaria de Pescadores Submarinos Responsables (Canarische Vereniging van Verantwoordelijke Sportduikers) Héctor de Paz, die - ondanks de verschillen - hebben gewezen op een probleem dat beide treft, de stroperij , waarvan de omvang wordt onthuld met één enkel cijfer: 65% van de vis die op de Archipel wordt geconsumeerd is van illegale oorsprong.
Fernando Gutiérrez,
voorzitter van de cofradias (vissers-gilden).
Héctor de Paz,
vertegenwoordiger van de pesca submarina (sportduikers - onderwater-vissers).
Het cijfer is al begin 2017 aangedragen door het Ministerie van Landbouw naar aanleiding van een motie ingediend door Podemos, met de behoefte van een plan tegen stroperij, dat nog niet is gepresenteerd, zoals gisteren werd herinnerd door het parlementslid Francisco Déniz van de Woningpartij.
In zijn toespraak, de eerste die werd gehouden, stelde de voorzitter van de Federación de Cofradías (Federatie van Vissersgilden) de vorming voor van een parlementaire Commissie Visserij, om de wetgeving van de sector te herzien, die dateert uit 2003, en naar zijn mening, "praktisch stroperij legaliseert". Gutiérrez heeft opgeroepen tot een ‘rationalisering’ van de visserij en tot bewustwording van de burgerij over het belang ervan. "Overheidsfunctionarissen en een groot deel van de samenleving leven met hun rug naar zee toe," heeft hij gezegd.
Al snel werden de pijlen van de vertegenwoordiger van de cofradías tegen de pesca deportiva (sportvisserij) gericht. "Vissen met een geweer is echt jagen, we vragen dat de naam veranderd wordt."
Volgens Gutiérrez zijn er na een vrijetijdsaanbieding,” soms mensen die een groot bedrijf maken en zich inzetten voor de ‘illegale’` verkoop van vis aan bars en restaurants. Volgens hem moet onderwatervissen beperkt zijn tot twee dagen per week in bepaalde gebieden."
Op haar beurt begrijpt de sportvisserij, dat het zich niet de hele week kan ontwikkelen, maar is van mening "dat het een ‘ernstige onrechtvaardigheid’ is, dat alleen deze praktijk is toegestaan aan 20% van de kust, terwijl in de rest van Spanje deze gebiedsbeperking niet bestaat.
"We vragen alleen om gelijkheid met Spaanse sportvissers," heeft Hector de Paz uitgelegd.
De vertegenwoordiger van de Pescadores Submarinos Responsables (Canarische Vereniging van Verantwoordelijke Onderzeeër Vissers) heeft het Parlement gevraagd om te bemiddelen bij het Ministerie om het bevel dat de beperking van de ruimte vaststelt, in te trekken; en verzekert dat er onderzoeken zijn die bevestigen dat dit niet gerechtvaardigd is.
De Paz distantieerde de stropers sector met verschillende argumenten: De soorten van commercieel belang vallen niet samen met degenen die door de activiteit worden getroffen, ze verplaatsen zich op verschillende diepten en de sportvissers worden ‘tien keer minder gesanctioneerd."
De onderlinge tegenstellingen tussen de sectoren van de professionele en recreatieve visserij waren op vrijdag 23 maart 2018 grotendeels gericht op de parlementaire Landbouwcommissie, waarbij verschillende afgevaardigden de noodzaak hebben uitgesproken,” om een ‘vreedzame oplossing’ en een ‘samengaan"’tussen de twee te bevorderen.”
Maar het was niet de enige kwestie van de sessie: De verdeling van het quotum van atún azul (blauwvintonijn) door het Ministerie, leidde tot harde beschuldigingen door de voorzittrer van de Regionale Federatie van de Federación Regional de Cofradías de Pescadores (Vissersgilden), Fernando Gutiérrez, die sprak over ‘vermeende corruptie’ bij het Secretariaat-generaal van de Visserij, waarmee de groep zich naar het de Europese Hof van Justitie zal begeven.
"Ze hebben een vissersgilde aan de haak geslagen, wat de meest duurzame visserij ter wereld is, en de vissers van de Middellandse Zee als hun vrienden te bevoordelen," veroordeelde Gutierrez, die verwees naar de acties van het Ministerie als een ‘Staatsmisdrijf’ tegen ambachtelijke visserij.
In de verdeling van de vangsten van atún azul (blauwvintonijn )komt men voor de Canmarische vloot slechts 4% overeen, wat betekent dat Francisco Déniz, parlementslid van Podemos, heeft gezegd, dat een Mediterraan schip alles wat aan de Canarische Eilanden is toegewezen, kan vastleggen.".
Podemos - aanvrager van het verschijnen van Gutierrez , voor de Parrido Popular (PP) -beweert dat de Canarische Regering ‘geen mogelijkheden’ heeft om de belangen van de sector op de Archipel te behartigen.
Het Ministerie van Landbouw en Visserij heeft op vrijdag 23 maart 2018 aangekondigd, dat de blauwvintonijn-visserij op de visgronden van Canarias zal beginnen vanaf maandag 26 maarr 2018. Het toegewezen quotum bedraagt 255 ton, 35% meer dan in 2017.
Narvay Quintero.
Men vraagt het ontslag van Narvay Quintero
De Federación de Cofradías de Pescadores de Las Palmas (Vissersfederatie van de Provincie Las Palmas) heeft op vrijdag 23 maart 2018 het ontslag gevraagd van de minister van de Canarische Regering op dit vlak, Narvay Quintero, evenals van zijn staatssecretaris en algemeen directeur, die men beschuldigt van ‘onbevoegd heden’ en van het begaan van ‘onzin’ met de atún azul (blauwvintonijn).
In een verklaring aan de persmedia, heeft de voorzitter van de vissers van Las Palmas, Gabriel Jiménez, aangekondigd,” dat er een demonstratie wordt gehouden om de ‘ontevredenheid’ te tonen die de cofradias (broederschappen) van de provincie voelen voor de ‘politisering, manipulatie, en slechte kunsten,’ die men naar zijn mening gebruikt hij het Ministerie van Landbouw om met visserijboikot Santa Cruz de Tenerife te bevoordelen.
Schisma tussen de twee provincies
De cofradias (broederschappen) van de Oostelijke provincie bekritiseren ook de voorzitter van de Cofradías de Pescadores de Canarias (Canarische Federatie van Vissersgilden), Fernando Gutiérrez, wiens ‘gebrek aan voorbereiding’ op ambachtelijke visserijclaims van het Ministerie ‘heeft aangegrepen’.
Volgens de vissers van Las Palmas is Fernando Gutiérrez, die op vrijdag 23 maart 2018 is verschenen voor de Parlementaire Commissie om de situatie van de sector uit te leggen, “door de Canarische Regering ‘ingehuurd’ om industriële visserij te verdedigen, en heeft bovendien ‘ongerechtvaardigde subsidies ontvangen; en hij heeft geprofiteerd van verbeteringen in de haven van El Hierro.
Las Palmas gaat naar de Rechtbank
De Federatie van Las Palmas klaagt dat men twee jaar heeft gewacht om subsidies te ontvangen en dat het ‘onterecht’ uit de Adviesraad en de Raad van Bestuur van Puertos Canarios is verdreven, zodat het vice-raadslid, Carlos Domínguez, "Gutiérrez plaats inneemt;” een besluit dat werd tegengewerkt door de algemeen directeur van de Visserij, Orlando Umpiérrez.
De instantie heeft aangekondigd aan dat zij deze zaak voor de Rechtbank zal brengen.
‘Frontale aanval’, bij de verdeling van atún azul (blauwvintonijn)
Wat de blauwvintonijn-visserij betreft, heeft Jiménez benadrukt dat de industriële vaartuigen van Tenerife de voorkeur hebben gekregen boven het handwerk van Las Palmas, dat men zal zien hoe de quota opraken wanneer ze beginnen te vissen, omdat deze vis langs de Westelijke eilanden binnenkomt en omdat de vissersboten van deze provincie van grotere capaciteit zijn,,” waarschuwen de cofradias (broederschappen)
Vanuit de Cofradia (Broederschap) van Las Palmas wordt aangenomen, “dat er een ‘frontale aanval’ is geweest, met name naar Lanzarote en Gran Canaria, ten gunste van Santa Cruz de Tenerife, omdat het ministerie ‘de overhand’ heeft gehad voor enkelen met grotere economische belangen, behorend tot de eilanden die het meest op hen stemmen."
De Canarische vissers brengen de Spaanse Staat voor het Europese Gerechtshof vanwege
de atún rojo (blauwvintonijn)
De sector verzekert dat de Spaanse Regering haar eigen wet overtreedt door de vangsten te beperken tot 255 ton
CANARISCHE EILANDEN - vrijdag 16 maart 2018 - De vissers van de Archipel hebben op woensdag 14 maart 2018 aangekondigd dat zij een aangifte tegen het Ministerie van Landbouw en Visserij, Voeding en Leefmilieu, van minister Isabel García Tejerina, voorbereiden; voor het overtreden van de Communautaire richtlijnen voor de verdeling van de vangstquota van atún rojo (blauwvintonijn), die voor de ambachtelijke vloot van Canarias een schamele 1,2104%, nauwelijks 255 ton, van de aan Spanje toegekende hoeveelheid reserveert.
"We hebben geen ander alternatief dan het Ministerie naar de Europese Justitie te brengen," verklaarde de president van de Federación Regional de Cofradías de Pescadores de Canarias, (Regionale Federatie van Vissers-organisaties van de Canarische Eilanden), heeft Fernando Gutiérrez gezegd; die heeft benadrukt , dat de Spaanse Regering niet alleen haar eigen criteria schendt (economisch, historisch, en milieutechnisch) door het deel betreffende de Deelstaat tot het toegezegde minimum te beperken, maar dat het ook in tegenspraak is met de twee supranationale voorschriften die het recht van de ambachtelijke vloot bevestigt op een quotum dat ten minste gelijkwaardig is aan het potentieel ervan.
Een tonijn-vissersboot, in de haven van Los Christianos (Tenerife)
Gutiérrez heeft, al met al, echter de deur op een kier opengelaten voor een politieke oplossing van het conflict, wat zou kunnen voorkomen dat een sinds 2006 geopende controverse wordt vervolgd, toen de activiteit in de Middellandse Zee van arrastreros (boten die vissen met een groot sleepnetwerk) gedwongen werd tot een herordening van de activiteit ook in het Atlantische gebied dat de Canarische vloot beïnvloedt.
Voor die politieke oplossing heeft Gutiérrez opgeroepen tot een grotere betrokkenheid van Canarische politici, vooral degenen met verantwoordelijkheden in de Cortes (de Tweede Kamer - van het Spaanse Parlement).
Specifiek erkent de vertegenwoordiger van de vissers van de regio, dat zowel Ana Oramas, van Coalición Canarias (CC), evenals Pedro Quevedo van Nueva Canarias (NC), "iets hebben gedaan", hoewel dat echter, "niet genoeg was.. In die zin - en gezien het feit dat de stemmen van beide parlementsleden essentieel zouden zijn voor een eventuele stemming om de algemene begrotingen van de Spaanse Staat uit te voeren - hoopt Gutiérrez dat zij een verhoging van het quotum van de vangsten tot 800 ton bereiken in de onderhandelingen met de Partido Popular (PP); 800 ton, die volgens de Canarische visserij redelijk zijn in overeenstemming met de bijzonderheden en het potentieel van de sector op de Archipel.
Gutiérrez is tijdens de aankondiging van de rechtszaken die men in Brussel wil ondernemen, vergezeld door de professor in de Economische Geschiedenis aan de Universiteit van La Laguna (ULL) Álvaro Díaz, die heeft uitgelegd dat er al drie studies zijn geschreven, die vanuit verschillende invalshoeken de naleving door de Canarische ambachtelijke vloot van die economische- , historische- en milieucriteria bevestigen, op basis waarvan het Ministerie, althans in theorie, vaststelt welk quotum overeenkomt met elke vloot.
Díaz heeft zich verdiept zich in deze werken en heeft gedetailleerd beschreven dat de moderne visserij- laten we zeggen - al in 1830 op de Archipel van start is gegaan, wat het historische karakter van de sector rechtvaardigt, waarvan de milieu-uitwerking aanzienlijk minder is dan die van bijvoorbeeld trawlers,. "Een man, een vishaak, ik denk niet dat er iets is wat duurzamer is dan dat," heeft de voorzitter van de Federación Regional de Cofradías (Federatie van Vissersgilden) gezegd.
In ieder geval, ondanks de vangst van de atyúm rojo (blauwvintonijn) in de Canarische kust, kwamen ze tot een volume van tussen de 20 en 40% van het nationale totaal, de 1,2% van de eilandbewoners vissers in 200 toegewezen aannemen boten waarvan de activiteit afhangt van ongeveer duizend gezinnen, zijn buitengewoon ver verwijderd van de meer dan 22% die zullen genieten van de voerboot-vloot van de Golf van Biskaje en het noordwesten, van praktisch 28% van de val (tussen twee boten strekt een netwerk zich uit vangsten), of bijna 30% van de zegen-vissers in de Middellandse Zee. Allemaal met veel hoger dan het momenteel is toegewezen aan de Canarische ambachtelijke vloot quota. Bovendien, de vissers begrijpen dat van de in de ontwerp-resolutie die de jaarlijkse verdeling, dat wil zeggen zal stellen, vermeldt dezelfde criteria, ondanks dat het niet is gerespecteerd, in zijn visie, de milieucriteria en stimulansen van de communautaire wetgeving voor artisanale of lage impact vissen, naar de eilanden "zou een quotum van 564,98 ton worden", bijna twee keer zo bepaald.
In ieder geval, en ondanks de vangst van blauwvintonijn bij de Canarische kust, kwamen ze tot een volume van tussen de 20 en 40% van het Spaanse totaal, de 1,2% die is toegewezen aan Canarische vissers, die vissen met 200 boten en van welke de activiteit ongeveer duizend gezinnen afhankelijk zijn, wat buitengewoon ver verwijderd is van de meer dan 22% die genieten van de vloot met levend aas in de Golf van Biskaje en het Noordwesten, praktisch 28% van de locaties waar men de vis vangt en de tonijn verwerkt (tussen twee boten strekt een visnet zich uit voor de vangsten), of bijna 30% van de vissersvloot in de Middellandse Zee. Allemaal met veel hoger quota dan wat momenteel is toegewezen aan de Canarische ambachtelijke vloot. Bovendien begrijpen de vissers dat vanuit de ontwerp-resolutie van de jaarlijkse verdeling, dat wil zeggen dezelfde criteria, desondanks niet gerespecteerd zijn, in hun visie, en dat de milieucriteria en stimulansen van de communautaire wetgeving voor beroeps- of beperkte visserij, bij de eilanden, "een quotum zou worden van 564,98 ton ", bijna twee keer zoveel als wat is bepaald.
Financiële uitwerking
De professor van de ULL heeft erop gewezen dat het lossen van een ton blauwvintonijn een bedrijf ongeveer €3.000,= oplevert, zodat het verschil tussen de 255 ton die de Canario’s hebben en de 800 die zij eisen, zes miljoen euro is, of wat hetzelfde is: Het verplaatsen van een bedrijfsomzet van vijf miljoen naar een andere van 11 miljoen euro.
"Wie krijgt die zes miljoen euro? Ze voldoen niet aan de wet, zij vervullen hun eigen economische,- historische- en milieu-eisen.
Dit is de laatste strohalm, omdat de criteria door hen worden bepaald en vervolgens worden ze niet gehaald," heeft Álvaro Díaz aangegeven.
In het verlengde van het bovenstaande heeft Fernando Gutiérrez gezegd, “dat deze ongelijke verdeling te wijten is aan de ‘druk’ van grote bedrijven met belangen in de visserij, druk,” zo beweerde hij, “die de autoriteiten ertoe bracht het zwakste deel van de verbinding te verwijderen, dat wil zeggen: Voor ambachtelijke vissers, wier associatieve weefsel kwetsbaar is, zo niet onbestaand, en daarom ook hun vermogen om te mobiliseren en te protesteren.”
Canarias kritiseert
dat men de eilandvloot discrimineert
in de verdeling van de vangstquota van de
Thunnus thynnus (atún rojo) (blauwvintonijn)
CANARISCHE EILANDEN - vrijdag 1 december 2017 - Narvay Quintero bevestigt, “dat de aankondiging op 10 november 2017 door de Spaanse Regering, van een toename tot 8% voor het totaal van Spanje, niet is gerespecteerd voor Canarische vissers."
De minister van Visserij, Narvay Quintero, van de Canarische Regering heeft op maandag 27 november 2017 gekritiseerd dat de Spaanse Regering de vissers van de Archipel opnieuw discrimineert als het gaat om het verdelen van het quotum van blauwvintonijn onder de verschillende vloten van het land.
Quintero heeft opgemerkt,“ dat men een lineaire stijging niet voor iedereen gelijk kan t toepassen wanneer Canarische vissers deel uitmaken van de specifieke telling van de vloot die bevoegd is om sinds 2014 op blauwvintonijn te vissen."
Op maandag 27 november heeft het Mapama (Ministerie van Agricultuur.en Milieuzaken) de Deelstaten en de sector geïnformeerd, dat de projectie van de distributiecriteria die enkele dagen eerder in de Conservación de la Cuota del Atún Atlántico (ICCAT) (Internationale Commissie voor het Behoud van het Atlantische Tonijnquota), die in Marokko heeft plaatsgevonden, is goedgekeurd, en een verhoging betekent, lineair van de vangstquota van deze soort van 18% voor 2018, "wat het quotum voor Canarische vissers op iets meer dan 200 ton zou handhaven," heeft Quintero benadrukt.
"Deze 200 ton zou betekenen dat de vissers van de Eilanden nog steeds worden gediscrimineerd tegenover de rest van de vloten die deel uitmaken van de specifieke telling", heeft de minister gezegd, en deze vloten, plus die van de Canarische eilanden, zijn de vloot met levend aas in de Golf van Biskaje, en van de vissers in het Estrecho (Nauw van Gibraltar), die vallen onder mediterrane rooilijn.
Quintero heeft aangegeven, "dat de aankondiging die het Mapama (Ministerie van Agricultuur.en Milieuzaken) op 10 november 2017 heeft gedaan van een toename tot 8% van het totaal van Spanje voor Canarische vissers, niet eens werd gerespecteerd, hetgeen, hoewel onvoldoende, het totaal van de vangsten op 400 ton had kunnen brengen, bijna het dubbele van wat men uiteindelijk heeft voorgesteld.”
Het minister heeft laten weten dat ongeveer duizend vissers van de Canarische eilanden economisch afhankelijk zijn van tonijn, waaronder de blauwvintonijn die, op de eilanden, “wordt gevist op volwassen leeftijd, wanneer de uitwerking voor het behoud van de soort veel kleiner is, want meerdere keren uitgezet, bestaat er geen risico dat zijn reproductiecapaciteit vermindert.”
Narvay Quintero heeft herhaald, “dat et wetenschappelijke rapporten zijn die dit verzoek steunen om het quotum voor de Canarische vloot, die voornamelijk ambachtelijk is, te verhogen."
De walvisindustrie 240 jaar geleden bij Canarias
CANARISCHE EILANDEN - zondag 1 oktober 2017 - Ondernemers op de eilanden traden toe tot deze markt, die belangrijk was voor het produceren van energie met olie.
De Real Sociedad Económica de Gran Canaria (Canarische Koninklijke Economische Maatschappij) bevorderde deze activiteit vanwege het grote aantal walvissen dat de eilanden passeerde.
Het lijkt misschien vreemd om de Canarische Eilanden te verbinden met de ongelukkige walvisvangst; maar deze activiteit is aangemoedigd en was, opvallende genoeg, een van de eerste die Tenerife en Gran Canaria verenigde, hoewel dit al vele jaren geleden was: anno 2017 iets meer dan 230 jaar.
Walvisvangst.
De geschiedschrijver Viera y Clavijo merkt al een verwijzing op in zijn zogenoemde ‘Historia General de las islas Canarias’, in 1778, dat de Real Sociedad Económica de Amigos van Canarias het aanmoedigde: “Om de visserij op de eilanden te bevorderen, heeft men in mei van dat jaar zich ingezet aan de kust van Arguineguín om twee walvissen te vangen, met touwen in allerlei bochten, maar de walvissen slaagden er in om, zwaar gewond, te ontsnappen.”
Zeker is, dat het nog een aantal decennia duurde zodat men dit met meer vastbeslotenheid kon doen.
Hoe?
Het gebeurde met de komst van de nieuwe commandant-generaal, Miguel de la Grúa Talamanca de Carini, markies van Branciforte. Het commando, wat eerder belastend en inlevend was, zette zich snel in contact met de wijnhandelaren van het eiland, wat vrij normaal was, daar de militaire commandanten en handelaren altijd hand in hand gaan.
Zijn relatie met de Portugese Bernardo Cólogan Valois was betekenisvol omdat in 1784 beide vastbesloten waren om een walvisvaartbedrijf te vestigen met hoofdkantoor op zowel Tenerife als op Gran Canaria. Het bedrijf van Bernardo en zijn broer Juan handelde met Noord-Amerika, waar het wijnen naar toe stuurde en van waaruit zij - door middel van uitwisseling - dingen van Amerikaanse makelij brachten.
Walvisolie om licht te maken
Uiteraard bracht deze handel hen in contact met veel kapiteins van Philadelphia, New York, en zelfs met die van de meer noordelijk gelegen havens zoals Halifax en Montreal. Met deze handelsreizen vervoerde men op de Eilanden gevraagde producten, zoals: kabeljauw, granen, en zelfs walvis-sperma.
Destijds waren de aankopen van aceite de ballena (walvisolie, esperma = walvissperma) in Nantucket en Massachusetts aanzienlijk, omdat deze olie de enige brandstof was om de nacht te verlichten.
Portret van de Markies van Branciforte, geschilderd in 1798 in Mexico.
Die visserij
In de brief van de markies van Branciforte aan Bernardo Cólogan Valois - Tenerife, 15 oktober 1785 - wordt opgemerkt: “Monsieur Cólogan, ik heb Uwe Genade op de hoogte gebracht van de ontvangst van de brieven die u mij voor de betreffende de walvisvangst heeft gestuurd; en voor de rest, zal ik nog een keer antwoorden. Nu ben ik dingen aan het samenstellen zodat mijn arme mensen het Hospicio (Gasthuis) kunnen binnengaan op de eerste dag van het jaar; precies, een van de artikelen die ik nodig heb zijn lakens, waarvan ik zou willen dat deze van Brin zijn, met een zodanige breedte, dat een gevouwen laken zou kunnen dienen voor elk bed.”
Wie waren de eigenaren van de nieuw maatschappij? De 71 aandelen die men uitgaf, waren uitgeschreven aan deelnemers, onder andere aan: de Compañía Juan Cólogan e Hijos, de markies van de Branciforte zelf, en ook aan Gremio de Mareantes de Canari; want, het was vanaf Gran Canaria dat de eerste walvisexpedities plaatsvonden.
In een van zijn brieven geeft de markies van Branciforte aan Bernardo Cólogan Valois aan: Tenerife, 20 december 1785 - “El gremio de mareantes de la Ysla de Canaria heeft me drie aandelen aangeboden voor de walvisvisserij zoals Vuestra Merced (Uwe Genade) kan zien in de kopie van een brief die ik hierbij insluit. En alhoewel we misschien moeten handelen volgens de zorgvuldige berekeningen, moet ik ze zo veel toegeven om het praktische genot van de zee, dat we zo nodig hebben om een gelukkige bijdrage te leveren aan de mensen op het moment van de operaties.”
De brief van Juan Cólogan Valois vanuit Londen aan zijn partners in 1789 op Gran Canaria.
Het idee
Van 1784 tot 1789, probeerden zowel Branciforte als Cólogan de walvis-vaart te bevorderen en - omdat deze handel helemaal niet op Canarias aanwezig was - was het eerste waar men zich druk over maakte, een schip voor dat doel over te brengen. In een andere brief - die van oktober 1775 - merkt hij op, “dat in deze Haven het op La Palma gebouwde fregat Nuestra Santísima Trinidad ligt, dat me adequaat lijkt voor het project in het geval het nodig is een schip van dezelfde aard te laten varen, omdat het altijd beter is dan de voorkeur voor La Nación, temeer daar het voor minder kosten kan vertrekken in vergelijking met de buitenlandse; inclusief voor Vuestra Merced (Uwe Genade) een dergelijke maandelijkse kostenpost van het genoemde Fregat naast de Schip waarmee ik, goed weergegeven, me inzet voor uw doel teneinde te voorzien en te beschikken over uw kapitein wat zoals eerder gemakshalve is voorgesteld in het Ynforme de Canaria en wat hun genoemde Afgevaardigden doen, verwacht ik uw antwoord en blijf zoals altijd u toegenegen,” is toegevoegd aan een tekst van de markies van Branciforte aan Bernardo Cólogan Valois, Tenerife, 22 augustus 1785.
Nantucket
Na het betrekken van de ondernemers van Gran Canaria, en debatteren over welke de meest geschikte boot zou zijn, werd er op voorstel van Bernardo een verworven, omdat hij de meest geschikte contacten had. Eind 1787 kocht men in Nantucket, de wieg van de Amerikaanse walvisindustrie, ‘Kaptein David Sqiier’ een walvis barkentijn, die men nadien omdoopte tot ‘Marquis de Branciforte’, ter ere van de comandante general (opperbevelhebber).
Men kocht gereedschappen en gebruiksvoorwerpen, zoals harpoenen, boten werden gemaakt om walvisachtigen aan te pakken, containers werden gekocht in de vorm van pijpen en vaten, “voor het opslaan van vet, evenals ketels gemaakt van koperen platen om het te smelten, evenals een groot aantal kleine dingen voor het uitrusten van een praktische walvisindustrie. Ik hoop dat het hout en de boten snel klaar zijn, net zoals Uwe Genade Grace mij zegt dat de ketels gemaakt zijn van de koperen platen die in deze haven zijn. "
Risico
Vanwege gebrek aan kennis van de handel, moesten naast boten en gebruiksvoorwerpen de noodzakelijke maritieme deskundigen naar de eilanden komen voor een dergelijk ongekend avontuur. "Ik ben voorzichtig met geen enkel nieuws over de gereedschappen voor de visserij, en men zal mij antwoord geven, als hij er iets aan heeft; want het zou voelen als het op tijd komen voor het gebruik ervan, en door gebrek eraan zou de geplande poging gefrustreerd zijn; ook zegt Vuestra Merced (Uwe Genade) dat er al geschreven is over de komst van twee Hamburgueses, want u weet heel goed dat de tijd onbetwistbaar is en we daar voordeel van moeten hebben,” zo wordt aangegeven in een van de brieven.
Pech
Zo is, halverwege Tenerife en Gran Canaria, helaas een handel gelanceerd onder toezicht van de militaire en bijna politieke leider van de Canarische Eilanden, en na twee jaar van pogingen met verschillende vaarten op zoek naar de verlangde walvisachtigen, leverde de barkentijn ‘Marqués de Branciforte’ niet de verwachte resultaten en het schip eindigde met de inzet voor het gebruik van het vervoer van troepen en vracht, tot aan het vangen, door de Fransen, in 1814.
De ondernemers die deelnamen waren niet tevreden, ze kregen niet de verwachte economische opbrengst en de zaak raakte langzaam aan in de vergetelheid. Tenslotte bleven de eilanden als blote toeschouwers in een bedrijf dat in de volgende eeuw enorm succesvol was, waardoor een fortuin in Noord-Amerika en de landen van Noord-Europa werd genoten. Veel van deze walvisvaarders legden aan op de eilanden op weg naar de zuidelijke zeeën. De poging diende tenminste om het Canarische initiatief, voldoende betrouwbaar in die jaren, aan te duiden.
De vissersvloot van Mogán
heeft de campagne van 2017 afgesloten
met de vangst van 26.000 kilo aan
atún rojo (blauwvintonijn)
De vissers hebben opnieuw benadrukt, dat ze ontevreden zijn over de wijze van het beheren van de vangstquota door het Ministerie van Landbouw en Visserij, van de Spaanse Regering
MOGÁN - dinsdag 6 juni 2017 - De secretarissen van de beide Cofradías (vissersgilden-visafslag) in de havens van Mogán hebben laten weten dat de campagne van 2017 de vangst van atún rojo (Thunnus thynnus = blauwvintonijn) heeft opgeleverd van 26.000 kilo. Dit veronderstelt, dat het gemiddelde gewicht van deze zee-reuzen 250 kilo bedraagt, hoewel vastgesteld is dat menig exemplaar 350 weegt.
Zie: https://nl.wikipedia.org/wiki/Blauwvintonijn)
Op 26 mei 2017 heeft men de definitieve sluiting verordonneert van het vissen op atún rojo (blauwvintonijn) voor de ambachtelijke visserijvloot van Canarias. Aldus hebben de schepen van de Archipel twee maanden de tijd gehad, voor het vangen van het aan hen toegekende quotum van 188 ton.
De beide Cofradía (Vissersgilden) in de gemeente Mogán noemen de campagne van 2017 goed; ze schatten dat - met een prijs van gemiddeld €7,= per kilo atún rojo (Thunnus thynnus= blauwvistonijn) - de campagne van 2017 in totaal ongeveer €182.000,= aan inkomsten heeft opgeleverd.
De 25 geautoriseerde schepen van de Cofradía de Arguineguín (het Vissergilde van Arguineguín ) hebben 74 exemplaren van de zo gewaardeerde atún rojo (blauwvistonijn) gevangen met in totaal een gewicht van 19.215 kilo.
Op hun beurt hebben de negen schepen van de Cofradía de Playa de Mogán (Het Vissersgilde van Playa de Mogán) 32 gevangen exemplaren de haven binnengebracht met een gewicht van in totaal 7.110 kilo.
Ontevredenheid
De vissers hebben opnieuw benadrukt, dat ze ontevreden zijn over de wijze van het beheren van de vangstquota door het Ministerie van Landbouw en Visserij, van de Spaanse Regering, omdat men de visserij op de atún rojo (blauwvis tonijn) in 2017 tot drie keer toe gesloten heeft.
Aldus heeft men op de werkdagen gedurende de twee maanden die zijn verstreken vanaf de opening van de campagne voor het vissen op de atún rojo (blauwvis tonijn) - op 20 maart – amper een dozijn kunnen vangen. Daarom hebben de zeelieden van de Cofradías (Vissers giden) een brief gestuurd aan het Ministerie van Visserij.
Atún rojo (Thunnus thynnus = blauwvintonijn)
De wethouder van Visserij, Artemi Artiles, heeft namens de Gemeente Mogán aan het Ministerie laten weten, “de visserijsector van de gemeente te steunen in hun eis tot verhoging van het vis quotum voor atún rojo (blauwvis tonijn) voor de toekomstige campagnes, omdat in de campagne van 2017 aan Canarias slechts 188 ton is toegekend van de ruim 4.200 ton die zijn toegekend aan het nationale territorium van Spanje”.
Feria del Atún de Mogán
Artiles concludeert met te benadrukken, “dat we vanuit het Gemeentebestuur als doel hebben de gastronomie en de lokale producten te versterken, en we - daarom – gedurende de maand augustus de eerste editie zullen houden van de Feria del Atún de Mogán, een evenement waarbij we de steun verwachten van de bevolking van Gran Canaria met het consumeren van een van de producten met de hoogste kwaliteit, die passeren door onze wateren, zoals de tonijn is.”
Video van de Guardia Civil:
Vijf illegale nasas (visfuiken) in beslag genomen nabij de haven van Arrecife
· Tot nu toe in 2017 heeft de Guardia Civil uit de wateren van Lanzarote in totaal 15 illegale nasas (visfuiken) en drie illegale trasmallos (kieuwnetten) in beslag genomen, voornamelijk ten oosten van het eiland, en op de Chinijo-Archipel
(zie: https://nl.wikivoyage.org/wiki/Chinijo-archipel)
· Men heeft niet voldaan aan de wetgeving die is vervat in de Verordening AAA/2536/2015, van 30 de november, van het Ministerie van Landbouw, Levensmiddelen en Milieuzaken.
· De medewerking van de burgerij was fundamenteel.
LANZAROTE - woensdag 31 mei 2017 - Rechercheurs van het Maritieme Detachement van Fuerteventura hebben op 28 mei 2017 vijf visserij-kooien, of nasas (visfuiken) in beslag genomen van grote afmetingen en zonder enige identificatie, in de nabijheid van het Islote de la Fermina (Arrecife), aan de kust van het eiland Lanzarote, welke niet voldeden aan de verschillende wettelijke voorschriften, zoals het ontbreken van de voorgeschreven bebakening.
De medewerking van de burgerij was fundamenteel bij het aantreffen van deze nasas (visfuiken), want het waren vissers uit het gebied die het Departement van Milieuzaken van de Gemeente Arrecife gewaarschuwd hebben over de genoemde situatie, en waaraan vervolgens is deelgenomen door de Guardia Civil.
VIDEO:
https://youtu.be/3J6o6xBQuHs
De Guardia Civil beschikt over een E Mail-adres, sugerencias@guardiacivil.org, waarvan het doel algemene dienstverlening aan de burgers is, en ook het verstrekken van een kanaal om informatie te ontvangen over zaken die kunnen leiden tot het starten van een onderzoek.
Momenteel is het gebruik van nasas (visfuiken) geregeld in de genoemde Verordening - concreet in Artikel 12 en 13- en bij Koninklijk Besluit 182/20023, van 21 december - Artikel 25 - dat het Reglamento de la Ley de Pesca de Canarias vaststelt; die wettelijke normen bevatten van een serie beschikkingen, zoals de regulering van identificatie-plaquettes op de nasas (visfuiken) en de minimale diepte waar die geplaatst moeten zijn, evenals de afbakening daarvan en de toegestane boeien.
Zodoende is op 28 mei 2017 aan boord van de patrouilleboot ‘Canal Bocayna’, de Recherche van het Maritieme Detachement van Fuerteventura, met duikers overgegaan tot het opsporen van de nasas (visfuiken) in samenwerking met de Guardia Civil.
Eenmaal de nasas (visfuiken) gelokaliseerd hebbend, is men overgegaan tot het optakelen uit het water met de - door de Canarische Regering (Directoraat-generaal Visserij) - aan boord van de patrouilleboten geïnstalleerde hijskranen, omdat de visfuiken van grote afmetingen waren, met een doorsnede van meer dan vijf meter.
Het heimelijk gebruik van nasas (visfuiken) aan de kust kan overheidsboetes opleveren van maximaal €60.000;=, op grond van Hoofdstuk V van de Wet 3/2001, van 26 maart, van de Maritieme Visserij van de Staat.
Alle in beslag genomen nasas (visfuiken ) zijn aan land gebracht, waar ze zijn overgedragen aan het Staatssecretariaat van Visserij en Landbouw, van de Canarische Regering, om nadien vernietigd te worden door de Guardia Civil.
Gearresteerd met 2 kilo beschermde lapas
op Fuerteventura
LA OLIVA - maandag 17 oktober 2016 - De Patrulla Fiscal y de Fronteras (PAFIF)(Douane-afdeling) van de Guardia Civil heeft tijdens een verscherpte controle op de beschermde soorten van het Fuerteventura twee kilogram lapas als beschermde soort in beslag genomen, het gaat om ruim 150 exemplaren van de Patella Piperata, bekend als ‘lapa Curvina’(paraplu-slak).
Daarbij is op 9 oktober 2016 een persoon met de initialen H.M.R. gearresteerd, die afkomstig is van de kust bij Tindaya (gemeente La Oliva), terwijl hij in zijn rugzak 2 kilo lapas vervoerde die tot een beschermde soort horen, waarvan de vangst is verboden als zij nog niet de minimum afmeting hebben bereikt.
Overtreding en proces verbaal
Om 11:30 uur op 9 oktober 2016 is men overgegaan tot inbeslagname van de exemplaren - die levend konden worden teruggezet in zee- en heeft men het betreffende proces vcrbaal opgemaakt voor de persoon in kwestie vanwege een overtreding op de Canarische Visserijwet 17/203, dat naar het Ministerie van Visserij is gestuurd van de Canarische Regering.
Het zijn de akkoorden tussen het Canarische Ministerie van Visserij en het Cabildo (Eilandbestuur) van Fuerteventura in de beschermingsmaatregelen (Verordening van 20 mei over schelpdieren plukken op Canarias van beschermde soorten), met name de ‘Patella Candei’, bekend als ‘Lapa Majorera’ - die op het punt staat uit te sterven - wat heeft geleid tot de intensivering van de inbeslagname van deze soort, omdat men de schelpdieren-inkomsten van het eiland wil beschermen, die aanzienlijk zijn gedecimeerd.
Een dergelijke overtreding kan diverse boetes opleveren, zowel financieel, als een verbod op het uitoefenen, of het ontwikkelen van visserij-activiteiten, of schelpdieren-plukken, overeenkomstig Artikel 75 van de genoemde Wet.
De cofradías de pescadores van Canarias
krijgen €400.000 subsidie
CANARISCHE EILANDEN - maandag 5 september 2016 - De Canarische Regering heeft het verzoek om subsidie toegekend aan de cofradías de pescadores (vissersverenigingen), hun bonden en visserij-coöperaties , waardoor ze €400.000,= zullen ontvangen als steun die verdeeld zal worden over 25 entiteiten op de Archipel.
In een communiqué heeft het Ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij uiteengezet, dat het doel van dezer fondsen, het steunen is van deze groeperingen in de bekostiging van de onkosten, welke de diensten die de vissers op de Archipel verlenen met zich meebrengen: met het doel, dat ze door kunnen gaan met het ontwikkelen van hun sociale functie.
De Deelstaat Canarias telt 25 cofradías (visafslagen) , een regionale Federatie, en twee provinciale, die gevormd worden door al die cofradías die vrijwillig hun inschrijving hebben gevraagd en eveneens handelen tegenover de Overheid als vertegenwoordigende organen van de cofradías.
Het Cabildo neemt de studie ter hand
over het effect van
nasas (visfuiken) op het Eiland
GRAN CANARIA - dinsdag 15 maart 2016 - Ministerie van Milieuzaken dat tot 2019 in de beroepsvisserij van Gran Canaria het gebruik heeft beperkt tot maximaal 75 nasas (visfuiken) per schip, en voorziet dit te beperken tot 30, krijgt te maken met een heroverweging door het Cabildo (Eilandbestuur) met een wetenschappelijke studie over de werkelijke uitwerking van deze vorm van hulpmiddelen voor de kustvissers. Het contract is opgesteld.
De wetenschappelijke studie - zonder dat men langer dan na 1 januari 2019 het werken toestaat met 75 nasas (visfuiken) per schip in de beroepsvisserij welke men verricht langs de eilandkust - zal worden gefinancierd door het Cabildo (Eilandbestuur).
Het Ministerie van de Primaire Sector heeft besloten de uitdaging aan te gaan en heeft het groene licht verkregen van de Ministerraad van het Cabildo (Eilandbestuur) voor de aanbesteding van het contract.
Nasas (visfuiken) in Puerto de Las Nieves, de haven van Agaete.
Puerto de Las Nieves, Agaete.
Het project Nasa Sostenible (Duurzame Visfuik) beantwoordt aan de verordening van het Ministerie van Milieuzaken dat in december 2015 is afgeweken van de vorige regels voor vistuig en visserijmethoden van de Eilanden en heeft ander regels opgesteld.
Het maximale aantal nasas (visfuiken) per schip heeft men op Gran Canaria beperkt tot 75 en men zal dit in 2019 verlagen tot 30, als het Spaanse Instituut voor Oceanografie voordien niet de studies heeft gewaardeerd welke men kan presenteren voor het handhaven van het eerstgenoemde aantal.
De minister van de Primaire Sector, Miguel Hidalgo, benadrukt, “dat het Cabildo (Eilandbestuur) streeft naar het doen van een studie welke men zal moeten hebben verricht vóór de goedkeuring van de ministeriële verordening.”
Hidalgo verwacht dat het doel is, eerdere gegevens aan te vullen over het werkelijke effect van de nasas (visfuiken) op de eilandkust en de mogelijk correctief verbeterende technologieën te waarderen.
De studie zal minstens een kalenderjaar in beslag gaan nemen, waarin men een oceanografische zomer en winter zal opnemen, waardoor de termijn voor de uitvoering ervan zich zal uitstrekken tot de duur van 18 maanden, concreet van 1 juni 2016 tot 30 november 2017.
Het goedgekeurde voorstel legt uit, “dat het ontbreekt aan technisch-wetenschappelijke informatie welke het mogelijk maakt, het gebruik van nasas (visfuiken ) te beoordelen langs de kust van Gran Canaria, als duurzame methode voor de instandhouding van de visbestanden.” De goedgekeurde kosten bedragen €100.000,=; waarvan €60.000,= voor rekening komt van de begroting van 2016, en de rest voor het boekjaar 2017.
CC vraagt aan Tejerina uitleg over
de ‘atropello’ (‘aanvaring’) met de vissers,
vanwege de atún rojo (blauwvintonijn)
CANARISCHE EILANDEN - Ana Oramas, afgevaardigde van Coalición Canaria (CC) in het Congreso (de Tweede Kamer), heeft een petitie ingediend, opdat de minister van Landbouw, Levensmiddelen en Milieu, Isabel García Tejerina, informeert over de ‘atropello (‘botsing’”) met de Canarische vissers met de toekenning van de vangstquota voor atún rojo (blauwvintonijn).
Ana Oramas heeft uitgelegd dat zij al el een petitie heeft ingediend over deze kwestie, en dat ze er nog een zal indienen op maandag 8 februari 2016, nadat men kennis heeft genomen van de “onrechtvaardigheid’ die is begaan met dit collectief, door het vangstquotum uit te breiden met slechts 40 ton tegenover het verlangde vangstquotum van 570 ton.
Isabel versus Ana.
Oramas betuigt haar steun aan de vissers en benadrukt, dat zij zal werken met de Canarische Regering, in het bereiken bij de instanties dat het nodig zal zijn dat men een vergissing zal herstellen die, nog meer, de noodsituatie kan doen toenemen waarin de ambachtelijke vissersvloot zich bevindt.
Oramas kritiseert bovendien dat Spanje in het - aan de Internationale Commissie voor de Conservering van de Atlantische Tonijn toegezonden - document een vermindering van het aantal vissersschepen voorstelt, van de 247 geautoriseerde naar slecht 108; en ze herinnert eraan dat op Canarias 1.200 gezinnen leven van de visserijsector.
Canarias: Het voorgestelde vangstquotum
voor atún rojo (blauwvintonijn) is: “belachelijk”
SPANJE - De Canarische Regering beschouwt het door het Spaanse Ministerie van Landbouw, Levensmiddelen en Milieu gedane voorstel voor het vangstquotum voor atún rojo (Thunnus thynnus = blauwvintonijn) voor de Deelstaat als: “belachelijk”.
Het Spaanse Ministerie van Landbouw, Levensmiddelen en Milieu heeft op vrijdag 5 februari 2016 laten weten, dat men aan de Europese Commissie het capaciteitsplan 2016 heeft gepresenteerd voor de visserijcampagne voor atún rojo (blauwvintonijn) ), dat met 19,53% de vangstmogelijkheden verhoogt voor de nationale vloot en de vangstquota verhoogt voor de Canarische vloot, bij Gibraltar en de Middellandse Zee.
Atún rojo (Thunnus thynnus = blauwvintonijn),
zie:
https://nl.wikipedia.org/wiki/Blauwvintonijn.
De Canarische minister op dit vlak, Narvay Quintero, heeft in een communiqué dat is uitgegeven op vrijdag 5 februari 2016, laten weten, “dat de Spaanse Regering een voorstel aan de Comisión Internacional para la Conservación del Atún Atlántico (ICCAT) (Internationale Commissie voor de conservering van de Atlantische tonijn - Iccat) heeft gedaan dat de mogelijkheden verhoogt voor de eilandvisserij met slechts 40 ton,” en spreekt van een vermindering van het aantal vissersschepen (van de 247 geautoriseerde naar slecht 108).
Tonijn trek,
zie:
https://nl.wikipedia.org/wiki/Migratie_(dieren).
Volgens de minister, “zou het juiste voor de Archipel de toebedeling zijn van de verhoging van 570 ton welke men heeft toegekend aan Spanje voor 2016.”
Quintero heeft bevestigd, dat volgens het Plan de Capacidad de Pesca de Atún Rojo 2016, wat is opgesteld door het Spaanse Ministerie, men aan Canarias 140 ton heeft toebedeeld , dat wil zeggen 40 ton meer dan wat men tot nu toe had, “een hoeveelheid, die ons vooralsnog volledig onrechtvaardig lijkt, omdat alleen al een schip van het Península (Schiereiland = het vasteland van Spanje), weer eens dezelfde verhoging toegekend heeft gekregen.”
“Zowel de Canarische visserijvloot, evenals het Ministerie, hebben aan het Spaanse Ministerie de noodzaak kenbaar gemaakt, dat Canarias het volledig door het ICCAT aan Spanje toegekende verhoogde quotum ontvangt (540 ton), omdat sinds 2007 de verdeling volledig onjuist is geweest voor de Canarische vissers en dat dit de enige manier zal zijn, dat men dit gecompenseerd ziet,” zo heeft men laten weten.
QR-codes voor samas, bocinegros en merluzas
GRAN CANARIA - 2015 - De visvangsten welke men verkoopt met het keurmerk: ‘Gran Canaria Calidad’ met het label ‘De aquí’ (‘Van hier’), zullen voorzien worden van een QR-code (Quick Response-code, ‘código de respuesta rápido’), met informatie over de soort, de manier waarop de vis is gevangen en de manier waarop de vis is bewerkt, de locatie en het moment waarop, evenals de naam van het schip; zo heeft de het Cabildo (Eilandbestuur) van Gran Canaria laten weten.
De minister van de Primaire Sector, Miguel Hidalgo, heeft op dinsdag 22 december 2015 laten weten, dat men de QR-code zal aanbrengen op een label waarmee de vis zal worden voorzien, om twijfel bij de consument weg te nemen over de herkomst van de vangst.
Hidalgo laat weten, dat de code het onderscheidt zal aangeven tussen buitenlandse vis en vis die op de traditionele manier is gevangen in de wateren van Gran Canaria, met nasas (fuiken), of aparejos de anzuelo (haak-tuigage), zoals vereist is voor het verkrijgen van het Gran Canaria Calidad (Keurmerk ‘Gran Canaria’).
Bocinegra. Sama. Merluza.
Bocinegro (Pargis pargis = zeebrasem), sama roquera of pluma (Dentex gibbosus = zeebrasem) en merluza (Merluccius merluccius = heek) zijn soorten die, nu al, voorzien zijn van QR-codes, welke het Ministerie van Voedselsoevereiniteit van het Cabildo (Eilandbestuur) uitgeeft aan de beroepsvisser van Melenara, Arguineguín, Mogán en Agaete.
Deze vissers zullen, daarnaast, gaan beschikken over een computersysteem in hun cofradías (visafslag) voor het activeren van de code; zodanig, dat de consument alleen nog maar zijn/haar mobiele telefoon hoeft te gebruiken om de informatie te lezen.
Het kwaliteitsmerk ‘Gran Canaria Calidad’ is een programma van het Cabildo (Eilandbestuur), dat de uitstekende kwaliteit garandeert van levensmiddelen die voldoen aan de kwaliteitseisen. Zo zal de visvangst zich scharen onder het label: ‘De aquí’ (‘Van hier’).
Dit label kan rekenen op de producten van zeven vissers, plus van nog eens elf die wachten op goedkeuring, en wat bestaat uit het analyseren van monsters, om vast te stellen of de visvangst voldoet aan eigenschappen zoals: een sappige en glanzende huid, stevige schubben, en dat ze - vooral - naar zee ruiken, zo benadrukt men in het bericht van het Cabildo (Eilandbestuur).
Ook zal men vaststellen - als de vis eenmaal is gevangen maar nog steeds aan boord is - dat het ijs wat men gebruikt voor de conservering, bestaat uit schoon zeewater, of drinkwater en; dat er niet meer dan acht uur is verstreken tussen de vangst en de aankomst op het verkooppunt.
Het Eilandbestuur heeft in de zomer van 2015 een proefproject uitgevoerd met een honderdtal exemplaren en, na het de doeltreffendheid van de codes te hebben vastgesteld, zal men in januari 2016 ruim 35.000 labels distribueren onder de vissers die zich hebben ingeschreven voor het kwaliteitsmerk.
Brussel, keurt 93,7 miljoen euro goed
voor de Canarische visserijsector
CANARISCHE EILANDEN - vrijdag 20 november 2015 - Brussel kent Canarias compensatie toe betreffende de extra kosten voor de productie, verhandeling en bewerking van bepaalde producten.
De Europese Commissie heeft goedkeuring gehecht aan het Programa Operativo de España del Fondo Europeo y Marítimo de Pesca (FEMP) voor de periode 2014-2020, met 93,75 miljoen euro voor de Canarische sector; waarvan 88,63 miljoen euro zal worden bijgedragen door de EU, de Spaanse Staat en de Deelstaat Canarias, en 4,11 miljoen euro zal worden bijgedragen door private investeerders.
De Canarische Regering heeft op vrijdag 20 november 2015 laten weten dat men het bedrag van 60,9 miljoen euro. wat toekomt aan de Eilanden, zal bestemmen voor het zogenoemde Poseican-Pesca; een regeling, die bestemd is voor het compenseren van de bijkomende kosten die de producenten hebben bij de verhandeling van bepaalde producten en voor de aquacultuur in de regiones ultraperiféricas (RUP) (perifere gebieden = buitengebieden), welke men voor het eerst opneemt in deze fondsen.
Het FEMP, dat voor Spanje 1,161 miljard euro betekent te zijn aan communautaire financiering, omvat maatregelen in de visserijsector voor het subsidiëren van de beroepskrachten en de overgang van duurzame visserij en aquacultuur, aan de kustgemeenschappen voor het diversifiëren van hun economieën en de financiering van projecten die werkgelegenheid creëren en die levensstandaard verhogen aan de Europese kusten.
Bovendien heeft de FEMP horizontale doelstellingen die zijn vastgesteld voor het Europees Beleid 2020, waaronder een intelligente, duurzame en geïntegreerde groei en evenwichtige ontwikkeling van de Europese Unie.
Brussel kent Canarias compensatie toe betreffende bijkomende kosten voor de producenten in de productie, verhandeling en bewerking van bepaalde visserijproducten en de aquacultuur; subsidie, waarmee de sector de moeilijkheden aankan die voortkomen uit het eiland-zijn en de situatie van RUP ( regiones ultraperiféricas (RUP) (perifere gebieden = buitengebieden), met 60,9 miljoen euro puur uit de Europese fondsen, verdeeld men 8,7 miljoen euro voor de campagne, van 2014 tot 2020.
Het Canarische plan telt vijf groepen aam subsidielijnen; zodanig, dat de al bestaande in de periode 2007-2013 voor de aquacultuur, de ambachtelijke en industriële visserij, 98% van het bestaande budget blijven ontvangen en men subsidies opneemt voor de verwerking en de aquacultuur, zo benadrukt men in de nota.
Dit nieuwe programma belichaamt een jarenlange eis van het eiland-vissers, omdat het de scheiding van de subsidie vaststelt voor productie en verhandeling, die tot nu toe werden gedekt door één regeling, zo benadrukt de Canarische Regering.
Ook voorziet men voor het eerst in subsidies voor het compenseren van kosten die veroorzaakt worden door interinsulaire handel van de beroepsvisserij en differentieert men de compensaties voor de aquacultuur-producten al naar gelang de gebruikte transportmiddelen.
Het nieuwe financieringsbudget van het Poseican is een toename van bijna 50% van de begroting die bestemd is voor deze subsidies in vergelijking met de voorgaande periode, die van 2007-2013.
Canarias is leidend in aquacultuur
met de verkoop van lubinas en doradas
CANARISCHE EILANDEN - donderdag 25 juni 2015 - Canarias blijft een vooraanstaande plaats innemen in de Spaanse aquacultuur en Gran Canaria blijft het eiland met de meeste productie.
De werkgeversbond Apromar heeft benadrukt dat gedurende 2014 Spanje 43.589 metrieke ton aan productie heeft bereikt, wat 11% meer is dan in 2013. Op Canarias was dit 6.713 ton waarvan iets minder dan de helft de kweek van dorada (goudbaars) betreft ton en 3.500 ton aan lubina (zeebaars), de twee meest gekweekte soorten.
Canarias is op een na de Spaanse Deelstaat met de meeste productie van lubina (zeebaars) en dorada (goudbaars) , aldus het Ministerie van Visserij, van de Canarische Regering.
Deze viskwekerij concentreert zich voornamelijk op Gran Canaria.
Kweekkooien voor doradas (goudbaars) en lubinas (zeebaars) voor de kust van Castillo del Romeral (gemeente San Bartolomé de Tirajana.).
Alle aquacultuurkwekerijen hebben integrale kweek, wat betekent, dat de vissen in gevangenschap geboren worden van uit het buitenland geïmporteerde ouders (nooit van visvangst).
Dorada (goudbaars). Lubina (zeebaars).
Van meet af aan passen de jonge zich aan het eten van visvoer en leven in tanks op land, waarin ze geboren zijn.
Als ze voldoende groot zijn, gaan ze naar kooien in open zee, waar ze gevoederd worden totdat ze een formaat bereikt hebben dat geschikt is voor de handel, om in hun geheel als verse vis verkocht te worden.
Op de Archipel zijn zee-kwekerijen op Gran Canaria, Lanzarote, Tenerife en La Palma. Die van Gran Canaria liggen in de baai van Melenara (gemeente Telde), en in de baai van Gando (gemeenten Ingenio en Agüimes), en van Punta de Tenefé tot aan Punta de Tarajalillo (gemeente San Bartolomé de Tirajana).
De visserijstatistieken van de meeste verkoop, die bijgehouden worden door het Ministerie van Visserij, tonen met gegevens van 2013 aan, dat Gran Canaria met 1.786 ton aan kop gaat in aguacultura (aquacultuur); gevolgd door Lanzarote met 1.728 ton; Tenerife met 1.277 ton; en La Palma dat 1.103 ton registreerde.
De Grancanarische visserijvloot
kondigt drastische maatregelen aan
als La Luz geopend wordt voor Marokko
De cofradías (vissersgilden) wijzen af dat Marokkaanse vissers hun vangsten kunnen ontschepen in de haven,
waarover men in onderhandeling is
LAS PALMAS DE GRAN CANARIA - dinsdag 21 april 2015 - De cofradías van Gran Canaria zijn bereid, ‘drastische maatregelen’ te nemen als men toestaat dat Marokkaanse vissers hun vangsten ontschepen in de haven van La Luz; een stap, die zij omschrijven als, ”de ‘doodsteek’ voor de sector en waarvan zij vrezen, dat die de gehele ambachtelijke visserijvloot op de Archipel in gevaar brengt.
“Men kan een vloot die aan geen enkele soort van controle is onderworpen, zoals de Marokkaanse, vergelijken met de Canarische. Men wil de prijzen doen kelderen;” zo heeft de voorzitter van de Federación Provincial de Pescadores de Las Palmas (Provinciale Vissersfederatie van Las Palmas), Gabriel Jiménez, laten weten aan de persmedia.
Een deel van Grancanarische vissersvloot in de haven van La Luz en Las Palmas.
De onderhandelingen van de Autoridad Portuaria (het Havenbedrijf) van Las Palmas met Marokkaanse reders, opdat deze hun vis kunnen lossen op de havenpieren van La Luz, zoals op maandag 20 april 2015 is gepubliceerd in de Canarische dagbladen, heeft ervoor gezorgd, dat de cofradias (vissersgilden) van Gran Canaria ’s middags in vergadering bijeen zijn gekomen om te discussiëren over de nieuwe binnenlandse visserij-wetgeving.
De mogelijke Marokkaanse concurrentie zorgt voor zodanige ongerustheid onder de vloot, dat zelfs de angst voor de gevolgen van de olieramp met de ‘Oleg Naydenov’ op de achtergrond is geraakt, zo hebben de grootste bazen tijdens de vergadering laten weten: Gabriel Jiménez (uit Agaete) en Ricardo Ortega (uit Arguineguín).
De haven van La Luz y Las Palmas.
“Het is een dolksteek,” zo oordeelt de woordvoerder van de vissers in de provincie Las Palmas. “men kan niet toestaan dat - voor het proberen, zaken te doen in de haven - de toekomst van de vissersvloot op de Canarische Eilanden (waarvan 300 gezinnen afhankelijk zijn) in gevaar wordt gebracht.”
Jiménez benadrukt, dat de vissers nu al minimum prijzen ontvangen voor de vangsten welke ze ontschepen; prijzen, die explosief zullen dalen, “als men een vloot ‘in huis”’ haalt, die niet hoeft te voldoen aan dezelfde arbeids- gezondheids- en milieuvoorwaarden zoals die helden voor de Canarische vloot.
De grootste werkgever in Agaete geeft bovendien aan, dat hoewel de affaire met de ‘Oleg Naydenov’ op maandagmiddag 20 april 2015 op de tweede plaats is gekomen door deze kwestie, er in de sector ongenoegen bestaat over hoe men is omgegaan met de brand op het Russische visserschip in de haven van La Luz.
Deze woordvoerder van de vissers in de provincie vraagt zich af, of de Autoridad Portuaria (het Havenbedrijf) van Las Palmas beschikt over de middelen welke men zou moeten hebben voor het bestrijden van een brand zoals op die van het Russische schip, welke men geprobeerd heeft te blussen met water.
En hij heeft aangegeven, dat het Russische vissersschip, “niet zomaar is vergaan;” maar, “dat men het heeft versleept, opdat het zou zinken,” zonder zich zorgen te maken over de effecten die dat, naast andere sectoren, zou kunnen hebben voor de vissersvloot.
De olievlek, afkomstig van de gezonken vissersboot verwijdert zich van Canarias
Vissers in het gebied zijn bezorgd, ondertussen houdt minister Ana Pastor toezicht op de controletaken bij de olievlek
Gran Canaria - donderdag 16 april 2015 -Videobeelden van de olievlek tonen aan, dat de zeestromingen het best mogelijke scenario vertonen, zodat de olievlek die afkomstig is van het Russische schip ‘Oleg Naydenov’ niet de Canarische kusten zal bereiken, maar de situatie kan veranderen, zo heeft Eugenio Fraile laten weten, die adviseur is van de Nationale Raad voor Maritieme Veiligheid en wetenschapper van het IEO (Spaanse Oceanografische Instituut).
De voor de kust van Maspalomas (Gran Canaria) gezonken trawler heeft 1.409 ton brandstof aan boord, of wat daar van over is na de brand die vier dagen heeft gewoed.
Maritieme dynamiek
De maritieme dynamiek van de Canarische Archipel, een van de ‘rijkste’ ter wereld - alleen vergelijkbaar met Hawaï - stroomt naar het zuidwesten, wat betekent dat in het veronderstelde geval van een grote lekkage, de olie richting open zee gaat, zo heeft Fraile toegevoegd die wetenschapper is van het centrum op Canarias van het Instituto Español de Oceanografía (IEO).
VIDEO: http://epi-cdn.agilecontents.com/resources/mp4/6/8/1429123189386.m
VIDEO: https://youtu.be/GUSS31sAUaA
“Het is het beste wat er met ons kan gebeuren, als de gelekte olie zich aflandig naar het zuiden blijft verplaatsen, zal deze geen enkel Canarisch eiland aandoen, het is het beste van wat er op dit moment gebeurt.”
De olievlekken die drijven in het gebied van de schipbreuk ´- waarvan men niet weet of die van de geladen olie komen, of uit de machinekamer, of van de eigen brandstof van het schip - verplaatsen zich momenteel in zuidelijke richting naar het midden van de Atlantische Oceaan, “en niet naar het Afrikaanse Continent, zoals men aanvankelijk heeft gezegd.”
Volgens de onderzoeker, die ook deel uitmaakt van diverse IEO-comités voor maritieme vervuiling, zijn er twee mogelijkheden, hoewel niet erg waarschijnlijk.
De eerste heeft te maken met het feit, dat de Canarische eilanden, “als stenen in een rivier zijn,” dit wil zeggen, dat ze obstakels zijn in de zeestroming en het gevolg daarvan is, dat er een reeks van cycloon en anti-cyclonale wervels ten zuiden van de eilanden wordt gegenereerd. Die wervels hebben een afmeting ter grootte van het eiland Gran Canaria (ongeveer 50 kilometer in doorsnede) die draaien in de richting van de klok en omgekeerd.
Dat wil zeggen, "ze kunnen deze olieplekken niet alleen naar Gran Canaria slingeren, maar ook naar andere eilanden zoals Tenerife, La Gomera en El Hierro, hoewel de kans dat dit gebeurt, klein is…" Een andere mogelijkheid is, dat veranderlijke weersomstandigheden zich tegen de huidige situatie keren. De vientos alisios (verkoelende winden), die karakteristiek zijn voor het klimaat van de eilanden, komen uit het noordwesten, maar soms veroorzaken ze storm (op Canarias: ‘zuidelijk weer’ genoemd) die de windrichting verandert en de zeestromingen.
Het gevolg daarvan is, dat de wind en de zeestromingen aanlandig zijn “en olie naar de kust kan brengen.”
De bedoeling is “geen paniek te zaaien” maar de autoriteiten de beschikbare informatie te geven en geen enkele mogelijkheid te negeren, zo heeft Fraile benadrukt, die laat weten, dat de weersomstandigheden een sleutelrol vervullen in de ontwikkeling van de situatie.
De zeestromingen zijn belangrijk maar de wind helpt deze voortdurend, vooral aan de oppervlakte, zo concludeert Fraile.
Thuiskomst in de haven van Arguineguín, na een dag werken op zee (Archieffoti).
Ruim 200 gezinnen zijn afhankelijk van de visserij.
Cofradía
Terwijl de minister van Fomento (Ontwikkeling), Ana Pastor, toezicht op de controle en het bewaken van de olievlek houdt, hebben de vissers van de Cofradía (Visafslag) van Arguineguín op Gran Canaria informatie gevraagd over de schipbreuk van de Russische trawler ‘Oleg Naydenov’ en de gevolgen welke een olielekkage kan veroorzaken,, “want zij zijn zeer verontrust” vanwege de gebeurtenis, zo verzekert hun voornaamste baas, Ricardo Ortega.
“We zijn uiterst verontrust” zo heeft Ortega aan de persmedia laten weten, die beargumenteert dat het schip op 15 mijl (24 kilometer) voor de kust van Maspalomas is gezonken, nabij het toeristengebied van Zuid Gran Canaria, waar Arguineguín niet ver van verwijderd ligt; en die van mening is, dat de autoriteiten een geruststellend bericht moeten laten uitgaan naar de vissers en de hoteliers, “die tot op heden ‘nul’ informatie hebben gekregen over het gebeurde.”
De vissersgilde heeft tot op heden geen enkel aanwijzing ontvangen over een brandstoflekkage, hetzij in de vorm van olievlekken, of brandstofgeur, terwijl zij aan het vissen zijn op afstanden tot vijf mijl uit de kust of meer; waarbij Ojeda benadrukt, “dat hij van mening is, dat dit wat dat betreft nog steeds niet heel snel is”
Zijn bezorgdheid zit hem erin, dat de brandstof van het gezonken schip - dat de tanks vol had omdat het naar zee zou gaan - op de zeebodem lekt en de visserijmiddelen vervuild, wat door de zeestroming veroorzaakt kan worden. “Daarom willen en verwachten we, dat men ons van dag tot dag informeert over de situatie,” zo heeft hij opgemerkt.
'... from Russia with love..."
VIDEO:
https://youtu.be/GddUL-VQh0Y?t=11
Seprona
Anderzijds heeft een patrouille van de Guardia Civil in de nacht van woensdag 15 op donderdag 16 april 2015 een tortuga boba (dikkop schildpad) gered die onder de olie zat in het gebied wat getroffen is door de olievlek welke veroorzaakt is door de schipbreuk van de Russische vissersboot ‘Oleg Naydenov’, zo heeft het Commissariaat van Las Palmas laten weten aan de persmedia.
De Servicio de Protección de la Naturaleza (Seprona) (Milieubeschermingsdienst) van de Guardia Civil heef op last van de Officier van Justitie voor Milieuzaken van Canarias - die een onderzoek is gestart naar de schipbreuk - op woensdagmiddag 15 april 2015 het gebied van de schipbreuk geïnspecteerd met het patrouilleschip ‘Rio Tambre’.
De Seprona heeft monsters en foto’s genomen van het door de olievlek getroffen gebied en men heeft zoals gezegd, een tortuga boba (Caretta caretta = dikkop schildpad) - een met uitsterven bedreigde soort- aangetroffen die volledig met een dikke laag brandstof bedekt was.
Na de terugkeer van de patrouilleboot rond 23:00 uur is het dier overgebracht naar het Centro de Recuperación de Fauna Salvaje (Opvangcentrum voor Wilde Fauna) van het Cabildo (Eilandbestuur) van de Gran Canaria in Tafira, dat uitgebreid ervaring heeft in het helpen van maritieme soorten.
Deskundige
De professor Contaminación Marina (Maritieme Verontreiniging) van de Universiteit van Las Palmas de Gran Canaria, Jesús Cisneros, is van mening, dat de door het zinken van de Russische vissersboot ‘Oleg Naydenov’ ontstane olievlek te groot is, om uitsluitend afkomstig te zijn van het schip zelf, maar, “ dat een tank gescheurd is.”
Cisneros heeft aan de persmedia aangegeven, dat hoewel men nog steeds een analyse moet maken van de luchtopnames van het oliespoor, dat zich uitstrekt op 12 km², een lekkage doen vermoeden van olie hoewel dat niet de zware olie is ( de brandstof van het schip).
“Als het benzine is, dan zal dit niet al te veel problemen opleveren, men is al maatregelen aan het nemen, men kan het op het eerste gezicht niet vaststellen, maar het is duidelijk olie. De vlek is zodanig groot, dat die niet alleen van het schip zelf afkomstig kan zijn, het lijkt erop, dat er een tank kapot is gegaan. Maar het lijkt er ook op, dat het geen zware olie is,” zo heeft Cisneros uitgelegd.
Windrichting
Deze deskundige van de Universiteit van Las Palmas de Gran Canaria is van mening, dat met de huidige weersomstandigheden de olievlek niet richting eilanden zal gaan, omdat momenteel de noordenwind overheerst; en er zijn geen tekenen voor verandering, zodat de olievlek zal afdrijven naar het zuiden.
“De wind doet ons dit keer een groot plezier… tenzij het weer veranderd, waar het niet op lijkt. Als het gedurende een week zo blijft waaien, zal de olievlek de kust niet bereiken,” zo merkt Cisneros op.
Het Ministerie van Visserij
staat Canarische vissers 34 ton tonijn toe
waarvan slechts 1,2% voor schepen met vishengels
MADRID - woensdag 18 februari 2015 -Het Ministerie van Landbouw, Visserij , Levensmiddelen en Milieu heeft op dinsdag 17 februari 2015 in het BOE (Staatsblad) de verdeling van de Spaanse visserij-quota gepubliceerd voor rode tonijn (2.956,9 ton) voor in totaal 396 viskotters en lijnvangstschepen.
In haar resolutie kent de Spaanse Regering 34 ton (1,2%) toe aan de Canarische lijst van 246 hengelschepen.
De politieke partij Coalición Canaria (CC) heeft op dinsdag 17 februari 2015 van de betreffende minister - Isabel García Tejerina - geëist, dat ze dit rectificeert en, dat ze aan de Eilanden minimaal 10% toekent van het staatsquotum.
Isabel García Tejerina.
Binnen het totale quotum dat Spanje in 2015 toekomt, reserveert men 147,85 ton (5%) als voorziening van een “manoeuvreer -fonds”.
De regelgeving bevat een lijst van 246 viskotters en hengelschepen, men hun corresponderende individuele quota, evenals een lijst die betrekking heef op 1590 Canarische schepen, dat hun quota gezamenlijk beheert.
Vier vloten hebben recht op quota zoals de kring van de Middellandse Zee - die van de Straat van Gibraltar, en voor levend aas van Cantabrië.
Van de in totaal 2.809 ton, is 2.736,8 ton voor visserskotters en hengelschepen in de specifieke telling van het Península (Schiereiland = het vasteland van Spanje); 34 ton voor hengelschepen van Canarias en 37,21 ton voor schepen die bijvangsten verrichten.
Coalición Canaria heeft op dinsdag 17 februari 2015 de door Visserij toegewezen verdeling gekritiseerd, in de overweging, dat men aan één enkel schip van het Península meer dan het dubbele aan quota rode tonijn heeft toegewezen, dan wat men verdeeld heeft over de 246 Canarische schepen.
De senator van Coalición- Agrupación Herreña Independiente (CC-AHI), Narvay Quintero, heeft op dinsdag 15 februari 2015 in de zitting van de Eerste Kamer van het Spaanse Parlement “het de rug toekeren naar Canarias door de Spaanse Regering,” aangeklaagd, ondanks, dat 1.299 gezinnen op de eilanden rechtstreeks afhankelijk zijn van deze activiteit van de 246 toegestane schepen voor de visserij op rode tonijn en, ondanks dat de Eilanden voldoen aan de nieuwe criteria welke zijn geïntroduceerd dor de Europese Unie voor het verdelen van de quota.
Anderzijds zullen Spanje en Marokko vanaf woensdag 18 februari 2015 het visserijakkoord beoordelen tijden een beurs in Agadir. Het pact tussen de EU en Marokko staat 90 Spaanse schepen toe, vergunningen aan te vragen in Marokkaanse wateren. Zestig schepen hebben vergunningen aangevraagd en die zijn vooral afkomstig uit Andalusië, Galicië en Canarias,
Canarias, een ecologisch paradijs
CANARISCHE EILANDEN - dinsdag 4 november 2014 - Ecologische zeebaars bereikt onze keuken aan de hand van een Spaans pioniers-initiatief, dat wordt uitgevoerd door het Canarische bedrijf Naturally Atlántico. Haar directeur, Rafael Bernárdez, verzekert dat Canarias beschikt over de beste klimatologische omstandigheden ter wereld, voor het kweken van deze soort.
Op de Archipel heeft Gran Canaria nu de eerste kooi voor het kweken van ecologische vis (zie: http://nl.wikipedia.org/wiki/Ecologie).
Het plaatselijke bedrijf Naturally Atlántico heeft dit initiatief bevorderd, om een nieuwe markt te versterken en een zeebaars bij de consument te brengen, hoewel die duurder is, veel gezonder is.
Een van de kooien waarin men op ecologische wijze zeebaars kweekt, nabij Gran Canaria voor de kust van Castillo del Romeral.
Met haar installaties zuidelijk van Gran Canaria, voert het bedrijf de productie uit van deze vissoort, door middel van door de Europese Unie gecertificeerde biologische diervoeders. Zeker is, dat het consumeren van dit soort zeebaars, naast gezonder te zijn, minder uitwerking heeft op het milieu, omdat de vis ambachtelijk gekweekt wordt.
De directeur en mede-eigenaar van Puerto Atlántico, Rafael Bernárdez, heeft tijdens de presentatie op vrijdag 30 oktober 2014 in de hoofdstad van Gran Canaria verzekerd, dat na het analyseren van de klimatologische omstandigheden in diverse delen van de wereld, het project is opgestart nabij Canarias vanwege haar goede, klimatologische omstandigheden voor het kweken van eco-zeebaars:” De stabiele temperatuur van de zee rond de eilanden is uniek in de wereld en is het beste voor het ontwikkelen van onze activiteit.”
Zo heeft men gevraagd, de aquacultuur te willen versterken op de Eilanden, omdat dit hun tweede grote economische motor kan zijn, omdat daar een markt voor is.”
Export
Ondanks, dat men in Spanje weinig weet van ecologische vis, consumeert men in Europa ecologische zalm, vooral in Duitsland, Engeland en Frankrijk. Daarom wil het Canarische bedrijf ecologische zeebaars op deze markten brengen, met het doel, dat 90% van de productie geëxporteerd zal worden, aldus Bernárdez, die verzekert, dat de acceptatie van eco-zeebaars op nationaal niveau ‘heel positief’ is, want men verkoopt deze in de filialen van El Corte Inglés in bijna geheel Spanje. Eveneens brengt men het product op Madrid Fusión, het Internationale Congres voor Gastronomie.
De Canarische beroepsvissers
verliezen 50% aan vis
door het niet kunnen vissen nabij Marokko
CANARISCHE EILANDEN - zondag 17 augustus 2014 - De cofradías (vissersgilden) klagen over ongebruikelijk hoge prijzen voor de vergunningen en geven aan, dat degenen die in Brussel de beslissingen nemen, de behoeften van de sector negeren.
Met de nieuwe vertraging in het openen van de Marokkaanse wateren zijn de vissers op de Archipel van een koude kermis thuisgekomen, ze hebben de helft van hun jaarlijkse vangstquota verloren door het uitstellen van het in werking treden van het akkoord tussen de Europese Unie en het Reino Alauí (Koninkrijk Marokko).
De voorzitter van de Federación de Cofradías de Pescadores (Federatie van Vissersgilden) van Santa Cruz de Tenerife, Manuel Díaz Marcelino, heeft opgemerkt, dat in de meest recente ontmoetingen, welke hebben plaatsgevonden in Madrid, men hen heeft toegezegd, dat men, “op zijn laatst, uiterlijk in maart 2014, zou kunnen vissen in de wateren van het buurland. Dat begin van 2014 en sindsdien, “heeft men geen enkel enkele informatie meer ontvangen van de verantwoordelijke politici.”
“Zelfs, dat we daar pas in september 2014 kunnen gaan vissen, hebben we via de communicatiemedia moeten vernemen;” zo klaagt Manuel Díaz, “en dat lijkt ons een grap.”
De beste tijd, om op tonijn te vissen ´- de meest voorkomende vangst in het gebied - is van midden maart tot midden december. Met diverse keren uitstel, om te mogen vissen in de Marokkaanse wateren, heeft men nu al vijf maanden verloren aan activiteit. Als de vissersschepen uiteindelijk kunnen uitvaren in september, dan resten nog slechts drie maanden en is het seizoen afgelopen.
Een atunero (tonijnvisser) afgemeerd aan de aanlegsteiger in Santa Cruz de Tenerife.
“Deze nieuwe vertraging is zeer slecht voor ons, zo klaagt Manuel Díaz, “het ontbreekt aan politici van hier die op een krachtigere manier, meer moeten doen; omdat zij die de beslissingen nemen, de realiteit van de sector op de Archipel niet kennen.” Maar ondanks alles, hebben enkele collega’s het beroep verlaten, simpelweg omdat ze hierdoor er aan ten onder zijn gegaan,” zo benadrukt Manual Díaz.
Even zo kritisch, en zelfs nog meer, heeft de voorzitter van de cofradías (vissersgilden) van Las Palmas, Gabriel Jiménez, zich uitgelaten. Zo heeft hij opgemerkt, “dat men op een heel koude manier de beslissingen aan het nemen is vanuit de Europese Unie en, dat men vervolgens niet in het minst naar de sector om kijkt,”
Eveneens kritiseert Jiménez, dat de prijzen welke men voor de vergunningen moet betalen, “ongebruikelijk hoog zijn”.
“Op zijn best betaalden we voorheen €3.000,= en nu is dat €6.000,= tot €7.000,= ,” zo geeft hij aan. Naar zijn mening, is dit dan ook de reden waarom er reders zij die nog steeds niet betaald hebben; omdat men opnieuw de vergunningen heeft vertraagd, om met vissen te beginnen in het gebied.”
“En er zijn schepen die dit niet kunnen uitgeven, omdat ze al twee jaar werkloos zijn,” zo merkt Jiménez op.
“Opnieuw geeft men alle garanties aan Marokko ten koste van de rechten van de Canarische en Spaanse vissers,” zo klaagt hij.
Zoals de vertegenwoordiger van de cofradías (vissersgilden) van de oostelijke provincie uitlegt, “zijn we met 25 atuneros (tonijnvissers) en een dozijn mederos (makreelvissers)”. Hij betwijfelt echter, of de schepen die op burro, of chopa (straalvinnigen) vissen voldoende opbrengst hebben, om een vergunning te betalen, want men heeft hen de mogelijkheid ontnomen, te vissen met nasas (fuiken). Het waren de nasas (fuiken) die het hen mogelijk maakten een behoorlijke hoeveelheid vis te vangen. Zoals hij het ziet, ”kunnen de atuneros (tonijnvissers) nog steeds uitvaren, maar de bodemvissers ontkomen daar niet aan.”
Anderzijds vraagt Jiménez zich af, “of de overvloed aan vis wel zo hoog is als die was, want hoewel wij niet uit zijn kunnen gaan vissen, zijn anderen wél doorgegaan, zo zal men moeten weten wat de voorraad is.”
Voor Jiménez toont onbekendheid bij de verantwoordelijken in de EU met de realiteit in de sector aan, “dat men het verdwijnen van de sector op de eilanden aan het bewerkstelligen is;” een proces, “dat alleen maar erger wordt,” zo overweegt hij, “als onze politici niet meer druk uitoefenen, om onze belangen te verdedigen.”
Naar men op donderdag 14 augustus te weten is gekomen, hebben bronnen bij de onderhandelingen aangegeven, “dat het, met alle waarschijnlijkheid, niet voor de volgende bijeenkomst van de wederzijdse Visserijcommissie zal zijn, vanaf 10 september 2014 in Rabat, wanneer de Canarische vissers Marokkaanse wateren kunnen binnengaan.
De Marokkaanse onderhandelaars hebben laten weten, dat vanwege de complexiteit van het proces en het samenvallen met de vakantieperiode in Marokko na het einde van de Ramadan, de terugkeer van de schepen pas plaats zal kunnen vinden in augustus 2014.
Als de wederzijdse Commissie bijeenkomt, zullen er nog enkele “gaten” gedicht moeten worden die nog niet precies zijn aangegeven in de tekst van het akkoord; zoals, of de vissers kunstlicht mogen gebruiken, om ’s nachts te vissen; een kwestie, die nog steeds niet is opgelost.
Mauritanië staat de ontscheping van in haar wateren gevangen vis toe in
de haven van La Luz
NOUAKCHOTT - donderdag 8 mei 2014 - Canarias versterkt de relaties met het Magrebí-land (Noord Afrikaanse land), dat zich aansluit bij het EU-programma voor internationale samenwerking.
Mauritanië zal vanaf nu toestaan, dat Canarische vissers die vissen in haar wateren hun vangst ontschepen in Puerto de La Luz, een aloude wens van de Canarische visserijsector. Het goede bericht is door de president van de Republiek Mauritanië, Mohamed Ould Abdel Aziz, meegedeeld aan de Canarische president, Paulino Rivero, tijdens de ontmoeting die zij hebben gehad in Nouakchott op de eerste dag van het officiële staatsbezoek, dat Rivero aan het país magrebí (Noord-Afrikaanse land) brengt.
Paulino Rivero tijdens zijn ontmoeting met de president van de Republiek Mauritanië, Mohamed Ould Abdel Aziz.
De ontscheping in de Grancanarische haven verrichtte men al eerder via het visserijprotocol tussen de EU en Mauritanië, dat men goedkeurde in november 2013 en dat tot aan 2014 geldig was. De overeenkomst verplichtte de pelagische vloot hun vangsten te ontschepen in het Afrikaanse land (zie: https://www.vwa.nl/onderwerpen/bedrijven-en-instellingen/branche/vissector/pelagische-visserij) en stond ook het vissen toe op cefalopoderos op hun visgronden die bijzonder rijk zijn aan pulpo (inktvis).
De Canarische visserijsector heeft becijferd, dat de verplichting te ontschepen in Mauritaanse havens, een verlies heeft opgeleverd van ongeveer 20%, waardoor het nieuws van donderdag 7 mei 2014 -dat is meegedeeld door de president Aziz - in de woorden van Miguel Rodríguez, vertegenwoordiger van de stuwadoors van Las Palmas, gekwalificeerd is als, “uitzonderlijk” en als “een nieuw startpunt.”
"De ontscheping in La Luz van 7.000 ton pelagische vis van de Nederlandse trawler ‘Annelies Ilena’ KwW174 - begin april 2014 gevangen op de Mauritanië visgronden ´- bood een sprankje hoop,” aldus Miguel Rodríguez op donderdag 8 mei 2104. “De ontmoetingen van donderdag 7 mei 2014 bevestigen de beste vooruitzichten," zei hij.
Rivero die in de loop van de dag ook een ontmoeting heeft gehad met minster-president Mulay Ould Mohamed Laghdhaf, heeft verzekerd, dat dit bezoek een “voor en een na” markeert in de wederzijdse betrekkingen en heeft de kansen benadrukt die Canarias kan bieden aan de ontwikkeling van de infrastructuur in dat land. Zowel met verwijzing naar de visserij, evenals naar het toerisme en de waterbehandeling.
Eveneens heef men gesproken over de voorwaarden voor de opname van Mauritanië in het territoriale samenwerkingsprogramma van de Europese Unie, dat Canarias, de Azoren en Madeira omvat met derde landen; en dat tot aan 2020 een financiële dotatie zal ontvangen van 115 miljoen euro.
Als startpunt heeft men de vertegenwoordigers van Mauritanië uitgenodigd deel te nemen aan de (Atlantische Beurs voor Logistiek en Transport), en aan de komende editie van Africagua, die beiden plaats zullen vinden op Fuerteventura.
Schelpdierenstroperij
maakt zich meester van de kust
LANZAROTE - zaterdag 29 maart 2014 - Het marisqueo ilegal (illegaal schepdieren vangen, lees: stropen) blijft zich meester maken van de kust van Lanzarote, vooral aan de Barlovento (Bovenwindse) kust. In de maanden januari, februari en maart 2014 is een honderdtal kilo aan diverse soorten schelpdieren in beslag genomen door agenten van Milieuzaken van het Cabildo (Eilandbestuur). Daarbij moet dan nog worden opgeteld wat in beslag is genomen door de Policía Local (Gemeentepolitie ) en de Guardia Civil.
Het Eilandkorps van Milieu-agenten heeft gedurende de eerste drie maanden van 2014 acties uitgevoerd tegen de schelpdierenstroperij, waarbij men in totaal 88 kilo aan diverse soorten schelpdieren heeft geconfisqueerd en zes aangiften heeft gedaan tegen mariscadores furtivos (schelpdieren-stropers).
Twee stropers van schelpdieren, volop aan het werk, (foto versterkt door het Cabildo van Fuerteventura).
Bij een van deze acties heeft men enkele dagen geleden in de omgeving van El Junquillo in de gemeente Betancuria 21 kilo aan marisco (schelpdieren) in beslag genomen, waaronder mosselen, lapas (zeeslakken) en percebes of ‘geitenpoten’ zoals men deze eendenmosselen populair noemt.
Tegen twee personen is aangifte gedaan, bij een actie die gezamenlijk is uitgevoerd door agenten van Milieuzaken en personeel van de Visserij-inspectie van de Canarische Regering.
De eilandminister van Milieuzaken, Natalia -Évora, betreurt het, dat deze feiten zich blijven voordoen en beargumenteert, “de schelpdierenstroperij bedrijft men zonder onderscheid te maken en verhindert de vermeerdering van de soorten; daarom is het onmogelijk om de bestaande vangstverboden op te heffen.
De boete op schelpdierenstroperij (het illegaal vangen van schelpdieren ) gedurende het seizoen waarin dit verboden is, varieert van €301,= tot €60.000,=
Vissers vangen in één dag
het gehele toegestane quotum aan atún rojo
(blauwvintonijn)
De cofradías klagen
dat de door de Staat vastgestelde 52 ton onvoldoende is
CANARISCHE EILANDEN - donderdag 27 maart 2014 - De Canarische vissers hebben in minder dan een dag de maximaal toegestane hoeveelheid atún rojo (blauwvintonijn) uit zee gehaald; ondanks, dat het seizoen duurt tot 1 juni. Toen men op maandagmiddag de vangst opende, is de sector op dinsdag de zee op gegaan en heeft de door het Ministerie van Landbouw, Visserij en Milieuzaken toegestane 52 ton opgevist.
Men kwam zo snel aan de toegestane hoeveelheid, dat er zelfs schepen waren die niet eens de kans hadden uit varen, om te gaan vissen. Dat was bijvoorbeeld het geval met de vissers op La Palma en Gran Canaria die, omdat er op maandag storm heerste, toen men kon gaan varen, zagen, dat de toegestane hoeveelheid al was opgevist.
Vertegenwoordigers van de cofradías (vissersgilden) na een ontmoeting met de Gedelegeerde van de Spaanse Regering op Canarias, na het vragen om meer quota in 2013.
“Na amper anderhalve dag, sinds het begin van het vangseizoen, hebben de inspecteurs contact opgenomen met de cofradías en verordend, dat deze stoppen met het vissen op atún rojo (blauwvintonijn),” zo legt op woensdag 26 maart 2014 Carlos Nicolás Rodríguez uit, de grootste visser van de cofradía (het vissersgilde) van Santa Cruz de La Palma.
Voor deze beroepsvisser is het door de Spaanse Regering voor Canarias afgebakende quotum heel laag voor wat betreft de hoeveelheid atún rojo (blauwvintonijn) die langs de Eilanden trekt.
"Het is jammer, want nu ga je vissen en hoewel je de tonijn onophoudelijk ziet passeren, mag je die niet vangen.”
De verhoging van het toegestane tonnage op Canarias aan atún rojo (blauwvintonijn) is een al lang gekoesterde wens van de sectior. In 2013 mocht men slecht 29 ton vangen, en voor 2014 voorziet men 58 ton, hoewel dit is verlaagd naar 52 ton. De Canarische vissers willen echter, dat de tonnage verviervoudigt en minstens tot 210 ton komen.
Vissen op atún rojo (blauwvintonijn)
is een dure aangelegenheid
MOGÁN - donderdag 6 maart 2014 - €6000,= voor een satelliet-communicatiesysteem. Dat is wat elk van de 40 Canarische schepen met een lengte van meer dan 15 meter moet investeren, om te kunnen vissen op atún rojo (blauwvintonijn).
De eis van de Europese Unie, welke is aanvaard door de Spaanse Regering, is, dat ze allemaal een elektronisch visserijlogboek bijhouden, zodat men ze vanuit Madrid kan controleren.
De vissersboot van Carlos Primero in de haven van Arguineguín in afwachting van de start van de blauwvintonijn-campagne.
Voor de ambachtelijke Canarische visserijvloot is het uit vissen gaan veranderd in een bureaucratische odyssee waarvan de eisen en complicaties de reders, schippers en matrozen ontmoedigen
Het in werking treden van het Europese communautaire regelement betreffende de registratie en elektronische overdacht van visserijactiviteiten en de middelen voor afstandsdetectie en het dagelijkse elektronische visserijlogboek - is een rib uit het lijf van hen die zich bezig houden met het vissen op rode tonijn en nu doemt er ook nog eens een gigantische golf op van andere vissersgroen op de Archipel.
De secretaris van de Cofradía de Pescadores (het Vissersgilde) van Arguineguín en van de Provinciale Federatie van de Las Palmas, Francisco Jiménez, legt uit, dat de genoemde verordening alleen effectief is voor schepen van meer dan 15 meter lengte, waarbij het gaat om ongeveer 40 Canarische vaartuigen; en de uitvoering ervan is verplicht voor degenen die betrokken zijn bij de vangst van atún rojo (blauwvintonijn).
De installatie van het apparaat, dat bestaat uit een satelliettelefoon en een computer, kost ongeveer €6.000,=, waarbij dan nog de rekening komt van ongeveer €200,= per maand voor onderhoudskosten en het gebruik ervan.
Het doel van het systeem is, om het Dirección General de Recursos Pesqueros y Acuicultura (Directoraat-generaal van Visbestanden en Aquacultuur) mogelijk te maken te allen tijde controle uit te oefenen op de visserij-activiteit. Het is een Big Brother voor vissers. De schepen moeten melden wanneer ze de haven verlaten en van de activiteit tijdens het vissen, maar ook van het lossen en het overladen van de vangsten. De installatie kan alleen buiten werking worden gesteld als het schip werkeloos in de haven ligt.
Een dertigtal Canarische vissersschepen gaat in januari 2014 weer vissen op de Saharaanse-bank
Na een visserijverbod van twee jaar
STRAATSBURG - donderdag 12 december 2013 - Het Europees Parlement heeft op maandag 10 december 2013 een nieuw visserij-protocol goedgekeurd, waardoor elf Europese lidstaten hun netten kunnen uitwerpen in Marokkaanse wateren. Deze regelgeving maakt na twee jaar een eind aan het ontbreken van een visserijakkoord tussen Europa en het reino alauí (Koninkrijk Marokko).
In totaal maakt het door de Partido Popular (PP) afgevaardigde Europarlementslid Carmen Fraga gepresenteerde rapport, het 126 schepen van EU-lidstaten mogelijk - waaronder een honderdtal Spaanse vissers op tonijn en op demersales (diep zwemmende vissen) (sama, el cherne en burro) - te vissen in Marokkaanse wateren. “Voor het behalen van dit succes, hebben we kunnen rekenen op de steun van de overheden, de Spaanse Regering, de leden van de Spaanse visserijsector, EU- en Marokkaanse politici en de vakbonden,” zo heeft Fraga opgemerkt na het bekend worden van de uitslag de stemming.
Leden van het Europese Parlement tijdens de stemming over het visserijakkoord.
Carmen Fraga.
Het Europese Parlement heeft in 2011 de verlenging met een jaar van het - al op 27 februari 2013 afgelopen - visserijakkoord, afgewezen. Na het veto van het EU Parlement is men pas na 14 december 2011 gaan onderhandelen over een nieuw protocol.
Het nu bereikte akkoord verhoogt de visserijmogelijkheden voor de EU-vloot met 33% - voornamelijk door de toename van de pelagische visindustrie van 60.000 tot 80.000 ton - en regelt de financiële tegenprestatie die ten laste komt van de EU-begroting met een bedrag van jaarlijks 30 miljoen euro.
Hoewel de Raad van Europa het akkoord formeel denkt goed te keuren op 16 december 2013, hebben de Europarlementariërs het groene licht al gegeven met: 310 stemmen voor, 204 stemmen tegen en 49 onthoudingen. “We hebben stem voor stem moeten winnen. De vorige keer hebben we met een verschil van 50 stemmen verloren en nu winnen we met een meerderheid van ruim 100 stemmen. Dit is te danken aan het feit, dat dit niet zomaar een protocol op zich is, maar waarin men maatregelen heeft getroffen voor de problemen die bij het vorige zijn ontdekt,” zo heeft Carmen Fraga verzekerd.
Het protocol heeft ook kunnen rekenen op de steun van de Spaanse socialisten. “We hebben het allemaal als één blok ondersteund,” zo heeft de Europarlementariër Juan Fernando López Aguilar opgemerkt.
De Canarische socialist laat weten, “dat het nieuwe akkoord een eind maakt aan een periode van onzekerheid waar de Canarische vissers onder hebben geleden·”
“Ik weet, dat het een bericht is waar de sector op wacht; wat men moet vertalen in voordelen en wat men niet kan verwarren met de historische kwestie van de Marokkaanse bezetting van de Sahara.”, zo heeft Anguilar toegevoegd.
Izaskun Bilbao Barandica.
In het op maandag 10 december 2013 in Straatsburg gehouden debat, heeft voorafgaand aan de stemming Izaskun Bilbao Barandica, de Baskische Euro-gedeputeerde voor de Alianza de Liberales y Demócratas para Europa (ALDE) - een groepering die gevormd wordt door de PNV (Nationale Baskische Partij), CiU (Verenigd Links ) en CC (de nationalistische partij Coalición Canaria ) - verzekerd, dat haar groepering zich zou onthouden van stemming.
Die houding beviel de voorzitter van de Visserijcommissie van het Europese Parlement, de Canario Gabriel Mato, in het geheel niet; die er dan ook niet aan twijfelde, om na afloop van de parlementszitting om uitleg te vragen. “Het doet me pijn, dat zij die van Canarias zijn, over andere zaken praten, dan die, welke de belangen van onze vissers zijn. Ik zou graag hebben kunnen rekenen op enkele van de stemmen die hun onthouding hebben aangekondigd. Ik veronderstel, dat CC heel wat zal hebben uit te leggen op de Archipel, omdat men besloten heeft zich te onthouden in nee stemming die zoveel betrekking heeft op de Canarische vissers,” zo heeft Gabriel Mato laten weten.
De houding van de ALDE staat in schril contrast met de blijdschap die op maandag 10 december 2013 is getoond door de minister van Landbouw en Visserij van Canarias, Juan Ramón Hernández (CC), voor wie het akkoord betekent, dat de mogelijkheden voor de sector zich “eindelijk” openen, “omdat men dit di nu toe gesloten heeft gehouden.”
De in Straatsburg goedgekeurde tekst omvat als nieuwigheid in het werven van zeelieden, uit een - op voorstel van Marokko - samengestelde lijst, die bestaat uit afgestudeerden aan de maritieme opleidingsinstituten.
In die zin heeft Mato opgemerkt,” dat het akkoord 1.500 arbeidsplaatsen zal creëren, waarvan 500 Marokkaanse en 800 voor personeelsleden die gerekruteerd zullen worden uit Canarische en Andalusische gezinnen.”
Bovendien verplicht het akkoord de tonijn-vloot 25% van de vangst te ontschepen in Marokkaanse havens.
Minder financiering
De EU zal de financiële tegenprestatie welke men aan Marokko heeft aangeboden, gaan bepreken van de vorige 36 miljoen euro per jaar, tot nu 30 miljoen euro per jaar, wat neerkomt op een vermindering van 17% voor de Europese schatkist. De jaarlijkse kosten van het protocol nemen op jaarbasis met 1% toe, van 29,5 miljoen naar 40 miljoen, dankzij een verhoging van 194% van de bijdrage van de rederijen.
Sahrawi-bevolking
Te verzekeren, dat de economische, sociale en humanitaire voordelen die gegenereerd worden door dit akkoord, ook ten goede zullen komen aan de Sahrawi-bevolking, en niet alleen aan de Marokkaanse, is in het protocol een clausule opgenomen. Dat, als op enig moment Marokko haar verplichtingen tegenover de Mensenrechten niet nakomt, men het akkoord zal opschorten.
Daartoe zal men een wederzijdse controlecommissie voor het akkoord in het leven roepen.
VIDEOFILMPJE:
de Westelijke Sahara op maandag 10 december 2013 - vlak na stemming Europees Parlement
http://www.youtube.com/watch?feature=player_embedded&v=IA3RlqLKAjM
Zie ook:
http://www.westelijkesahara.org/a106x1537
“Vandaag is een trieste dag voor het Sahrawi-volk. Dit is een illegaal akkoord en onrechtvaardig, omdat de Westelijke Sahara een autonoom gebied is en, daarom men de natuurlijke hulpmiddelen ervan niet kan exploiteren zonder de toestemming van het Sahrawi-volk,” zo heeft Mohamed Sidati, de voor Europa gedelegeerde minister van het Polisario Front, gezegd na de goedkeuring van het protocol. Sidati heeft gewaarschuwd, “we zullen alle tot onze beschikking staande middelen inzetten, om dit akkoord ongeldig te laten verklaren, door ons te beroepen bij de Europese en Internationale tribunalen.”
Klimaatverandering veroorzaakt 'revolutie'
met trische soorten in Canarische wateren
Wetenschappers registrerende komst van vissen en algen
uit warmere wateren
Traditionele soorten, zoals brota en fucu (blaaswier) verdwijnen
LAS PALMAS DE GRAN CANARIA - maandag 10 december 2012 - De effecten van de klimaatverandering vertalen zich in een verandering van de biodiversiteit met de komst van tropische soorten uit warmere wateren zoals de peto en de gallo aplomado (Canthidermis sufflamen) en, het verdwijnen van andere, traditionele soorten zoals het fucu blaaswier of de brota (Phycis phycis, een straalvinnige vissensoort uit de familie van Oost-Atlantische gaffelkabeljauwen) die decennia terug nog veelvuldig voorkwamen.
Het identificeren van nieuwe soorten, dat te maken heeft met de gemiddelde temperatuurverhoging van het zeewater, is een van de activiteiten van het onderzoeksteam Biodiversidad y Conservación wat geleid wordt door Ricardo Haroun en een onderdeel is van het Centro de Biodiversidad y Gestión Ambiental (Bioges) (Centrum voor Biodiversiteit en Milieubeheer) van de Universiteit van Las Palmas de Gran Canaria (ULPGC).
Cayetano Collado (links), Ricardo Haroun (midden) en José Juan Santana.
Fucu.
“De locatie van de Archipel is bevoorrecht, omdat deze ligt op de grens van de temperatuur-toename en de globale verandering. In de Canarische wateren zijn enkele soorten die verdwijnen en andere die komen. Dit jaar sluiten we, samen met het Ministerie, een onderzoeksproject af wat luistert naar de naam ‘Estrés fisiológico’ (Fysiologische Stress) wat te maken heeft met de leefgemeenschappen voor de kust, en we hebben de afname gezien van een algenkolonie tussen twee zeegebieden en er komen steeds minder van deze algen voor op Canarias, omdat dit een koudwater-soort is,” zo bevestigt Ricardo Haroun.
Het bemonsteringswerk, dat is uitgevoerd op de diverse eilanden, heeft bereikt, diverse soorten te ontdekken en een nieuwe verdeling van soorten te ontwikkelen. Zo heeft men de komst van tropische kolonies zien komen welke van belang zijn voor de visserij, zowel van vis als van ongewervelde dieren en algen
“De meerderheid komt, of verschijnt voor het eerst bij El Hierro en La Palma, waar het water warmer is, en nadien begint men deze te ontdekken bij Lanzarote en Fuerteventura. In die zin, ziet men steeds meer vissen zoals de peto, die op een tonijn lijkt, en die men tot voor enkele jaren alleen tegenkwam bij La Restinga (El Hierro) en die men nu met de sporthengel vangt bij La Isleta,” zo geeft Haroun aan.
Peto (Konings vis ) Zie videofragment:
http://www.youtube.com/watch?v=e-yUJZXpr5s&feature=player_detailpage
en:
http://www.youtube.com/watch?v=pMmEX8PNMmA&feature=player_detailpage
Brota (Urophycis brasiliensis - Braziliaanse gaffelkabeljauw, ook wel Afrikaanse meerval genoemd).
Gallo aplomado (Canthidermis sufflamen - Trekkervis).
Evenzo heeft men regelmatig bij Mogán populaties gallo aplomado (Canthidermis sufflamen - een straalvinnige vissensoort uit de familie van trekkervissen - Balistidae) aangetroffen, wat niet gebruikelijk is op Canarias. “Onlangs is er een tropische kreeft verschenen bij Las Canteras die men tot dan toe alleen kon waarnemen voor de kust van Mauritanië en, we zijn ook algen uit de Caraïben gaan zien. Echter de fucus en andere rode algen zijn aan het verdwijnen, evenals koudwatervissen die voorheen veel veelvuldiger voorkwamen, zoals de brota (Urophycis brasiliensis - Braziliaanse gaffelkabeljauw, ook wel Afrikaanse meerval genoemd).
Het onderzoeksteam werkt sinds 1994 samen met Kaap Verdië, in het herstel van het nestelen van de zeeschildpadden op Canarias, teneinde het evenwicht te herstellen van veel Canarische ecosystemen, door andere zee-soorten te controleren die in relatie staan tot de schildpadden, of om overbevolking te voorkomen van soorten welke voer blijken te zijn voor schildpadden, zoals de medusas (kwallen).
Biocon ontwikkelt ook een onderzoekslijn voor het ontwikkelen van een duurzame visserij op de Archipel. “De visbestanden van het eiland Gran Canaria hebben geleden onder een chronisch proces van overbevissing wat heeft geleid tot uitputting van de visserij (in de afgelopen 40 jaar is 90% van de biomassa van de doelsoorten verdwenen), wat het falen aantoont van het huidige model van visserijbeheer op de Archipel.”
Cofradia de pescadores (de visafslag).
Op basis van deze situatie, zijn de werkzaamheden die professor José Juan Castro leidt, erop gericht een programma te ontwikkelen voor duurzame visserij, zodanig, dat elk eiland op zich een individuele visserijeenheid vormt, waarbij de cofradías de pescadores (vissersgilden) en de regionale organen voor het beheer van de visserij en de Eilandbesturen, de visserij-inspanning verdelen. “Er zijn veel bewijzen binnen en buiten Canarias, dat er in de schelpdieren- en visvangst, overbevissing is. Telkens zijn er minder beroepsvissers, omdat er telkens minder ambachtelijke visserij is en teveel ongecontroleerde sportvisserij,” zo geeft Haroun aan, waarbij hij als voorbeeld geeft, dat er ongeveer 1.000 visvergunningen zijn voor beroepsvissers op de Canarische Eilanden en ruim 60.000 voor sportvissers en de controle tekortschiet.
Het doel is, om naar aanleiding van de opstopping, een nieuw model te creëren, dat gebaseerd is op het vestigen van een totaal aan vangstquota voor het geheel van elk eiland; exploitatierechten met betrekking tot visserijbeheer voor gebieden met een uitsluitend professioneel karakter en voor die, met een recreatief karakter; beschermde maritieme gebieden en een merk voor kwaliteit en duurzaamheid, dat de professionele vangsten herwaardeert.
De groep Biodiversidad y Conservación bestaat naast het Centro de Biodiversidad y Gestión Ambiental van de ULPGC, ook uit de onderzoeksteams voor Análisis Químico Medioambiental (Chemische Milieuanalyse), dat geleid wordt door José Juan Santana en het onderzoeksteam voor Calidad Medioambiental (Milieukwaliteit), van Cayetano Collado.
Het onderzoeksteam voor Milieukwaliteit werkt aan de controle van organische vervuiling in het zeemilieu; de controle van toenemende vervuiling door afvalwater wat in zee geloosd wordt en bestudeert reinigingsmethodieken die het mogelijk maken, organische verbindingen aan te gaan welke van belang zijn voor het milieu.
Het onderzoeksteam voor Milieukwaliteit richt zijn inspanningen op het bestuderen van de uitwerking die het binnendringen van Saharaanse luchtstroming heeft op de bio-geochemische cycli van de elementen in het zeemilieu; en de evaluatie en monitoring op de vervuiling van de wateren, vooral met het doel deze studies toe te passen op het kustbeheer en op de Canarische visserijsector.
De belangrijkste projecten van de drie onderzoeksgroepen worden, grotendeels, gefinancierd door nationale en internationale fondsen.
Weten wat er zoal rondzwemt in de Canarische wateren? Neem dan o.a. eens een kijkje op: http://www.webdelanzarote.com/pescados.htm
De beste tonijntrek in 10 jaar
ARGUINEGUÍN - zondag 10 juni 2012 - 50 ton per dag. Dat is de vangst aan listado bonito (gestreepte tonijn) en atún blanco, of barrilote (witte tonijn) die men lost bij de cofradía (visafslag) van de Arguineguín van de 46 schepen die vanuit deze haven sinds een maand op tonijn vissen.
Het is een van de beste campagnes van de afgelopen tien jaar, merkt de enthousiaste reder en koper, José Ortega Santana, op.
De activiteit in de cofradía (visafslag) van de vissers van Arguineguín, een van de belangrijkste van de Canarische Eilanden, is tomeloos dezer dagen.
De vissershaven van Arguineguín, de cofradía (visafslag) hier is een van de belangrijkste van Canarias.
De beweging van vissersschepen, niet alleen van de de plaatselijke, maar ook van die van de vissersschepen van andere eilanden, is eindeloos, “want sinds 10 mei 2012 doet zich een van de beste vangstseizoenen voor van de vissoorten listado bonito en barrilote (atún blanco) van de afgelopen jaren, “ legt de voormalig grootste werkgever, visserman Pepile Sanatana, uit.
'Waarvan moeten we eten waarvan moeten we betalen?'
Veto Europees Parlement tegen visserijakkoord Marokko,
26 Canarische vissersschepen zonder werk
LAS PALMAS DE GRAN CANARIA - dinsdag 20 december 2011- Bij mij thuis zijn we met zijn vijven en de enige die een salaris heeft, ben ik,” zo zegt Benito Barrios tegen de persmedia in de haven van Las Palmas. Benito is de schipper van de “’Nuevo Hermanos’ met 45 jarige ervaring op zee, waarvan de laatste 30 jaar met visvangst in Marokko. “Ik hoop, dat men ons niet laat stranden, zegt u me maar wat we moeten doen? “Waarvan moeten we eten, waarvan betalen we onze rekeningen?”
Horacio Umpierrez, opvarende van de ‘Nuevo Francisco Javier’,
een van de Canarische schepen met vergunning, om te vissen in Marokko,
bij zijn in de haven van Las Palmas afgemeerde schip
na de opschorting van het visserijakkoord.
Het veto van het Europees Parlement heeft van vandaag op morgen
26 Canarische schepen zonder werk gezet
waarin de bemanning nog steeds geen gat ziet,
omdat men geen duidelijke alternatieven ziet om door te gaan met de visserij
en men begint zich af te vragen, hoe men de rekeningen moet gaan betalen.
Het bemanningslid van Barrios is er een op de aanlegsteigers van de haven van Las Palmas de Gran Canaria die zich voorbereidt, om naar zee te gaan, om de laatste dagen van het jaar te benutten voorafgaande aan feestdagen, waarbij de order van Marokko - dat alle Europese schepen onmiddellijk haar territoriale wateren verlaten - voor verrassing gezorgd heeft.
Hetzelfde is het geval bij de opvarenden van de ‘Nuevo Francisco Javier’ en van de ‘Mercedes Quesada’, maar nog erger is het voor de opvarenden van de ‘Mary Nere’, ‘Valdivia 2’en de ‘Gure San Pedro’, drie vissersschepen met basis in Las Palmas, die terugkeren naar de haven, met bijna lege handen, net voor de sluiting van de toegang tot de visserijgronden.
“Deze schepen zijn slecht begonnen met de visserij en komen terug aan land. Maar eens zien wat ze nu gaan doen, zij hebben altijd nog meer verliezen, dan wij, “ vertelt Benito Barrios.
Gelaten benadrukt deze oude schippersbaas, dat er voor de traditionele vloot weinig alternatieven zijn, want de vis die men voor de kust van de Canarische Eilanden vangt, dekt de kosten niet en uitwijken, om te gaan vissen op zee ten zuiden van Mauritanië, “levert geen winst op” en, “geeft veel problemen.”
Dezelfde mening is Humberto Umpiérrez, een van de zeven bemanningsleden van de "Nuevo Francisco Javier", die ligt afgemeerd aan de pier, samen met de "Nuevo Hermanos Valdivia" en de "Mercedes Quesada".
“Alternatieven hier? Niets.” Op de Eilanden ontkomen deze schepen er niet aan, met de kosten die deze met zich meebrengen… hiervoor is nabij de Eilanden geen vis voorhanden,” oordeelt Umpiérrez.
De Federación de Cofradías de Pescadores (Bedrijfschap van Vissers) van Las Palmas heeft al laten weten, dat het einde van het akkoord met Marokko ruinering van de sector betekent. Op de pier wordt dit bevestigd door de matrozen.
“Wij zijn met negen mannen ( op de "Nuevo Hermanos Valdivia"). Dit is een ramp, waarom…Wat kan men doen? Momenteel waren we ons aan het ontdoen van sardines, voor een snelle reis naar huis voor Kerstmis, omdat we aan het eind van de maand in het dok moeten. Men heeft al onze plannen gedwarsboomd !” betreurt Benito Barrios
Deze Canarische schippersbaas onderstreept, “dat de sector zoiets in het geheel niet heeft verwacht”, omdat nog steeds alles afhankelijk was van de onderhandelingen tussen de Europese Unie (EU) en Marokko, waarbij de meerderheid er van uit is gegaan, dat er een verlenging zou komen van de huidige akkoorden. “Dit is ongelooflijk. Feit is, dat hier schepen op land komen te liggen,” zegt hij. Hetzelfde merkt Humberto Umpiérrez op, die wist, dat het akkoord over enkele weken zou aflopen, maar niet verwachtte wat er plotseling allemaal is gebeurd. Bovendien in deze tijd van het jaar …we zitten nu zonder een stuiver. “wat doen we? “Als er niet gevist wordt, wat doe ik? Dit is mijn werk,” zegt hij
Zoals de meeste van de kustvloot, hebben deze Canarische zeelieden geen vast salaris, maar krijgen ze een percentage van de waarde van de visvangst. En als men niet vist, ontvangt men niets.
Met de feestdagen voor de deur en met de autonome regio net de hoogste werkloosheid van Spanje, verzekeren de vissers, dat ze weinig uitweg zien, behalve als men hen compenseert omdat ze niet kunnen werken.
“We hebben het slecht, omdat dit jaar niet goed is geweest, we zijn allemaal, zoals men zegt, platzak,” vat Barrios het samen.
In Marokkaanse wateren
vissende Canarische vissers
vragen 28 miljoen euro ondersteuning
LAS PALMAS DE GRAN CANARIA - maandag 19 december 2011 - De vierhonderd Canarische vissers die tot februari 2012 het recht hebben om te vissen in de Marokkaanse wateren - overeenkomstig het door de EU overeengekomen akkoord met dat land, zijn van mening, dat ze - na het “politieke” veto van het Europees Parlement tegen dit akkoord - gecompenseerd moeten worden met 28 miljoen euro.
Dit is gebleken na de ontmoeting van Canarische minister van Visserij, Juan Ramón Hernández, en de voorzitter van de Federación de Cofradías de Pescadores (Federatie van Visserij-bedrijfschappen) van Las Palmas, Gabriel Jiménez, die de ondersteuning welke rederijen en vissers moeten ontvangen, heeft becijferd op respectievelijk €30.000,= en €1.300,=, vanwege het niet kunnen doorgaan met vissen op de “Canarisch-Saharaanse Vissersbank.De bijeenkomst de minister van Landbouw, Veeteelt , Visserij en Territoriale Wateren, Juan Ramón Hernández (op de foto 2er van links) in de Canarische regering,
met vertegenwoordigers van de Federaties van Visserijbedrijfschappen van de eilanden en ondernemingen die getroffen zijn door het veto van het Europees Parlement tegen het visserijakkoord met Marokko.
De Canarische vissers die vissen in de genoemde wateren verlangen 28 miljoen euro een ondersteuning vanwege het verbreken van het pact.
Als het erop aankomt, beschouwt Jiménez door de EU aangevoerde argumenten, om dit veto te rechtvaardigen met milieuschade die wordt veroorzaakt door de Spaanse vloot welke in de Marokkaanse wateren vist, als “een misvatting” en hij heeft gezegd, “dat dit in tegenstelling is met de Nederlandse, Russische en Chinese super-trawlers,” waarbij, dan ook nog eens, ruim twintig Japanse schepen kunnen worden opgeteld.
De vertegenwoordiger van de cofradías (bedrijfschappen) van Las Palmas is van mening, dat de Spaanse regering “tekort is geschoten”, door de EU compensatie te vragen ter grootte van 30 miljoen euro voor de gehele nationale vloot die getroffen is door het veto tegen het visserijakkoord met Marokko.
Evenzo heeft hij erop vertrouwd, dat men dit akkoord zou herroepen en hij waarschuwde, dat anders, “veel schepen naar de sloperij zullen gaan, wat een inbreuk betekent op de productiviteit van Canarias en zorgt voor een toenemende werkloosheid in deze autonome deelstaat.”